• No results found

Schriftelijke communicatie

HOODSTUK 1: COMMUNICATIE

3. Schriftelijke communicatie

3.1.

BRIEVEN, E-MAILS

ERVARINGEN LEERKRACHTEN

De algemene gang van zaken is digitale communicatie per e-mail. Enkel wie in het begin van het schooljaar communicatie op papier vraagt, krijgt brieven. Er zijn ook leerkrachten die dit medium op klasniveau gebruiken.

Ouders communiceren met leerkrachten via mail of via de agenda.

Leerkrachten geven aan dat schriftelijke communicatie moeilijker verloopt dan mondelinge communicatie. Hier spelen taalproblemen een rol. Brieven worden bv. moeilijk ingevuld. Eén leerkracht vraagt zich af of er een instantie is waar ouders naartoe kunnen voor hulp wanneer ze brieven niet begrijpen. Daarnaast wordt geopperd dat telefonisch contact goed zou kunnen zijn wanneer brieven niet beantwoord worden.

Een voordeel aan schriftelijke communicatie is dat je zo de boodschap ook kan meedelen als je de ouder niet live kan zien, omdat het kind bv. naar de opvang gaat.

“Ik beklemtoon dat als er iets is, twijfel niet: ofwel een bericht in de agenda ofwel via email. In die korte tijd zijn er toch al een viertal ouders die via e-mail

een berichtje hebben gestuurd. Ik heb liever dat je bereikbaar bent, dus het maakt niet uit via welk kanaal het is.”

“Schriftelijk contact verloopt moeilijker dan mondeling contact. Bij de infoavond zeg ik wel dat ouders in het Frans mogen schrijven en ik in het Nederlands antwoord. Maar mensen gaan toch sneller iets persoonlijk zeggen,

dan dat ze het schrijven. Ik heb niet zo veel schriftelijk contact met ouders”.

“Ik merk dat niet alle ouders een brief of de agenda ondertekenen. Als ik een nota in de agenda schrijf, komt er geen reactie op.”

“Misschien bestaat het al, maar dat er iets is waar ouders met hun brieven naartoe kunnen gaan, dat die dan vertaald worden of meegeholpen worden

om ze in te vullen. Dat zou al een grote hulp zijn. Bijvoorbeeld bij oudercontacten zie ik dat de helft van de briefjes niet werden ingevuld. Op zo’n

momenten zou ik het wel fijn vinden moest er gebeld kunnen worden.”

ERVARINGEN OUDERS

Ouders geven aan dat je kan kiezen om de info per mail of op papier te krijgen. Deze communicatiemiddelen worden voor de algemene communicatie op schoolniveau gebruikt.

Er wordt verwezen naar pictogrammen die vroeger gebruikt werden in briefwisseling en dat deze helpend waren.

Ouders geven aan altijd hulp nodig te hebben om de informatie te begrijpen. Ouders zetten nu soms google translate in, vertaling door kinderen of familie. Sommige ouders gaan naar den Botaniek als ze brieven niet begrijpen.

Ouders geven aan graag info in twee talen krijgen.

3.2.

AGENDA

ERVARINGEN LEERKRACHTEN

De communicatie op klasniveau gebeurt voornamelijk via de agenda. Mededelingen, huiswerk…

worden via dit medium gecommuniceerd. Eén leerkracht geeft aan digitaal te werken.

Als leerkrachten een boodschap hebben voor de ouders van één leerling noteren ze dit ook in de agenda. Andere leerkrachten gebruiken hiervoor eerder e-mail of verkiezen live contact. Ouders communiceren zelf ook via dit medium of via e-mail.

“Als ik iets opmerk in de klas dan gebruik ik de agenda wel om iets te noteren.

Als ouders iets willen meedelen, wordt er ook wel in de agenda geschreven. Al ben ik nog altijd meer voor het live contact, omdat je op papier soms dingen kan dubbel interpreteren. … Tot nu toe is het contact nog nooit een probleem

geweest.”

ERVARINGEN OUDERS

Ouders vertellen dat de agenda het belangrijkste communicatiemiddel is. Leerkrachten

communiceren via dit medium over de dagdagelijkse klaspraktijk met ouders. Ouders geven aan de agenda dagelijks te controleren, omdat de school veel belang hecht aan het controleren van de agenda.

“Ja, daar zijn ze heel streng in. In het 4de bijvoorbeeld wordt er in de klas iets gedaan met stimulerende punten, dan krijgt de leerling een punt als hij zijn huiswerk heeft gemaakt, zijn agenda werd gecontroleerd. … Wanneer ze met de hele klas voldoende punten hebben verzameld, dan mogen ze een activiteit uitzoeken die ze gezamenlijk willen doen. De kinderen zijn er dus heel erg mee

bezig, je moet wel aan de mama zeggen dat ze moet tekenen, want daar krijgen ze stimulerende punten voor.”

Een aantal ouders geven aan de agenda goed te begrijpen. Net als bij de brieven zetten ook ouders hier google translate in of vragen aan kinderen/familie om te tolken. Bij de jongste jaren geven ouders aan dat de leerkracht zelf de info in de agenda schrijft of plakt.

“Ik begrijp wat er in de agenda staat. Dat is geen probleem. In het begin van het jaar is het de leerkracht die een blaadje maakt voor de hele week en dan is

er een tabel met alles wat ze doen en moeten doen. Dus elke maandag weten we wat er gebeurt en wat ze nodig hebben. Ik denk dat het rond december is

dat de kinderen zelf beginnen schrijven.”

Andere ouders geven aan niet te begrijpen wat er in de agenda staat. Er worden verschillende oorzaken gegeven:

Kinderen schrijven het zelf in de agenda. Sommigen kunnen nog niet goed schrijven, anderen schrijven onleesbaar of vergeten het op te schrijven. Soms wordt de info enkel mondeling doorgegeven en schrijven de kinderen het niet op.

Het kind vergeet zijn agenda.

Afkortingen zijn niet altijd duidelijk.

De opdracht zelf is niet duidelijk.

Ouder is analfabeet en kan zelf niet via de agenda communiceren.

“Veel kindjes van 7 jaar schrijven niet alles of onduidelijk, daarnaast geeft de juf ook veel mondeling door. Moet ik dat dan wel of niet geloven? Dat maakt

het onduidelijk voor mij. De juf schrijft niet alles op, maar geeft het wel mondeling mee aan de kinderen in de klas, bij ons als ouder komt het niet altijd

duidelijk over.”

Sommige ouders vragen uitleg aan de leerkracht of aan de kinderen wanneer ze de agenda of het huiswerk niet begrijpen. Ze geven aan hier goede afspraken over te hebben met de leerkracht.

Bij activiteiten zoals turnen of zwemmen geven 13 van de 15 ouders aan dat dit duidelijk wordt aangeduid.

Ouders geven aan dat contact nu meer schriftelijk is dan vroeger (e-mail, agenda). Ouders vinden het belangrijk om meer contact te hebben met de leerkracht dan enkel schriftelijk via de agenda.

“Er is een gebrek aan contact met de ouders. De agenda is er, maar dat is niet voldoende. Ik wil graag contact hebben met de leerkracht doorheen het hele

jaar.”

3.3.

RAPPORT

ERVARINGEN OUDERS

Alle ouders geven aan het rapport te begrijpen. Bij sommige ouders leggen familieleden het rapport uit. Bij andere ouders legden de leerkrachten het rapport op het oudercontact uit.

Enkele ouders begrijpen niet waarom de norm 75% (of 80%) is. Ze begrijpen niet dat minder niet voldoende is om over te gaan.

Ouders praten met hun kind over het rapport. Ze geven aan dat de school dit ook verwacht en dat het kind het rapport ook moet ondertekenen.

3.4.

COMMUNICATIE OVER DE DAGDAGELIJKSE KLASWERKING

ERVARINGEN OUDERS

Ouders geven aan op de hoogte te zijn van wat hun kinderen op school doen, omdat de kinderen het zelf vertellen. Er zijn echter ouders die aangeven dat hun kinderen niets vertellen. Ze vertellen dat leerkrachten soms facebook gebruiken om foto’s te posten van speciale activiteiten. Ouders krijgen een beeld van de dagdagelijkse werking via de agenda (huiswerk en weekplanning).

Leerkrachten communiceren niet specifiek naar ouders over wat de kinderen in de klas gedaan hebben.