• No results found

6. Onderzoeksverslag & analyse 1 Vignette: “I am a cross between”

6.3. Hoe werkt de uitwisseling van kapitaal tussen fixer/ lokale producer en correspondent tijdens het productieproces?

6.3.3. Botsingen: “Een onvolmaakte zoektocht naar de waarheid”

Soms vinden er tijdens de samenwerking ook botsingen plaats, zo komt uit interviews naar voren. Botsingen met vooringenomenheid, lokale overheidsinvloeden of met waarden als ‘objectieve verslaggeving’. Deze botsingen zijn contextafhankelijk. Ik ga hier kort op drie voorbeelden in.

Aannames van correspondenten

Ten eerste kan het voorkomen dat het idee dat de correspondent inbrengt gebaseerd is op een aanname die niet klopt. De meeste journalisten zijn voorbereid, maar er zijn ook journalisten die met onjuiste ideeën aankomen die ze hebben gekregen door te lezen over Syrië, stelt Asser Khattab, voormalig fixer/ verslaggever in Syrisch regimegebied. Het was dan aan hem om andere voorstellen te doen, waarvan de correspondent nog niet op de hoogte was: “[…] you try to offer something different. Not something pro-regime. You try to offer something that they aren’t aware of at all.” Onderlinge competitie tussen media kon hierbij in sommige situaties ook een rol spelen, zegt Khattab: “[…] they [would] call me and say: ‘oh The New York Times or The Telegraph had this story, we should do the same.’ It’s not a great story, it’s actually not even true. […].”

Producer Abir Hashem zegt het meestal gewoon als ze het niet eens is met de aanpak van haar klanten, vertelt ze. Ook wees ze wel eens aanvragen af. Haar ervaring is dat is dat dat gewoon kan, en zelfs moet, omdat ze de realiteit op een goede manier wil weergeven:

“I know where they can, you know, take this story. And especially this story, it will not be viewed here in Lebanon, it will be viewed in let’s say, in France or London, or anywhere in the world. So I want the viewers there, the foreigners, to see what [how] we live here. Not what you saw somewhere and you want to… you know, come shoot and… yeah, I want to show them what we believe in that’s happening.”

42 Hashem en Khattab hadden in sommige gevallen dus een visie van wat het verhaal moet worden en denken actief mee. In dit geval verricht een fixer/ lokale producer dus, naast “cultural translation”, ook actief werk om een correspondent bij te sturen in zijn of haar ideeën. Volgens Palmer (2019, p. 58) kan een “miskenning” vrij vroeg in het productieproces plaatsvinden. Voor fixers is het niet altijd makkelijk hiermee om te gaan (p. 58, 59). Aan de ene kant kan het hen “trots maken” om de aanvragen toch tot een goed einde te brengen (p. 59). Dat sluit aan bij wat Hashem zegt: ze weet wat ze “ervan kunnen maken”. Het lijkt erop dat er in bepaalde context ruimte is voor lokale producers om kritiek te uiten en bij te sturen. Aan de andere kant zijn er ook lokale mediaprofessionals die nee verkopen, als ze het niet eens zijn met het initiële idee (ibid.).

Koerdische fixers in Syrië

Het is ook interessant kort in te gaan op verslaggeving vanuit Syrisch oppositiegebied. De inbreng van fixers en producers kan zoals eerder beschreven een substantiële bijdrage opleveren aan het productieproces. Wanneer Ana van Es bij een fixer die ze goed kent met een idee voor een verhaal komt, komen zij soms zelf ook met suggesties voor mensen met wie ze zou kunnen spreken, of leuke plekken om heen te gaan. “Dat is gewoon super

behulpzaam,” vindt Van Es. “En die mensen weten veel meer dan dat ik weet.” Tegelijkertijd zit er “ook wel een gevaarlijke kant” aan het aannemen van suggesties van fixers, vertelt ze:

“Je hebt heel veel fixers [die] door hun eigen interesse of maatschappelijke positie, soms ook wel omdat ze dat gevraagd worden door autoriteiten of strijdende groepen – [ze] hebben een bepaald lijstje van verhalen die ze graag willen maken. Dat is in Syrië, dat noem ik dan maar even als voorbeeld want daar ben ik echt net geweest, is dat het onderwerp van de begrafenis van martelaren. Want daar scoren zij dan weer hoge ogen mee bij het lokale bestuur, terwijl ik natuurlijk als journalist helemaal niks kan met een begrafenis van martelaren. Ik bedoel dat niet flauw, ik vind het heel sneu voor die mensen, maar het is geen verhaal.”

Van Es vertelt over haar overwegingen bij de productie van een verhaal. Er is sprake van een tweedeling tussen “fixers die je kunnen helpen bij access tot een frontlijn, waarbij je

vervolgens zelf wel kunt zien wat er gebeurt, en het dus minder erg is als de fixer ideologisch een bepaalde mening is toegedaan” en “fixers die je idealiter inzet bij een onderzoeksverhaal, waarbij de access minder belangrijk is. Die verloopt [dan] niet via autoriteiten. Daar komt het

43 meer aan op het op de juiste manier benaderen van bronnen en het bewaken van een neutrale sfeer, bijvoorbeeld qua manier van vragen stellen.” Van Es geeft een voorbeeld:

“Ik heb bijvoorbeeld een Koerdische fixer in Noordoost Syrië die fantastische relaties met het Koerdische lokale bestuur heeft, maar alles en iedereen, ook Arabische sjeiks die dat als een belediging ervaren, begroet met ‘marhaba’.2 Omdat hij dat een

onderdeel vindt van zijn Koerdische identiteit. Deze fixer kan ik dus wel inzetten bij het verkrijgen van toegang tot een frontlijn in handen van de Koerdische SDF-militie, maar niet om een onderzoeksverhaal te maken waarbij een dozijn Arabische sjeiks geïnterviewd moeten worden.”

Op dit gebied moet er volgens Van Es dus een afweging gemaakt worden. En “in extreme gevallen” komt het ook voor dat media ervoor kiezen twee fixers in te zetten, zegt Van Es:

“[…] daar hebben wij niet het geld voor, maar ik weet dat er televisiestations zijn die dit oplossen door twee fixers in te huren: eentje die goede connecties heeft met lokale autoriteiten, voor de toegang, en de ander die het vertaalwerk doet.”

Volgens Gert van Langendonck (NRC) is verslaggeving in Syrië altijd een “onvolmaakte zoektocht naar de waarheid”. Dat hij in Noordoost Syrië met Koerdische fixers werkt, maakt verslaggeving soms lastig. Bijvoorbeeld als hij iets wil schrijven over de manier waarop Raqqa bestuurd wordt:

“We weten dat zeker in Raqqa, wat een meerderheid Arabische stad is - dat er veel onvrede over het feit dat zij door de Koerden bestuurd worden. Strikt genomen is dat niet zo want SDF [Syrian Democratic Forces] is een combinatie van de Koerden en Arabische strijders maar iedereen weet dat in de praktijk de Koerden het voor het zeggen hebben. Dus als je dan met een Koerdische fixer daar rondloopt dan weet je ook dat je niet veel kritiek gaat horen.”

Uit bovenstaande uitspraken blijkt dat correspondenten in alle gevallen proberen vast te houden aan een bepaalde objectieve standaard, en dat dit vanuit hun perspectief soms botst met het culturele kapitaal dat de fixer meebrengt. Om toch te voldoen aan de standaard van

2‘Hallo’, gebruikelijk onder Koerden, niet onder soennietische Arabieren (Van Es, pers.

44 objectiviteit moeten correspondenten rekening houden met de identiteit van de fixer of twee verschillende fixers in te zetten.

Dit sluit aan bij wat Brooten & Verbruggen (2017, p. 454) zeggen: volgens hen is het “van vitaal belang voor journalisten om flexibel en waakzaam te zijn” in een context waarin de lokale tolk en lokale producer “emotioneel betrokken is bij de issues waar de journalist over komt praten”. Brooten & Verbruggen stellen dat het “onrealistisch is in een

gepolariseerde situatie van lokale tolken en lokale producers te verwachten dat zij

afstandelijke observators zijn” (ibid.). Journalisten moeten daarom “manieren vinden om om deze beperkingen heen te werken, terwijl ze tegelijkertijd moeten begrijpen waarom die problemen zich in de eerste plaats voordoen.” Brooten en Verbruggen vinden dat correspondenten er goed aan doen in hun verslaggeving transparant te zijn over deze beperkingen (p. 455).

Fixer én overheidsmedewerker

Hoewel journalisten in Syrië proberen om te gaan met de ideeën die Koerdische fixers soms aandragen, lijken Libanese lokale mediaprofessionals zich zeer bewust van de eventuele (politieke) voorkeuren die ze kunnen hebben.3 Fixer Michael Alandary is zich er bewust van dat hij, om aan de internationale journalistieke standaard te voldoen, objectief moet zijn:

“I have no problems. They edit as they want. You just give them the information. I for example- I refuse to give wrong information about someone. If someone, even if an interviewee is giving wrong information I would tell the interviewer, the primary interviewer- I would tell him, that this info- I would give proof. I wouldn’t accept that I would say that someone is speaking something not correct. […]”

Zelfs wanneer een geïnterviewde foutieve informatie geeft, fungeert Alandary dus als een strenge dubbelcheck. Aan de andere kant zijn Alandary’s uitspraken enigszins opvallend, omdat hij naast zijn werk als fixer ook voor de overheid werkt. Volgens hem zitten die twee functies elkaar niet in de weg: hij mag alleen niet zonder het van tevoren te zeggen naar gevaarlijke regio’s en het is beter om niet gespot te worden in een protest op TV. Maar juist omdat hij journalist is, is het volgens hem mogelijk ‘beide kanten’ te aanschouwen:

3 Hier is het belangrijk dat te benadrukken het beroep ‘fixer’ uit zeer uiteenlopende mensen bestaat (o.a. Palmer,

2019). Een Koerdische fixer die correspondenten begeleidt in Syrië, kan een heel andere professionele achtergrond hebben dan een fixer in Libanon. Dit kan daarom moeilijk met elkaar vergeleken worden.

45 NR: “Yeah I can imagine, but you can - it’s possible to do it both, it’s not really a problem?”

MA: “Yes, because you’re a journalist, you can take both sides.” NR: “You can switch between the two?”

MA: “Exactly, yeah. But it’s better not to appear on TV.”

Iets wat op het eerste gezicht - bezien vanuit ‘journalistieke waarden’ (onderdeel van de doxa) - onverenigbaar lijkt, botst in de praktijk dus niet. Dit past bij wat Moon schrijft de

“ongebruikelijke positie” van lokale mediaprofessionals in het journalistieke veld (Moon, 2019, p. 1716). Hun “unieke begrip” van de journalistieke praktijk wordt gevormd door regels uit zowel het transnationale als lokale veld (p. 1715). Fixer en overheidsmedewerker

Alandary is een goed voorbeeld van een mediaprofessional die zich in een soortgelijk transnationaal veld begeeft en ook een ongebruikelijke positie heeft. Dat gaat volgens hem samen, al is hij zich bewust van grenzen binnen dit veld. Toch is het volgens hem mogelijk in zijn beroep neutraal te blijven.

Samenvatting

In het productieproces kunnen bij de uitwisseling van cultureel en sociaal kapitaal botsingen voorkomen. Het conceptualiseren van een verhaal is een “gecompliceerde dans” is van “connectie en disconnectie, communicatie en stilte” (Palmer, 2019, p. 60). In dit onderdeel is geprobeerd hier een aantal voorbeelden van te geven.

Ten eerste is duidelijk dat vrij vroeg in het productieproces een miskenning plaats kan vinden doordat de correspondent een verhaalidee heeft dat niet klopt. Het is dan aan de fixer/ producer om bij te sturen. Verder is het volgens correspondenten soms ook een uitdaging om te gaan met Koerdische fixers, die een voorkeur hebben voor bepaalde ideeën zoals

“begrafenissen van martelaren”. Ten slotte lijken fixers en lokale producers in Libanon zich juist bewust van het feit dat objectieve verslaggeving een belangrijke waarde is die bij het beroep hoort. Dit correspondeert met wat Plaut & Klein (2019, p. 1707) schrijven: terwijl fixers “wat een journalist nodig heeft of het verhaal vooropstellen, blijven ze zich zeer bewust van wat de invloed van hun tribale, kaste, etnische of gender identiteit zou kunnen zijn op het verhaal”.

Door de “overbruggende positie” te bestuderen die de fixer/ lokale producer in deze gevallen inneemt (Moon, 2019), kan duidelijk worden waar hoe die botsing precies

46 plaatsvindt en hoe daarmee wordt omgegaan. Er zijn veel verschillende factoren die bijdragen aan de manier waarop het journalistieke veld als “hiërarchische sociale plek” gedefinieerd wordt (Willig 2016, p. 54): uit bovenstaande bevindingen komt in ieder geval naar voren dat de vooronderstellingen van correspondenten, competitie tussen media hier een onderdeel van kunnen zijn, maar ook de positie van de fixer/producer ten opzichte van de lokale politiek, en de ideeën van de fixer/ producer over de lokale en internationale journalistiek.

6.4. Wat betekent de uitwisseling van kapitaal voor de positie van fixers/producers in