• No results found

Hoofdstuk 3: Krantenanalyse

3.2 EAJG in de Volkskrant

3.3.2 Het CIDI in Trouw

3.3.2 ‘Het CIDI in Trouw’

Bron

Het CIDI komt vijftien keer voor als bron in Trouw, een volledige lijst is in de bijlage te vinden.288 Zoals is gebleken bij de analyse van EAJG gebeurt dit twee keer samen met EAJG. De artikelen waarvoor het CIDI benaderd is, zijn over het algemeen geen artikelen waarvoor EAJG gevraagd had kunnen/willen worden. Een uitzondering is een artikel waarin herinneringen aan de Zesdaagse Oorlog worden opgehaald door Kees Wagtendonk, oprichter van het Palestina Komitee en Ronny Naftaniel. Wagtendonk had na een reis naar Israël al vroeg oog voor de misstanden in Israël, maar werd in die tijd naar eigen zeggen niet geloofd. Naftaniel stelt dat hij zich vooral herinnert hoe president Nasser haatdragende speeches hield en dat er echt de angst heerste dat Israël vernietigd zou worden. De oorlog was niet om gebiedsuitbreiding volgens Naftaniel en dat wordt nu vaak vergeten. In dit artikel had EAJG

                                                                                                                         

287Jaap Hamburger, ‘Verwar kritiek op Israël niet met antisemitisme’, Trouw (12-08-2010).

aan het woord kunnen komen in plaats van Kees Wagtendonk, zij wil immers ook een tegenwicht bieden aan de visie van het CIDI.289

De artikelen waarin het CIDI als bron voorkomt gaan veelal over antisemitisme, bijvoorbeeld de antisemitische preek van dominee Mos, antisemitische incidenten tijdens de Gaza oorlog, een incident op rapfestival justice4peace en een antisemitische islamitische opvoedgids.290 Ook komt het CIDI, bijna altijd in de persoon van Ronny Naftaniel, vaak aan het woord over vergelijkingen met de Holocaust. Bijvoorbeeld in een artikel over een film waarin abortus wordt vergeleken met de Holocaust, Naftaniel vindt dit vreselijk en ziek.291 Hetzelfde geldt voor een demonstratie van PETA waarin zij het leed van dieren met de Holocaust vergelijken.292

Wat opvalt is dat het CIDI, net als EAJG, ook toenadering zoekt tot de moslimgemeenschap. In een artikel over het dertig jaar bestaan van het CIDI gaat het bijvoorbeeld ook over de relatie met de moslimgemeenschap. John Manheim, voorzitter van het CIDI, vertelt dat ze de dialoog met moslims aangaan door bijvoorbeeld gezamenlijke voetbalwedstrijden te organiseren. In een artikel over een meldpunt tegen islamofobie wordt het CIDI ook als bron gebruikt. Het CIDI gaat hen helpen om dit meldpunt op te zetten. David van Weesel van het CIDI stelt dat het verschil tussen antisemitisme en islamofobie is dat islamofobie structureler is en dat antisemitisme zich incidenteel voordoet.293

Ook het CIDI en rabbijn Evers kunnen botsen. Ronny Naftaniel wordt geïnterviewd over het maken van grapjes over Joden. Dit naar aanleiding van een Israëlische karikaturist die als grap een oproep deed voor antisemitische spotprenten. Naftaniel vindt dat grapjes over Joden en religie moeten kunnen, maar het mag niet gaan over afkomst of de Holocaust. Op deze uitspraak reageert rabbijn Evers vervolgens in een opinieartikel. Hij is het niet met Naftaniel eens en vindt dat grapjes altijd een kern van waarheid hebben en ervoor zorgen dat negatieve stereotypen in mensen hun hoofd blijven zitten.294

                                                                                                                         

289 ‘Op de brommer naar Israël om te helpen in de strijd’, Trouw (09-06-2007).

290 ‘Mos excuses zijn voor CIDI genoeg’ Trouw (08-09-2006), Rob Pietersen, ‘Gaza oorlog roept vooral verbale reacties op’, Trouw (08-01-2009), Lodewijk Dros, ‘Islamitisch, tegen Joden en te koop’, Trouw (17-06-2006).

291 ‘Het leven nemen zoals het komt of niet komt’, Trouw (12-05-2011).

292 Emiel Gordts, ‘Holocaust actie beledigend’, Trouw (09-04-2004).

293 ‘Joden helpen moslims islamofobie te weren’, Trouw (18-05-2004).  

Nieuws

De berichten waarmee het CIDI in het nieuws komt zijn ongeveer dezelfde als in de andere kranten. Ze doet aangifte tegen de makers van een anti-Joodse rap295, doet een oproep aan financiers van het toneelstuk ‘het beloofde land’ van Theatergroep Nomade, dat op antisemitische gevoelens zou inspelen, om de fondsen terug te trekken 296 en doet aangifte tegen predikant Mos vanwege een antisemitische preek.297 Verder haalt zij de krant met berichten over de af en toename van antisemitische incidenten.298

Genoemd en opinie

Het CIDI wordt in Trouw genoemd bij onderwerpen die reeds besproken zijn bij andere kranten, zoals cijfers van antisemitisme en de rel rond predikant Mos. Naftaniel wordt een aantal keer genoemd in artikelen over Israël, bijvoorbeeld in een artikel over een oproep vanuit de Joodse, Palestijnse en Islamitische gemeenschappen in Nederland aan Sharon en Arafat om vrede te sluiten.299 Naftaniel is één van deze mensen. In een artikel van Ebru Umar, over een discussie bijeenkomst van moslimorganisaties, wordt Naftaniel genoemd. De directeur van het CIDI werd daar geschoffeerd door iemand van de Arabisch Europese Liga (AEL) die hem een agent van de zionistische entiteit noemde. De schrijfster vertelt dat de man daarna niet werd weggestuurd of aangevallen.300 Naftaniel reageert op dit artikel door middel van een lezersbrief waarin hij benadrukt dat de zaal geschokt reageerde op de uitspraak. Ook laat hij nadrukkelijk weten dat hij geen agent is van de zionistische entiteit en voor een tweestatenoplossing pleit.301 Hij sust het incident in plaats van er een relletje van te maken.

Naast deze lezersbrief staan er slechts drie opinieartikelen van het CIDI in de Trouw. Het eerste opinieartikel gaat over de AEL en is niet relevant voor dit onderzoek. In 2007 verschijnt er een opinieartikel, waarin het verschil tussen EAJG en het CIDI goed duidelijk wordt. Het artikel is geschreven door Hadassa Hirschfeld en is een deel van haar afscheidsspeech als adjunct directeur van het CIDI. Hirschfeld is bang dat de Holocaust als moreel ijkpunt verdwijnt. ‘Auschwitz als moreel ijkpunt lijkt te zijn vervangen door het debat of je hedendaagse abjecte fenomenen mag vergelijken met de Shoah en nazipolitiek’, volgens

                                                                                                                         

295 ‘CIDI doet aangifte tegen makers anti-Joodse rap’ Trouw ( 22-07-2005).

296 ‘CIDI vindt ‘het beloofde land ‘antisemetisch’, Trouw (16-09-2004).

297 ‘CIDI: schors dominee vanwege antisemitisme’, Trouw (18-05-2006).

298 ‘Minder meldingen van antisemitisme’, Trouw (15-09-2011)‘Minder antisemitische incideten, meer

gescheld’, Trouw (19-06-2012), ‘CIDI: daling antisemitsche incidenten stokt door Libanon oorlog’, Trouw (18-08-2006).

299 ‘Brede oproep voor stoppen geweld in Midden-Oosten’, Trouw (19-03-2002).  

300 Ebru Umar, ‘Bijeenkomst AEL’, Trouw, April 17, 2003

Hirschfeld. Ze is bang dat zo de waarschuwende werking van Auschwitz afneemt en dat maakt de Joden weer kwetsbaar.302 EAJG trekt juist wel parallellen als waarschuwing.

In 2012 verschijnt er een opinieartikel van Naftaniel over het toenemende geweld tussen Israël en Hamas. Sommige analisten wijden deze escalatie aan electoraal belang van Israël. Netanyahu zou door hard optreden eerder gekozen worden. Naftaniel stelt juist dat Hamas belang heeft bij het geweld. Hamas is tegen statusverhoging van de Palestijnse Autoriteit in de VN, want dan verliezen ze macht aan president Abbas. De president krijgt dan namelijk weer invloed op de Gazastrook en ‘bovendien beperkt een eventuele VN-acceptatie van Palestina de aspiraties van Hamas om heel het gebied, inclusief Israël, onder Arabisch-islamitische controle te brengen.’ Het CIDI verdedigt met dit opinieartikel de politiek van Israël en is zo een tegengeluid van EAJG.

Conclusie Trouw

Wat opvalt bij de analyse van Trouw is dat er al vroeg veel discussie is over EAJG. Na het verschijnen van de advertentie barst er in Trouw een debat los over EAJG tussen verschillende columnisten en brievenschrijvers. Tamarah Benima denkt dat de advertentie voortkomt uit een misplaatst schuldgevoel en Yoram Stein denkt dat de leden van EAJG willen laten zien dat ze ‘lieve Joden’ zijn uit angst voor antisemitisme. Deze reacties roepen ook weer reacties op en de publicisten wordt verweten dat zij steeds gekkere argumenten aangrijpen om het gelijk van Israël te bewijzen. Na deze eerste discussie barst er in 2001 opnieuw één los. In een lang artikel trekt Hajo Meyer vanuit zijn ervaringen in Duitsland parallellen tussen Duitsland tot 1938 en Israël na 1999. Hij komt met uitgebreidere voorbeelden dan in de andere kranten: gebiedsuitbreiding, collectief straffen (met als voorbeeld de Kristallnacht), Joden als ‘anders’ wegzetten, een eerst loyaal volk nu als paria behandelen en gettovorming. De vergelijkingen van Meyer worden, kijkend naar de reacties, als zeer provocerend ervaren. De strekking van de reacties is dat de vergelijkingen niet kloppen en dat je ook niet zou moeten vergelijken. Ook wordt Meyer als persoon aangevallen. Hij zou zijn waanbeelden presenteren door te schermen met zijn slachtofferschap. Positieve geluiden op EAJG en het artikel van Meyer komen uit moslimhoek, door EAJG is er bijvoorbeeld nu ook ruimte voor moslims om kritiek op de Palestijnen te hebben.

                                                                                                                         

Twee relletjes in Trouw zorgen verder nog voor aandacht voor EAJG. Eén keer gebeurt dit door een ruzie tussen Jaap Hamburger en columnist Sylvian Ephimenco. Laatstgenoemde had kritiek op Van Agt en noemde Hamburger iemand die zich presenteert als opperlobbyist voor het anti-Israël-conglomeraat’. Het tweede relletje komt door een artikel van publicist Teeboom over ‘dode Joden’. Hierin uit hij stevig kritiek op Hajo Meyer. Wat opvalt is dat zowel Meyer als Hamburger tijdens de relletjes niet op de persoonlijke kritiek ingaan, maar bij de inhoud blijven. Ook in Trouw nemen de opinieartikelen met de jaren af en in 2010 verschijnt de laatste.

In vergelijking met de andere kranten wordt EAJG vaak genoemd in artikelen over de kerk en de band met Israël. Er is één artikel waarin EAJG als bron gevraagd had kunnen worden naast het CIDI, verder komen drie keer naast elkaar voor. Het CIDI wordt vooral gevraagd als bron over antisemitisme. Iets waar EAJG niet over bevraagd wil worden. De vraag rijst of het wel nodig was om tegenwicht aan het CIDI te bieden? Waar het in ieder geval wel nodig was om een tegengeluid te bieden is in het Nieuw Israëlitisch Weekblad, hét blad van Joods Nederland.