• No results found

Subconclusie analyse organisatorische context

M ETHODOLOGISCH KADER

INTERDEPARTEMENTALE SAMENWERKING ROND DE BESCHERMING TEGEN PIRATERIJ – U VRAAGT, WIJ DRAAIEN 6

4.3.4 Subconclusie analyse organisatorische context

4.3.4.1 Netwerk structuur

De eerste deelvraag die naar aanleiding van het geschetste theoretisch kader werd geformuleerd is: “Op welke wijze wordt het interdepartementale overleg gekenmerkt in

termen van de netwerkstructuur?”

De situational awareness wordt in dezen gevormd door de manier waarop de individuen in dit interdepartementale overleg bij elkaar zijn geplaatst en een bepaalde overlegvorm hebben ingericht. De vier verschillende departementen zijn bij elkaar geplaatst naar aanleiding van een combinatie van de behoefte van Nederlandse reders, het rapport van de Adviescommissie de Wijkerslooth dat beargumenteerde waarom de Nederlandse overheid het geweldsmonopolie niet meer zou moeten beschouwen als een uitsluitend publieke taak en het feit dat het Kabinet in 2013 besloot een wetgevingstraject in te willen slaan om de inzet van particuliere beveiligers op Nederlandse koopvaardijschepen in te toekomst toe te staan. In dit overleg had het Ministerie van Defensie in eerste instantie de leiding, waarna dit werd overgenomen door de Ministeries van Veiligheid en Justitie en Infrastructuur en Milieu. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft nu in belangrijkste mate de leiding over de internal

network governance, waarbij overigens ruimte blijft voor de andere departementen om hierin

inspraak te hebben. Het interdepartementale overleg heeft een informeel en AC karakter wat de informatie-uitwisseling ten goede komt. Tenslotte is het belangrijk in ogenschouw te nemen dat het fenomeen waarvoor het interdepartementale overleg is ingericht een nieuwe probleem was, waardoor geen precedenten bestonden waarop de betrokken individuen konden bouwen. In dezen blijkt sprake te zijn van een zogenaamd wicked problem.

INTERDEPARTEMENTALE SAMENWERKING ROND DE BESCHERMING TEGEN PIRATERIJ – U VRAAGT, WIJ DRAAIEN 6 8 4.3.4.2 Netwerk cultuur

De tweede deelvraag die werd geformuleerd is: “Op welke wijze wordt het

interdepartementale overleg gekenmerkt in termen van de netwerkcultuur?”

De situational awareness wordt binnen dit netwerkkenmerk gevormd aan de hand van de culturen die alle betrokken Ministeries hebben en in hoeverre zij een vorm vinden (een netwerkcultuur) waarin zij normen en waarden met elkaar delen die hen ondersteunen in het schrijven van een beleidsstandpunt waar iedereen achter staat. Binnen het interdepartementale overleg lijkt in slechts geringe mate sprake van een daadwerkelijke netwerkcultuur. Wel kan gesproken worden over een gemeenschappelijke mind-set, die inhoudt dat alle respondenten aangeven gezamenlijk richting het vormen van een goed beleidsstandpunt te werken. Dit is hun gemeenschappelijke doelstelling. Mede doordat sprake is van een wisselend lidmaatschap, lijkt het moeilijk(er) een netwerkcultuur te creëren of te doen laten ontstaan.

4.3.4.3 Netwerk relaties

De derde deelvraag die werd geformuleerd is: “Op welke wijze wordt het interdepartementale

overleg gekenmerkt in termen van de netwerkrelaties?”

Binnen het netwerkkenmerk inzake de relaties binnen een netwerkorganisatie wordt de

situational awareness gevormd doordat departementen met elkaar communiceren en bepaalde

verbindingen met elkaar aangaan. Binnen het interdepartementale overleg inzake de totstandkoming van het beleidsstandpunt omtrent de inzet van particuliere beveiligers op Nederlandse koopvaardijschepen blijken relatief informele relaties te bestaan. Dit wil niet zeggen dat er sprake is van hechte, sociale relaties. De lijntjes tussen de betrokken individuen zijn kort en er is wel degelijk sprake van interpersoonlijk vertrouwen. Dit wil zeggen dat de gesproken individuen een positieve verwachting lijken te hebben van de intenties en gedrag van de andere betrokkenen. Deze informele relaties kunnen zijn ontstaan als gevolg van zowel actor nabijheid als actor similariteit. Enerzijds gaan de individuen een bepaalde relatie met elkaar aan omdat ze elkaar regelmatig zien en spreken, anderzijds omdat zij allen een beroep uitoefenen (beleidsmedewerkers) met een gelijk doel binnen verschillende departementen van de overheid: het bevorderen van de rechtsstatelijkheid. Interorganisatorisch betekent dit dat de Ministeries van Defensie en Veiligheid en Justitie waarschijnlijk op een meer gemakkelijke

INTERDEPARTEMENTALE SAMENWERKING ROND DE BESCHERMING TEGEN PIRATERIJ – U VRAAGT, WIJ DRAAIEN 6 9

en natuurlijke manier met elkaar samenwerken dan bijvoorbeeld met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Dit komt door de frequente samenwerking op verschillende dossiers.

4.4 Institutionele netwerkaspecten

4.4.1 Planning and control mechanismen

Documenten

In de onderzochte documenten binnen het dossier inzake de inzet van particuliere beveiligers tegen piraterij is geen informatie te vinden over beleid en bestaande planning and control mechanismen binnen de netwerkorganisatie. Er is geen sprake van een formele instellingsbeschikking en er worden geen documenten gevonden waarin de rollen of verantwoordelijkheden per actor zijn vastgelegd of waarin staat hoe het interdepartementale overleg in theorie zou moeten functioneren. Uit de schriftelijke bevraging komt naar voren dat dit niet nodig is, omdat de Ministeries betrokken zijn vanuit hun eigen beleidsverantwoordelijkheid. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu vanwege de scheepvaart, het Ministerie van Defensie vanwege de VPD’s, het Ministerie van Buitenlandse Zaken wegens de ‘buitenlanddimensie’ en wetgeving en het Ministerie van Veiligheid en Justitie vanwege beleid en wetgeving omtrent particuliere beveiligers en wapens en munitie. Toezicht werd in dezen beschouwd als gedeelde verantwoordelijkheid voor het overleg als geheel. Uit de schriftelijke bevraging komt naar voren dat toezicht werd gehouden door de hiërarchische ‘lijnen’ binnen de eigen Ministeries, welke eindigen bij de verschillende Ministers. Het Kabinet wordt gezegd een rol te spelen vanwege het grote aantal uitstelbrieven en het veelvuldige overleg binnen verschillende fracties.

Vanuit de omgeving van het interdepartementale overleg bestaan twee actoren die invloed uitoefenen op de interne bestuurlijke relaties. Enerzijds zijn dit reders en anderzijds zijn dit particuliere beveiligingsbedrijven. De KVNR heeft als vertegenwoordiger van alle Nederlandse reders via diverse mediakanalen en nieuwsberichten op diens eigen website aangegeven dat VPD’s niet altijd afdoende blijken en dat zij pleiten voor de inzet van particuliere beveiligers. Zo zegt Tineke Netelenbos, Voorzitter van de KVNR, in het blad Verzekerd! bijvoorbeeld:

“Ik snap gewoon niet waarom Nederland als vrijwel enige land dwarsligt en geen private beveiligers aan boord van schepen toestaat in de strijd tegen piraterij. De