• No results found

SPELEN IN DE BADKAMER

In document SHELF NUMBER (pagina 26-29)

Al. tt roer recht staat, gaat tt bootje recht door.

Aan 't eind van den bak, moet je tt dan telkens om·

keeren. d D . .

Anders stoot 't tegen den steenen ran. at IS met goed voor tt bootje. Want tt is van blik. En dan komen er deuken in. Of de verf gaat er af.

En je moet 't telkens een duwtje geven om 't om te draaien.

t' Moet vanzelf omkeeren! Dat is veel leukerI . Daarom zet Koen 't roer niet recht, maar tn beetje

schuin. ' b .

Als hij 't roer naar rechts doet, gaat t ootJe naar

rechts. , . , li k

En als hij 't roer links draalt, vaart t n~ar n. s.

En al maar in de rondte, totdat de machine sbl staat.

Soms binden ze 'n plankje achter 't bootje, met 'n

draadje garen.. ..

Dat plankje mag ntet groot zIJn.

Anders blijft tt scheepje stilliggen. 't Is niet zoo heel erg sterk.

't Touwtje moet niet te lang wezen. Want dan komt tt in de schroef. En dan kan die niet draaien.

Soms maken de jongens storm in den bak.

Met hun handen roeren ze heel hard in 't water heen en weer.

Dan komen er golven.

't Bootje danst op en neer. De golven slaan er soms overheen. 't Schommelt vreeselijk naar links en rechts.

Dan hebben de jongens pret.

't Bootje kan niet zinken. 't Water kan er niet in komen. Want van boven is tt heelemaal dicht.

Maar 't vaart erg moeilijk.

Telkens komt er 'n golf tegen aan. En die tilt 't hoog op.

Daarna valt 't ineens weer in de diepte.

't Komt zoo niet vlug vooruit.

Dat geeft niets.

~=-~._~~~~.--~~~~...,..~

--_. __ ._---...,..~

Jan en Koen hebben ook wel 'n echte boot. Die heeft Koen immers van Sinterklaas gekregen.

Niet zootn groote als 't "Hollandje bootje".

tn Kleine maar.

Maar die toch echt varen kan.

Niet met stoom.

Koen moet tt bootje opwinden met tn sleutel.

Dan houdt hij eerst de schroef goed vast.

Als hij de boot in tt water gezet heeft, laat hij de schroef gauw los.

Rrrrl doet de schroef dan en tt scheepje gaat prach-tig vooruit.

lieele, kleine, vlugge golfjes komen van achteren.

En van voren snijdt tt bootje als 'n mes door 't stiIIe water.

Weet je waar de jongens tt laten varen?

Achter, in de badkamer.

Daar zijn twee groote mandiebakken vol met regen-water.

Dat water komt, als tt regent, van tt dá af door 'n lange goot.

In den eenen bak mogen de kinderen niet spelen.

Dat water moet schoon blijven, om er van te scheppen bij tt baden.

Maar in den anderen, daar mogen ze wel in kruipen.

Als Maatje ook in de badkamer is.

Daarin laten ze nu tt scheepje rondvaren.

Weet je, hoe dat kan?

IX. SPELEN IN DE BADKAMER.

Voor Baboe zijn ze niet bang . . . .

Al tt water loopt er uit.

En nu tillen ze de leege kuip met hun beidjes hooi op.

Op den rand van den bak.

Dat is erg zwaar. Ze hijgen er van.

Maar 't gaat toch.

Nu schuiven ze de kuip in 't water.

Pats! Daar drijft ze.

Die kuip is nu hun schip. Daar kunnen ze echt mee varen.

Eerst Koen, die is de grootste.

Z'n hanssop trekt hij uit, en gooit hem op den grond.

46

Dat hobbelen op en neer, en dat zwaaien heen en weer, dat vinden de jongens juist aardig.

Als tt later maar niet zoo met 't groote schip gaat, als ze naar Holland varen.

Dan moet tt maar altijd mooi weer op zee zijn. Dan moet er maar geen storm komen.

Storm op zee is heel niet leuk, hoorl

Op tt laatst halen ze 't bootje uit den bak.

Ze kruipen er zelf in.

Dat mag niet. Want Maatje is er niet bij. En dan wil Pa tt niet hebben.

Waarom niet?

Is hij bang, dat de kinderen verdrinken? 0, neenl Zoo diep is de bak gelukkig niet.

Als Jan er in staat, komt 't water maar tot aan z'n borst.

Hooger nietl

Maar Pa is bang, dat z'n jongens ziek worden. Ze blijven er altijd zoo lang in.

Als Maatje de kinderen gewasschen heeft, mogen ze wel eens in den bak rondspartelen.

Maar alleen, zonder Maatje!

Neen, dat mag niet.

Toch doen ze 'tl 't Is zoo heerlijkl

Er is visite in de voorgalerij.

Baboe roept wel, dat Jan en Koen er uit moeten.

Maar als de jongens niet willen, luisteren ze naar Baboe niet. Voor Baboe zijn ze niet bang.

Baboe gaat op 't laatst maar weg.

"Soedahl" zegt ze.

Gaat ze 't aan Pa vertellen?

Neen, want er is immers visite.

Ze gaat naar achteren. Ze hurkt op den grond, en kauwt sirih.

De jongens gooien de groote zinken kuip, waarin ze altijd door Maatje gewasschen worden, om.

Naakt stapt hij in z'n schip.

De kuip is rond.

Je moet voorzichtig instappen en goed zitten.

Anders duikelt hij om, en valt de zeeman te water.

Koen kan 't heel goed.

Maar Jan nog niet.

Als die er in wil, gaat de kuip heelemaal schuin.

Dan komt er water in 't schip.

Hij schept 't er vlug uit met z'n handjes, of met de gajong.

Maar dan maakt hij te veel beweging. En - tjoep!

zegt de kuip.

Hij slaat onderst boven.

Jan spartelt in den bak rond.

De kuip zinkt.

Die is van boven niet dicht, zooals 't kleine scheepje.

Jan proest en blaast 't water uit z'n gezicht.

Hij slaat 't met beide handjes weg.

Koen heeft de grootste pret.

Hij springt ook in den bak en haalt de kuip naar boven.

Ze krijgen hoe langer hoe meer pret. Ze zijn niet stil meer.

Koen giert 't uit van 't lachen.

Jan roept: "Koen, Koen, kijk!"

En dan duikt hij onder. Met z'n rechterhand knijpt hij z'n neus dicht.

Nu probeert Koen 't ook. Kijken, wie ft langst onder kan blijven.

Ze slaan en plonzen in 't water.

tt Golft en plast over den rand van den bak heen.

Ze vergeten heelemaal, dat ze er niet in mogen.

Het blik, om water te scheppen, valt op den steenen vloer.

Dat hoort Papa voor.

"Wat voeren ze toch uit!" zeit hij. Eens eventjes ,kijkenI"

49 Daar staat Papa in de deur van de badkamer.

De jongens schrikken er van.

Ineens zijn ze stil.

Pa geeft ze 'n standje van belang en jaagt ze den bak uit.

Ze zijn bleek van de kou.

Hun lippen zijn blauw. Hun haren hangen met natte pieken langs 't hoofd.

Ze rillen en trillen op hun beenen. Ze staan heele-maal krom, met de handen tegen de kin.

De badkamer is drijfnat.

De hansoppen liggen in 'n hoek. Er is geen draadje droog aan. 't Bootje ligt ook al op den grond, met de gajong er naast.

"Verschrikkelijk!" zegt Pa.

Baboe krijgt ook 'n standje.

Gauw moet ze de jongens afdrogen, en ze 'n schoo-nen hanssop aantrekken.

"Vort! De slaapkamer in!" zegt Pa.

Hij is boos. Erg boos.

De jongens zijn ook verschrikkelijk ondeugend ge.

weest.

~~~~~~.~~~.~.~~~~.

. ~~~-~~.~~~.~~.~~~~~

In document SHELF NUMBER (pagina 26-29)