• No results found

Hoofdstuk 4: Twaalf jaar EAJG

4.6 Toekomst

De toekomst van EAJG is spannend omdat het moeite heeft om nieuwe bestuursleden aan te trekken. Wieselmann denkt dat de moeilijkheid van het vinden van nieuwe bestuursleden ligt in het feit dat EAJG gedragen wordt door de generatie die de Tweede Wereldoorlog en zijn nasleep nog relatief bewust heeft meegemaakt.419 Jongeren voelen de band minder. Ook denkt hij dat een oorzaak ligt in het feit dat lidmaatschap van EAJG toch een bepaald stempel met zich meebrengt. “Dat hebben we laatst nog meegemaakt met iemand die voor ons blogt, op het moment dat ze een goede baan had zei ze: ik doe het onder een pseudoniem.”420 Het frustreert Jaap Hamburger dat EAJG geen jongeren kan vinden voor bestuursfuncties. “Het CIDI slaagt er veel beter in om jongeren aan zich te binden dan wij, veel beter. En dat vind ik dus ook een tekortkoming van EAJG, dat we daar niet in zijn geslaagd, om dat voor elkaar te krijgen. Iemand zei tegen mij: het moet toch verdomme mogelijk zijn, in de huidige tijd, om

                                                                                                                         

416 Bijlage 1, Max Wieselmann, 29.

417 Bijlage 6, Jaap Hamburger, 30.  

418  Bijlage 3, Rick Meulensteen, 30.    

419 Bijlage 1, Max Wieselmann, 1.

vijftig Joodse jongeren te binden op het thema mensenrechten, het kan toch niet zo zijn dat er geen vijftig Joodse jongeren te vinden zouden zijn die daar niet warm voor draaien. Nou ja, in ieder geval niet in EAJG-verband.”421

De interne dynamiek van EAJG kan voor moeilijkheden zorgen bij het vinden van bestuursleden. “We hebben het vroeger wel eens gehad met nieuwe bestuursleden en die kwamen dan, ja als het ware redelijk onbevangen binnen, en er was toch wel in het bestuur toen de neiging om mensen meteen de maat te meten. Zo van ‘hoe denk je dan over dat en wij vinden’, je zag die potentiële nieuwe bestuursleden dan helemaal inkrimpen. Je moet iedereen de gelegenheid geven om te groeien in iets waar je zelf al jaren mee bezig bent en al jaren over praat en discussieert. En ja het is natuurlijk ook niet de makkelijkste club er is ook intern veel discussie over kwesties.”422 Wieselmann heeft de hoop dat er toch spontaan een paar nieuwe bestuursleden opstaan. “En zolang het probleem voortbestaat zal er toch wel behoefte zijn op de een of ander manier aan die uitdrukking van een ander Joods geluid. We hebben onszelf nog niet overbodig gemaakt inhoudelijk.”423

De toegevoegde waarde die EAJG in deze tijd nog heeft, is het beste verwoord door Rick Meulensteen. Volgens hem zit EAJG in het midden van de discussie over Israël-Palestina. Tussen de mensen die pro-Israël zijn en tussen groepen die alleen maar oog hebben voor de Palestijnse kant van het verhaal. “We hebben begrip voor en kennis van de Israëlische geschiedenis en hoe Israëli’s denken maar dat betekent niet dat we het er altijd mee eens zijn en tegelijkertijd is er de Palestijnse kant van het verhaal die ook gehoord moet worden.”424 Daarbij komt dat EAJG door de Joodse achtergrond wordt gezien als een groep die een belang heeft in het conflict. Dat maakt EAJG interessanter en onderscheidend in vergelijking met andere pro-Palestijnse groepen. “Mensen gaan ervanuit dat je vanuit die identiteit de verbondenheid legt en oog hebt voor allebei. Dat maakt het heel waardevol.”425

Jaap Hamburger hoopt vooral dat EAJG in de toekomst nog meer als een serieuze informatiebron wordt gezien. “Ik zou in objectieve zin gezien willen worden als een betrouwbare bron van informatie en opinies betreffende het Israëlisch-Palestijnse conflict. Dus op een heel hoog abstractieniveau: wat zij zeggen, daar kun je op bouwen, dat klopt. Hun feiten en hun opinies zijn gecheckt, afgewogen en daar kun je een eind mee komen.”426 Ook zouden ze meer kracht moeten leggen op de kritische kracht in Israël zelf, volgens

                                                                                                                         

421 Bijlage 6, Jaap Hamburger, 38.

422 Bijlage 1, Max Wieselmann, 2.  

423 Bijlage 1, Max Wieselmann, 28.

424 Bijlage 3, Rick Meulensteen, 5.

425 Ibidem, 12.

Hamburger.”427 Maar hij denkt niet dat van daaruit de verandering zal komen. “De verandering komt maar op één manier, denk ik, door selectieve, goed gemikte druk van buiten, die pijn doet in de Israëlische samenleving en de Israëlische politiek. Dat is denk ik de enige manier… de enige hoop die ik eigenlijk nog koester, als het aankomt op het veranderen van het Israëlische beleid.428

                                                                                                                         

427 Bijlage 6, Jaap Hamburger, 28.

Conclusie

Op 25 oktober 2000 verschijnt er een advertentie in Het Parool, die het begin zal zijn van de stichting Een Ander Joods Geluid. De Joden die de advertentie ondertekenen missen een kritisch geluid op Israël vanuit de gevestigde Joodse gemeenschap. Voor de bestuursleden van EAJG komt de advertentie op het juiste moment. De Tweede Intifada is net uitgebroken en zij begonnen zich steeds ongemakkelijker te voelen bij het handelen van Israël tijdens het conflict. De drang om een ‘ander joods geluid’ te laten horen komt voor hen voort uit schaamte en bezorgdheid over, en bovenal verbondenheid met, Israel. De ondertekenaars zijn bang dat het met Israël de verkeerde kant opgaat. Ook vinden ze dat de Joodse geschiedenis tot andere gevolgtrekkingen moet leiden. Israël is in hun ogen van slachtoffer naar dader gegaan. Doordat Ronny Naftaniel, directeur van het CIDI, als woordvoerder optreedt voor de Joodse gemeenschap lijkt het alsof alle Joden in Nederland achter Israël staan. EAJG wil laten zien dat er ook anders wordt gedacht over het conflict en stelt zichzelf ten doel dit ‘andere geluid’ te laten horen in de media en daarbuiten.

Eén van de doelstellingen van EAJG is het doorbreken van het taboe dat Joden vinden dat zij geen kritiek mogen uiten op Israël en dat van anderen ook niet accepteren. Het taboe bestaat zeker. De reacties die EAJG na de oprichting kreeg tonen aan dat Joodse kritiek op Israël niet geaccepteerd is. EAJG’ers zouden ‘zelfhatend’, ‘bang’, ‘naïef’, ‘onloyaal’, ‘nep’ of ‘verraders van het Joodse volk’ zijn. Ook werden zij weggezet als ‘niet echt Joods’. Zo probeerde de gevestigde Joodse gemeenschap de kritiek van EAJG te bagatelliseren. Dit verwijt slaat op het feit dat weinig leden van ‘de kerngroep’ van EAJG zich bewegen in de Joodse gemeenschap. De meeste geïnterviewden voelen zich niet uitgesproken Joods en zijn niet Joods opgevoed. Maar zij stellen wel te handelen vanuit de tradities van het Jodendom. Zelfkritiek hoort hier volgens hen bij. Ook de waarden van het Jodendom, bijvoorbeeld mensen behandelen zoals je zelf behandeld wil worden, dragen zij in hun ogen juist uit met hun kritische blik op Israël. Dat Joodse kritiek op Israël zo gevoelig ligt kan verklaard worden door de reflex van de bedreigde minderheid: zelfcensuur. Bovendien is Israël een toevluchtoord en een bewijs van de Joodse weerbaarheid. Uit het onderzoek van Joods Maatschappelijk Werk uit 2000 en 2010 bleek dat veel Joden wel kritisch tegenover Israël staan. Maar ‘de vuile was’ buiten hangen, zoals EAJG doet, gaat, blijkens de reacties op EAJG, veel leden van de gevestigde Joodse gemeenschap te ver.

Er waren uiteindelijk achthonderd Joden die de adhesieverklaring ondertekenden. Het aantal Nederlanders dat EAJG steunt is de afgelopen jaren afgenomen naar zo’n vijfhonderd.

De achterban van EAJG bestaat ongeveer voor de helft uit mensen met een Joodse achtergrond. De bestuursleden moeten wel een Joodse achtergrond hebben, omdat anders de Joodse identiteit van EAJG verloren gaat. Hoewel het eerst radicale gedachtegoed van EAJG nu meer mainstream is geworden, is hun aanhang sinds de oprichting niet groter geworden. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de manier waarop zij hun opvattingen door de jaren heen hebben uitgedragen.

Uit de geanalyseerde artikelen komt het beeld naar voren van organisatie die pro-Palestijns is, de verbondenheid met Israel waarvan uit zij stellen te spreken blijkt nauwelijks. De uitspraken van EAJG-leden gaan ver. Het belangrijkste voorbeeld is Hajo Meyer. Hij trekt in zijn opinieartikelen parallellen tussen de situatie van de Palestijnen in Israël en de situatie van de Joden in Duitsland in de jaren dertig. Beiden kregen te maken met discriminatoire maatregelen die hen uitsloten van de maatschappij. Hiernaast trekt Meyer vergelijkingen tussen Hitlers Wehrmacht en het Israëlische leger, tussen de Kristallnacht en het collectief straffen van Palestijnen, tussen de gebiedsuitbreiding van Israël en de ‘Drang nacht Osten’. Ook suggereert hij in meerdere artikelen dat Joden met hun kritiekloze houding op Israël het antisemitisme zelf aanwakkeren. Hajo Meyer gebruikt zijn eigen ervaringen in Auschwitz voor het uiten van dit soort parallellen. Dit maakt zijn verhaal voor sommige Joden nog gevoeliger. Tegelijkertijd zorgt dit voor een legitimatie van zijn verhaal, hij heeft de Holocaust meegemaakt en weet waarover hij spreekt.

EAJG krijgt veel kritiek vanuit de gevestigde Joodse gemeenschap op de vergelijkingen met de Tweede Wereldoorlog. De leden van EAJG zijn verdeeld over het trekken van dergelijke vergelijkingen. Opvallend is dat de ‘minst-Joodse’ leden zoals Feberwee en Meulensteen hier de meeste moeite mee lijken te hebben. Zij vinden dat de nuance bij dergelijke vergelijkingen snel verloren gaat. Andere leden vinden dat de vergelijkingen wel gemaakt kunnen worden, temeer omdat het juist vanuit het Joodse referentiekader wordt gedaan. Allen zijn het er wel over eens dat dergelijke uitspraken niet bevorderlijk zijn voor de acceptatie van EAJG binnen de Joodse gemeenschap. Hierbij moet wel gezegd worden dat door mensen binnen de gevestigde Joodse gemeenschap ook dergelijke vergelijkingen worden getrokken. Bijvoorbeeld wanneer het gaat over het verbod op koosjer slachten nu en de maatregelen tegen Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Niet alleen Hajo Meyer uit felle kritiek op Israel, ook de opinieartikelen van voorzitter Jaap Hamburger zijn scherp verwoord. In al zijn artikelen over de Israëlische politiek wordt één ding duidelijk: Israël is de dader en de Palestijnen zijn het slachtoffer. Hiernaast haalt Hamburger regelmatig uit naar de gevestigde Joodse gemeenschap in Nederland. Hij spreekt

bijvoorbeeld over de gretige slachtofferrol die zij aannemen. Hamburger stelt bijvoorbeeld dat de woordvoerders van de Joodse gemeenschap ‘tot op het bot verwend zijn met aandacht van de politiek, media en maatschappij en dat zij de cultus van het 'historisch slachtofferschap' naar nieuwe hoogten hebben gestuwd, terwijl het merendeel na de oorlog geboren is en er feitelijk niets meer te klagen of te zeuren valt.’ Ook de acties en uitspraken tijdens interviews van EAJG-leden zorgen voor een verwijdering van de gevestigde Joodse gemeenschap. Voorbeelden zijn de toespraak van Max Wieselmann, het steunen van Gretta Duisenberg in de pers, een gezamenlijk televisieoptreden met Van Agt en de aanwezigheid bij een demonstratie tegen de Israëlische inval in Gaza waarbij door enkelingen antisemitische leuzen werden geroepen.

Het niet stijgende aantal leden kan verder verklaard worden doordat EAJG lijdt aan ‘versplintering’ binnen het eigen kamp. Een aantal oud sympathisanten van EAJG heeft de stichting verlaten en eigen organisaties opgericht. Gate48 is een voorbeeld van deze versplintering. De oprichtster was eerst aangesloten bij EAJG, maar zij koos er toch voor om nadrukkelijk de stem van Israëli’s in Nederland laten horen. Een ander voorbeeld is JCall, een organisatie die inhoudelijk nauwelijks verschilde van EAJG en die mede door oud-leden van EAJG werd opgericht.

Een andere doelstelling van EAJG is het publieke debat en de kritische meningsvorming over Israël en de bezette gebieden voeden. Dit doet zij door sprekers naar Nederland te halen, protesten te organiseren, en vooral door de media op te zoeken. EAJG wil een concurrent zijn van het CIDI wanneer het gaat over het woordvoerderschap over Israël. Zij wil nadrukkelijk niet bevraagd worden over antisemitisme en vindt het kwalijk dat het CIDI het monitoren van antisemitisme en informatievoorziening over Israël in één organisatie onderbrengt. Uit de krantenanalyse blijkt dat het EAJG deels gelukt is om het woordvoerderschap van het CIDI te doorbreken. In het NRC Handelsblad wordt EAJG weinig gehoord. Zij komen een keer zo weinig voor als het CIDI en worden in de periode 2000-2013 slechts tien keer als bron gevraagd. De onderwerpen waarover EAJG bevraagd wordt, in combinatie met opinieartikelen waarin parallellen met de Tweede Wereldoorlog worden getrokken, zorgen voor een beeld van een pro-Palestijnse organisatie in deze krant. De bezorgdheid en steun vanwaar uit EAJG handelt komen niet goed naar voren.

De Volkskrant is de krant waarin de meeste ruimte is voor het geluid van EAJG. In deze krant zijn zij zeker een concurrent geworden van het CIDI. In 22 opinieartikelen kan de stichting hun stem laten horen, terwijl dit het CIDI maar 9 keer lukt. Het beeld wat van EAJG in de Volkskrant naar voren komt is minder Israëlikritisch. Dit heeft verschillende oorzaken.

Ten eerste wordt vooral Harry de Winter als bron gevraagd in de Volkskrant. Hierdoor komt een vrij genuanceerd beeld van de opvattingen EAJG naar voren. In zijn interviews benadrukt de Winter ook de sympathie die hij voelt voor Israël en neemt hij afstand van Arabische regimes. De verbondenheid die EAJG met Israël voelt is zo duidelijker zichtbaar. Ook komen de vergelijkingen van Hajo Meyer in deze krant pas laat aan de orde en worden minder breed uitgemeten. EAJG en het CIDI zijn geen concurrenten van elkaar in de Volkskrant. Het CIDI wordt vooral gehoord als bron over antisemitische incidenten, iets waarover EAJG niet bevraagd wil worden. De artikel waarin EAJG voorkomt gaan vooral over het vernieuwende geluid dat de stichting brengt en de reacties hierop. Beide instanties worden niet bevraagd over de Israëlische politiek, terwijl EAJG hiervoor wel benaderd zou willen worden. Maar EAJG heeft in opinieartikelen wel kritiek kunnen leveren op het beleid van Israël en heeft zo een noodzakelijk tegengeluid laten horen in de discussie over het conflict in de Volkskrant.

De discussie over het bestaan van EAJG en over hun visie op Israël, wordt vooral in

Trouw en in het Nieuw Israëlitisch Weekblad gevoerd. De belangrijkste critici van EAJG zijn

Anet Bleich, Leon de Winter, Nausicaa Marbe, Ratna Pelle en Carl Friedman. Veel publicisten en journalisten bemoeien zich met de felle discussie over Israëlisch-Palestijns conflict. Het lijkt erop dat EAJG in deze discussie als ‘koosjer stempel’ heeft gediend: men durft kritischer op Israël te zijn doordat er Joden zijn die hetzelfde doen. Dat er over dit onderwerp gediscussieerd wordt in deze krant, is in ieder geval een verdienste van EAJG.

De laatste jaren is er een verandering te zien in de opinieartikelen van de hand van EAJG. Hajo Meyer heeft EAJG in 2008 verlaten en sindsdien worden er geen parallellen meer getrokken met de Tweede Wereldoorlog. De artikelen gaan nu vooral over de Nederlandse politiek ten aanzien van Israël en bevatten minder radicale uitspraken over bijvoorbeeld de gevestigde Joodse gemeenschap. Een nadeel hierbij is dat dergelijke artikelen minder gretig door de media worden afgenomen. Het lukt EAJG de laatste jaren nauwelijks om een plek te behouden in het debat over Israël en Palestina, de Volkskrant is hierbij een uitzondering.

De meer gematigde toon van de artikelen lijkt te passen bij de nieuwe strategie die EAJG sinds enkele jaren volgt. Nadat uit onderzoek van een onafhankelijk onderzoeksbureau, door EAJG zelf in de arm genomen, bleek dat zij door de buitenwereld als een pro-Palestijnse organisatie werden gezien, hebben zij intern enkele veranderingen doorgevoerd. EAJG wil nu gezien worden als informatiecentrum over het Israëlische-Palestijns conflict. Zij sturen bijvoorbeeld factsheets met informatie uit de links-Israëlische hoek naar beleidsmakers, journalisten en politici. Zo laten zij zien dat er ook in Israël kritiek is op het handelen van het land. Bovendien tonen zij, door de kritische geluiden in Israël te laten horen, hun

verbondenheid met het land. Het halen van sprekers, zoals vredesactivisten, uit Israël gebeurd nauwelijks meer door EAJG. Dit is in mijn ogen een gemis. Met grote namen als Uri Averny zou de organisatie een brede niet-Joodse en Joodse groep kunnen bereiken. Deze vredesactivisten handelen ook uit bezorgdheid met hun land en hierdoor zou dit aspect van EAJG meer benadrukt kunnen worden.

Een ander onderdeel van de nieuwe strategie is een terugkeer naar de Joodse identiteit van EAJG. De stichting zoekt de laatste jaren meer contact met de gevestigde Joodse gemeenschap. Bij de analyse van artikelen van EAJG in het NIW, hét joodse weekblad van Nederland, is te zien dat er een zekere acceptatie heeft plaatsgevonden. In de eerste jaren wordt EAJG aangevallen in het NIW, niet alleen uit de opinieartikelen blijkt afkeuring, maar ook uit de wijze waarop EAJG door journalisten van het NIW wordt weggezet. Om toch de standpunten van EAJG te tonen worden advertenties in het blad gekocht door Harry de Winter. De laatste jaren lijkt EAJG door het NIW en de lezers hiervan redelijk geaccepteerd te zijn. Jaap Hamburger neemt deel aan de rubriek het Forum en ook de verontwaardigde lezersreacties op zijn uitspraken zijn minder geworden. Volgens de bestuursleden komt dit doordat hun gedachtegoed meer gemeengoed is geworden. Zij worden niet langer gezien als verraders, maar als mensen met een andere mening. Het is niet waarschijnlijk dat EAJG nu veel meer leden krijgt binnen de Joodse gemeenschap, de naam EAJG hangt nog te veel samen met bijvoorbeeld Hajo Meyer. Ook lijkt voorzitter Jaap Hamburger nog steeds weinig behoefte te hebben om zich in de Joodse gemeenten te gaan bewegen. De uitspraken die hij doet in zijn interview over de Joodse gevestigde orde blijven fel. Hij vindt bijvoorbeeld dat veel Joden van de gevestigde orde nog steeds de houding van het eeuwige slachtoffer hebben en noemt dit een collectieve psychische aandoening. Maar het is wel belangrijk die connectie te blijven te maken. Want nu het geluid van EAJG in de Joodse gemeenschap, maar ook daarbuiten, steeds meer mainstream wordt is juist het spreken vanuit hun Joodse identiteit wat EAJG onderscheid. Door vanuit een middenpositie te handelen, kritisch op Israël maar wel vanuit de verbondenheid, hebben zij een goede kans serieus genomen te worden als kenniscentrum door journalisten, politici en beleidsmakers.

Maar het zou naar mijn mening zonde zijn als EAJG door deze nieuwe strategie achter de schermen verdwijnt. Ik pleit voor een verbreding van het Andere Joodse Geluid, weg van gemeenplaatsen en weer terug naar een originele visie. Een EAJG dat de optie van een eenstaatsoplossing bespreekbaar maakt zou een begin zijn. Het debat is ingezakt en het is tijd dat EAJG de boel weer opschudt. Dat is immers in de afgelopen jaren hun belangrijkste verdienste geweest.

Literatuurlijst Boeken

Anstadt, Milo e.a., Een ander Joods geluid. Kritische opvattingen over Israël (Amsterdam 2003). Meyer, Hajo, Het einde van het jodendom. Persoonlijke beschouwingen over jodendom, holocaust en

Israël (Amsterdam 2003).

Shatz, Adam, Prophets outcast: a century of dissident Jewish writing about Zionism and Israel (New