• No results found

Uitvoering van de opdrachten van het Fonds

In document De RVA in 2013 (pagina 174-178)

5.2

Sluitingsver- goedingen Overbrug- Bedrijfstoeslag Extra-

+ collectief Contractuele gingsver- (voorheen statutaire Jaar ontslag vergoedingen goedingen AVB) uitgaven Sabena Totaal 2009 8 307 989,08 124 892 184,86 1 922 455,03 11 152 803,60 1 443 528,21 566 261,12 148 285 221,90 2010 * 6 396 936,43 * 138 950 742,72 2 030 709,51 * 9 653 969,52 1 166 010,99 1 935 887,55 160 134 256,72 2011 9 771 032,77 157 300 637,13 1 956 199,94 * 7 112 225,77 1 044 157,91 664 955,65 177 849 209,17 2012 11 193 973,00 153 185 262,41 1 332 781,07 * 7 331 414,85 806 981,90 471 799,23 174 322 212,46 2013 10 233 811,91 198 312 268,97 2 194 940,59 7 749 438,29 281 770,22 407 430,20 219 179 660,18 Verschil

2013/2012 - 960 161,09 + 45 127 006,56 + 862 159,52 + 418 023,44 - 525 211,68 - 64 369,03 + 44 857 447,72 Evolutie

2013/2012

(in%) - 8,58 + 29,46 + 64,69 + 5,70 - 65,08 - 13,64 + 25,73

* Deze gegevens bevatten eveneens de betaling in een herstructu-reringsdossier

5

Tabel 5.2.II

Evolutie van het aantal begunstigden sinds 2009

Sluitingsver- goedingen Overbrug- Bedrijfstoeslag Extra-

+ collectief Contractuele gingsver- (voorheen statutaire Jaar ontslag vergoedingen goedingen AVB) uitgaven Sabena Totaal

2009 6 529 13 984 520 3 025 306 139 24 503

2010 *5 224 * 14 878 671 * 2 719 251 132 23 875

2011 7 668 16 608 693 * 2 476 238 248 27 931

2012 7 783 16 335 439 * 2 642 218 118 27 535

2013 7 789 19 176 656 2 706 108 103 30 538

Verschil

2013/2012 + 6 + 2 841 + 217 + 64 - 110 - 15 + 3 003

Evolutie 2013/2012

(in%) + 0,08 + 17,39 + 49,43 + 2,42 - 50,46 - 12,71 + 10,91

Ook in 2013 waren de gevolgen van de economische en financiële crisis duidelijk zichtbaar. Ten opzichte van het jaar 2012 is er een sterke stijging van zowel het betaalde bedrag (+ 25,73%) als van het aantal begunstigden (+ 10,91%). Indien een vergelijking wordt gemaakt met 2007, het jaar vóór de crisis, zijn de uitgaven bijna verdubbeld (+ 90,38%).

Er dient opgemerkt te worden dat één begunstigde meer dan één type vergoeding kan ontvangen in éénzelfde jaar (voorbeeld sluitingsvergoeding en contractuele vergoedingen). In totaal kregen 24 021 verschillende personen in de industriële en commer-ciële sector een vergoeding van het Fonds in 2013.

Op te merken valt dat er hiervan 4 werknemers ook een vergoeding hebben ontvangen in de socialpro-fitsector inclusief de vrije beroepen.

* Deze gegevens bevatten eveneens de betaling in een herstructu-reringsdossier

per soort vergoedingen, zijn de volgende:

Contractuele vergoedingen (198 312 268,97 EUR) In 2013 ontvingen 19 176 begunstigden contrac-tuele vergoedingen en dit voor een totaal bedrag van 198 312 268,97 EUR. Gemiddeld is dit een be-drag van 10 341,69 EUR per rechthebbende. Deze uitgaven vertegenwoordigen 90,48% van de to-tale uitgaven van het Fonds. Sinds het begin van de economische crisis stegen de uitgaven con-tractuele vergoedingen jaarlijks (met uitzondering van het jaar 2012 waar er een lichte daling merk-baar was).

In 2013 kenden de uitgaven contractuele vergoe-dingen opnieuw een spectaculaire stijging (+ 29,46%). Deze stijging is het gevolg van zowel het groter aantal vergoede werknemers (+ 17,39%) als van de hogere gemiddelde kostprijs (+ 10,28%).

De uitgaven contractuele vergoedingen bereikten in 2013 het 4de hoogste niveau sinds het ontstaan van het Fonds in 1960.

Rekening houdende met de behandelingstermijn van een ondernemingsdossier, werden in 2013 voornamelijk de werknemers vergoed waarbij de sluiting van de onderneming plaatsvond tijdens het jaar 2012.

Bedrijfstoeslag voorheen de aanvullende ver-goeding brugpensioen (7 749 438,29 EUR) In 2013 betaalde het Fonds aan 2 706 verschil-lende begunstigden een bedrijfstoeslag. Dit komt overeen met een totaal bedrag van 7 749 438,29 EUR, wat 3,54% van de totale uitgaven vertegen-woordigt. De gemiddelde maandelijkse vergoe-ding bedraagt 300,08 EUR. Net zoals in 2012 ste-gen de uitgaven bedrijfstoeslag (+ 5,70%). Dit in tegenstelling met de dalende trend die sinds 2002 zichtbaar is. Deze stijging vloeit voornamelijk voort uit de toename van het aantal begunstigden (+ 2,42%). Aangezien de betaling van de werklo-zen met bedrijfstoeslag zich over meerdere jaren uitstrekt, betaalde de dienst in 2013 de lopende dossiers verder en werd daarnaast begonnen met de betaling van 483 nieuwe dossiers. Gezien het Fonds slechts in 474 dossiers stopte met betalen, steeg het aantal begunstigden.

5

Sluitingsvergoedingen (10 233 811,91 EUR) In 2013 ontvingen 7 789 werknemers een slui-tingsvergoeding voor een totaal bedrag van 10 233 811,91 EUR. Gemiddeld is dit een bedrag van 1 313,88 EUR per rechthebbende. Deze uitgaven vertegenwoordigen 4,67% van de totale uitgaven van het Fonds.

De gevolgen van de economische en financiële crisis zijn ook hier duidelijk zichtbaar. De uitgaven sluitingsvergoeding bereikten in 2012 het hoogste niveau in 10 jaar en het 5de hoogste niveau sinds het bestaan van het Fonds.

De daling van de uitgaven in 2013 is volledig te wijten aan de daling van de gemiddelde kostprijs van 1 438,26 EUR naar 1 313,88 EUR (- 8,65%) want het aantal begunstigden is t.o.v. 2012 lichtjes gestegen.

De sluitingsvergoeding wordt berekend op de jaren dienstanciënniteit in de onderneming en de leeftijd van de persoon.

Overbruggingsvergoedingen (2 194 940,59 EUR) Er werd, in 2013, aan 656 werknemers een over-bruggingsvergoeding toegekend voor een totaal bedrag van 2 194 940,59 EUR. Dit komt neer op gemiddeld 3 345,95 EUR per begunstigde. Deze uitgaven vertegenwoordigen ongeveer 1% van de totale uitgaven van het Fonds. Gezien het zeer kleine aandeel in de totale uitgaven kunnen we hier niet spreken over bepaalde tendenzen.

De extra–statutaire uitgaven (inclusief de tege-moetkomingen in het extra–statutair dossier Sabena)

Bij sommige sluitingen is een CAO niet tegenstel-baar aan het Fonds. Het Beheerscomité heeft in deze gevallen de bevoegdheid om het Fonds de toestemming te verlenen de rol van sociaal secre-tariaat op te nemen voor de werklozen met be-drijfstoeslag van deze ondernemingen. Voor het vervullen van deze taken is het de overheid, regi-onale investeringsmaatschappijen of andere over-heden die voorafgaandelijk de nodige financiële middelen ter beschikking dienen te stellen van het Fonds.

De uitgaven voor de extra-statutaire activiteiten bedroegen 281 770,22 EUR in 2013, en dit voor rekening van Sogepa (voor de ondernemingen Forges de Clabecq, Verlipack Ghlin-Jumet en Hainaut Cristal) en de FOD Mobiliteit en Transport (voor de onderneming Hoverspeed). De extra–

statutaire uitgaven kenden reeds enkele jaren een dalende tendens gezien er geen nieuwe dossiers meer werden toegewezen aan het Fonds.

Bovendien bereikten een groot aantal begunstig-den de pensioenleeftijd in 2013.

Het Sociaal Plan Sabena, gesloten op 8 november 2001 tussen de regering en de werknemersorgani-saties, voorziet naast de wettelijke vergoe- dingen in verschillende types van geïndividuali-seerde vergoedingen (volgens anciënniteit, loon, leeftijd en het statuut van de werknemer). Het Fonds voert de betaling van deze vergoedingen uit voor rekening van de Belgische staat. In 2013 heeft het Fonds 407 430,20 EUR betaald in het kader van dit sociaal plan.

Klassieke taken socialprofitsector

In document De RVA in 2013 (pagina 174-178)