• No results found

v

39

1 | Démographie

Socio-economische

monitoring

A. Actieven (tewerkstelling en werkloosheid) versus

inactieven: definities

Met het oog op het maken van internatio- nale vergelijkingen, heeft het Internationaal Arbeidsbureau (IAB) in 1982 een resolutie aan- genomen die de definities vastlegt die nodig zijn voor de analyse van de arbeidsmarkt. De nationale enquêtes bij de actieve bevolking zijn gebaseerd op deze definities1. Zo bestaat de zogenoemde

actieve bevolking “in de zin van het IAB” uit de werkende actieve bevolking (dat wil zeggen met een betrekking) en de werklozen:

• Personen met een betrekking zijn alle perso- nen van 15 jaar en ouder die gedurende de referentieweek minstens één uur werk ver- richtten voor loon of salaris of voor winst, of die een baan hadden maar tijdelijk afwe- zig waren. Daar horen ook de meewerkende familieleden bij.

• De werklozen zijn alle personen van 15 jaar en ouder die: (1) tijdens de referentieweek geen werk hadden (2) voor werk beschikbaar waren, d.w.z. voor werk in loondienst of als zelfstandige beschikbaar waren binnen de twee weken na de referentieweek (3) actief werk zochten, d.w.z. gedurende de laatste vier weken, met inbegrip van de referentie- week, gerichte stappen hadden ondernomen om werk in loondienst of als zelfstandige te zoeken, of die werk hadden gevonden en

1 Enquêtes naar de arbeidskrachten.

binnen ten hoogste drie maanden zouden beginnen te werken.

De inactieve bevolking omvat alle personen die noch een betrekking hadden, noch werkloos waren tijdens de referentieweek. Huismannen- en vrouwen, studenten, personen die vrijwil- ligerswerk doen, gepensioneerden, enz. zijn opgenomen in deze populatie voor zover zij niet de minste bezoldigde activiteit uitoefenen2. Ter herinnering, de gegevens van dit rapport zijn gebaseerd op het datawarehouse “arbeidsmarkt en sociale bescherming” van de KSZ en zijn dus zogenaamde “administratieve” gegevens. Dit wijzigt niets aan de meeste hierboven ver- melde definities maar heeft daarentegen wel een belangrijke impact op de definitie van de werk- loosheid. De zogenaamde administratieve werk- loosheid wordt immers berekend op basis van de inschrijving als “niet-werkende werkzoekende” (NWWZ) bij een arbeidsbemiddelingsdienst: VDAB (in Vlaanderen), FOREM (in Wallonië), ACTIRIS (in Brussel) of ADG (in de Duitstalige Gemeenschap). De administratieve werkloos- heidsgraad zal dus in principe steeds hoger lig- gen dan de werkloosheidsgraad zoals berekend door het IAB op basis van de enquête.

41

2.1

|

Actieven en inactieven

In het datawarehouse “arbeidsmarkt en sociale bescherming”3:

• Omvat het statuut “actieven” de tewerkge- stelde personen (met een baan) en de werk- zoekenden (of werklozen).

- De tewerkgestelde personen zijn personen die een betaalde baan hebben (zowel in de privésector als in de overheidssector), diegenen die tewerkgesteld zijn als zelf- standige, diegenen die tewerkgesteld zijn als helper bij een werkgever die het statuut van zelfstandige heeft en diegenen die tewerkgesteld zijn als loontrekkende en als zelfstandige/helper.

- De werkzoekenden omvatten werkzoe- kenden zonder baan na voltijdse arbeid met werkloosheidsuitkering, werkzoeken- den na een vrijwillig deeltijdse baan met werkloosheidsuitkering, werkzoekenden na studies met wachtuitkering of inscha- kelingsuitkering en werkzoekenden met begeleidingsuitkering.

• Het statuut “inactieven” omvat de perso- nen die “inactieven” en “anderen” wor- den genoemd in de nomenclatuur van de socio-economische positie van de KSZ.

- De “inactieven” omvatten de personen in volledige loopbaanonderbreking of in vol- ledig tijdskrediet, personen zonder baan die een vrijstelling genieten van inschrij- ving als werkzoekende, personen die val- len onder het leefloon, begunstigden van een pensioen zonder baan, voltijds brugge- pensioneerden, kinderen die kinderbijslag genieten, personen die arbeidsongeschikt zijn en de personen die een tegemoetko- ming voor personen met een handicap genieten.

3 Zie de documentatie betreffende het datawarehouse op de site van de KBSZ voor meer details over de definities van de verschillende statuten www.bcss.fgov.be/nl/dwh/ homepage/index.html

- De categorie “anderen” omvat alle perso- nen die zich niet bevinden in één van de socio-economische posities die hierboven beschreven zijn (dus die geen loontrekken- den, zelfstandigen, werkzoekenden, vrijge- stelden van inschrijving als werkzoekende, in loopbaanonderbreking/tijdskrediet zijn, geen leefloon ontvangen, niet in voltijds brugpensioen of arbeidsongeschikt zijn en die geen tegemoetkoming voor personen met een handicap ontvangen).

- Maken onder meer deel uit van de groep “anderen”:

 uitgaande grensarbeiders

 personen die in België werken voor een organisatie/onderneming die geen bijdra- gen verschuldigd is aan de Belgische soci- ale zekerheid

 zeelui van de Belgische koopvaardij (die zijn aangegeven bij de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden)

 personen aangegeven bij de dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid (dit wil zeggen personen die hun beroepsactiviteit uitoe- fenen in een land dat geen deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte en die een beroep doen op de niet-verplichte sociale verzekering)

 internationale ambtenaren en diplomaten  coöperanten

 vrouwen/mannen aan de haard

 huispersoneel dat niet is aangegeven bij de RSZ

 kinderbijslaggerechtigde kinderen die niet geregistreerd zijn in het kadaster van de RKW of die niet gekend zijn bij het RIZIV  geschorste werklozen

 bejaarden van wie de partner het gezin- spensioen geniet

 renteniers of personen die enkel leven van andere inkomsten dan die welke bekend zijn in het datawarehouse (bijvoorbeeld huurinkomsten, beursinkomsten, …)  personen die gekend zijn bij de betrokken

sociale zekerheidsinstellingen in de loop van het trimester, maar niet op de laatste dag van het trimester

 personen die enkel gekend zijn in het data- warehouse via het Rijksregister of het mini RR, maar niet door middel van een van de betrokken sociale zekerheidsinstellingen  …

Er moet op worden gewezen dat volgens schat- tingen van de FOD Werkgelegenheid ongeveer 17% van de personen opgenomen in de cate- gorie “andere” van de inactieven, personen zou- den zijn die wel werken, maar die geen enkele

band hebben met de Belgische sociale zekerheid en die dus niet worden geïnventariseerd in de categorie “tewerkstelling” van de gegevens van het datawarehouse van de KSZ (bijvoorbeeld, de Europese ambtenaren, het personeel van de NAVO, het personeel van Shape,…).

De volgende figuur omvat de bevolking van 18 tot 60 jaar volgens de verschillende categorieën die we net beschreven hebben:

figuur 3: Verdeling van de bevolking van 18 tot 60 jaar volgens socio-