• No results found

Hoofdstuk 3: Krantenanalyse

3.1 EAJG in NRC

3.1.2 Het CIDI in NRC

Genoemd & nieuws

Het CIDI komt in 67 artikelen voor in de periode van 2000-2013. Dit is twee keer zoveel als EAJG. Het CIDI wordt in twintig artikelen/columns genoemd, vaak in relatie met antisemitisme. Dit komt doordat het CIDI jaarlijks rapporten uitbrengt over het aantal

                                                                                                                         

198 Guido de Vries, ‘Dit mogen wij niemand aandoen. Max Wieselmann van Een Ander Joods Geluid over de Westerbork toespraak’, NRC Handelsblad (27-12-2006).

199 Irene de Pous,’ Israëlische vlag wil niet branden in Den Haag. Achthonderd demonstranten tonen bij Israëlische ambassade hun verontwaardiging over aanval op scheepskonvooi’, NRC Handelsblad (01-06-2010).

200 Leonie van Nierop, ‘Kritiek op rol nieuwe koning bij project in Israel’, NRC Handelsblad (29-04-2013) of Leonie van Nierop, ‘Rel om Willem Alexander in Israel’, NRC Handelsblad (29-04-2013).

antisemitische incidenten in Nederland.201 Een volledige lijst met artikelen waarin het CIDI wordt genoemd, is te vinden in de bijlage.202 Het meest recente artikel waarin het CIDI wordt genoemd is de column van Rosanne Hertzberger, ‘Het intelligentere antisemitisme’ NRC

Handelsblad (23 juni 2012). Zij noemt het CIDI omdat zij van deze organisatie de Monitor

antisemitische incidenten 2011 kreeg. Haar column gaat over een vorm van antisemitisme die haar zorgen baart: namelijk de vergelijking tussen het Israëlisch-Palestijns conflict en de Jodenvervolging. Zij wint zich op over uitspraken als ‘dat Israël toch beter zou moeten weten’ en noemt dit intelligent antisemitisme. Opvallend is dat EAJG in de column niet genoemd wordt, terwijl deze organisatie juist dergelijke vergelijkingen heeft getrokken. Max Wieselmann heeft een reactie op deze column ingestuurd, maar deze is niet geplaatst in NRC.

Twaalf keer haalt nieuws van het CIDI de krant. Meestal gebeurt dit wanneer zij een rapport over antisemitische incidenten naar buiten brengt, de resultaten van die rapporten zijn nieuws.203 Hiernaast halen aangiftes van antisemitische incidenten door het CIDI vaak de krant. Bijvoorbeeld wanneer zij een instantie of persoon aanklagen wegens antisemitisme, zoals een rapgroep, een filmregisseur of een toneelmaker.

Het CIDI haalt dus niet het nieuws met acties omtrent Israël, maar alleen met acties omtrent antisemitisme. Het enige nieuwsbericht van het CIDI dat wel in verband staat met is Israël is ‘CIDI: Jodenhaat toegenomen door oorlog in Libanon (17 augustus 2006) Het CIDI meldt dat het aantal antisemitische gedragingen en uitingen zijn toegenomen door de acties in Libanon. Het CIDI benadrukt dat het hier niet over anti-Israël uitlatingen gaat maar over Jodenhaat.

Bron

In 28 artikelen in NRC wordt het CIDI als bron gebruikt. Vaak wordt het informatiecentrum gehoord als bron wanneer het gaat over antisemitisme, niet wanneer het gaat over Israël.204 Het is niet nodig om de inhoud van deze artikelen hier te bespreken. Artikelen waarin alleen het CIDI aan het woord komt, maar waarin EAJG ook als bron gevraagd had kunnen worden

                                                                                                                         

201 Bijvoorbeeld: Karel Berkhout, ‘Taboe op antisemitisme lijkt verdwenen’, NRC Handelsblad (02-02-2011), ‘‘Lokjood’ inzetten is voor ministers een optie’, NRC Handelsblad (25-06-2010), Robert Vuijsje, ‘Wat is erger Jood of Marokkaan. Minderheden bieden tegen elkaar op. Welk volk moet het diepste leed ondergaan?’, NRC

Handelsblad (14 juli 2010).

202  Bijlage 7, EAJG en het CIDI in de media, 3.    

203 Veel meer antisemitische uitingen’, NRC Handelsblad (31-05-2002), ‘Stijging van antisemitische incidenten’,

NRC Handelsblad (14-06-2003).Danielle Pinedo, ‘CU: help joden bij beveiliging’, NRC Handelsblad

(03-09-2011).

204 Bijvoorbeeld: Karel Berkhout, ‘Soms telt hakenkruis, soms niet. Omvang van alledaags antisemitisme laat zich lastig meten’, NRC Handelsblad (22-06-2010).

zijn wel relevant. Dit is het geval bij vijf artikelen. Het eerste artikel waarin dit gebeurt is ‘Vrees in Den-Haag voor buswrak’ (17 februari 2004). Een Israëlische organisatie heeft besloten om bij het Vredespaleis het wrak van een bus neer te zetten, die is opgeblazen tijdens een Palestijnse zelfmoordaanslag. Ronny Naftaniel wordt gevraagd om zijn mening. Hij vindt het goed om het buswrak te tonen. Hier was EAJG welkom geweest als bron, nu lijkt het of ‘de Joodse gemeenschap’ dit goedkeurt, aangezien het CIDI zich als vertegenwoordiger hiervan opstelt. EAJG zou hier waarschijnlijk tegenstander van zijn geweest.

Het meest opvallende artikel waarin EAJG niet wordt genoemd en het CIDI wel, is het artikel van Jannetje Koelewijn, ‘Van pro naar anti. Historische sympathie voor Israël in Nederland kalft af’, NRC Handelsblad (5 augustus 2006). Dit is een erg groot artikel (2590 woorden) over de verminderde sympathie voor Israël. Aanleiding van het artikel is de raketaanval van Israël op een flatgebouw in Libanon. Wim Kortenhoeven, medewerker van het CIDI, komt aan het woord over de reacties die hij binnenkrijgt van mensen die niet meer weten wat ze met Israël moeten (naast vele negatieve reacties). Het artikel gaat vervolgens in op het Israël-gevoel van Nederlanders en hoe dit is veranderd. Analist Fred Grunfeld, Dries van Agt, Radi Suudi van de moslimomroep, Harry van Bommel van de SP, historica Evelien Gans en Andre Rouwvoet van de CU komen aan het woord over solidariteit of kritiek op Israël. EAJG had in dit artikel goed gepast, zeker in de context van mensen die zijn gaan twijfelen aan hun sympathie voor Israël door militaire acties. Toch ontbreekt van hen ieder spoor, ze worden zelfs niet genoemd. Evelien Gans heeft overigens wel de eerste advertentie van EAJG ondertekend, maar dat komt in dit artikel niet naar voren en bovendien heeft zij afstand van EAJG gedaan nadat de organisatie ging sympathiseren met Gretta Duisenberg.205

In twee artikelen van Mark Kranenburg, ‘We stonden en staan weer achter Israël. Nederland laat ‘bijzonder volk’ niet zakken ook al kruipen we achter de grote Europese rug’, (14 mei 2008) en ‘Een woord over Israël en er is weer trammelant; Midden-Oosten stellingen in Nederlandse politiek worden naar aanleiding inval Gazastrook weer ingenomen’ (6 januari 2009) wordt EAJG ook niet geconsulteerd. In het eerste artikel komt Ronny Naftaniel aan het woord over de 60-jarige band tussen Nederland en Israël. Politiek ziet hij een grote betrokkenheid, maar bij de bevolking ziet hij een zekere slijtage in de steun. Dit komt volgens hem omdat er telkens bijna vrede lijkt te zijn maar dit dan weer mislukt. ‘Mensen wenden zich dan af.’ In dit artikel had EAJG gebruikt kunnen worden om te laten zien dat er niet alleen een verandering te constateren valt in de band met Israël bij het grote publiek maar ook

                                                                                                                         

binnen de Joodse gemeenschap zelf. In het tweede artikel wordt gesteld dat het in Nederland voor of tegen Israël is. Naftaniel wordt gebruikt als bron. Hij zegt dat de toon meer gepolariseerd is maar de standpunten niet. Verschillende politici worden aangehaald. EAJG is juist een voorbeeld van de gepolariseerde toon, maar wordt niet genoemd.

Het laatste artikel waarin EAJG een plek had kunnen krijgen is: ‘Joden hoopval na publicatie Papers’, NRC Handelsblad (27 januari 2011). Dit is een artikel naar aanleiding van de verschijning van de ‘Palestine Papers’, gelekte documenten van Palestijnse onderhandelaars in het conflict. Hieruit kwam volgens het artikel het beeld naar voren van een zelfverzekerde Joodse staat en Palestijnse onderhandelaars die bereid zijn grote concessies te doen. De grote spelers in het Israël-debat in Nederland worden door de krant om een reactie gevraagd. Het CIDI, de hoofdredacteur van het NIW en de voorzitter van het Centraal Joods Overleg komen aan het woord. EAJG ontbreekt, terwijl zij hierin ‘een ander Joods geluid’ hadden kunnen laten horen. EAJG had hier volgens hun eigen doelstellingen in gehoord moeten worden: zij willen een tegenwicht bieden aan het CIDI. Het lijkt alsof de krant hen niet ziet als belangrijke bron in dit conflict. In deze laatste jaren is EAJG ook al minder zichtbaar.

Opinie

Er staan veertien opiniestukken van het CIDI in NRC. Wat opvalt is dat alle artikelen een reactie op een eerder verschenen artikel zijn. De onderwerpen van de opinieartikelen lopen zeer uiteen. Van het niet mogen hebben van een dubbele nationaliteit in Israël (als reactie op het dubbele nationaliteitendebat) tot een reactie op de toespraak van Max Wieselmann.206 In deze reactie stelt Naftaniel dat de vergelijking van Wieselmann tussen het leed van de Joden in nazitijd en de Palestijnen misplaatst is. Wieselmann zou gezegd hebben dat het hek op de Westelijke Jordaanoever hem deed denken aan het prikkeldraad van Westerbork, dat de Arabieren de untermenschen van nu zouden zijn, en dat het getreiter van de Palestijnen een voorloper op een nieuwe Holocaust zou zijn. Deze vergelijking vindt Naftaniel gevoelloos, niet kloppend en diep grievend voor de aanwezige nabestaanden en overlevenden van Westerbork. Ook gaat hij in op het verwijt van Wieselmann dat het CIDI meteen antisemitisme erbij haalt wanneer Israël iets verkeerd doet: hier verzetten zij zich juist tegen

                                                                                                                         

206  Priscilla Andoetoe, ‘Bij openbaar ambt hoort 1 paspoort. In Israël is in de wet een duidelijke en pragmatische regeling getroffen’, NRC Handelsblad (01-03-2007); Ronny Nafthaniel, ‘Vergelijking met kamp Westerbork is missplaatst’, NRC Handelsblad (03-01-2007).

volgens Naftaniel. Dit zou blijken uit hun rapporten over antisemitische incidenten en uit de kritiek die zij wel degelijk uitten op Israël.

Alle opinies van het CIDI gaan wel over Israël en niet over antisemitisme.207 Het CIDI is op deze manier een concurrent van EAJG. Een opvallend opiniestuk komt van de hand van CIDI-medewerker Eran Nagan. Het is een reactie op een artikel van Mohammed Manzamour waarin de schrijver aandringt op een krachtige repliek van moslims tegen moslimsterrorisme. Nagan vindt dit onzin want: Evenmin als een jood - welke politieke sympathieën hij er ook op na houdt - mag worden aangesproken op het beleid van Israël, zo kan niemand serieus verwachten dat elke moslim zich na elke moslimfundamentalistische bomaanslag uitspreekt tegen terreur.208 Deze opinie laat goed het verschil zien met EAJG. Zij spreken zich immers juist wel uit tegen de terreur van Israël, juist vanuit hun Joodse identiteit.

Conclusie NRC

De belangrijkste conclusie uit deze analyse is dat EAJG weinig wordt gehoord in het NRC. Slechts in tien artikelen worden zij als bron gehoord, terwijl dit bij het CIDI achtentwintig keer voorkomt. EAJG lijkt niet zijn doorgedrongen tot het ‘balboekje’ van de journalisten. Het ‘andere Joodse geluid’ wordt in NRC gehoord wanneer het gaat over de verdeeldheid binnen de Joodse gemeenschap over kritiek op Israël, wanneer het gaat over anti-Israël gevoelens en wanneer Israël oorlog voert. Dit zijn onderwerpen waarover EAJG geconsulteerd wil worden, maar zelfs bij grote artikelen over deze onderwerpen wordt EAJG af en toe vergeten. Over de band met Israël en het handelen van Israël wordt EAJG nog weinig bevraagd. Dit is wel wat EAJG wil bereiken, naast het CIDI staan als informatiebron wanneer het over Israël gaat. Wanneer gekeken wordt naar de inhoud van de artikelen waarin EAJG voorkomt, verschijnt het beeld van een anti-Israël groep. Dit komt doordat zij alleen om hun mening over Israël gevraagd worden wanneer het land negatief in het nieuws komt en door uitspraken van EAJG zelf in opinieartikelen. Vooral door de vergelijking die in de eerste jaren gemaakt wordt tussen het Israëlisch-Palestijns conflict en de vroege Jodenvervolging in Duitsland en de beschuldigingen van het misbruik van antisemitisme door Joden zorgen voor het beeld van een radicale anti-Israël club. Het is wel dit radicale geluid waardoor EAJG de

                                                                                                                         

207  Opinie Eran Ergan, ‘Bizarre recensies Muziek uit Ghetto van Lodz’, NRC Handelsblad (06-05-2005), Ronny Nafthaniel, ‘Diabolische logica 1’, NRC Handelsblad (03-12-2003); Ronny Nafthaniel, ‘Misleidende advertentie 3’ NRC Handelsblad (12-11-2002).

aandacht van de media krijgt. Het was in de eerste jaren een toevoeging aan het bestaande debat.

Vanaf 2008 is een duidelijke daling te zien van artikelen over EAJG in het NRC. Vanaf 2008 tot 2013 verschijnt er slechts één opinieartikel. De controversiële vergelijkingen worden in deze tijd niet meer gemaakt, mede door het vertrek van Hajo Meyer bij EAJG in 2008. De stichting lijkt zich de laatste jaren meer te presenteren als een belangengroep die door middel van het aanspreken van de politiek in Nederland een verandering in Israël teweeg wil brengen. Dit is te zien aan de meer politiek inhoudelijke uitspraken over het conflict en ook aan acties van EAJG, bijvoorbeeld het initiatief van Max Wieselmann binnen de PvdA.