• No results found

Projectgroep bestaande uit:

SVI Landelijk

5 Ecologische Hoofdstructuur

5.3 Toetsing Ecologische Hoofdstructuur

Voor wat betreft de EHS is bij directe aantasting (ruimtebeslag) sprake van vervolgstappen, waaronder compensatie. Daarnaast staat in de Verordening Ruimte Noord-Brabant het volgende vermeld: Een bestemmingsplan dat is gelegen buiten de ecologische hoofdstructuur en dat leidt tot en aantasting van de ecologische waarden en kenmerken van de ecologische hoofdstructuur, strekt ertoe dat de negatieve effecten waar mogelijk worden beperkt en de overblijvende, negatieve effecten worden gecompenseerd overeenkomstig artikel 5.6 [van de Verordening Ruimte Provincie Noord-Brabant] (compensatieregels). Dit houdt in dat, naast directe aantasting, ook indirecte effecten gecompenseerd dienen te worden.

Voor een EHS-gebied wordt met aantasting bedoeld dat de wezenlijke waarden en kenmerken van dat gebied niet mogen worden belemmerd of aangetast. Als ecologische (wezenlijke) waarden en kenmerken van een EHS-gebied gelden de natuurbeheertypen zoals vastgelegd op de beheertypenkaart en de ambitiekaart van het natuurbeheerplan (Verordening Ruimte, 2014; zie Figuur 5.1 bovenste afbeelding).

Hierboven is geconcludeerd dat drie voorzieningen (het bunkerschip, het havenkantoor en het sanitairgebouw) zich buiten de EHS bevinden en dat het afvalverzamelpunt op het natuurbeheertype ‘Wintergastenweide’ binnen de EHS gesitueerd is.

Voor de drie voorzieningen buiten de EHS geldt dat deze een dermate klein en beperkt effect hebben, dat dit niet leidt tot een aantasting of belemmering van de natuurbeheertypen in het aangrenzende EHS-gebied. De drie voorzieningen zijn bereikbaar via het water en of via de daarvoor aangelegde wegen en paden. Doordat de voorzieningen zelf geen recreatieve functie hebben, veroorzaken ze geen toename aan recreanten en of boten. De voorzieningen zijn ondersteunend voor de jachthaven en passen in dit beeld. De drie voorzieningen veroorzaken derhalve geen directe of indirecte effecten op de EHS en hebben geen gevolgen voor de wezenlijke kenmerken en waarden voor het EHS-gebied.

Legalisering activiteiten jachthaven te Willemstad Ecologische Hoofdstructuur

projectnummer 258075 7 mei 2015, revisie 00

Het afvalverzamelpunt ligt in tegenstelling tot de andere drie voorzieningen, wel in de EHS. Door de aanwezigheid van het afvalverzamelpunt kan strikt gezien op deze locatie geen sprake zijn van het ontwikkelen, behouden of versterken van dit natuurbeheertype en/of van het natuurbeheertype ‘Bloemdijk’ (ambitie).

5.3.1 Stappenplan

Normaliter wordt voorafgaand aan het realiseren van een dergelijke voorziening in de EHS het stappenplan van het nee-tenzij regime doorlopen (Figuur 5.2).

Figuur 5.2. EHS-stappenplan.

Echter aangezien het bij voorliggende toetsing om een legalisering gaat van een voorziening die al enkele jaren binnen de grenzen van de EHS ligt en er geen fysieke voornemens aan de orde zijn (nu niet en in de toekomst niet), is het doorlopen van dit stappenplan bij onderhavig plan (het legaliseren) niet aan de orde.

Om de planologisch-juridische situatie toch in lijn te brengen met de feitelijke situatie wordt een analyse uitgevoerd of de voorziening (en het gebruik ervan) een belemmering vormt voor de

Legalisering activiteiten jachthaven te Willemstad Ecologische Hoofdstructuur

projectnummer 258075 7 mei 2015, revisie 00

wezenlijke kenmerken en waarden in het EHS-gebied ter plaatse. Dit zal in de volgende paragraaf plaatsvinden.

5.4 Effectbeoordeling

Het afvalverzamelpunt ligt op de grens van het jachthaventerrein nabij een begraasd weiland. Het weiland, alsook het punt waar het afvalverzamelpunt gesitueerd is, behoort tot het beheertype

‘Wintergastenweide’. Uit het terreinbezoek is gebleken dat het gebied inderdaad de kenmerken bevat van dit natuurbeheertype. Het gebied rondom de jachthaven kenmerkt zich door voedselrijk, productief grasland en wordt in het huidige beheer begraasd door schapen. Het afvalverzamelpunt grenst direct aan dit weiland en wordt hiervan afgesloten door middel van een hekwerk. Ter plaatse van het afvalverzamelpunt is sprake van verharding ten behoeve van onder andere de voorziening als ook ten behoeve van de haven (versteviging oever).

Door de afscherming van het afvalverzamelpunt ten opzichte van het EHS-gebied hebben de gebruikers van de jachthaven geen toegang tot het begraasde weiland (EHS). Hierdoor beperkt de

‘verstoring’ zich enkel tot het punt van de voorziening; betreding van het EHS-terrein is uitgesloten.

Bovendien is de voorziening ter plaatse onverlicht waardoor hier geen verstoring door op treedt.

Enkel gebruikersverstoring (optische verstoring en geluiden van het dumpen van afval) kan optreden; door de kleine omvang van de voorziening en door de vaste wegen en paden gebeurt dit in zeer beperkte mate.

De verstoring als gevolg van de voorziening zal zeer lokaal zijn. Daarnaast wordt aangenomen dat de jachthaven in de winter, wanneer de doelsoorten (ganzen- en eendensoorten) aanwezig zijn, minder intensief in gebruik is waardoor de verstoring in deze periode verwaarloosbaar is.

Bovendien beperkt het geschikte biotoop zich niet tot enkel rondom het afvalverzamelpunt maar hebben de soorten een groot terrein tot hun beschikking waar ze kunnen foerageren en rusten.

5.4.1 Tegenstrijdigheid bestemming

Gezien de zeer beperkte mogelijke verstoring en gezien het grote, onverstoorde EHS-gebied ten oosten van de jachthaven is geconcludeerd dat het gebruik van het afvalverzamelpunt geen aantasting betekent voor de wezenlijke kenmerken en waarden van het EHS-gebied. Echter aangezien de locatie van het afvalverzamelpunt is aangewezen als EHS-gebied, is de voorziening in de regel in strijd met de bestemming als EHS.

Alhoewel hier sprake is van een tegenstrijdigheid heeft de provincie Noord-Brabant zich hierover uitgesproken in een reactie op het Bestemmingsplan “Vesting Willemstad” daterend van 1 juni 2004 (nr 960653). In deze reactie veronderstelt de provincie dat de bestemming “afvaldepot” in strijd is met de EHS en dat zij het voornemen heeft geuit om zowel aan de aanduiding “afvaldepot”

op de plankaart [van het bestemmingsplan] alsmede aan de artikelen 12.1, 5e streepje, en 12.2.1 hun goedkeuring te onthouden. Echter, gelet op de gemeentelijke AWB-reactie d.d. 19 mei 2004 inzake het voornemen op dit punt van de provincie, is de provincie Noord-Brabant van oordeel dat de bestaande afvalcontainer mag worden gehandhaafd. De provincie stelt dat met een onthouding aan goedkeuring op het punt van artikel 12.2.1 (bebouwingsbepaling die de oprichting van een gebouw ter plaatse mogelijk maakt) kan worden volstaan.

Gezien dit gegeven en gezien het feit dat bij onderhavig plan enkel de vier voorzieningen worden gelegaliseerd en geen uitbreidingsmogelijkheden mogelijk gemaakt worden, kan de huidige situatie gehandhaafd worden en hoeven geen vervolgstappen in het EHS beschermingsregime ondernomen te worden.

Legalisering activiteiten jachthaven te Willemstad Ecologische Hoofdstructuur

projectnummer 258075 7 mei 2015, revisie 00

5.4.2 Locatiekeuze

Gezien het gegeven dat het afvalverzamelpunt gehandhaafd kan worden op de bestaande locatie, zijn in principe geen alternatieve locaties aan de orde. Daarnaast is de achtergrond van voorliggend plan (waarvoor de ruimtelijke onderbouwing wordt opgesteld) het legaliseren van de voorzieningen. Hierbij is geen sprake van fysieke aantasting of uitbreiding. Derhalve is het bekijken van alternatieve locaties niet aan de orde. Bovendien vormt de enige mogelijk andere locatie, buiten de EHS maar wel in de nabijheid van de jachthaven, de vestingwerken. Deze zijn beschermd vanwege de monumentale status en zijn tevens in strijd met de bestemming als afvalverzamelpunt (“afvaldepot”).

5.5 Resumé

De vier aanwezige voorzieningen in de jachthaven te Willemstad veroorzaken geen aantasting van de wezenlijke kenmerken en waarden van het EHS-gebied. Alhoewel de afvalverzamelplaats binnen de grenzen van de EHS ligt en dit in de regel in strijd is met de bestemming van de locatie als Ecologische Hoofdstructuur, heeft de provincie in 2004 hier over uitgesproken dat deze situatie gehandhaafd mag morgen mits geen uitbreidingen plaatsvinden. Gezien er geen sprake is van uitbreidingsmogelijkheden en de situatie derhalve kan worden gehandhaafd, zijn in het kader van het EHS beschermingsregime geen vervolgstappen aan de orde .

Legalisering activiteiten jachthaven te Willemstad Flora- en faunawet voorzieningen, met name het gebruik ervan aangezien de voorzieningen reeds gerealiseerd zijn verbodsbepalingen in het kader van de Flora- en faunawet worden overtreden, is een ontheffing ex. art. 8 tot en met 12 Flora- en faunawet noodzakelijk. Het is daarom van belang om te onderzoeken of beschermde soorten op of binnen de invloedssfeer van het plangebied met de voorzieningen aanwezig zijn. Een uiteenzetting van de bevindingen vindt in dit hoofdstuk plaats.

Allereerst zal in paragraaf 6.2 de methodiek van de toetsing aan de Flora- en faunawet uiteengezet worden. In paragraaf 6.3 staan de resultaten beschreven. In paragraaf 6.4 zijn de resultaten uit paragraaf 6.3 getoetst aan de Flora- en faunawet. Hieruit komen conclusies voort die zijn omschreven in paragraaf 6.5.

6.2 Methodiek