• No results found

5 RESULTATEN

5.2 E RVARINGEN ZORGVERLENERS

5.2.3 Toekomst

luisteren naar de ervaring van ouderen en de positieve beleving ervan op te roepen. 11 respondenten wezen op het belang van een positieve, empathische en luisterende houding met een oprechte interesse voor de verhalen.

Ik denk dat de conclusie wel mag zijn dat het nodig is om reminiscentie te doen, maar dat je het niet alleen concreet moet zien als een activiteit van een gesprek, maar dat het eigenlijk het ganse geheel kan zijn. (Respondent 19)

Reminiscentie is verweven met een veranderende kijk op ouderen. Zo is in verschillende woonzorgcentra een mentaliteitsverandering op te merken waarin niet meer van ‘dementerende’

ouderen wordt gesproken maar van een persoon ‘met’ dementie. Zorgverleners laten ouderen zoveel als mogelijk zelf de keuze en halen hun informatie het liefst bij de oudere zelf. Twee respondenten streven naar een holistisch beeld van ouderen, waarin ouderen meer zijn dan wat visueel zichtbaar is en een heel leven met zich meedragen.

5.2.3 Toekomst

5.2.3.1 Rol, uitdagingen en ideaalbeeld

Tien respondenten zijn ervan overtuigd dat reminiscentie belangrijk zal blijven in de toekomst.

Iedereen haalt graag positieve herinneringen op. Enkele uitdagingen komen volgens zorgverleners op de voorgrond te staan. Zo zullen volgens zeven respondenten de gebruikte materialen in de toekomst meermaals en sneller veranderen, wat een constante zoektocht naar nieuwe materialen vereist. Vier respondenten wezen op de evolutie van generaties. Steeds meer mensen zullen een meer uiteenlopende achtergrond hebben en dit wekt de vraag op naar hoe zorgverleners hieraan tegemoet zullen komen. Twee respondenten verbonden hieraan dat het doelpubliek in het woonzorgcentrum met de jaren zwakker zal worden en reminiscentie niet altijd meer op dezelfde manieren zal kunnen worden aangeboden. Verschillende woonzorgcentra staan vervolgens voor een nieuwbouwproject. Twee respondenten stelden dat het inkleden van een nieuw woonzorgcentrum zeer belangrijk zal zijn om reminiscentie in alle facetten van het dagelijks leven te verweven. Tenslotte wezen twee respondenten op de uitdaging om de holistische, reminiscerende en animatieve grondhouding te laten doordringen tot alle werknemers in de ouderenzorg zodat alle disciplines reminiscerend te werk gaan.

Dus in theorie zien wij veel, dus holistische visie, animatieve grondhouding. Maar als je dat eigenlijk goed bekijkt, is dat eigenlijk enkel de ergo die daar iets voor doet. Terwijl ik persoonlijk vind dat iedereen kan meebouwen aan reminiscentie. Zowel verzorging tot onderhoud tot de directeur die nekeer iets doet. Ik vind dat we te weinig allemaal samen bezig zijn met de bewoners kwaliteit van leven te geven. (Respondent 13)

Respondenten uit vier woonzorgcentra wensen in de toekomst mee te werken aan een woonzorgcentrum waarin ook familieleden en andere mantelzorgers mee instaan voor de welzijnszorg en met ouderen aan reminiscentie doen. Zorgverleners kunnen mantelzorgers in deze verandering van rollen mee begeleiden.

Wat dat ik in het begin wel zei, en dat is iets waar dat we misschien wel meer werk van kunnen maken, is dus samen met de familie daar een keer over praten hé. Dat wel. Dat is misschien wel een aandachtspunt voor ons om daar meer de familie bij te betrekken en de familie ook een kans te geven van als ze op bezoek komen, van om iets te hebben waarmee dat ze het met hun vader of moeder kunnen over hebben. (Respondent 11)

Verschillende respondenten staan open voor nieuwe materialen, kopen weleens nieuw materiaal aan of testen nieuwe ontwikkelingen, zoals een beleef-tv, uit. Vijf respondenten gaven aan dat materialen eigenlijk dienen blijven verzameld te worden en uit het verleden moeten komen.

Woonzorgcentra gaan zelf op zoek of krijgen ook veel materialen. Daarnaast wees één respondent erop dat de belangrijkste materialen, de bewoner zelf en de zorgverlener met zijn holistische visie, niet te koop zijn.

Er wordt sterk overwogen om een beleef-tv. Om dat dat ook, we zijn eigenlijk op zoek naar iets gebruiksvriendelijk voor collega’s bijvoorbeeld, die een keer een moment vrij hebben. Dat ze dat gewoon kunnen aanklikken en nog eens iets kunnen opzoeken over vroeger. Liedjes van de jaren

’50, of… (Respondent 9) Wij gaan bijvoorbeeld naar kringloopwinkels om onze koffer aan te vullen, en… ja, ge kunt gewoon op zoveel manieren reminiscentie geven. Ge vindt al veel op het internet ook. (Respondent 15)

5.2.3.2 Blijvende investering en bewustmaking

Drie respondenten haalden de nood aan budget aan om te blijven vernieuwen en projecten rond reminiscentie en het welzijn van ouderen in het geheel te kunnen organiseren. Ze wezen op de nood aan aandacht van het interne beleid voor de welzijnszorg. Ook op Vlaams niveau wezen vijf respondenten erop dat de holistische visie, waarin elke zorgverlener mee bijdraagt aan het mentale welzijn van ouderen, meer dient uitgedragen te worden en het begrip reminiscentie meer bekendheid dient te verwerven in de ouderenzorg. In één woonzorgcentrum uitten respondenten de wens tot een professionalisering van de psychologische zorg. Een terugkomende vraag voor onderzoek blijft het creëren van snelle, praktische manieren om aan reminiscentie te doen. Een platform of databank waarop allerhande activiteiten, reminiscentiegerelateerd of niet, verzameld worden, zou volgens een respondent zo’n praktisch hulpmiddel kunnen zijn.

Dat er misschien ook wel te weinig aandacht is, zeker in woonzorgcentra, voor het psychologische.

Mensen worden goed verzorgd, worden gewassen, moeten hun eten op tijd krijgen. Maar eigenlijk, wat dat er hier vanbinnen omgaat, wat wij proberen op te vangen met ons tweetjes, dat er eigenlijk meer professionelen in een woonzorgcentrum werken. Als mensen dan bepaald verdriet hebben of ze willen iets kwijt of ze hebben problemen met bepaalde zaken, dat ze naar die persoon toe kunnen en dat die hen kan verder helpen. (Respondent 3)

6 Discussie en Conclusie

6.1 Discussie

Deze masterproef focuste zich in het licht van de internationale uitdagingen in de ouderenzorg (Leichsenring, 2012; WHO, 2015; OECD,2019) op de huidige kennis, toepassing en ervaring in het gebruik van reminiscentie en life review in Vlaamse woonzorgcentra. Het onderzoek zocht antwoorden op twee vragen, namelijk in welke mate dat reminiscentie en life review gekend zijn binnen woonzorgcentra in Vlaanderen, en hoe zorgverleners de toepassing ervan ervaren.

De resultaten tonen aan dat het begrip reminiscentie nog weinig bekend is binnen Vlaamse woonzorgcentra. Door een gebrek aan de doorleving van het holistische, geïntegreerde gedachtegoed (Béland & Hollander, 2011; WHO, 2015; Vandeurzen, 2017), blijft het begrip reminiscentie grotendeels in handen van ergotherapeuten en animatoren. Zorgkundigen weten vaak niet wat reminiscentie is of geven aan geen tijd te hebben om dit toe te passen. Nochtans wordt reminiscentie in de ‘Nursing Interventions Classification’ (NIC), een internationale bundeling van verpleeg- en zorgkundige interventies, ook sterk aanbevolen aan verpleeg- en zorgkundigen (Dochterman & Bulechek, 2003

;

Stinson, 2009). Over het algemeen werd, volgens de respondenten, het begrip reminiscentie goed ingeburgerd in de opleiding als ergotherapeut en begeleider-animator. Hiertegenover staat de vaststelling dat weinig zorgkundigen aangeven tijdens hun opleiding kennis over het begrip reminiscentie verworven te hebben. Verschillende zorgverleners geven evenwel aan dit zinvol te vinden, ook voor andere disciplines binnen het woonzorgcentrum. Meerdere respondenten wijzen erop dat kennis rond het begrip reminiscentie en varianten meer aan bod zouden kunnen komen in alle opleidingen die verbonden zijn aan de ouderenzorg. Zorgverleners staan ook positief tegenover het uitbreiden van hun kennis. Toch geeft slechts de helft van de respondenten aan geregeld deel te nemen aan bijscholingen. Enkele respondenten stellen zich de vraag of er een voldoende aanbod is aan bijscholingen. Het WHO-rapport ‘Ageing and health’ (WHO, 2015) stelt dat zorgverleners momenteel onvoldoende voorbereid zijn om tegemoet te komen aan de gestelde uitdagingen en niet altijd een adequate opleiding bezitten. Een manier om de gezondheidszorg aan een welzijnsbeleid voor ouderen te koppelen (Vandeurzen, 2017), kan onder andere via een bredere inburgering van narratieve technieken zoals reminiscentie in de verschillende zorgdisciplines en hun opleidingen.

Vervolgens wordt niet in alle woonzorgcentra overlegd over de aanpak bij reminiscentie vanwege de tijdsdruk die als groot wordt ervaren. Gebrek aan tijd blijkt er ook voor te zorgen dat weinig tot geen overleg plaatsvindt tussen woonzorgcentra onderling. Deze bevinding strookt met de in