Hoofdstuk 2 De interieurs van Herengracht 401/403
3.2 Leren van andere huismusea
3.2.2 Typering van de casussen
In bijlage IV t/m VI is de achtergrond van deze drie huismusea beschreven met een korte inleiding, de situatie van het pand en het interieur in grote lijnen, de aanpak van de transitie en van het huidige museale gebruik, plus een terugblik hierop. Uit de terugblik blijkt dat de aanpak van de musealisering bij de drie musea in essentie verschilt. Dit is terug te voeren op een al dan niet expliciet geformuleerde visie. De casus wordt getypeerd met een trefwoord.
110 Citaat van de website van de Stichting Corrie ten Boomhuis: ‘Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de
woning van de Ten Booms een schuilplaats voor degenen die voor de nazi’s op de vlucht waren. Door aan zulke mensen onderdak te bieden, stelden Casper en zijn twee dochters Betsie en Corrie hun levens in de waagschaal. Maar met dit geweldloos verzet tegen de nazi-onderdrukkers brachten zij hun christelijk geloof in de praktijk. In 1943 en 1944 waren er voortdurend vijf à zes personen ondergedoken in de woning: enige Joden en leden van de Ondergrondse. Buiten deze personen waren er ook die, in afwachting van een ander ‘veilig huis’ slechts enige uren of een paar dagen bij de Ten Booms verbleven.’ Bron: <https://www.corrietenboom. com/nl/bezoekersinfo/geschiedenis> 24 maart 2015
111 Informatie van de rondleider, verkregen op 10 november 2015
112 Citaat van de website van de Stichting Dirkje Kuik: ‘Het hart van het museum is de woonkamer van Kuik
op de eerste verdieping, dat nog in oorspronkelijke staat verkeert. Kuik heeft het interieur zoals haar ouders het hadden nagelaten behouden, maar het draagt ook de sporen van haar kunstenaarschap: boeken, tekeningen, houten meubelen, litho's, schilderijen, beelden en beschilderde schedels.’ Bron: <http://www.dirkjekuik.com> bezocht op 24 maart 2015
Het Mastboomhuis: het behoud centraal
De verantwoordelijken van het Mastboomhuis hebben het behoud van het interieur bewust centraal gesteld. Dit heeft geleid tot een nauwgezette conserverings- en restauratie-aanpak die erop gericht was dat het gehele interieur exact de situatie weerspiegelt op het moment van overlijden van de erflater. Dit moment is ‘als onder een stolp’ bewaard. Door de beperkte toegang is de kans op het optreden van bezoekersgebonden schadefactoren zoals slijtage, vervuiling, diefstal en vandalisme gering. Door de wintersluiting wordt voorkomen dat er extra verwarmd moet worden ten behoeve van bezoekerscomfort. Door de lage bezoekfrequentie kunnen de luiken meestal dicht blijven en blijft kunstverlichting vaak achterwege. De lichtbelasting van het interieur is hierdoor zeer gering.
Het Corrie ten Boomhuis: de boodschap centraal
De huidige verantwoordelijken van het Corrie ten Boomhuis stellen de missie van het museum centraal. Het interieur en de biografie van de naamgeefster zijn een middel om het verhaal van de stichting naar buiten te brengen. Daarmee wordt een grote doelgroep bereikt waardoor verwacht mag worden dat bezoekersgebonden schadefactoren aan de orde zijn. De materiële authenticiteit van het interieur is echter beperkt en de huidige verschijning is grotendeels een construct. Doordat de herkomst van de meeste tentoongestelde
collectieonderdelen niet verbonden is met het interieur (maar elders zijn verworven) boet het interieur niet aan authenticiteit in als objecten, meubels of afwerkingen vervangen worden. Daarmee komt de behoudsopgave in een ander licht te staan.
Het Dirkje Kuikmuseum: het publieksbereik centraal
De initiatiefnemers van het Dirkje Kuikmuseum zijn gedreven door hun bewondering voor het werk van de kunstenares, haar bijzondere biografie en het betekenisvolle interieur dat zij in de loop van haar leven opbouwde. De doelstelling van de stichting is om haar
nagedachtenis te eren en te bewaren door het authentieke interieur open te stellen voor een cultureel geïnteresseerd publiek. De belevingswaarde voor het publiek stond voorop en het authentieke interieur is zonder veel aanpassingen of maatregelen opengesteld. Wel is extra verlichting aangebracht, zijn enkele muurvlakken bestemd voor tentoonstelling van werk van de kunstenares en is een ontvangstruimte gecreëerd in het daartoe ontruimde ateliergedeelte op de begane grond. Omdat de startsituatie niet is vastgelegd was monitoring op het
optreden van bezoekersgebonden schadefactoren niet mogelijk.
3.2.3 Analyse van het museaal gebruik
De drie casussen zijn hieronder getypeerd op museaal gebruik. Niet alle aspecten hiervan vallen onder het bereik van deze scriptie, maar worden hier wel genoemd om een completer beeld te geven van de afwegingen die bij de transitie gemaakt moeten worden. Het totaal van de afwegingen vormt immers een context voor de afwegingen die uit oogpunt van
conservering en restauratie genomen moeten worden.
Bezoekerstoegang
Alle drie musea leiden de bezoeker rond. De groepsgrootte is gemaximeerd: op vier bij het Mastboomhuis, acht bij Dirkje Kuik en 20 bij Corrie ten Boom. De groep krijgt een gids die het verhaal vertelt, de collectie toelicht en de (vaste) routing aangeeft door de groep voor te gaan. Bij Corrie ten Boom is er een dubbele groepsbegeleiding. De bezoekers worden bij Dirkje Kuik op de benedenverdieping ontvangen, bij het Mastboomhuis komen bezoekers binnen via een bijgebouw, bij Corrie ten Boom wachten bezoekers buiten de voordeur en worden zij binnen meteen doorgeleid naar de zitkamer waar een inleiding wordt gegeven.
Geen van de drie musea is toegankelijk voor mindervaliden en alle drie bieden een virtuele rondleiding via de website.
Collectieopstelling
Zowel het Mastboomhuis als Dirkje Kuik hebben een open opstelling, bij Corrie ten Boom is een deel van de objecten met glas of plexiglas afgeschermd of in een vitrine geplaatst. Bij het Mastboomhuis is een deel van de collectie buiten bereik van de bezoekersroute opgesteld. Naast de collectieonderdelen die tezamen het interieur vormen zijn bij twee musea aanvullende objecten geplaatst. Dit zijn in feite tentoonstellingen van eigen
kunstwerken (bij Dirkje Kuik) respectievelijk van het museale thema (bij Corrie ten Boom), die echter geen onlosmakelijk onderdeel van het oorspronkelijke interieur vormen.114
Geschreven achtergrondinformatie over o.a. de biografie van de laatste bewoner werd bij Dirkje Kuik nabij de entree getoond en bij Corrie ten Boom als onderdeel van de
tentoonstelling. Bij het Mastboomhuis wordt alle informatie door de gids verstrekt.
Beheer- en behoudsmaatregelen
Het Mastboomhuis heeft om slijtage tegen te gaan loopmatten geplaatst die tevens de
bezoekers op enige afstand houden van de opstelling, en zo de vervuiling door bezoekersstof verminderen. De matten worden op een huishoudelijke wijze schoongemaakt. Ook wordt in het gehele pand jaarlijks een professionele schoonmaak met monitoring van o.a. vraatschade, slijtage, schimmel en degradatie gehouden. In het Corrie ten Boomhuis wordt af en toe schoongemaakt door de vrijwilligers. Nabij de schuilplaats is echter verstoffing en slijtage te constateren. Bij Dirkje Kuik werd het interieur tussen de rondleidingen door de beheerder schoongehouden en slijtage werd niet als probleem ervaren.
Om gelegenheidsdiefstal en vandalisme tegen te gaan is bij Corrie ten Boom een groot deel van de collectie beschermd opgesteld, bovendien is er dubbele groepsbegeleiding. Bij Dirkje Kuik werd een enkele vermissing of schade niet als probleem ervaren. Bovendien is de vraag in hoeverre vermissing opgemerkt werd door ontbreken van registratie. In het Mastboomhuis wordt het toezicht (één rondleider op maximaal vier bezoekers) als afdoende garantie gezien. Tegelijk is er een nauwkeurige standplaatsregistratie en wordt aan de hand van foto’s
periodiek gemonitord of alle objecten nog op hun plaats staan.
Bij Dirkje Kuik is een nieuwe thermostatisch geregelde c.v. installatie aangelegd. Bij Corrie ten Boom is dubbel glas toegepast in de buitengevel. Bij deze twee musea worden de
temperatuur en de luchtvochtigheid voorzover bekend echter niet gemonitord. In het
Mastboomhuis wordt hygrostatisch verwarmd en is een klimaatinstallatie aangelegd die de hoge luchtvochtigheid die dit huis van nature kent moet tegengaan.
Zowel Dirkje Kuik als Corrie ten Boom hebben ten behoeve van de bezoekers extra
verlichting aangebracht: om de objecten beter te zien, en bij Dirkje Kuik ook om gevaarlijke
situaties op de smalle trap tegen te gaan. Er lijkt geen sprake te zijn van UV- of IR-filtering van het daglicht. Bij het Mastboomhuis wordt de oorspronkelijke verlichtingssituatie van één lamp per vertrek gebruikt, en wordt het daglicht buitengesloten met luiken en rolgordijnen.
Exploitatie
Bij het Mastboomhuis wordt een vergoeding van 20 euro per groep van vier personen gevraagd. Bij beide andere musea is de toegang gratis maar zijn er aanvullende inkomsten uit literaire avonden (Dirkje Kuik), een educatief programma (Corrie ten Boom) en
114 Ter vergelijking de eerder aangehaalde definitie van een huismuseum: dat het pand (container) en de rest
boekverkoop (beiden). Geen van drieën heeft horeca inkomsten of externe subsidies. Het Dirkje Kuikmuseum heeft de exploitatie niet kunnen volhouden om financiële redenen, waarin het uitblijven van verhoopte gemeentelijke subsidies een belangrijke factor was. De stichting die het Mastboomhuis beheert, beheert ook de overige nalatenschap zoals
landerijen en aandelen die voldoende inkomsten genereren om hiermee de exploitatie intern te subsidiëren. Het Corrie ten Boomhuis krijgt naast de royalties van de boeken veel donaties en heeft een sluitende exploitatie. De exploitatie bij beide andere musea is/was verlieslatend.