• No results found

Spiritualiteit speelt een belangrijke rol in copingsmechanismen

In document SPIRITUELE ZORG DOORHEEN (pagina 7-0)

1. Spiritualiteit en het verband met gezondheid(szorg)

1.2. Verband tussen spiritualiteit en gezondheid(szorg)

1.2.2. Spiritualiteit speelt een belangrijke rol in copingsmechanismen

Spiritualiteit maakt deel uit van de copingsmechanismen die mensen hebben. Bij zinverlies en gezondheidsproblemen treden copingsmechanismen in het werk om opnieuw zin, een doel en betekenis te vinden.

Zo toont een literatuurstudie uit Nederland13 aan dat spiritualiteit een belangrijke factor is die invloed heeft op de mate waarin en de manier waarop mensen hun levensstijl aanpassen wanneer ze geconfronteerd worden met chronische hart- en vaatziekten. De literatuurstudie verwijst bovendien naar tal van andere onderzoeken waarin de relatie tussen spiritualiteit en therapietrouwheid/levensstijl aangetoond wordt.

Uit een Vlaamse bevraging bij moslimvrouwen (boven de 55 jaar) komt bovendien naar voor dat religie niet alleen een belangrijke rol speelt in de nood aan rituelen (bv. gebed), maar dat deze eveneens een impact heeft op de omgang met ziekte en lijden14. Enkele moslimvrouwen uit dit onderzoek vonden kracht in hun geloof en hielden zichzelf voor: “Be patient and grateful”15. Uit diverse andere studies (onder meer uit een onderzoek in Nederland) blijkt dat mensen die moeten revalideren (bv. na een beroerte) en die erin slagen om zin en betekenis te vinden tijdens het revalidatieproces, over een beter adaptatievermogen én een grotere motivatie beschikken16.

De uitkomst is echter niet steeds positief. Onderzoek toont aan dat spiritualiteit copingsmechanismen ook op een negatieve manier kan beïnvloeden, wat kan samenhangen met negatieve outcomes op het vlak van gezondheid (zie punt 1.2.4.) 17.

11 C.P. HERMANN, Spiritual Needs of Dying Patients. A Qualitative Study, in Oncology Nursing Forum 28/1 (2001) 67-72; L.

DEGRYSE, Spirituele screening op de afdeling Algemene Medische Oncologie, UZ Leuven (2015);

http://www.pastoralezorg.be/cms2/uploads/elisabeth/file/uitgelicht/Liesbeth_degryse(1).pdf (toegang 1.05.2019).

12 Vragen over de eigen identiteit en de betekenis van de ziekte blijken ook belangrijk te zijn voor mensen die niet expliciet gelovig zijn: A. BÜSSING, Spirituality as a Resource to Rely on in Chronic Illness. The SpREUK Questionnaire, in Religions 1 (2010) 9-17.

13 A.J. JANSSEN-NIEMEIJER, M. Visse, R. VAN LEEUWEN, C. LEGET & B.S. CUSVELLER, The Role of Spirituality in Lifestyle Changing Among Patients with Chronic Cardiovascular Diseases. A Literature Review of Qualitative Studies, in Journal of Religion and Health 56/2 (2017) 1460-1477.

14 G. BAEKE,J.WILS &B.BROECKAERT,“Be Patient and Grateful” – Eldery Muslim Women’s Responses to Illness and Suffering, in Journal of Pastoral Care Counseling 66/3 (2012) 1-9.

15 Ibid.

16 R.B. KING et al., Adaptation to Stroke. A Longitudinal Study of Depressive Symptoms, Physical Health and Coping Progress, in Topics in Stroke Rehabilitation 9/1 (2002) 46-66; E. LITTOOIJ et al., Global Meaning and Rehabilitation in People with Stroke, in Brain Impairment 19/2 (2018) 183-192.

17 G. FITCHETT, Recent Progress in Chaplaincy-Related Research, in Journal of Pastoral Care & Counseling 71/3 (2017), p. 165;

C.L. PARK, Spirituality and meaning making in cancer survivorship, in K.D. MARKMAN,T.PROULX &M.J.LINBERG (EDS.),The Psychology of Meaning (2013) 257‐277.

5 1.2.3. Spiritualiteit en de aandacht en ruimte voor spiritualiteit door zorgverleners,

beïnvloedt kwaliteit van leven

Diverse studies zoomen in op het verband tussen ‘spiritualiteit’ en ‘levenskwaliteit’18. De eindconclusie van deze studies is telkens gelijklopend: hoe hoger het spiritueel welzijn19 van iemand, hoe hoger zijn/haar levenskwaliteit blijkt te zijn. Dit stelde onder meer Prince-Paul vast in zijn steekproef van zorgvragers die kanker hadden en bij wie het einde nabij was20. Ook bij andere zorgvragers met chronische ziekten in diverse landen (USA, Zweden, Australië…) kwamen de onderzoekers een link tussen ‘spiritueel welzijn’ en ‘hogere levenskwaliteit’ op het spoor21.

Omgekeerd daalt de levenskwaliteit wanneer zorgvragers worstelen met een gebrek aan zin of een negatieve religieuze coping (bv. worstelen met een destructief Godsbeeld). Dit werd alvast aangetoond bij ouderen22. Ook bij patiënten met HIV/AIDS stelden onderzoekers een verband vast tussen spirituele struggle en negatieve uitkomsten, onder meer op het gebied van levenskwaliteit23.

1.2.4. Spiritualiteit en de aandacht en ruimte voor spiritualiteit door zorgverleners, beïnvloedt beleving én meetbare indicatoren van fysieke en mentale gezondheid Spiritualiteit heeft een impact op fysiek en mentaal welzijn:

Zo zouden patiënten die revalideren minder kans hebben op depressies wanneer ze zin blijven vinden in hun leven24. Een recenter onderzoek uit Nederland (2018) bevestigt dat het zingevingskader van mensen een impact heeft op de manier waarop met stress en andere emoties wordt omgegaan alsook op het fysieke, sociale en emotionele functioneren25. Het

18 G. FITCHETT, Recent Progress in Chaplaincy-Related Research, in Journal of Pastoral Care & Counseling 71/3 (2017), 163-175, p. 165; A. CANADA et al., Racial/ethnic Differences in Spiritual Well-being among Cancer Survivors, in Journal of Behavioral Medicine 36/5 (2013) 441–453; M. PRINCE-PAUL, Relationships among Communicative Acts, Social Well-Being and Spiritual Well-Being on the Quality of Life at the End of Life in Patients with Cancer Enrolled in Hospice, in Journal of Palliative Medicine 11 (2008) 20-25; H. S. L. JIM et al., Religion, Spirituality, and Physical Health in Cancer Patients. A Meta-Analysis, in Cancer 121 (2015) 3760-3768; W. D. WINKELMAN et al., The Relationship of Spiritual Concerns to the Quality of Life of Advanced Cancer Patients. Preliminary findings, in Journal of Palliative Medicine 14/9 (2011) 1–7; F. REGO et al., The Influence of Spirituality on Decision-making in Palliative Care Outpatients. A Cross-sectional Study, in BMC Palliative Care 19/22 (2020) 1-14; M.W. RABOW &S.J.KNISH,Spiritual Well-being Among Outpatients with Cancer Receiving Concurrent Oncologic and Palliative Care, in Support Care Cancer 23/4 (2015) 919-923; J.M. BREDLE et al., Spiritual Well-Being as a Component of Health-Related Quality of Life. The Functional Assessment of Chronic Illness Therapy-Spiritual Well-Being Scale (FACIT-Sp), in Religions 2/1 (2011) 77-94.

1919 Iemand met een hoog spiritueel welzijn ervaart voldoende zin en betekenis in het eigen leven. Wanneer dit welzijn ontbreekt, ontstaan ‘spirituele noden’ vanuit een verlangen om zin en betekenis te ervaren.

20 M. PRINCE-PAUL, Relationships among Communicative Acts, Social Well-Being, and Spiritual Well-Being on the Quality of Life at the End of Life in Patients with Cancer Enrolled in Hospice, in Journal of Palliative Medicine 11/1 (2008) 20-25.

21 L. ORIS et al., Illness Identity in Adults with a Chronic Illness, in Journal of Clinical Psychology in Medical Settings, 25/4 (2018) 429-440; J.M. BREDLE et al., Spiritual Well-Being as a Component of Health-Related Quality of Life. The Functional Assessment of Chronic Illness Therapy-Spiritual Well-Being Scale (FACIT-Sp), in Religions 2/1 (2011) 77-94.

22 K. I. PARGAMENT et al., Religious Coping Methods as Predictors of Psychological, Physical and Spiritual Outcomes Among Medically Ill Elderly Patients. A Two-year Longitudinal Study, in Journal of Health Psychology 9/6 (2004) 713–730.

23 K. TREVINO et al., Religious Coping and Physiological, Psychological, Social and Spiritual Outcomes in Patients with HIV/AIDS. Cross-sectional and Longitudinal Findings, in AIDS and Behavior 14/2 (2010) 379–389.

24 R.B., KING et al., Adaptation to Stroke. A longitudal study of Depressive Symptoms, Physical Health and Coping Progress, in Topics in Stroke Rehabilitation 9/1 (2002) 46-66.

25 E. LITTOOIJ, J. DEKKER, J. VLOOTHUIS, G. A.M. WIDDERSHOVEN & C. LEGET, Global Meaning and Rehabilitation in People with Stroke, in Brain Impairment 19/2 (2018) 183-192.

6 hoeft dan ook niet te verwonderen dat patiënten die een tekort aan zin ervaren juist minder snel/goed revalideren26.

Uit een onderzoek bij 32 000 oncologische zorgvragers bleek bovendien dat de patiëntengroep die betekenis/zin/een doel vond en zich verbonden voelde met iets wat hem/haar oversteeg, minder te kampen kreeg met symptomen van kanker en van de behandeling27. Daarnaast zou spiritualiteit mensen met kanker helpen om rust te vinden in het omgaan met existentiële angsten28.

Een recent Vlaams onderzoek (Desmet et al., 2021) toont aan dat ouderen die moeite hebben met het vinden van betekenis of angst voor de dood ervaren, meer worstelen met depressie en een grotere pijnintensiteit29. Bij ouderen met dementie stelde een Vlaamse onderzoeker eveneens vast dat hoe hoger de bewoners scoorden op betekenisbeleving hoe minder depressieve symptomenen werden gerapporteerd. Meer zelfs, wanneer de bewoner met dementie meer betekenis in het leven vond, bleek deze persoon één jaar later na de eerste meting gemiddeld gezien ook minder symptomen van depressie te hebben. Betekenis vinden in het leven is dus een voorspellende factor wat het psychisch functioneren betreft bij mensen met dementie30.

Gelijkaardige resultaten komen we op het spoor in een onderzoek met 883 palliatieve oncologische patiënten waarvan het merendeel (36,8%) aangaf niet gelovig te zijn. Anderen noemden zichzelf christen (20,3%), katholiek (18,7%) of anders-gelovig (12,3%) of specifieerden hun levensbeschouwing niet (8,8%). In deze studie werd het verband onderzocht tussen spiritueel welzijn - dat de onderzoekers definieerden als de ervaring van controle, betekenis, meer rust rond de eigen identiteit en de existentiële uitdaging waarvoor palliatieve patiënten staan - én andere symptomen. De onderzoekers concludeerden dat hoe hoger het spiritueel welzijn van de zorgvrager is, hoe minder deze persoon te kampen krijgt met depressieve gevoelens, angst, vermoeidheid en pijn. Bovendien toonde de studie aan dat het spiritueel welzijn van de patiënten verbeterde nadat de zij palliatieve zorg hadden ontvangen van palliatieve artsen en verpleegkundigen31.

Wanneer we inzoomen op expliciet ‘religieuze’ copingsstrategieën blijkt uit onderzoek bij ouderen dat een positieve religieuze copingsstrategie (tevreden benadering van religie, zoeken van steun bij de religieuze gemeenschap, het zoeken van spirituele verbinding…) leidt

26 G. FITCHETT et al., The Role of Religion in Medical Rehabilitation Outcomes. A Longitudinal Study, in Rehabilitation Psychology 44/3 (1999) 333– 353.

27 H.S.L. JIM et al., Religion, Spirituality and Physical Health in Cancer Patients. A Meta-Analysis, in Cancer 121/21 (2015) 3760-3768; C.I. RIPAMONTI et al., Spiritual Care in Cancer Patients. A Need or an Option?, in Current Opinion in Oncology 30/4 (2018) 212-218.

28 M.PREAU, A.D.BOUHNIK & A.G.LE COROLLER SORIANO, Two Years after Cancer Diagnosis, What is the Relationship Between Health‐related Quality of Life, Coping Strategies and Spirituality?, in Psychological Health Medicine 18/4 (2013) 375‐386.

29 L. DESMET, J. DEZUTTER,A.VANDENHOECK &A.DILLEN,Spiritual Needs of Geriatric Hospitalized Patients and the Associations with Depressive Symptoms and Pain Intensity. A Cross-Sectional Study in Belgium, in Journal of Religion Spirituality & Aging (2021) 1-23.

30L. DEWITTE,Losing Memory, Losing Meaning? Towards a Deeper Understanding of Meaning in Life in Older Adults with Alzheimer’s disease, onuitgegeven proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor in de psychologische en

pedagogische wetenschappen, K.U. Leuven, 2020.

31 M.W. RABOW &S.J.KNISH,Spiritual Well-being Among Outpatients with Cancer Receiving Concurrent Oncologic and Palliative Care, in Support Care Cancer 23/4 (2015) 919-923.

7 tot een verbeterde fysieke, spirituele en mentale gezondheid32. Anderzijds kunnen ouderen door een gebrek aan zin, verbondenheid, een negatieve religieuze coping meer te kampen krijgen met symptomen zoals depressie én zelfs een spoediger levenseinde. Bovendien voelen ze zich functioneel beperkter dan hun leeftijdsgenoten die wel kracht kunnen halen uit hun spiritualiteit33.

Ook bij patiënten met HIV/AIDS werd de link tussen spirituele struggle en negatieve uitkomsten (op het gebied van HIV-symptomen, mentaal en spiritueel welzijn, gevoel van eigenwaarde, sociale ondersteuning) aangetoond34.

Terwijl in de vorige punten vooral verwezen werd naar onderzoek waarin het subjectieve welzijn van patiënten werd afgetoetst, bestaat er ook een waaier aan onderzoek dat inzoomt op de relatie tussen spiritualiteit/religie en enkele objectief meetbare indicatoren van de fysieke gezondheid van mensen.

Een recente analyse toonde aan dat er een verband bestaat tussen de cardiovasculaire gezondheidsindicatoren (zoals hypertensie/stress, bloeddruk, cortisol…) en indicatoren met betrekking tot ontstekingen en immuniteit (zoals hoeveelheid C-reactief proteïne35) enerzijds en de religie/spiritualiteit van mensen anderzijds. Volgens de onderzoekers geven deze resultaten aan dat een positieve coping van religie en spiritualiteit ervoor kan zorgen dat stress en depressie afneemt waardoor er een kleinere kans is op ontstekingen36.

In een onderzoek bij HIV-patiënten werd bij de groep patiënten die houvast vond in religieuze en spirituele krachtbronnen een langzamere evolutie van de ziekte van HIV vastgesteld37. Ten slotte verwijzen we naar een overkoepelende literatuurstudie van Koenig (2012) waarin hij vanuit 100 kwantitatieve studies de link tussen religie en fysieke/mentale gezondheid bestudeert én verduidelijkt. In deze studie wordt ‘spiritualiteit’ gezien als religieuze geloofsovertuigingen/praktijken en ligt de nadruk op de verbondenheid met het transcendente (God). Hij concludeert dat een groot aantal onderzoeken aantoont dat mensen die kracht halen uit hun religie een betere mentale gezondheid hebben en zich sneller kunnen aanpassen aan uitdagingen op het vlak van gezondheid. Het psychologisch welzijn dat hieruit voortkomt, heeft op zijn beurt een impact op de lichamelijke gezondheid van mensen38.

32 K. I. PARGAMENT et al., Religious Coping Methods as Predictors of Psychological, Physical and Spiritual Outcomes Among Medically Ill Elderly Patients. A two-year longitudinal study, in Journal of Health Psychology 9 (2004) 713–730.

33 Ibid.

34 K. TREVINO et al., Religious Coping and Physiological, Psychological, Social and Spiritual Outcomes in Patients with HIV/AIDS. Cross-sectional and Longitudinal Findings, in AIDS and Behavior 14 (2010) 379–389.

35 C-reactief proteïne is een eiwit dat ontstaat bij ontstekingen.

36 EC. SHATTUCK & M.P. MUEHLENBEIN, Religiosity/Spirituality and Physiological Markers of Health, in Journal of Religion and Health 59/2 (2020) 1035-1054.

37 G. IRONSON et al., View of God as Benevolent and Forgiving or Punishing and Judgmental Predicts HIV Disease Progression, in Journal of Behavioral Medicine 34/6 (2011) 414–425; H. KREMER, Spiritual Coping Predicts CD4-cell Preservation and Undetectable Viral Load over Four Years, in AIDS Care 27 (2015) 71–79.

38 H.G. KOENIG,Religion, Spirituality and Health. The Research and Clinical Implications, in International Scholar Research Notes Psychiatry 2012 (2012) 27830-27833.

8 1.2.5. Impact op ethische keuzes

Tenslotte speelt spiritualiteit een wezenlijke rol in de (ethische) keuzes die mensen maken gedurende hun zorg- en behandelingsproces39.

• De spirituele dimensie hangt immers samen met wat iemand van waarde vindt, welke relaties voor hem/haar belangrijk zijn en wat iemands wereldbeeld of innerlijke houding is.

• Daarnaast kan de spirituele dimensie van een gelovig iemand ook gekleurd zijn door een gelovig zingevingskader (bv. bij prenatale diagnostiek of keuzes rond zwangerschapsafbreking, in de visie op levenseindezorg, bloedtransfusies…)40. Uit een Vlaams onderzoek waarin joodse vrouwen in Antwerpen werden bevraagd, blijkt dat gelovige joodse vrouwen die God zagen als een almachtige God die wél beslist over geluk en ongeluk, euthanasie afkeurden. Bovendien wees dit onderzoek erop dat het beeld dat iemand heeft van de transcendente werkelijkheid of van God een sterkere impact heeft op het al dan niet afkeuren van euthanasie dan (on)religieus zijn41. De visie van joodse vrouwen die zichzelf ‘ongelovig’ noemen en geen transcendente realiteit erkennen kwam in deze studie immers overeen met de visie van joodse vrouwen die geloven in een God die geen ongeluk veroorzaakt. Beide groepen legden de nadruk op het recht van mensen om zelf beslissingen te nemen rond leven en dood.

39 E. LITTOOIJ et al.,The Importance of ‘Global Meaning’ for people rehabilitating from Spinal Cord Injury, in Spinal Cord 54/11 (2016) 1047-1052; G. A. SILVESTRI et al., Importance of Faith on Medical Decisions Regarding Cancer Care, in Journal of Clinical Oncology 21/7 (2003) 1379-1382; D.H. GROSSOEHME et al., We were Chosen as a Family. Parents’ Evolving Use of Religion when Their Child has Cystic Fibrosis, in Journal of Religion & Health 51/4 (2012) 1347-1358; A. BÜSSING, Spirituality as a Resource to Rely on in Chronic Illness. The SpREUK Questionnaire, in Religions 1 (2010) 9-17, p. 17.

40 E. LITTOOIJ et al.,The Importance of ‘Global Meaning’ for people rehabilitating from Spinal Cord Injury, p. 1047; B. BROECKAERT, Spirituality and Palliative Care, in Indian Journal of Palliative Care 17 (2011) 39-41; B. BROECKAERT,Palliative Care Physicians’s Religious/World View and Attitude Towards Euthanasia. A Quantitative Study Among Flemish Palliative Care Physicians, in Indian Journal of Palliative Care 15/1 (2009) 41-50; J. GIELEN,S. VAN DEN BRANDEN &B.BROECKAERT,Religion and Nurses’ Attitudes to Euthanasia and Physician Assisted Suicide, in Nursing Ethics 16/3 (2009) 303-318; C. AHADDOUR, S. VAN DEN BRANDEN & B.

BROECKAERT, Between Quality of Life and Hope. Attitudes and Beliefs of Muslim Women toward Withholding and Withdrawing Life-Sustaining Treatments, in Medicine, Health Care and Philosophy 51/3 (2018) 347 – 361; C. AHADDOUR & B. BROECKAERT, “For Every Illness There is a Cure”. Attitudes and Beliefs of Moroccan Muslim Women Regarding Health, Illness and Medicine, in Journal of Religion and Health 57/57 (2017) 1285-1303; C. AHADDOUR, S. VAN DEN BRANDEN & B. BROECKAERT, “God is the Giver and Taker of Life”. Muslim Beliefs and Attitudes regarding Assisted Suicide and Euthanasia, in AJOB Primary Research 9/1 (2017) 1-11; J. GIELEN et al., The Diverse Influence of Religion and World View on Palliative-Care Nurses’ Attitudes towards Euthanasia, in Journal of Empirical Theology 24/1 (2011) 36-56.

41 G. BEAKE,J.WILS &B.BROECKAERT,“We Are (Not) the Master of Our Body’. Eldery Jewish Women’s Attitudes towards Euthanasia and Assisted Suicide, in Ethnicity & Health 16/3 (2011) 259-287.

9

2. Spirituele zorg

Op basis van de voorafgaande opsomming is er eigenlijk geen twijfel mogelijk: we moeten zorg dragen voor de spirituele dimensie van zorgvragers, hun naasten en collega-zorgverleners. Maar hoe kunnen we dit concreet doen? Ofwel: wat bedoelen we precies met

‘spirituele zorg’ (2.1)? En wie verleent het (2.2)?

2.1. What’s in a name?

De volgende beschrijvingen helpen ons op weg:

“Spiritual Care is that care which recognises and responds to the needs of the human spirit when faced with trauma, ill health or sadness and can include the need for meaning, for self worth, to express oneself, for faith support, perhaps for rites or prayer or sacrament, or simply for a sensitive listener42”.

“Spiritual Care is understood as the care that addresses existential and religious and/or spiritual needs and challenges in connection with illness and crisis43”.

Conclusie? Met spirituele zorg willen we zoveel als mogelijk tegemoetkomen aan de spirituele noden waarmee zorgvragers, naasten en collega-zorgverleners worstelen én willen we krachtbronnen (datgene wat zin geeft) versterken. En dat alles met het oog op totaalzorg, kwaliteit van leven, fysieke en mentale gezondheid én een goede begeleiding bij medische keuzes (zie 1.2.1.-1.2.5.).

2.2. Wie verleent het?

2.2.1. Spiritueel zorgverlener als expert

Net zoals er zorgverleners zijn met expertise op het gebied van de lichamelijke zorg en de zorg voor de psychische en sociale dimensie van zorgvragers, zijn er ook zorgverleners die zich gespecialiseerd hebben in de zorg voor de ‘spirituele dimensie’.

Spiritueel zorgverleners beschikken over de nodige competenties44 én een doorleefde spiritualiteit die doorheen de opleiding wetenschappelijk werd doordacht. Een specifieke groep spiritueel zorgverleners vertrekt vanuit de katholieke geloofsovertuiging en inspiratie, maar met een grote openheid voor anders- of niet-gelovige zorgvragers. Dergelijke spiritueel zorgverleners noemen we zorgpastores45.

42 NHS Education for Scotland, Spiritual Care Matters;

https://www.nes.scot.nhs.uk/media/23nphas3/spiritualcaremattersfinal.pdf (toegang 01.02.2021).

43 C. HVIDT et al., What is Spiritual Care? Professional Perspectives on the Concept of Spiritual Care identified through Group Concept Mapping, in BMJ Open 10/12 (2020) 1-10.

44 UK Board of Healthcare Chaplaincy, Spiritual and Religious Care Capabilities and Competences for Chaplaincy Support (2015);

ukbhc.org.uk/wp-content/uploads/2019/12/ukbhc_spiritual_and_religious_capabilities_and_competences_for_chaplaincy_support_2015.pd f (toegang 5.02.2021).

45 Benamingen van spiritueel zorgverleners uit andere denominaties: anglicaanse aalmoezenier, de islamconsulent, de protestants-evangelische aalmoezenier, de vrijzinnig-humanistisch consulent.

10 Maar wat doen spiritueel zorgverleners precies met behulp van hun competenties? In wat volgt zoomen we in op het takenpakket van de zorgpastor, omdat wij (de Beroepsvereniging voor Zorgpastores) hierover de meeste expertise hebben.

Vanuit hun expertise stellen pastores een ‘spirituele diagnose’. Hiervoor peilt de pastor naar spirituele noden (bv. zoeken naar hoop, ethische zorgen, zorg om levenseinde, omgaan met levensverandering, relatie tussen waarden/geloof en behandeling…) en krachtbronnen (relatie(s), geloof, natuur, doelen, copingstrategieën uit het verleden…) van zorgvragers en/of hun naasten.

Vervolgens probeert de pastor tegemoet te komen aan de spirituele noden door zijn/haar interventies hierop af te stemmen (bv. iemand op verhaal laten komen, ruimte geven om te rouwen, een gebed, ritueel of sacrament voorbereiden en voorgaan, communicatie tussen zorgteam en zorgvrager optimaliseren, begeleiding in ethische keuzes…).

Daarnaast zal de pastor proberen om de krachtbronnen van iemand te helpen ontdekken en/of versterken (bv. wijzen op waarden, belangrijke relaties, mogelijke toekomstverhalen…).

Hierbij stelt de pastor telkens de beoogde effecten voorop, zoals het bewaren van waardigheid en respect van de zorgvrager, het versterken van de autonomie, het uithouden/verwerken van een moeilijke situatie…. Tenslotte gaat de pastor na wat de resultaten zijn van zijn/haar pastorale interventies. Op die manier kan hij/zij bijsturen indien nodig, maar ook de eigen professionaliteit verdiepen46.

Een soortgelijke driedelige opdeling wordt gemaakt binnen zogenoemde taxonomieën. Een taxonomie is een lijst met alle taken van de pastor die vanuit wetenschappelijk onderzoek (op basis van literatuurstudie, registraties van pastores…) wordt opgesteld. Taxonomieën bieden

Een soortgelijke driedelige opdeling wordt gemaakt binnen zogenoemde taxonomieën. Een taxonomie is een lijst met alle taken van de pastor die vanuit wetenschappelijk onderzoek (op basis van literatuurstudie, registraties van pastores…) wordt opgesteld. Taxonomieën bieden

In document SPIRITUELE ZORG DOORHEEN (pagina 7-0)