• No results found

Hoofdstuk 3 De herinneringspolitiek van de gemeente Vaals

3.1 Aartsvader Von Clermont

3.1.2 Textielindustrie in Vaals

Von Clermont was wel de belangrijkste, maar niet de enige textielfabrikant die zijn bedrijf naar de Staatse landen verplaatste of er een filiaal oprichtte. Alleen al in Vaals hadden, afgezien van Von Clermont, tenminste vijf lakenfabrikanten uit Monschau (Matthias Schlösser), Eupen (Nicolaas Leopold Thelosen, Johan von dem Bruch en Johann Gerhard Römer) en Burtscheid (Conrad Klermondt & Co) nevenvestigingen opgericht. Daarnaast lieten fabrikanten uit Aken en Burtscheid lakenweversbazen uit Vaals voor hun rekening werken. Zo werkten er voor lakenfabrikant Conrad Klermondt uit Burtscheid tussen 1777 en 1789 in Vaals zeker tien verschillende van zulke bazen.131

Vaals trok in de achttiende eeuw als textielstad ook andere verwante industriële activiteiten aan, zoals de productie van naalden die zorgden voor werkgelegenheid. Alle historische bouwwerken in Vaals, die bewaard zijn gebleven, stammen grotendeels uit deze

127 Van Agt, ‘Zuid-Limburg. Vaals, Wittem en Slenaken’, 59. 128 J.TH.H. de Win, De geschiedenis van Vaals, (Vaals 1941), 61.

129 Couven was de stadsarchitect van Aken. In Aken is een museum aan hem gewijd: het Couvenmuseum. In: Jos Odekerken, Daar is mijn vaderland. Limburgs cultureel erfgoed in woord en beeld. (Sittard 2012), 94. 130 De Win, De geschiedenis van Vaals, 62.

tijd en zijn naast Von Clermont, door andere Duitse fabrikanten gerealiseerd. De gereformeerde naaldenfabrikant Jacob Kuhnen, die in Burtscheid failliet was gegaan bracht zijn bedrijf in 1777 over naar het grote complex Im Bau in Vaals. Huis Im Bau en de naastgelegen Cereshoeve, zijn gebouwd als woonhuis met fabriek en hoeve voor Kuhnen.132

De bloei van de textielnijverheid in het huidige Zuid-Limburg heeft slechts een generatie geduurd. In de jaren 1790 werd de uitbouw van deze bedrijfstak afgebroken. In 1800 was de productie ten opzichte van de al ongunstige jaren 1790-1794 bijna gehalveerd. In 1812 was er een reeks faillissementen waarbij ook Von Clermont betrokken was. Na 1815 concentreerden de meeste fabrikanten hun activiteiten in de grote steden (Aken, Eupen en Verviers) en mechaniseerden ze het productieproces. De mechanische spinfabrieken vervingen de handmatige spinnerij, die zowel thuiswevers in Vaals zelf als spinners en spinsters op het omliggende platteland tewerk stelden. Hierdoor viel de textielindustrie als de belangrijkste tak voor de werkgelegenheid in Zuid-Limburg (en ook in Vaals) voor een groot deel weg.133 In de negentiende eeuw bleven er lakenfabrikanten en wevers in Vaals werkzaam, maar hun aantal ging geleidelijk achteruit.134 Omstreeks 1840 stonden er naar schatting nog een twintigtal grotere en kleinere textielfabrieken in Vaals terwijl er in 1888 nog slechts zes over gebleven waren.135 In het begin van de twintigste eeuw was er nog maar een over, in feite ingericht als weefschool.136 De sterk groeiende industrie in Aken werd nu de belangrijkste bestaansbron van de Vaalser bevolking. In 1914 trokken er circa 1.200 arbeiders (mannen en vrouwen) dagelijks naar de fabrieken in Aken om daar als spinner, metaalbewerker, spelden- en naaldenmaker te werken.137 In de jaren 1920 ontstonden er problemen voor de arbeidsforensen door de malaise in de Duitse industrie en de sterke waardevermindering van de Duitse mark. Dit leidde tot werkloosheid van een groot deel van de grenspendelaars. In 1926 waren nog slechts 300 personen werkzaam in de textielindustrie in Aken.138 De werkloosheid in Vaals bleef hoger dan in andere Limburgse gemeenten ondanks de vestiging van nieuwe textielfabrieken in deze periode door Duitse (Akense) ondernemingen in de jaren tussen de beide wereldoorlogen.139 Zij konden op die manier de hoge invoerrechten omzeilen en gebruik maken van het in Vaals beschikbare arbeidspotentieel. Er ontstond daardoor opnieuw een plaatselijke textielindustrie. Sommige van deze fabrieken sloten in de jaren

132 Van Agt, Zuid-Limburg. Vaals, Wittem en Slenaken, 95. 133 Ibidem, 341.

134 Knotter, ‘De “sociale kwestie”’, 419. 135 Ibidem, 419.

136 Ibidem, 419. 137 Ibidem, 420. 138 Ibidem, 420.

1950: de NV Ned. Textielfabriek Croon Lemiers-Vaals (1924-1952) en de NV Industriële? Maatschappij Textac (1936-1951), tot 1956 voortgezet onder de naam Wolspinnerij Louis Feltz NV; andere sloten in de jaren 70: de ‘Vaalser Wolweverij’, voortgezet als NV Vaalser Textiel Fabriek (1932-1978) en de Kamgaren- en Stoffenfabriek Dechamps & Drouven (1935-1973).140

Het erfgoed van de uit Aken afkomstige Von Clermont, Moretti en Couven spreekt nog steeds tot de verbeelding en de gedachte aan hen wordt levend gehouden in Vaals.141 Het bestaat uit de vele monumenten, die Vaals koestert en vele straatnamen verwijzen nog naar de ‘gouden eeuw’ van Vaals”.142 Ook op cultureel gebied wordt dit verleden herbeleefd, zoals bijvoorbeeld het concert met de titel Clermoretti (31 oktober 2016) dat werd uitgevoerd door de bariton John Bröcheler, die andere ‘grote zoon’ van Vaals in samenwerking met de Koninklijke Harmonie St. Cecilia van Vaals. Clermoretti: Soirée Blumenthal vertelt het fictieve verhaal van enkele wereldberoemde gasten, tijdgenoten van Von Clermont, die bij hem op bezoek kwamen (zoals Napoleon Bonaparte, Tsaar Peter de Grote en Wolfgang Amadeus Mozart). Vaals werd hiermee op een voetstuk geplaatst als internationaal cultureel centrum, wat het slechts in veel bescheidener mate was.

Onder leiding van de dorpsbouwmeester Geert Coenen, wordt het werk van Clermonts hofarchitect Moretti in het centrum van Vaals, omlijst met moderne architectuur.143 Het Julianaplein, met daarop het gemeentehuis (voormalig Stammhaus) werd vernieuwd en krijgt de functie van een plaats van ontmoeting in de gemeente. Net als ten tijde van Von Clermont staat het Stammhaus, met ertegenover de Kopermolen weer centraal in Vaals. De feestelijke opening van het plein vond plaats in het weekend van 23-25 september 2016, tijdens het jubileumjaar van Vaals.144 Op het plein staan zeven nieuwe gebouwen, met circa zestig appartementen en met in de benedenverdieping ruimte voor horeca en winkels.145 De landschapsarchitect (Club L94 uit Keulen) wilde het hele procedé van wol tot laken, tot en met het verfproces, hier terugbrengen.146 Zo is er het Färbebekken (verfbekken) op het binnenterrein van het gemeentehuis aangebracht. Een kunstwerk in de vorm van een vijver,

140 Frits Kern, Tussen twee grenzen. 1900-2000, (Vaals 2000), 72-75. 141 Hollman. ‘Von Clermont kwam niet om te lummelen’.

142 Zoals bijvoorbeeld de straatnamen: Von Clermontplein, Morettistraat, Bloemendalstraat, Cerestraat. 143 Rijksbouwmeester Jo Coenen is de oom van dorpsbouwmeester Geert Coenen.

144 Tijdens dit openingsfeest wordt getoond waarvoor het plein gebruikt kan worden. Er is een 300-tal genodigden waaronder vele burgemeesters uit Zuid-Limburg en de Euregio. Er vindt een grote optocht van de Vaalser verenigingen plaats, waarbij 61 vlaggen worden gedragen. Deze vertegenwoordigen alle nationaliteiten van de inwoners van Vaals.

145 Jef Bonten, ‘Een 3-daags volksfeest bij een historische bouwprestatie van formaat: nieuw Koningin Julianaplein kloppend hart Vaalser binnenstad’. Vaalser Weekblad, 23 september 2016.

met wisselende kleuren, symboliseert het wassen en verven van de doeken.147 De Tuchterasse (het doekterras) aan de voorzijde van het gemeentehuis, waar vroeger de geweven doeken werden opgehangen om te drogen wordt nu verbeeld door de grote parasols op het terras. Het

Markttapijt waar de wekelijkse markt plaatsvindt, krijgt het kunstige motief van een in

diverse kleuren geweven doek, gemaakt door Portugese meester-stratenmakers. De gebouwen op het Julianaplein hebben de namen gekregen van termen uit de lakenindustrie, zoals bijvoorbeeld Het Kardeel (bundel gesponnen garen), D’r Volder (ambachtsman die met water en urine het weefsel laat vervilten tegen krimp), en De Katsau (weefgetouw).148

De industriële monumenten die herinneren aan de textielindustrie van de negentiende eeuw en de twintigste eeuw en de Vaalser arbeiders hebben de sloophamer echter niet overleefd. De enige verwijzing hiernaar is een enkele straatnaam, zoals Aan de weverij en

Ir.Em. Mélottestraat.149 Ook de meeste religieuze gebouwen uit die periode zijn verdwenen. De lijst van ‘verdwenen gebouwen’ in Vaals is lang en slaat een gat in de geschiedenis van Vaals.150 Het betekent een gemis van twee eeuwen geschiedenis in het culturele geheugen van Vaals en een gebrek aan materiële lieux de mémoire uit deze periode voor een nieuwe generatie.

147 Ibidem. 148 Ibidem.

149 De heer Mélotte was de voormalige directeur van de Vaalser textielfabriek.

150 Voor een lijst van gebouwen die zijn verdwenen uit Vaals zie onderstaande publicatie. Hieronder ook een Joodse Synagoge. De recent gesloopte Sint-Jozefkerk wordt vreemd genoeg niet vermeld. Arthur Cransveld, ‘Wat er in de loop der jaren in Vaals zo alles verdween’, in: Catalogus tentoonstelling 975 jaar Vaals. Mensen en