• No results found

6. Onderzoeksverslag & analyse 1 Vignette: “I am a cross between”

6.3. Hoe werkt de uitwisseling van kapitaal tussen fixer/ lokale producer en correspondent tijdens het productieproces?

6.3.1. Sociaal kapitaal: “No, YOU go drink coffee with them”

Connecties

Wie een goed verhaal wil maken, moet mensen (leren) kennen. Connecties zijn een belangrijk onderdeel van het werk van lokale fixers of producers. Dat bevestigt elke geïnterviewde. Lokale producer Abir Hashem zegt onomwonden: “You have to know your people also. You have your connections. When you work like, for me like around 15 years, that I’m in my field. So you build a lot of connection[s].” Hashem zegt met enige trots over haar netwerk: “[…] I call myself Nokia. You know Nokia connecting people? Hahaha.”

Ook correspondenten zijn zich bewust van het belang van een duurzaam netwerk. Daisy Mohr (NOS) woont al sinds 2002 in Libanon: “[…] want je bent op die plekken vaker geweest, je houdt contact met mensen, mensen vertellen je dingen, je hebt vertrouwen opgebouwd, dus ja je belt met mensen.” Vertrouwen speelt daarbij een belangrijke rol, stelt Mohr. “[…] zeker in de nog wat moeilijkere landen dan Libanon, is het ook zeer gebaseerd op vertrouwen natuurlijk. Als het één, twee drie keer goed is gegaan, qua, he- hoe er met de informatie is omgegaan, dan krijg je vaak de vierde keer die informatie ook.”

Naast het netwerk dat correspondenten zelf opbouwen, kan een fixer of lokale producer een belangrijke rol spelen in het opbouwen van connecties. Dat blijkt uit wat Ben Wedeman (CNN) vertelt over een fixer in Gaza, die niet aan zijn verwachtingen voldeed, omdat hij wilde dat Wedeman meeging naar alle koffie-afspraken die hij had:

“[…] everybody you wanted to talk to, he said: first let’s go drink coffee with them. I said: no, YOU go drink coffee with them. I don’t have time, I’m you know- busy, I don’t… So, I would get angry with this guy because, you know, he would go have coffee with person X with no guarantee or [that] you’re actually gonna get anything out of them. It was [in] the hopes of ‘they will help you’. Yeah, no… a fixer’s job is to open the doors. It’s not to take you to the door and then make you open it.”

Vooral de laatste zin is veelzeggend: het openen van de deuren is de taak van de fixer. Dat Wedeman samen met zijn fixer in Gaza koffie moest gaan drinken met eventuele contacten, ging hem te ver:

“In Arabic it’s called ‘whasta’, which means the connection, to get you stuff, rather than sort of introduce you as the correspondent of CNN, who… ‘you are your own

34 whasta’. No no no no. I want you to make this happen, not help me to make it

happen.”

Zoals eerder gezegd verschilt het wel per context wat Wedeman precies verwacht. Hij

vergelijkt de fixer in Gaza met een fixer die hij ooit in Ethiopië inzette: “[We] got of this, you know – we were on a relief airplane – and there was just a… just a kid there, who spoke decent English. So we – on the spot, we made him our fixer.” In Ethiopië verwachtte hij dus minder van een fixer dan in Gaza.

Omgekeerd is er ook sprake van een verwachting onder bronnen dat de fixer de spil is in het maken van contact, bijvoorbeeld wanneer Gert van Langendonck (NRC) via Whatsapp contact opneemt met Syrian Democratic Forces-woordvoerder Mustafa Bali:

“Ik contacteer die vaak direct via Whatsapp ofzo en die vraagt dan van: wie is uw fixer? Laat mij uw fixer bellen, zo. Echt een verwachtingspatroon dat die fixer er is omdat ze die fixer dan ook kunnen vragen ‘wat is dat voor iemand, waar is die mee bezig?”

Bronnen van Van Langendonck verwachten in sommige gevallen dus dat het contact via de fixer verloopt, en niet via hemzelf.

Waardevolle connecties

Naast het spreken van de juiste mensen zijn de lokale connecties ook handig bij meer

specifieke vraagstukken. Producer Abir Hashem vertelt dat het haar altijd lukt een vergunning van het leger te krijgen, doordat ze er vertrouwen heeft opgebouwd en mensen kent:

“Yeah some people, if they are new to this job, if you go to apply for the army permit, it will take you like up to ten days, fifteen days, to get the permission. With me, like [up] to two days, sometimes ten minutes.”

Uit dit onderzoek komt naar voren dat het geval van Libanon connecties bij Hezbollah waardevol kunnen zijn. Dit sluit aan bij wat Palmer (2019, p. 92) al eerder kort benoemde over Hezbollah: buitenlandse journalisten kunnen niet “simpelweg iemand bellen van

Hezbollah en snel een interview plannen”. Fixers moeten eerst aantonen dat journalisten niet de vijand zijn (p. 92). Sommige geïnterviewden stellen goede contacten te hebben, waardoor

35 het toch mogelijk is producties te maken over de partij – ondanks dat de partij zelf niet mee wil werken. Zo selecteerde Saidi onlangs personages voor een Europees tv-kanaal, die vanuit verschillende perspectieven over de partij konden vertellen:

“So as the local person, and as the person who has probably interviewed these people before, I knew who- I had an idea of who, so I could give them these and these people, these are the- politically, what they stand for, and they [het tv-kanaal] make decisions. […]”.

Saidi draagt dus personages aan, waarna de mensen met wie ze samenwerkt beslissen welke personages het meest geschikt zijn. Het lijkt er enerzijds dus op dat internationale media bij het maken van producties over Hezbollah in grote mate afhankelijk zijn van lokale

mediaprofessionals. Fixers of producers met deze connecties, zijn in het voordeel. Anderzijds heeft het internationale medium die de fixer inhuurt nog wel zeggenschap over de

uiteindelijke personages die in de productie terechtkomen.

Een ander waardevol netwerk kan bijvoorbeeld het hebben van contacten bij Syrische vluchtelingenkampen zijn. Zo vertelt fixer Michael Alandary dat hij veel mensen kent in de plaats Arsal in de Bekavallei waar veel Syriërs naartoe zijn gevlucht:

“[…] Inside the town of Arsal I know many people, I know the mayor, I know even refugees, I know a number of refugees. I know MP’s, deputies in the parliament, who are associated with the region. So and I know even tents of refugees. So I go there, I know where I’m going. I take the journalist and then [I tell him] ‘you should get your first sample from here, get your other sample from there, get your information from here, interview the mayor. Do this, do that, I know the process because of the experience I earned since 2011. It’s been like eight or nine years of work […].”

Alandary maakt hiermee duidelijk dat dat hij door jarenlange contacten toegang heeft tot alle mensen die nodig zijn om een verhaal te maken. Specifieke connecties bij bepaalde groepen kunnen dus onderdeel zijn van het sociale kapitaal van lokale mediaprofessionals. Alandary weet precies waar hij een journalist mee naartoe moet nemen in Arsal, omdat hij er al zolang komt. Alandary lijkt hier dus een “overbruggende positie” in te nemen, waarbij zijn “unieke begrip van de journalistieke praktijk en nieuwswaardigheid” wordt gevormd door regels uit zowel het transnationale als lokale veld (Moon 2019, p. 1715).

36 Samenvatting

Voor zowel lokale als internationale mediaprofessionals is duidelijk dat het hebben van een netwerk een kernonderdeel vormt van de journalistieke samenwerking. De connecties van fixers en producers lopen uiteen: van (anonieme) bronnen, inwoners van een bepaalde plaats, woordvoerders van groeperingen, experts, tot mensen die vergunningen verlenen of die je door laten rijden bij een checkpoint. Dit onderzoek bevestigt dat het sociale kapitaal van fixers en producers van groot belang is voor internationale correspondenten.

Het maakt ook deel uit van verwachtingspatronen tussen fixers en correspondenten onderling. De inzet van het sociale kapitaal rijkt ook in dit onderzoek verder dan logistieke hulp: zowel Saidi als Alandary dragen geïnterviewden aan. Tegelijkertijd is het van belang om te beseffen dat ze niet “in charge zijn van de nieuwsvergaring” (Murrell 2015, p. 152). In het geval van Saidi ligt de uiteindelijke beslissing over de personages bij het tv-kanaal.

Het sluit ten slotte aan bij wat Vandevoordt (2017, p. 618, 619) omschrijft als strong ties. Volgens hem zijn sterke banden met lokale mensen “buitengewoon belangrijk om problemen met betrekking tot praktische toegang te omzeilen” (p. 618). Vandevoordt beschrijft dit alleen vanuit het perspectief van de correspondenten. De uitspraken van Hashem, Saidi en Alandary bieden meer inzicht in de manier waarop lokale fixers en producers zich zelf bewust zijn van de sterke connecties.