• No results found

Toepassing van Eigen Kracht-interventies

In document Eigen kracht in de praktijk gebracht (pagina 30-34)

6. RESULTATEN

6.1 Toepassing van Eigen Kracht-interventies

Het aanbod van interventies

Interventie Aantal keer genoemd

Triple P 14

Eigen Kracht-conferentie 14

Lezingen/ ouderavonden/themabijeenkomsten 13

Familie Netwerk Beraad 5

Stevig Ouderschap 4

Een gezin, een plan 4

Opvoedparty’s 3

Sociale vaardigheidstrainingen 3

Assertiviteitscursussen 2

Eigen Kracht/CJG café 2

Signs of Safety 2

Signs of Wellbeing 2

Tabel 2 Aanbod van Interventies (N=26)

De respondenten noemen in de interviews 36 verschillende interventies die worden aangeboden in de CJG’s. Hiervan behoren er twaalf in meer dan één CJG tot het aanbod (zie Tabel 1). Vijf daarvan (Triple P, Eigen Kracht-conferentie, Familie Netwerk Beraad, Stevig Ouderschap en Signs of Safety) behoren tot de aanvankelijk geselecteerde achttien interventies (Hoek, 2010).

Triple P en de EKc worden het vaakst genoemd. Beide interventies behoren in veertien van de 26 CJG’s tot het aanbod. Bij Triple P moet worden opgemerkt dat in vijf van de veertien gevallen (uit dezelfde provincie) een provinciale variant wordt genoemd. Deze variant heeft een andere naam, maar is expliciet gebaseerd op Triple P en om deze reden als zodanig meegeteld. Als derde worden diverse lezingen, ouderavonden en themabijeenkomsten het vaakst genoemd: door dertien van de respondenten.

Naast de top-3 behoren nog acht interventies in meerdere CJG’s tot het aanbod. Vijf respondenten noemen het Familie Netwerk Beraad. Stevig Ouderschap, wordt door vier geïnterviewden genoemd, evenals Eén gezin, één plan. Drie respondenten noemen opvoedparty’s1 en Sociale vaardigheidstrainingen. Deze interventies worden door de CJG’s op eigen wijze vormgegeven en zijn hierdoor minder geschikt om op te nemen in de Databank. Dit geldt ook voor de assertiviteitscursussen die twee CJG’s op hun eigen manier organiseren en het CJG/Eigen

1 Opvoedparty’s komen onder verschillende namen voor en zijn kleinschalige bijeenkomsten van ouders onderling met desgewenst een opvoedcoach erbij. In deze setting kunnen ouders ervaringen en eventueel problemen uitwisselen met betrekking tot opvoeden.

30

café2 dat eveneens door twee respondenten wordt genoemd. Signs of Safety wordt tweemaal genoemd in de interviews, net als Signs of Wellbeing, een variant hierop.

Daarnaast wordt een groot aantal (24) interventies door één CJG genoemd. Van de in de brochure genoemde interventies binnen het preventieve domein zijn dat Voorzorg; Drukke Kinderen;

Kop-Op-Ouders online; Moeders informeren Moeders; Een interventie die wordt genoemd, Video Hometraining, valt volgens de brochure binnen het domein van de lichte hulp. Interventies die door één CJG worden aangeboden en niet in de brochure worden genoemd, zijn: Actief Ouderschap;

Mamma weet alles; Opvoeden samen aanpakken; Eigenkrachtwijzer; KIES (Kinderen In Echtscheidingssituaties); Samen Starten; Stap-programma; Allemaal Opvoeders; Mindfullnesstraining;

KOT-methode (Kortdurende Oplossingsgerichte Therapie); Oppasdiploma; Weerbaarheidstrainingen;

Assertiviteitscursussen; de CJG-app; Video interactie methode; Wrap Around Care; Project Civil Society en de Groep van Poolse moeders die ervaringen uitwisselen over opvoeding onder begeleiding van een professional van het CJG. Een van de CJG’s geeft aan dat het een geheel eigen manier van werken heeft en nauwelijks gebruik maakt van bestaande interventies.

De inzet van interventies Triple P

Triple P bestaat uit verschillende niveaus die afzonderlijk kunnen worden toegepast. Hoewel niet alle CJG’s evenveel aandacht besteden aan ieder niveau is hier in het meetellen van de interventie geen onderscheid in gemaakt.

Hoe frequent Triple P wordt ingezet, varieert per CJG. Drie respondenten geven aan het programma intensief te gebruiken, maar kunnen geen exacte cijfers noemen: ‘Triple P wordt zeer regelmatig ingezet. Hoe vaak precies, vind ik lastig te zeggen.’ Een CJG geeft aan tweemaal per jaar een grote lezing te organiseren met betrekking tot opvoeden als onderdeel van (niveau 1 van) Triple P. Een CJG weet te vertellen dat er in het kader van Triple P drie kranten zijn uitgebracht en enkele artikelen en drie lezingen zijn geweest. Hoe vaak individuele en groepsgesprekken plaatsvinden, is minder bekend. Een ander CJG geeft aan minder aandacht te besteden aan de interventie: ’Triple P is eigenlijk iets dat we tussen neus en lippen door doen. Er is één iemand die dat doet, we hebben daar heel weinig tijd voor’.

Hoe lang de interventie al wordt ingezet, varieert van: ‘het moet echt nog op gang komen’ tot

‘Triple P doen we al heel erg lang, zo’n tien jaar’. De meeste respondenten kunnen echter niet goed aangeven hoe lang al gebruik wordt gemaakt van Triple P. Een CJG dat geen gebruik maakt van Triple P geeft aan wel te werken volgens de principes achter de interventie. ‘Het programma zelf gebruiken we echter niet, omdat dat gewoon echt veel geld kost’.

Eigen Kracht-conferentie

Dat de EKc is opgenomen in het aanbod betekent niet dat deze ook daadwerkelijk wordt ingezet. Het aantal EKc’s dat heeft plaatsgevonden, varieert per CJG. Elf respondenten konden een indicatie geven van hoeveel dit er waren. De overige respondenten geven aan niet op de hoogte te zijn hoeveel

2 In een CJG- of Eigen Kracht-café komen ouders in informele setting samen om te praten over opvoeding.

Verschil met de opvoedparty is dat dit café niet bij iemand thuis plaatsvindt en niet in besloten gezelschap.

EKc’s binnen hun CJG daadwerkelijk zijn ingezet. In vier CJG’s vond nog geen enkele EKc plaats en in een ander CJG waren dit er ‘nog niet heel veel’. In de CJG’s waar wel conferenties plaatsvonden, varieert dit van drie conferenties (sinds vorig jaar) tot tussen de twintig en veertig EKc’s (sinds 2005).

Naast het aantal EKc’s is gevraagd naar hoe lang de conferentie al wordt aangeboden.

Slechts zes respondenten wisten hier een antwoord op. Vijf van hen geven aan dat de EKc korter dan een jaar wordt ingezet; bij het zesde CJG vinden de conferenties al sinds 2005 plaats. Sinds drie jaar worden deze gefinancierd door de gemeente.

In sommige gevallen vindt een EKc waarin al beginnende stappen zijn genomen uiteindelijk niet plaats. De respondenten noemen hiervoor verschillende redenen. Soms is een situatie toch te heftig en moeten kinderen alsnog uit huis worden geplaatst; soms is het netwerk van de cliënt te klein;

in sommige gevallen is al op een andere manier een oplossing gevonden; in andere gevallen voelt de cliënt zich alleen al na het voorstellen van een conferentie sterk genoeg om het probleem aan te pakken. Wanneer wel een EKc plaatsvindt, kunnen verschillende problemen spelen. Een CJG geeft aan dat de EKc voornamelijk als preventieve aanpak werd ingezet: ‘In vier van de vijf gevallen dat een EKc plaatsvond, betrof dit een preventieve aanpak. Er was bijvoorbeeld sprake van overbelasting of een scheiding. Om te voorkomen dat dit problemen zou opleveren werd een EKc aangevraagd.’

Drie CJG’s antwoorden dat de EKc juist wordt ingezet als er al sprake is van problematiek ‘Ik weet niet heel concreet in wat voor situaties dit wordt toegepast, maar in ieder geval spelen er dan wel problemen’. De overige respondenten vinden het lastig aan te geven in welke gevallen een EKc wordt ingezet.

Lezingen, ouderavonden en themabijeenkomsten

De interventie die als derde het meest wordt genoemd is de verzameling van lezingen, cursussen en themabijeenkomsten voor ouders. Hoewel binnen dit aanbod bij de verschillende CJG’s inhoudelijk veel variatie is, dienen de georganiseerde bijeenkomsten hetzelfde doel, namelijk de bevordering van de eigen kracht van ouders. Twee specifieke onderwerpen komen duidelijk vaker aan bod dan andere.

Vijf CJG’s bieden specifiek bijeenkomsten aan met betrekking tot het omgaan met pubers, twee doen dit op het gebied van peuters. De frequentie en bezoekersaantallen van de bijeenkomsten variëren per CJG en activiteit. Een respondent zegt hierover: ‘Op lezingen en dergelijke, komen de cliënten zelf af. Op een avond Puberbrein, kwamen 75 ouders af, op een lezing over opvoeding zo’n 40. In de opvoedingsweek hadden we een lezing voor allochtone ouders over ADHD, daar kwamen zo’n 60 ouders op af. Daar zijn we erg tevreden over’.

Eigen Kracht op eigen initiatief?

Bijna de helft (twaalf) van de respondenten geeft aan dat de inzet van de interventies altijd op initiatief van de hulpverlener plaatsvindt. Volgens vier van hen is dit ook wenselijk: ‘Het concept ‘Een gezin, Een plan’ moet helemaal op initiatief van de professional worden gehanteerd, omdat dit organisatorisch veel voordelen heeft’ en ‘De rol van de hulpverlener is om te helpen, te motiveren, te activeren en te mobiliseren bij het aanpakken van een probleem’. Een respondent geeft expliciet aan dat de hulpverlener weliswaar initiatief neemt, maar dat het eigenlijk anders zou moeten zijn: ‘Het zou

32

eigenlijk door de burger zelf moeten gebeuren, maar dat zit nog niet in het systeem’.

Zeven respondenten antwoorden dat de hulpverlener in de meeste gevallen initiatief neemt.

Met name bij het opzetten van cursussen, een EKc of een Triple P-sessie speelt deze een belangrijke rol. Bij andere interventies neemt de cliënt zelf nog wel eens initiatief.

Twee respondenten noemen Stevig Ouderschap, waarbij het initiatief komt hierbij heel duidelijk van twee kanten (de ouders en de hulpverlener): ‘Bij Stevig ouderschap, vullen ouders een lijst in, waarop ze worden geselecteerd als ze tot de risicogroep behoren. Ze hebben dan vaak wel interesse om deel te nemen, maar niet altijd. Bij wie dan het initiatief heeft gelegen is lastig te zeggen’.

Vier respondenten geven aan dat ouders een belangrijke rol spelen in het nemen van initiatief bij bepaalde interventies. Volgens twee van hen vragen ouders zelf om bepaalde lezingen en opvoedparty’s en zijn zij bovendien betrokken bij het ontwikkelen van nieuw cursusaanbod. Een van hen antwoordt zelfs dat, met uitzondering van Triple P, vrijwel alles op initiatief van de ouders gebeurt:

‘Dat moeders iets gaan doen, moet echt uit henzelf komen. Ouders worden op den duur dan weer ingezet als vrijwilligers. Dit werkt volgens mij ook het beste. Ouders onderling durven streng te zijn tegen elkaar. Zij kunnen het beste thema’s en onderwerpen bespreekbaar maken. Dat lukt beter dan als professionele hulpverleners dat doen’. Een voorbeeld dat de vierde van deze respondenten noemt, is de groep van Poolse moeders. Deze is op initiatief van een van deze moeders tot stand gekomen met als doel ervaringen uit te wisselen tussen moeders afkomstig uit een andere, zelfde cultuur.

Samenvatting resultaten ‘Toepassing van Eigen Kracht-interventies’

Het aanbod van de in totaal 26 geïnterviewde CJG’s is zeer divers. Slechts een klein deel van de aangeboden interventies, acht van de 36, valt onder de door het NJi in de database opgenomen theoretisch goed onderbouwde interventies voor het preventieve domein. De vijf interventies die het vaakst worden aangeboden zijn wel in de genoemde databank opgenomen.

Er blijkt een groot verschil tussen de top-3 en de daarop volgende interventies. De top-3 interventies, Triple P, de Eigen Kracht- conferentie en diverse lezingen, zijn door de meeste CJG’s in het aanbod opgenomen, de daarop volgende interventies slechts door enkele.

Het opnemen van interventies in het aanbod betekent niet automatisch inzet ervan. Hoewel veertien CJG’s aangeven de Eigen Kracht- conferentie aan te bieden, werd deze maar weinig ingezet: in een derde van de CJG’s nog helemaal niet. De belangrijkste redenen hiervoor zijn de hoge kosten van de interventie en het feit dat ofwel het CJG, ofwel het aanbod van de interventie, nog in ontwikkeling is. Triple P blijkt in de meeste CJG’s waar de interventie wordt aangeboden wel met enige regelmaat te worden ingezet, al is dit door de aard ervan lastig in aantallen uit te drukken. De frequentie van lezingen en ouderbijeenkomsten varieert per CJG. Veel geïnterviewden kunnen echter niet met zekerheid zeggen of het aanbod van de interventies ook daadwerkelijk inzet ervan betekent.

In vrijwel alle gevallen neemt de hulpverlener het initiatief tot de inzet van een eigen kracht-bevorderende interventie.

In document Eigen kracht in de praktijk gebracht (pagina 30-34)