• No results found

De activiteiten van de diensten Toelaatbaarheid

In document De RVA in 2013 (pagina 61-65)

3.1

Cijfergegevens

Aantal dossiers

De diensten Toelaatbaarheid ontvingen in 2013 2 419 095 dossiers. Dit betekent een stijging van 2,64% ten opzichte van 2012 (2 356 832 dossiers).

Deze 2 419 095 dossiers betreffen niet alleen aan-vragen van personen die voor het eerst of na een onderbreking uitkeringen aanvragen. Het gaat on-der meer ook om aangiftes van wijzigingen die van invloed zijn op het bedrag van de uitkering, zoals wijzigingen in de gezinssamenstelling.

De volgende tabel geeft een overzicht van de ver-schillende types ingediende dossiers.

Tabel 3.1.I

Procentuele samenstelling per type ingediend dossier in 2013

Type 2013

Overgangen (van uitbetalingsinstelling, van werkloosheidsbureau) 5,42%

Werkloosheid met bedrijfstoeslag 2,17%

Wijzigingsaangiften (gezinssamenstelling, adres, betaalwijze, …) 10,24%

Beroepsverleden (invloed op uitkeringsbedrag van bepaalde werklozen) 13,84%

Bijzondere categorieën (haven, zeevisserij, grensarbeid, diamant, beroepsopleiding, activering, …) 14,24%

Volledige werkloosheid (eerste aanvraag na arbeid of studies, na onderbreking van de werkloosheid … en deeltijdse arbeid) 39,78%

Tijdelijke werkloosheid (werkgebrek, slecht weer … jeugd- en seniorvakantie, onthaalouders) 14,32%

Totaal 100%

In 2013 hebben de diensten Toelaatbaarheid 2 480 361 dossiers behandeld (waarvan een aantal dossiers die eind 2012 werden ingediend). Dit bete-kent een verhoging van 10,63% ten opzichte van 2012 (2 241 936).

Grafiek 3.1.I geeft het aantal indieningen per maand gedurende de laatste 3 jaren.

Grafiek 3.1.I

Ingediend in 2011 Ingediend in 2012 Ingediend in 2013 300 000

250 000 200 000 150 000 100 000 50 000

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

3

Afwerkingstermijn

De snelle betaling van de werklozen behoort tot de basisdoelstellingen van de RVA. Zo kan vermeden worden dat werklozen gedurende een periode geen inkomen hebben. De RVA wil dus de dossiers zo snel mogelijk afhandelen.

De reglementering voorziet dat de RVA de dossiers dient te behandelen binnen een termijn van één maand.

Om de afwerkingstermijn te bepalen werd vóór 2013 gebruik gemaakt van de globale gemiddelde afwer-kingstermijn. Vanaf 2013 wordt de afwerkingster-mijn berekend per dossier. Voor 2013 werd aldus 95% van de dossiers berekend binnen de termijn van 26 dagen. Deze termijn werd begin dit jaar be-invloed door de hervorming van het vergoedbaar-heidsstelsel van de werklozen (degressiviteit). Voor de 6 laatste maanden van 2013 was de termijn 17 dagen.

De RVA heeft bijzondere aandacht voor die dossiers waarin het risico bestaat dat de aanvragers bij de aanvang van de werkloosheidsperiode financiële moeilijkheden zouden kennen door het uitblijven van de uitkering. Op die manier wordt het risico dat zij een beroep moeten doen op het OCMW in af-wachting van de toekenning van uitkeringen be-perkt (zie ook punt 2.3.5 inzake de samenwerking met de OCMW’s).

Terugzendingen van onvolledige dossiers

Om de werkloze zo snel mogelijk te betalen, is het wenselijk dat het aantal dossiers dat de dienst Toelaatbaarheid moet terugzenden wegens onvolle-digheid, zo laag mogelijk is. Een dergelijke terugzen-ding impliceert dat het dossier voorlopig geblok-keerd is, en heeft ook tot gevolg dat het dossier tweemaal moet worden behandeld.

Niettegenstaande de complexiteit van de regelge-ving en het stijgend aantal gegevens dat moet wor-den ingediend en nagekeken is het terugzendings-percentage van de dossiers met een eerste uitkeringsaanvraag eveneens gedaald: 17,12% van deze dossiers diende wegens onvolledigheid terug-gezonden te worden ten opzichte van 19,30% in 2012.

Om het aantal terugzendingen terug te dringen, heeft de RVA de private uitbetalingsinstellingen ge-responsabiliseerd. Een laag percentage terugzendin-gen aan de lokale afdeling van een private uitbeta-lingsinstelling leidt tot de toekenning van een financiële bonus in toepassing van artikel 168bis van het Koninklijk Besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering. Bij het vastleggen van het percentage wordt enkel rekening gehouden met terugzendingen die de uitbetalings-instelling had kunnen vermijden.

Correctheid van de afgewerkte dossiers

De correctheid van de toepassing van de reglemen-tering door de dienst Toelaatbaarheid wordt ge-toetst via de principes van de Statistical Process Control. De correctheid van de behandeling van wil-lekeurig geselecteerde afgewerkte dossiers wordt gemeten aan de hand van 10 verschillende elemen-ten. Uit deze SPC-controle blijkt dat de 30 werk-loosheidsbureaus in 2013 gemiddeld 95,95% van de dossiers volledig correct hebben uitgewerkt.

Tabel 3.1.II geeft voor 2013 het aantal dossiers waarin de RVA vaststelde dat er geen recht was op uitkeringen wegens het niet vervullen van de toe-laatbaarheidsvoorwaarden. Het betreft hier dus en-kel beslissingen tot niet-toelating op grond van het feit dat objectieve voorwaarden niet vervuld wer-den (bv. een niet-toereikend beroepsverlewer-den) en geen “betwiste zaken” (zie verder punt 3.5).

Op een totaal van 2 419 095 dossiers werd in 77 236 gevallen (3,19%) beslist om geen uitkeringen toe te kennen.

Tabel 3.1.II Beslissingen 2013

Totaal aantal gevallen 1. Niet-toelating (onvoldoende arbeid/studies) 20 912 2. Niet-toelating ingevolge een onvolledig of

laattijdig ingediend dossier 11 005 3. Beperking van het recht van deeltijdse werknemers 3 239

4. Niet-vergoedbaarheid 42 080

Totaal 77 236

Toelichting bij de voormelde tabel Groep 1 (onvoldoende arbeid/studies)

Het betreft hier het aantal beslissingen van niet-toelating omwille van een onvoldoende aantal ar-beidsdagen of het niet-voldoen aan de voorwaarden voor de schoolverlaters.

Groep 2 (onvolledig/laattijdig ingediend dossier) Het betreft hier het aantal beslissingen van niet-toelating of van uitgestelde niet-toelating wegens een onvolledig of laattijdig ingediend dossier.

Groep 3 (beperking van het recht van deeltijdse werknemers)

Deze groep betreft voornamelijk de deeltijdse werk-nemers die niet voldoen aan de voorwaarden om het statuut van deeltijdse werknemer met behoud van rechten te kunnen genieten bv. omdat hun loon het grensbedrag overschrijdt.

Tot deze groep beslissingen behoren:

1. niet-toekenning van uitkeringen omdat de werk-loze nog beschikt over een inkomen en omdat niet is voldaan aan de cumulatievoorwaarden (6 806 gevallen);

2. niet-toekenning van uitkeringen tijdens een peri-ode van loopbaanonderbreking of tijdskrediet of, in geval van uitkeringsaanvraag na een werkver-lating om zijn kinderen op te voeden of om een zelfstandige activiteit uit te oefenen, tijdens een reglementair voorziene carenzperiode (17 641 ge-vallen);

3. niet-toekenning van uitkeringen ingevolge de leeftijdsvoorwaarden en het verbod van cumula-tie met een pensioen (7 607 gevallen);

4. niet-toekenning van uitkeringen ingevolge onbe-schikbaarheid voor de arbeidsmarkt (6 986 gevallen).

Het betreft beslissingen tot niet-toekenning van uitkeringen ingeval de werkloze:

•afwezig is na een oproeping door de bevoegde dienst voor arbeidsbemiddeling;

•niet langer ingeschreven is als werkzoekende in-gevolge schrapping van de inschrijving door deze dienst;

•voor zijn wedertewerkstelling voorwaarden stelt die, rekening houdend met de criteria van de passende dienstbetrekking, niet gerechtvaar-digd zijn;

5. niet-toekenning van uitkeringen wegens verblijf in het buitenland, studies met volledig leerplan, gevangenzetting of niet voldoen aan de voor-waarden inzake huisarbeid (2 201 gevallen);

6. niet-toekenning van uitkeringen ingevolge ar-beidsongeschiktheid in de zin van de wetgeving op de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering (839 gevallen).

3

3.1.3

Bijzonder geval: toekenning van

In document De RVA in 2013 (pagina 61-65)