• No results found

Hoeveel tentoonstellingen hebben jullie gerealiseerd?

Één tentoonstelling. Dit was ook de oorspronkelijke insteek. Wij zijn hier met het kiezen van de ruimte ook vanuit gegaan, het werd een vrij kleine ruimte en deze tentoonstelling kwam eigenlijk tussendoor. Ons programma tot 2017 stond al vast. Dus het werd zoeken naar een plek. De plek die we hadden was niet groot genoeg voor meerdere tentoonstellingen.

Hoeveel mensen hebben meegewerkt binnen het team aan deze tentoonstelling?

Directeur, hoofd collectie, vormgever, twee registrars, coördinatie (Annetje), en voor de inrichting meerdere mensen (technische dienst twee keer)

Welke data staat de tentoonstelling er? 18 april – 21 juni.

Wat zijn tot nu toe de reacties van het publiek en verwachten jullie veel publiek?

Mensen lopen erdoor heen om naar de andere kant van het museum te gaan, dus we weten niet precies hoeveel er zijn geweest. We hebben op verschillende plekken een mogelijkheid om zelf wat met de tentoonstelling te doen. Mix Match met magneten in de entreehal, in de buurt van de garderobe. Dus mensen staan te wachten en kunnen dat leuk doen. Ook hebben we een groot magneetbord met een landkaart van Nederland, Duitsland en België. Die hebben we uitvergroot met een metalen plaat erachter en daar kunnen mensen hun woonplaats op aangeven. Dit wordt veel gedaan, verder hebben we nog geen mensen aangesproken. Maar mensen voelen zich wel betrokken.

Hebben jullie al eerder ervaring opgedaan met participatieprojecten?

Ja we werken op allerlei mogelijke manieren samen met andere musea. Educatie afdeling organiseert dit veel. Specifieke dingen zijn bijvoorbeeld wedstrijden met onderwerpen zoals mode, verhalen en fotografie. Op die manier willen we het publiek via een andere weg betrekken bij de collectie of tentoonstelling. Zo hadden we een wedstrijd tijdens twee mode tentoonstellingen, toen hebben wij een barbie ontwerpwedstrijd georganiseerd. Dat soort trajecten doen we al jaren, alleen op deze manier in het museum publiek vragen ‘wat moet er op zaal’ dat hebben we nog niet eerder gedaan.

Wat is de reden dat jullie met dit project mee hebben gedaan?

Het idee onstond nadat Stichting Doen zo lief was om de kosten te dragen. Daarnaast hadden we een nieuwe directeur die heel erg gericht is op publiek. Die vind dit soort dingen heel leuk en belangrijk. Toen werd het dus vrij gemakkelijk opgepikt

90 Waarom past dit project bij het Groninger Museum?

Dit project is een verkapte vorm van publiekseducatie en educatie zit als peiler in de mission statement van het Groninger Museum. Dit gaat zeker vaker gebeuren. Misschien niet op deze manier maar publieksparticipatie is een belangrijk punt.

Hoe hebben jullie dit project ervaren? Kan je plus- en minpunten van dit project noemen?

Plus: Open relatie met je publiek. Dat is iets heel moois, voelt heel goed. Levert betere sfeer op in museum, maar is ook goed voor imago. Je laat zien dat je je publiek belangrijk vind, en op die manier hoop je dat je zo motiveert om nog eens te komen. Dit is een indirect pluspunt. Een ander pluspunt is dat dit hele andere tentoonstelling is. Sowieso hebben wij al veel afwisseling dus dit past goed in ons tentoonstellingsprogramma.

Nadeel: Het heeft allemaal veel tijd gekost, Bij het motiveren van publiek of het stellen van vragen aan publiek moet je daar bovenop blijven zitten. Dit zijn tijdrovende zaken. Dus ook zo’n samenwerking, is hartstikke leuk en leerzaam maar kost heel veel energie. Dat is een nadeel. Maar goed als je tijd er voor vrij maakt is dat geen nadeel meer.

Wat is de meerwaarde voor geselecteerde deelneemster om mee te doen aan dit project?

Zij vond het heel erg leuk en ze laat het blijken op allerlei manieren. Ze deelt het met een hoop mensen, en is betrokken bij de tentoonstelling. Ze heeft er ook heel goed over nagedacht. Het is ook iets heel persoonlijks geworden. Meerwaarde voor haar is dat zij dus een tentoonstelling in het Groninger Museum heeft.

Hoe vaak hebben jullie afgesproken met de deelneemster?

Twee keer, ging elke keer over het organiseren van de tentoonstelling. Ze was er ook bij bij het projectgroep overleg, ze had leuke ideeën. Ze is ook hier geweest voor een interview. En tijdens de opening had ze een fotoshoot door een fotograaf. Zij was al op de hoogte van het reilen en zijlen in een museum. Ze werkt als projectmedewerker in het filosofie team van het Kröller Müller. Dus zij kon heel effectief bijdrage leveren. Dat was heel erg leuk. Zo zie je maar weer als je er tijd in steekt dan kan zo’n online activiteit je wat opleveren.

In hoeverre had de deelneemster zeggenschap binnen dit project?

Zij had het idee van het magneetbord van TwentseWelle. Wij hebben dit één op één uitgevoerd. Ook heeft ze een deel van de zaalteksten aangeleverd. De inrichting heeft ze aan ons overgelaten. Ze woont ver weg (Nijmegen). Maar verder is ze dus heel erg betrokken geweest.

91 Nee niet echt. Niet de boel helemaal afgebakend. We zijn in en open gesprek tot de tentoonstelling gekomen. Het is ook een prima persoon om mee samen te werken. Ik denk dat dat bij iedereen wel zo is die zelf een tentoonstelling mag maken.

Wat is het verschil in aanpak van dit project tussen de zes musea?

In de uitvoering zitten geen hele grote verschillen. De een heeft misschien meer tentoonstellingen dan de ander. Boerhaave heeft het wel iets anders aangepakt. Verder heb ik geen idee in hoeverre de deelnemers betrokken zijn geweest bij de andere musea. Het Amsterdam Museum en het Kröller Müller waren meer op kinderen en educatie gericht. Als schoolgroepen wat wilde doen was dat bij ons geen probleem maar hier hebben we niet op in gezet.

En wat is de meerwaarde voor bezoekers van de tentoonstelling?

De bezoekers vragen zich heel erg af wat is dit. Ze zien werk uit verschillende collecties. Er zit toch samenhang in en hier gaan ze naar zoeken. En willen ze die precies weten, dan moeten ze tekstborden lezen.

Ik merk dat je het niet als doel moet hebben, maar dat het je tentoonstelling moet ondersteunen. Een goede tentoonstelling is nog steeds het allerbelangrijkste binnen museum. Ook moet de online kant niet een doel op zich zijn, maar ook dat moet dienen als ondersteuning.

92 INTERVIEW MET ANNEMARIE DEN DEKKER,AMSTERDAM MUSEUM