• No results found

Stimuleren van de economische dynamiek4.6

In document Versterken en verbinden (pagina 68-72)

Behoud van bedrijvigheid is voor dorpen van groot belang voor de leefbaarheid. Ver-sterking van de economische pijlers van het platteland is mogelijk door aansluiting te zoeken bij de kracht van de samenleving en de potentie die in de regio aanwezig is. Door in zetten op de kracht kan een regio zich positioneren en onderscheiden. Nieuwe economische dragers als toerisme, dagrecreatie, zakelijke dienstverlening en kleinschalige bedrijvigheid bieden kansen voor het platteland om de economie te verbreden. Een regio zou zo veel mogelijk moeten aansluiten bij de eigen compara-tieve voordelen. Het platteland kan zich daarbij profileren op de relacompara-tieve lage grond-prijs, de beschikbaarheid van arbeidskrachten en de geringe verkeers opstoppingen. Ook de regionale identiteit biedt een aanknopingspunt om de regionale economie te

versterken. Het inzetten op de kracht van de regio, kan arbeidsplaatsen opleveren en daarmee indirect het draagvlak van voorzieningen verbeteren.

Regio’s kunnen via goede voorzieningen en infrastructuur de condities schep-pen voor het aantrekken van bedrijvigheid, maar het zijn de bedrijven en instellingen die kiezen waar ze zich willen vestigen. Gemeenten en provincies kunnen gezamen-lijk de voorwaarden scheppen zodat de krachten gebundeld worden. Door goede wegen tussen dorpen en stedelijke knooppunten kunnen economische netwerken meer verweven raken en kunnen ondernemers elkaar versterken.

Zorg, landelijk wonen en toerisme bieden mogelijkheden met de vergrijzing. Zo zet Limburg sinds kort in op de senioreneconomie en life sciences (zie kader) en is het Noorden bezig met een Care Valley Noord.

LIMBuRG kIESt VOOR SEnIOREnECOnOMIE En LIFE SCIEnCES

Limburg wil profiteren van de vergrijzing om zo meer werkgelegenheid te creëren. In 2005 stelde de provincie Limburg een kaderregeling senioreneconomie in. Met een aanjaagsubsidie werden ondernemers en organisaties uitgedaagd om mee te doen.

Er zijn drie programmalijnen:

• senior en toerisme. Streefbeeld: de Limburgse toeristische sector benut de groei-kansen die de seniorenmarkt biedt;

• senior en innovatie. Streefbeeld: Limburgse bedrijven ontwikkelen nieuwe pro-ducten en

diensten voor de seniorenmarkt;

• senior als kennisbron. Streefbeeld: Limburgse senioren benutten, actualiseren en dragen hun kennis en vakmanschap over.

De senioreneconomie heeft voor Limburg ook nauwe relaties met het thema life sciences, waar de regio Zuid-Limburg royaal op inzet. In relatief korte tijd heeft de regio Maastricht het imago opgebouwd van life sciences regio door grote inves-teringen in science base, incubatorcenters, samenwerkingsprojecten (ook met Aachen in Euregio-verband) en marketing.

Bron: www.limburg.nl

Leggen van verbindingen tussen steden/dorpen en het landelijk gebied Meer economische verbindingen tussen steden/dorpen en het omliggende plat-teland zal de economie in de regio ten goede kunnen komen. Het landelijk gebied heeft kwaliteiten te bieden waar mensen uit steden naar op zoek zijn, zoals rust en ruimte. Combinaties met zorg, welzijn, kinderopvang en recreatie zijn eenvoudig te maken. Ook kan gedacht worden aan verbindingen in de voedselmarkt, en educatie op gebied van voedsel en natuur. Gemeenten kunnen deze verbindingen stimuleren door doelen te stellen en verbindingen te leggen tussen mensen. Regelgeving vanuit de Rijksoverheid die eigenlijk is gericht op situaties in stedelijk gebied, zou niet

moeten gelden waar dit geen recht doet aan de specifieke situatie in het landelijk gebied.

Benutten van de potentie van het platteland

Het belang van de lokale en regionale economie verdient een gelijkwaardige plek naast het verbeteren van de internationale concurrentiepositie. De economische ontwikkeling bepaalt voor een groot deel de sociale en culturele ontwikkelmoge-lijkheden in een regio, variërend van wonen en onderwijs tot recreatie en cultuur. Pieken in de Delta, de huidige gebiedsgerichte economische beleidsagenda zet in op een concurrerende en dynamische economie. De verschillende landsdelen kennen eigen programma’s, zoals Food Valley, Energy Valley, Care Valley. Met dit beleid is de aandacht verschoven van het wegwerken van achterstanden naar het beter benutten van kansen en sterke punten. De nadruk wordt hierbij gelegd op de sterke economische dragers in innovatieve regio’s en stedelijke gebieden. Het inzetten op economische knooppunten heeft een positieve uitstraling op de werkgelegenheid in het omliggen de gebied. De rijksdoelen voor economische groei zijn vooral gericht op het sterker maken van de economische knooppunten. Het versterken van economi-sche dragers zou niet alleen beperkt moeten blijven tot innovatieve regio’s, oftewel sterk stedelijke gebieden. Economische dragers op het platteland hebben ook veel te bieden. Juist het buiten de geijkte kaders denken biedt meer kansen voor innovatie. Met name voor de kenniseconomie kan het platteland een grote rol vervullen, door-dat bedrijven met internet en andere ICT minder gebonden zullen zijn aan de ves-tiging in de Randstad. Wel moet dan geïnvesteerd worden in de randvoorwaarden, zoals een goede ICT-infrastructuur. Om de economische structuur te versterken zien we een rol voor de provincie. Het mag niet zo zijn dat de provincie enkel middelen in mogen zetten op de innovatieve regio’s en de stedelijke gebieden.

Regionale afstemming van bedrijventerreinen

Nieuwe bedrijventerreinen kunnen leiden tot leegstand op andere plekken, waar-door oude bedrijventerreinen verloederen. Goede afstemming over het toevoegen van bedrijventerreinen is nodig om te zorgen dat het regionale aanbod bij de vraag past. Zo moet worden voorkomen dat leegstand het beeld gaat bepalen. De ruimte van verouderde bedrijventerreinen zou een kwaliteitsimpuls kunnen krijgen door in te zetten op herstructurering, waarbij de ruimte weer optimaal benut wordt. Vanuit oogpunt van zorgvuldig ruimtegebruik heeft ook meerlaags bouwen de voorkeur boven een nieuw bedrijventerrein aanleggen.

Ruimte voor bedrijvigheid in dorpen

Bedrijvigheid is van belang voor de werkgelegenheid. Dit geldt niet alleen voor steden, maar evengoed voor de perifere regio’s. Naast werkgelegenheid is bedrij-vigheid van grote waarde voor de sociale vitaliteit in een dorp, bijvoorbeeld voor sponsoring van het verenigingsleven en de bijdrage die het bedrijfsleven levert aan

dorpsactiviteiten. Bovendien zorgt het voor stageplaatsen voor jongeren. Familie- en gezinsbedrijven spelen een belangrijke rol in een vitaal platteland. De centrale aan-leg van grootschalige bedrijvigheid in een regio is geen gewenste ontwikkeling. In veel gevallen trekt dit bedrijven weg uit omliggende dorpen. Ondernemers die hun bedrijf willen uitbreiden moeten dan verplaatsen naar een grotere kern. Deze onder-nemers blijven liever in het eigen dorp werken en wonen waar ze een sociale binding mee hebben. Het beperkte aanbod van lokale bedrijventerreinen in kleine dorpen wordt door ondernemers als een probleem gezien wordt. 99 Dorpen moeten de eigen bedrijven bij groei een plaats kunnen bieden binnen de gemeentegrenzen en ruimte hebben voor ondernemerschap vanuit de eigen gemeenschappen.

Inzetten op de kwaliteit van bedrijventerreinen

Dorpen kunnen hun vestigingsklimaat verbeteren door zich te onderscheiden op de kwaliteit van hun bedrijventerreinen.

Gemeenten moeten ook werk maken van goede inpassing van bedrijventer-reinen. Voor de kwaliteit van de leefomgeving is een goede inpassing in het gebied van grote waarde. Dit kan bijvoorbeeld op veel plaatsen verbeterd worden door een groene wal te plaatsen tussen het bedrijventerrein en de woonwijk of het open gebied.

Samenwerking tussen bedrijven, onderwijs en overheid

De regionale werkgelegenheid is gebaat bij een goede afstemming van vraag en aanbod. Door het stimuleren van hoogwaardige regionale werkgelegenheid en een breder onderwijsaanbod kan ook op het platteland vraag en aanbod van werkgelegenheid goed op elkaar aansluiten. Hier ligt een uitdaging op regionaal niveau. Gemeenten, kennisinstellingen en ondernemers kunnen in overleg richting geven aan het goed aansluiten van onderwijs bij de regionale werkgelegenheid. De gemeenten kan het bedrijfsleven ook meer uitdagen om te innoveren als launching customer. Als taak van gemeenten we zien we vooral het bij elkaar brengen van mensen en verbindingen leggen, zodat de mensen zelf hun kansen kunnen benutten.

LOkAAL WERkGELEGEnHEIDSPLAn DOOR WERk AAn DE WEG

Met het oog op de bevolkingskrimp heeft Zuid-Limburg alle arbeidskrachten nodig op de arbeidsmarkt. Daarom zet de Maastrichtse wethouder Luc Winants een lokaal werkgelegenheidsplan op voor langdurig werklozen en schoolverlaters zonder diploma. De regio Zuid-Limburg kent ongeveer 30.000 werkzoekenden. Op een nieuwe A2-school worden ongeveer 1500 werklozen opgeleid tot metselaars en betonvlechters voor de bouw van een langverwachte snelwegtunnel. Voor een groot deel leren ze het vak in de praktijk door de bouw van de tunnel. De opleiding wordt maatwerk. De één zal een cursus sociale vaardigheden nodig hebben, de 99 | LEI, Lokale bedrijvigheid, leefbaarheid en sociale vitaliteit in het landelijk gebied, Een

ander kan meteen mee als handlanger van een betonvlechter of metselaar, en het vak zo in de praktijk leren.

Bron: Volkskrant, A2-school in Maastricht voor werk aan de weg, 1 november 2008.

Inspelen op bevolkingskrimp

In document Versterken en verbinden (pagina 68-72)