• No results found

71

B

IJLAGE

1:I

NTERVIEWS MET

M

USEUMPROFESSIONALS INTERVIEW HERMAN TIBOSCH,KRÖLLER MÜLLER MUSEUM. Initiatiefnemer Mix Match Museum

Telefonisch interview gehouden op 5 juni 2015

Wanneer is er voor het eerst een aanvraag gedaan?

Er zijn twee aanvragen gedaan, de eerste was bij de Bankgiro Loterij. Deze was voor meer geld en met andere musea. De tweede aanvraag, bij Stichting Doen hebben we op grote lijnen niks veranderd. De veranderingen betroffen met name de publiciteit en het communicatieplan, door het beschikbaar zijn van minder budget. Vanaf het begin hadden we al het idee om het helemaal aan de bezoekers over te laten. Maar om als museum een selectie van de vijftig objecten te kunnen maken is er een thema bedacht voor de objecten.

Wat waren de intenties om dit project te beginnen?

Het Kröller Müller museum heeft in 2010 twee keer EXPOSE georganiseerd. Eerst een algemene en daarna een speciale voor kinderen. Daardoor kwam st. Doen praten over het succes van het participatie proces. Want Expose was een succes qua binding met het publiek. St. Doen wilde meer met

participatie gaan doen. Omdat dit nieuwe was en er succesfactoren verbonden waren hieraan, zo ontstond het idee om dit (red. Expose) op grote schaal te doen en zo museale collecties te verbinden en gezamenlijk meer aandacht te krijgen. Dit idee was de basis van de eerste aanvraag. Omdat het

allemaal hele andere musea zijn, is dat ook weer een experiment.

Is er specifiek voor deze musea gekozen?

Door deze musea zit er grote diversiteit in de collecties. De keuze om museum Boerhaave te

benaderen kwam door de bekendheid met Bart via het innovators netwerk. Daar zat Bart ook bij. Dus samen met Boerhaave waren wij de eerste twee musea, daarna zijn we met Stichting Doen gaan kijken wat en wie er nog meer bij pasten. Ook wilde we een geografische spreiding, het hoefde niet perse overal bekende musea te zijn.

Wat waren de resultaten die jullie hoopten te halen?Is dit gelukt?

Daar stonden wij anders in. Het Kröller Müller heeft met Expose al een enorme slag gemaakt.

Hiermee hadden wij enorme cijfers qua deelname en dit concept hebben wij zelf doorontwikkeld. Dan kom je in de situatie dat dit de beste manier is waarop je publieksparticipatie kan doen. Dus wij, het Kröller Müller, vonden vooral de samenwerking interessant. Qua participatie hadden wij minder doelstellingen. Andere musea hadden participatie nog nooit gedaan, die kunnen dus niet aanhaken waar jij al bent. Dit maakte dat voor ons de samenwerking en het koppelen van collecties interessant

72 was. Hoe krijg je zo’n groot project van de grond, en wat kan je van elkaar leren? Ook stichting Doen vond het samenwerken belangrijk. Want het niveau van participatie is niet perse iets nieuws maar de minister wil dat we samenwerken, maar doe het maar eens. Je loopt tegen dingen aan met z’n allen. Hoe participerend durf je ook te zijn? Er is nu in Brussel een project met 107 deelnemende musea, dat is helemaal samenwerken op niveau. Of het collecties samenbrengen echt is gelukt? Dat kan beter, dat was één van de dingen die heel moeilijk was. Iedereen die meegedaan heeft, heeft de overtuiging dat je collecties kunt samenbrengen, dat je linken kunt leggen tussen de kostuums uit het Amsterdam

Museum en de schilderij uit het Kröller Müller. Maar dit kan nog sterker, dat ligt deels ook aan het communicatietraject. Maar binnen dit project is het wel mooi gelukt terwijl dit wel een grote uitdaging was.

Waarom is er behoefte aan zo’n project in Nederland?

Op het gebied van participatie was groter en qua samenwerking zijn er ook projecten die groter zijn of groter kunnen worden, maar een aantal aspecten zijn met Mix Match Museum voor het eerst geweest. Zoals het koppelen van zes collecties en het samen participeren.

Hoe heb je dit project ervaren? Kan je plus en minpunten noemen?

Ik hou heel erg van experimenten, maar voor ons was het een uitdaging om met winnaars om te gaan. De tentoonstellingen van EXPOSE waren heel democratisch, iedere stem gelde. Er waren 2000 deelnemers en iedere bijdrage was gelijk. Bij Mix Match Museum was dit heel anders. Er valt een hele grote groep mensen af die snel het gevoel hebben dat ze niet genoeg weten. De mensen die meedoen zijn een kleine groep. Dat vermoeden we van te voren al hoor. Maar je moet een keuze maken. Hierdoor is er geen nieuwe doelgroep bereikt, dus volgende keer moet er nog een keer hierover nagedacht worden; hoe bereikt je een nieuwe doelgroep, moet dit wel met een

tentoonstelling? Dit project verdiend een grotere doelgroep. Het is een pareltje voor die mensen die graag een tentoonstelling willen maken, maar geen eyeopener voor mensen die denken dat kunst ingewikkeld is. Je kunt veel meer mensen laten verdwalen door de collecties. Veel mensen vinden het nu te ingewikkeld

Wat is de meerwaarde voor musea om mee te doen?

De meerwaarde zit vooral in de samenwerking, en het is een spiegel naar de organisatie. Je maakt tentoonstellingen op een bepaalde manier, maar andere partijen werken op een andere manier. Hierdoor kunnen sommige dingen niet zoals je het altijd doet. Ook kijken mensen anders naar dingen die jij belangrijk vind. Zo moet je intern mensen laten bij schakelen en is er een andere blik nodig om alles voor elkaar te krijgen. Je treedt uit de comfortzone.

73 Ik merk dat bij ons zaal, deze is tamelijk groot want dit is verdeeld over zes zalen, het is altijd druk en bezoekers vinden het heel erg leuk dat het heel erg behapbaar is. Het is echt een mix van objecten. Dit is wel de gekste tentoonstelling die ik ooit gemaakt heb. Het zijn zulke rare dingen bij elkaar, maar onze bezoekers vinden dit wel prima. Het spreekt andere gevoelens aan dan de reguliere

tentoonstellingen. Ze vinden het op zich niet interessant om een tentoonstelling van een andere bezoeker te bekijken, terwijl een BN’er dat wel oproept.

Lag er binnen het project meer nadruk op één van de doelen, collectiemobiliteit of participatie? In principe was samenwerking het belangrijkste thema. Met name ook omdat st. Doen dit het belangrijkste vond. Die hebben het project daarop gefinancierd. Voor andere musea , zoals

bijvoorbeeld TwentseWelle, was participatie totaal nieuw. Gaande weg kwamen we wel meer achter de mogelijkheden. Nu zou ik dolgraag met deze zes musea het nog een keer doen, alleen dan nog beter. Het was een soort leertraject op alle gebieden, zo was het achteraf zo als je sommige dingen geweten had, je het misschien ook doorgevoerd had. Zo leer je echt van elkaar. Qua participatie had de site wat verbeterd kunnen worden; mensen hadden op de makkelijker mee moeten doen. Veel

prominenter had het kijkje achter de schermen moeten zijn. In vergelijking met EXPOSE heel anders, hoe wordt een tentoonstelling gemaakt? Die vraag had prominenter moeten staan. Dan had de site veel levendiger kunnen worden met veel meer bijdrage. Nu wordt het kijkje achter de schermen niet gevonden, en hierdoor blijven ook meer bijdrage uit. Op de website had dus het stukje samenwerken en verbinden, achter de schermen, duidelijker naar voren moeten komen. De site is een tool geworden om mee te doen en daarmee ligt ook daar de nadruk op. Hierdoor lijkt de site vooral over participatie, te gaan en lijkt de nadruk van het project daarop te liggen. Het idee voor de website is geschreven in de tijd van de eerste aanvraag bij de Bankgiro Loterij. En uiteindelijk hadden we weinig tijd en moesten er snel knopen doorgehakt worden. En dat is gedaan met de beste keuzes maar dat gaat wel moeilijk met z’n zessen. Dan heb je dubbel zoveel tijd nodig voor terug koppeling. Maar ik denk dat iedereen het eens is dat de site beter kan. Ik ben nog bezig geweest om site te verbouwen, maar op dat moment waren de blog al helemaal tot stilstand gekomen.

Zijn er afspraken geweest over de mate van participatie die doorgevoerd moest worden?

Dit lag helemaal open, heel bewust ook. Er is in het begin gezegd dat samenwerken het leukste is als iedereen zijn eigen identiteit kan behouden. Daardoor waren er overal andere regels. Het samenwerken was vooral bij het kiezen van de objecten en selecties en ieder museum wilde ook zijn eigen signatuur laten zien. Daardoor was iedereen vrij in de keuze hoe je de selecties uitwerkt en wat je doet met de gastconservatoren en de vormgeving. Hier mag de eigen stempel op gedrukt staan. Dan gebeuren er vast ook dingen die je van elkaar weer inspirerend vindt. Zo hebben een aantal partijen ook één winaar gekozen, en andere meerdere.

74 Yu Lan van Alphen, Stichting Doen