• No results found

Grafiek 2: Evolutie tussen 2008 en 2012 van het aandeel personen tussen 30 en 60 die niet hebben gewerkt of meer dan acht jaar hebben

gewerkt, per origine

Chapitre 2.8

Bron: Datawarehouse Arbeidsmarkt en sociale bescherming, KSZ, Berekeningen en verwerking: FOD Werkgelegenheid

Belg EU-14 EU-12 Kandidaat EU Andere Europeanen Maghrebijnen Andere Afrikanen Nabije/Midden-Oosten Oceaniërs/Verre Oosten Andere Aziaten Noord-Amerikanen Zuid/Centraal-Amerikanen

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90 100

n 0 n 2 jaar of - n 2 <= 4 jaar n 4 <= 6 jaar n 6 <= 8 jaar n + 8 jaar 8 3 3 4 6 76 18 7 6 6 8 55 15 9 8 8 9 50 21 14 10 10 10 34 20 16 13 11 11 29 24 12 9 9 10 36 13 16 13 13 13 33 20 13 11 11 11 34 12 8 7 9 12 53 16 10 9 11 13 42 26 8 6 7 7 46 14 11 10 12 14 39

100

10 0 0 10

100

20 30 40 50 60 70 80 20 30 40 50 60 70 80 Belg EU-14 EU-12 Kandidaat EU Andere Europeanen Maghrebijnen Andere Afrikanen Nabije/Midden-Oosten Oceaniërs/Verre Oosten Andere Aziaten Noord-Amerikanen Zuid/Centraal-Amerikanen 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 40% 30% 20% 10% 0% Duur = + 8 jaar Duur = 0 n 2008 n 2009 n 2010 n 2011 n 2012

Bron: Datawarehouse Arbeidsmarkt en sociale bescherming, KSZ, Berekeningen en verwerking: FOD Werkgelegenheid

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Bron: Datawarehouse arbeidsmarkt en sociale bescherming, KSZ. Berekeningen en verwerking: FOD WASO

Voor de personen die niet gewerkt hebben bedra- gen de grootste aandelen 21% voor de personen afkomstig van een kandidaat-lidstaat, 24% voor de personen van Maghrebijnse origine en 26% voor de personen die afkomstig zijn van Noord-Amerika.

Zoals voordien toegelicht61, kan dit laatste te wij- 61 Zie hoofdstuk 2.1. Socio-economische positie van de

Belgische bevolking en de Belgische bevolking van buiten- landse origine van 18 tot 60 jaar op de arbeidsmarkt – actieven en inactieven

131

2.8

|

Tewerkstellingsduur

ten zijn aan het feit dat de personen afkomstig van Noord-Amerika vaker voor de NAVO en SHAPE werken en zij bijgevolg worden opgenomen in de categorie van de inactieve personen.

De laagste aandelen van personen die niet hebben gewerkt tijdens de periode van tien jaar vinden we terug bij de personen van Belgische origine (8%), personen afkomstig van Oceanië/Verre Oosten (12%) of andere Afrikaanse landen (13%). De per- sonen uit de laatste categorie zijn de enigen voor wie het aandeel van personen die

niet hebben gewerkt lager ligt dan voor diegenen die minder dan twee jaar hebben gewerkt (16%). We zien overigens dat meer dan één persoon op twee afkomstig van andere Afrikaanse landen en andere Europese landen zich in de middenklassen que tewerkstellingsduur bevinden, wat zou kunnen wijzen op een grotere mobiliteit op de arbeidsmarkt. Alle percentages van personen die niet hebben gewerkt zijn lager dan diegene die zijn opgetekend in het eerste rapport van de Socio-economische monitoring62.

62 Zie hoofdstuk 4.6. Tewerkstellingsduur van de “Socio- economische Monitoring”, FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, september 2013.

Grafiek 1: Aandeel personen van 30 tot 60 jaar per origine en

tewerkstellingsduur in 2012

Grafiek 2: Evolutie tussen 2008 en 2012 van het aandeel personen

tussen 30 en 60 die niet hebben gewerkt of meer dan acht jaar hebben

gewerkt, per origine

Chapitre 2.8

Bron: Datawarehouse Arbeidsmarkt en sociale bescherming, KSZ, Berekeningen en verwerking: FOD Werkgelegenheid

Belg EU-14 EU-12 Kandidaat EU Andere Europeanen Maghrebijnen Andere Afrikanen Nabije/Midden-Oosten Oceaniërs/Verre Oosten Andere Aziaten Noord-Amerikanen Zuid/Centraal-Amerikanen

0

10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

n 0 n 2 jaar of - n 2 <= 4 jaar n 4 <= 6 jaar n 6 <= 8 jaar n + 8 jaar 8 3 3 4 6 76 18 7 6 6 8 55 15 9 8 8 9 50 21 14 10 10 10 34 20 16 13 11 11 29 24 12 9 9 10 36 13 16 13 13 13 33 20 13 11 11 11 34 12 8 7 9 12 53 16 10 9 11 13 42 26 8 6 7 7 46 14 11 10 12 14 39

100

10 0 0 10

100

20 30 40 50 60 70 80 20 30 40 50 60 70 80 Belg EU-14 EU-12 Kandidaat EU Andere Europeanen Maghrebijnen Andere Afrikanen Nabije/Midden-Oosten Oceaniërs/Verre Oosten Andere Aziaten Noord-Amerikanen Zuid/Centraal-Amerikanen 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 40% 30% 20% 10% 0% Duur = + 8 jaar Duur = 0 n 2008 n 2009 n 2010 n 2011 n 2012

Bron: Datawarehouse Arbeidsmarkt en sociale bescherming, KSZ, Berekeningen en verwerking: FOD Werkgelegenheid

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

grafiek 61: Evolutie tussen 2008 en 2012 van het aandeel personen tussen 30 en 60 die niet hebben gewerkt of meer dan acht jaar hebben gewerkt, per origine

Bron: Datawarehouse arbeidsmarkt en sociale bescherming, KSZ. Berekeningen en verwerking: FOD WASO

De evolutie tussen 2008 en 2012 toont aan dat het aandeel personen die niet hebben gewerkt over het algemeen elk jaar gedaald is, behalve voor twee origines. De percentages van de per- sonen afkomstig van het Nabije/Midden-Oosten die niet hebben gewerkt, schommelden immers rond de 20%. En het aandeel van personen afkomstig van andere Europese landen die over een periode van tien jaar niet hebben gewerkt, zijn op hun beurt licht gestegen tussen 2008 en 2012. Deze stijging kwam vooral tot stand tus- sen 2008 en 2010, in 2011 stabiliseerde het per- centage waarna het in 2012 daalde, maar toch boven het niveau van 2008 en 2009 bleef.

De grootste dalingen in het aandeel perso- nen dat niet heeft gewerkt, hebben betrekking op de personen afkomstig van Zuid/Centraal- Amerika (-4,0 procentpunten) en de personen van Maghrebijnse origine (-3,2 procentpunten).

De percentages van personen die meer dan acht van de tien bestudeerde jaren hebben gewerkt, zijn elk jaar gestegen op drie uitzonderingen na. Bij de personen die afkomstig zijn uit een land van de EU-12 en andere Europese landen, is dit aandeel eerst gedaald tot 2011 en daarna lichtjes gestegen in 2012. Hoewel de percentages nog steeds rond de 50% schommelen voor de perso- nen die afkomstig zijn van de EU-12, bedraagt de terugval voor de personen afkomstig van andere Europese landen -van wie het deel van de per- sonen die in 2008 meer dan acht jaar hadden gewerkt, 38% bedroeg- 8,6 procentpunten tus- sen 2008 en 2012, wat vooral zichtbaar is tussen 2009 en 2011. En de percentages bij de personen die afkomstig zijn van het Nabije/Midden-Oosten zijn sinds 2009 gedaald met een kloof van -5,2 procentpunten tussen 2008 en 2012, die vooral duidelijk is tussen 2010 en 2011.

Omgekeerd is het aandeel van personen die afkomstig zijn van Oceanië/ Verre Oosten, andere Afrikaanse landen en een kandidaat-lidstaat, gestegen met 5 procentpunten tussen 2008 en 2012 voor de personen die meer dan acht jaar van de tien bestudeerde jaren hebben gewerkt.

Zoals reeds vermeld in het vorige rapport63, zijn

de vrouwen ongeacht de origine verhoudings- gewijs talrijker vertegenwoordigd dan de man-

nen bij de personen die niet hebben gewerkt

tijdens de bestudeerde periode. In 2012 ligt hun aandeel inderdaad systematisch hoger dan 50% en situeren deze zich zelfs tussen 59% voor de personen die afkomstig zijn van Noord-Amerika en 75% voor de personen die afkomstig zijn van Oceanië/ Verre Oosten. Omgekeerd hebben er verhoudingsgewijs meer mannen dan vrouwen meer dan acht jaar gewerkt, behalve bij de perso- nen die afkomstig zijn van Oceanië / Verre Oosten en Zuid/Centraal-Amerika. Deze twee laatste ori- gines tellen echter meer vrouwen dan mannen, ongeacht de duur van de tewerkstelling.

In 2012 zijn de mannen die afkomstig zijn van de Maghreblanden en het Nabije/Midden-Oosten verhoudingsgewijs meer vertegenwoordigd dan de vrouwen in alle categorieën van de tewerk- stellingsduur, behalve voor de personen die de laatste tien jaar niet hebben gewerkt. Het aan- deel van de vrouwen die afkomstig zijn van een land van de EU-27 (België, EU-14 en EU-12), andere Afrikaanse landen en Noord-Amerika ligt dan weer hoger dan 50% voor alle categorieën behalve voor de personen die meer dan acht jaar hebben gewerkt. Daarentegen is slechts één op vier personen die afkomstig zijn van een kandi- daat-lidstaat en van het Nabije/Midden-Oosten en die meer dan acht jaar hebben gewerkt, een vrouw.

63 Zie hoofdstuk 4.6. Tewerkstellingsduur van de “Socio- economische Monitoring”, FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, september 2013.

133

2.8

|

Tewerkstellingsduur

grafiek 62: Aandeel vrouwen van 30 tot 60 jaar per origine en

tewerkstellingsduur in 2012 en evolutie tussen 2008 en 2012 van de

verhouding van vrouwen van 30 tot 60 jaar die niet hebben gewerkt of meer dan acht jaar hebben gewerkt