• No results found

‘Wat hebben ouders en school nodig om samen de onderwijsondersteunende rol bij maatschappelijk kwetsbare ouders te realiseren?’ Dit was de uitgangsvraag van dit onderzoek. Onder onderwijsondersteunend gedrag verstaan wij de voorwaardenscheppende rol van ouders ten gunste van het leerproces en gedrag van het kind op school en ondersteuning van leeractiviteiten thuis. Deze rol van ouders hangt nauw samen met andere factoren die medebepalend zijn, met name de communicatie tussen ouders en de school en ouderparticipatie.

COMMUNICATIE

De school doet reeds inspanningen om toegankelijk, zichtbaar en persoonlijk te zijn. De directie probeert in de grootschalige context van de fusieschool het kleinschalige in te brengen. Zo staat zij voor en na school aan de schoolpoort en mogen ouders tot aan de rij bij de klasleerkracht komen.

Zo worden mogelijkheden geschept voor rechtstreeks contact met de leerkracht. Leerkrachten beklemtonen dat ouders contact mogen opnemen. Ze gaan ook creatief op zoek naar oplossingen voor de taaldiversiteit in gesprekken met ouders. Ouders geven zelf ook aan dat er een mogelijkheid is om met de leerkracht te praten. Zorgleerkrachten gebruiken de telefoon om persoonlijk contact mogelijk te maken. Toch is er nog meer nood aan regelmatige, informele, mondelinge communicatie. Ook leerkrachten geven verschillende keren het belang hiervan aan. Er is een mogelijkheid via de klasrij om contact te hebben met de leerkracht, maar niet alle ouders en ook niet alle leerkrachten grijpen dit moment voor een informele babbel aan. Ze ervaren hierbij nog drempels. Leerkrachten geven aan dat niet alle ouders bereikt worden, en met name met anderstalige ouders is er weinig contact. Ouders nemen bij problemen vaak pas laat contact op. Niet alle ouders weten waar ze terecht kunnen met hun vragen.

De schriftelijke communicatie op schoolniveau gebeurt digitaal. Ouders die dit wensen, kunnen de communicatie op papier ontvangen. Communicatie op klasniveau gebeurt hoofdzakelijk via de agenda. Soms gebeurt dit ook digitaal. Ouders geven aan dat de communicatie nu meer schriftelijk verloopt dan vroeger. Leerkrachten merken op dat de agenda niet altijd ondertekend wordt en dat brieven moeilijk ingevuld raken. Zowel ouders als leerkrachten geven aan mondeling contact waardevol en belangrijk te vinden. Ouders geven aan de agenda over het algemeen goed te begrijpen. Problemen die sommige ouders signaleren bij het gebruik van de agenda zijn onduidelijke afkortingen of opdrachten, onleesbare of onvolledige/vergeten notities van de kinderen. Voor anderstalige ouders of ouders die analfabeet zijn, is schriftelijke communicatie niet evident. Er zijn anderstalige ouders die google translate inzetten. Dit is makkelijker nu de communicatie digitaal verloopt. Daarnaast vragen ouders hulp van (oudere) kinderen of familie of gaan ze naar den Botaniek om de schriftelijke communicatie van de school te begrijpen.

Ouders vernemen het reilen en zeilen van de klas wanneer hun kinderen het hen al dan niet vertellen. Een weekplanning in de agenda geeft ook een beeld. Leerkrachten gebruiken soms facebook om ouders mee te nemen in het schoolgebeuren. Verder communiceren leerkrachten hier niet specifiek over.

CONCRETE TIPS/IDEEËN VANUIT DE INTERVIEWS OM HIER VERDER AAN TE WERKEN:

Zorg als leerkracht dat je rechtstreeks aanspreekbaar bent. Neem ruimtelijke drempels weg, zodat ouders leerkracht/directie rechtstreeks kunnen aanspreken.

Zorg dat ouders de leerkracht van hun kind kennen.

Benadruk als leerkracht dat ouders je mogen contacteren en dat dit geen probleem is.

Telefonisch contact kan goed zijn, als schriftelijk contact moeilijk loopt.

Pictogrammen in brieven zijn helpend om de inhoud makkelijker te begrijpen

Ouders kunnen naar den Botaniek gaan om te helpen bij de schoolbrieven

Ouders vinden het belangrijk om meer contact te hebben met de leerkracht. Extra inzet op informele contacten wordt zowel door ouders als leerkrachten aangegeven als belangrijk.

Leerkrachten of zorgteam telefoneren naar ouders waarbij het agenda-volgsysteem niet zo goed werkt

Sommige ouders informeer je beter apart i.p.v. in groep

Je kan werken met een digitaal platform of via mail om rechtstreeks met ouders te kunnen communiceren.

Een flexibeler taalbeleid kan helpend zijn om ouders te informeren

Informatie in twee talen helpt om de brieven/agenda te begrijpen

PARTICIPATIE

Belangrijke inhoudelijke informatie wordt aan ouders gecommuniceerd op infoavonden. Ouders geven aan deze momenten interessant te vinden. Zowel ouders als leerkrachten geven aan dat de opkomst op infoavonden laag is. Er worden verschillende verklaringen aangehaald: de taalbarrière (de infomomenten zijn in het Nederlands); praktische problemen (het tijdstip past niet); de beleving (de ouder voelt zich niet welkom door een taalbarrière, of omdat het niet echt een sociaal gebeuren betreft waar je met de leerkracht kan praten); de info is elk jaar hetzelfde (de ouder leert niets nieuw bij); één ouder is niet op de hoogte van het bestaan van een infomoment.

Leerkrachten doen veel inspanningen om ouders te zien op het oudercontact. Alle bevraagde ouders zijn aanwezig op het oudercontact. Ouders voelen zich welkom en geven aan dat de inhoud

doen om Frans te spreken. Anderstalige ouders doen zelf inspanningen om iemand mee te nemen die kan tolken. Een minderheid van de ouders begrijpt niet alles wat er gezegd wordt of staat voor onverwachte verrassingen bij het oudercontact.

Op MDO’s geven leerkrachten aan dat het moeilijk is om verbindend te communiceren. Ouders geven aan dat MDO’s intimiderend kunnen zijn en dat er soms teveel eenrichtingsverkeer is. Ouders vertellen dat er voorafgaand aan een MDO soms weinig of geen communicatie is. Bij problemen wordt soms te laat gecommuniceerd. Hier duikt ook de opmerkingen op van ouders dat zij, net daarom, regelmatig, informeel contact belangrijk vinden.

Op het schoolfeest is de opkomst van ouders groot. Leerkrachten geven aan dat het laagdrempelig is, omdat het goedkoop is. Ouders komen vooral voor het optreden van hun kind en in mindere mate voor het sociale aspect om bv. andere ouders te ontmoeten. Naast het schoolfeest geven zowel ouders als leerkrachten aan dat er weinig ouderparticipatie is. Ouders geven aan dit spijtig te vinden. Al worden wel verschillende activiteiten vermeld die al dan niet nog doorgaan. De directie geeft aan dat dit luik in ontwikkeling is.

CONCRETE TIPS/IDEEËN VANUIT DE INTERVIEWS OM HIER VERDER AAN TE WERKEN:

Een hechte band tussen de ouders onderling zorgt dat ouders makkelijker contact opnemen met de leerkracht

Je kan inzetten op informele ouderparticipatie (bv. hulp vragen aan ouders in de klas) om zo andere ouders aan te trekken die je anders niet ziet.

Een ouder gaf aan dat er een rekenles werd georganiseerd voor de ouders om hen uit te leggen hoe ze konden helpen met het huiswerk. De ouder vond dit positief om de methode te zien en gaf ook aan het sociale aspect ernaast belangrijk te vinden.

Ouderactiviteiten zijn interessant omwille van het sociale aspect, je ontmoet andere ouders.

Het is een extra moment om met de leerkracht te praten en als extraatje kan je als anderstalige ouder je Nederlands oefenen.

Je kan een verslag van een infomoment meegeven aan alle ouders en zo ook de niet-aanwezigen informeren.

Je kan een extra groepsmoment organiseren voor de groep ouders waarbij de ondersteunende rol minder goed lukt.

Inzetten op informele participatie werkt: kijkmomenten in de klas, ouders over hun beroep laten vertellen, koffiemomenten, zoals in de kleuterschool, helpen om een warme relatie op te bouwen tussen school en ouders.

ONDERWIJSONDERSTEUNEND GEDRAG

Alle ouders geven expliciet aan interesse te tonen voor de school en school belangrijk te vinden.

Kansarme ouders geven aan dat zij in de school een belangrijke hefboom zien die ervoor kan zorgen dat hun kinderen het beter hebben dan zijzelf. Anderstalige ouders kiezen bewust voor een Nederlandstalige school, omdat ze de kennis van het Nederlands belangrijk vinden. De meerderheid van de ouders geven aan dat hun kinderen graag naar school komen, omwille van contact met vriendjes, maar ook door een goed contact met de leerkracht.

Leerlingen hebben diverse hobby’s. Enkele ouders geven aan dat hun kinderen geen naschoolse activiteiten doen. Aangehaalde redenen daartoe zijn: moeilijke thuissituatie (financiële problemen, ziekte ouder), ontbreken motivatie kind, alle activiteiten waren al volzet. De school informeert ouders over het aanbod door brochures uit te delen en enkele organisaties komen zich persoonlijk voorstellen. De school wil graag inzetten op een samenwerking met vrijetijdsorganisaties door bv.

de uren te laten aansluiten op school of de activiteit op school zelf te laten doorgaan.

De school besteedt aandacht aan het netwerk met de buurt en aan verbinding met de maatschappij. De school maakte een omgevingsboek met aanwezige activiteiten/organisaties in Ronse met aandacht voor wat gratis is. Ouders worden hierin sporadisch betrokken. Sommige leerkrachten vragen bv. (groot)ouders om hun beroep voor te stellen. Andere leerkrachten kennen ouders niet voldoende of durven dit niet te vragen.

Als we het netwerk van gezinnen onder de loep nemen, levert dit een verdeeld beeld op. De ene helft van de geïnterviewde ouders zegt regelmatig contact te hebben met andere ouders. Kinderen gaan ook bij elkaar spelen. De andere ouders heeft geen contact. Zij geven aan dat er niet veel contactmogelijkheden zijn op school, of ze hebben er geen behoefte aan of tijd voor. Een ouder geeft ook aan dat er vertrouwen nodig is tussen ouders om hun kinderen bij elkaar te laten spelen.

Wat zijn de verwachtingen van leerkrachten naar ouders toe? De antwoorden van leerkrachten en ouders komen grotendeels overeen. Al blijkt dat niet alle ouders goed weten wat de verwachtingen juist zijn. Waar een duidelijk verschil ligt tussen de leerkrachten en de ouders, is dat (de meeste) leerkrachten geen inhoudelijke hulp verwachten bij het huiswerk. Ze verwachten bv. ook niet dat ouders het huiswerk verbeteren. Het blijkt echter dat verschillende ouders denken dat leerkrachten dit wel degelijk verwachten. De meerderheid van de bevraagde ouders zijn bovendien zelf van mening dat ouders dit horen te doen. Daarnaast geven leerkrachten aan dat minder sterke leerlingen het huiswerk vaak niet kunnen zonder extra hulp van thuis. Ditzelfde geldt ook voor lezen en studeren. Leerkrachten weten niet of deze thuisondersteuning bij alle ouders mogelijk is.

Leerkrachten geven aan dat er niet echt een globale visie is vanuit de school over de verwachtingen naar ouders.

Zowel leerkrachten als ouders geven aan dat er problemen zijn bij de onderwijsondersteunende rol van sommige gezinnen. Controleren van de agenda, huiswerk lukt niet. Er is geen rustige plek en structuur. Ouders hebben geen tijd of begrijpen het huiswerk niet door taalproblemen of door een laag opleidingsniveau. Sommige leerkrachten denken dat het buiten hun bereik ligt om de onderwijsondersteunende rol van ouders te doen slagen. Als ouders interesse tonen, zouden ze naar verloop van tijd moeten weten hoe het huiswerk in elkaar zit. Andere leerkrachten denken dat er wel mogelijkheden liggen. Er kan een rustige plek gecreëerd worden. Dit schooljaar werd reeds

te bereiken en te informeren over de verwachtingen. Ook voor een heldere, inhoudelijke communicatie van het huiswerk hebben leerkrachten suggesties.

Er worden verschillende positieve aspecten van huiswerk genoemd: bv. inoefenen van de leerstof, ontwikkelen van zelfstandigheid en een goede attitude, betrokkenheid creëren bij de ouders. Twee belangrijke negatieve factoren die aangehaald worden zijn: het zorgt voor stress en demotivatie bij kinderen en ouders en het zorgt voor ongelijkheid. Ouders en leerkrachten vinden over het algemeen dat er niet te veel huiswerk mag gegeven worden.

Leerkrachten geven aan elk kind hetzelfde huiswerk. Wel wordt gedifferentieerd in de hoeveelheid huiswerk per kind en is er sprake van een flexibele indiendatum. Sommige leerkrachten maken gebruik van de differentiatie-module van het digitale leerplatform Bingel. Huiswerk wordt achteraf klassikaal of individueel besproken in de klas. Sommige leerkrachten koppelen dit terug aan de leerstof. Er is zowel bij de leerkrachten als bij de ouders weinig draagvlak om huiswerk af te schaffen. Algemene schoolafspraken die genoemd worden over huiswerk gaan over de duur en de frequentie van het huiswerk. Leerkrachten zijn niet vertrouwd met de term ouderneutraal huiswerk, maar streven dit wel na, door niet te verwachten dat ouders uitleg geven of verbeteren, door zo duidelijk mogelijk huiswerk te geven, door digitale opdrachten niet te verplichten.

Over het studiepaleis lopen de criteria waarom kinderen gaan uiteen: Ouders kunnen niet ondersteunen of laten dit na; het huiswerk is vaak niet gemaakt; kinderen zijn niet in staat om het huiswerk zelfstandig te maken; kinderen hebben moeilijkheden op school; het kind ging het jaar ervoor al. Het zorgteam kiest welke kinderen gaan. Het is voor ouders niet altijd duidelijk wie de selectie van de deelnemende kinderen maakt. Ouders of kinderen vragen zelf om te mogen komen.

Op diverse vlakken is het studiepaleis een meerwaarde volgens de ouders en leerkrachten. Op niveau van het kind leren zij zelfstandig te werken, doordat ze een goede studiemethode aangereikt krijgen en worden gemotiveerd. Kinderen krijgen daarenboven een rustige plek aangereikt om hun taken te maken. Op niveau van de ouder wordt die meer betrokken en krijgt handvatten om zijn/haar kind te ondersteunen bij het huiswerk. Ouders vermelden ook dat de kinderen geholpen worden met taal via het lezen en dat het studiepaleis de stress thuis rond huiswerk wegneemt.

Zowel leerkrachten als ouders geven aan dat het niet evident is om het engagement aan te gaan om (af en toe) aanwezig te zijn in het studiepaleis.

De twee belangrijkste verbeterpunten voor het studiepaleis zijn volgens leerkrachten ten eerste dat het op vele vlakken ‘meer’ zou mogen zijn. Grotere capaciteit (aantal kinderen en begeleiders), vaker in de week. Een tweede punt is dat er meer contact tussen begeleiders van het studiepaleis/opbouwwerker en de leerkrachten zou mogen zijn. Leerkrachten kunnen meer communiceren wat huiswerk juist inhoudt en begeleiders/opbouwwerkers kunnen meer laten weten hoe het kind het in het studiepaleis doet. Een andere opmerking is dit kinderen meer geëvalueerd zouden kunnen worden om zo te kijken of ze nog nood hebben aan een studiepaleis.

CONCRETE TIPS/IDEEËN VANUIT DE INTERVIEWS OM HIER VERDER AAN TE WERKEN:

Een stille studie en het studiepaleis kunnen helpend zijn voor leerlingen om het huiswerk op een goede manier te maken

Kinderen mogen kleurpotloden, schaar… van school meenemen om het huiswerk te kunnen maken.

Leerkrachten zetten in op informele contacten om de onderwijsondersteunende rol extra uit te leggen aan ouders, zodat de verwachtingen van de school duidelijk zijn voor ouders.

Op het oudercontact kan je ouders aanspreken waarbij de onderwijsondersteunende rol moeilijk lukt

Je kan kinderen extra goed informeren over de verwachtingen naar hun ouders toe

Communiceer het huiswerk heel duidelijk. Je kan werken met pictogrammen, altijd hetzelfde stramien gebruiken, de oefeningen in de klas voorbereiden, een legende in de agenda steken, werken met een huiswerkboekje, -blad waar het huiswerk algemeen wordt uitgelegd, vaak gebruikte afkortingen uitleggen op een blaadje in de agenda.

Je kan voor huiswerk een flexibele indiendatum voorzien

Het leerplatform Bingel heeft een differentiatie-model waarbij de moeilijkheidsgraad van de oefeningen per kind verschilt.

Misschien kunnen we als school ook werk maken van een huiswerkbeleid en onderling duidelijke afspraken maken?

Je kan differentiëren in de hoeveelheid huiswerk per kind door het bv. met fluor aan te duiden.

Misschien kunnen we het op een personeelsvergadering eens hebben over onze verwachtingen.

Dat we onze verwachtingen eens allemaal samenleggen en kijken van wat is er haalbaar en waar kunnen we in overeenkomen en afstemmen met elkaar

‘Wat hebben ouders en school nodig om samen de onderwijsondersteunende rol bij maatschappelijk kwetsbare ouders te realiseren?’ Eén pasklaar antwoord is er niet op deze vraag. Zoals gezegd spelen er verschillende factoren mee. Dit rapport biedt reeds verschillende ideeën en suggesties van zowel ouders als leerkrachten. De rapportage vonden jullie hierboven.

Als opbouwwerkteam hopen we hier samen met de school mee aan de slag te kunnen gaan. We hopen dat we samen de diverse thema’s kunnen verkennen, helder stellen, optimaliseren en onze expertise hierrond mogen delen. Wij denken dat er vele kansen in deze analyse liggen om zowel het leerkrachtenteam als de ouders te versterken. Zo willen we op lange termijn een stap vooruitzetten

DANKWOORD

Een speciale dank gaat uit naar alle ouders, leerkrachten en leden van het schoolteam die meewerkten aan dit onderzoek. Het was inspirerend om zoveel ideeën aangereikt te krijgen.

Dankjewel voor alle verhelderende inzichten. Dankjewel voor jullie tijd. Dankjewel voor de eerlijkheid en openheid bij vragen die niet altijd even evident waren. De interviews deden soms veel emoties oplaaien of brachten mooie, ontroerende verhalen naar boven. Dankjewel om ons hier een inkijk in te geven. Dankjewel aan collega’s Elissa De Coker en Piet Clottens voor het kritische nalezen en de hieruit voorvloeiende tips en Nicole Formesyn voor het delen van haar uitgebreide ervaring, de vele ideeën en de ondersteuning gedurende de hele periode. Hopelijk kan dit rapport een start vormen naar een verdere gedragen samenwerking.

DANKJEWEL!

BRONNEN EN GECITEERDE WERKEN

BRONNEN:

29 afgenomen en uitgetikte interviews van 14 leden van de school campus Glorieux Ronse Lager en 15 ouders uit dezelfde school.

LITERATUUR:

Inspiratiemap: Elk kind, elke ouder telt! Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw 2014

Swaen, B., Wat is kwalitatief en kwantitatief onderzoek?, op scribbr.nl, 2013, website laatst geraadpleegd op 14 december 2020

https://www.scribbr.nl/onderzoeksmethoden/kwalitatief-vs-kwantitatief-onderzoek/

Halfman, I., Validiteit en betrouwbaarheid in kwalitatief onderzoek, op studiemeesters.nl, website laatst geraadpleegd op 14 december 2020

https://communicatiekc.com/steekproefgrootte-verzadiging/#:~:text=%E2%80%9CIn%20tegenstelling%20tot%20kwantitatief%20onderzoek,ond erzoek%20niet%20om%20grote%20aantallen.&text=Kwaliteit%20is%20belangrijker%20dan%20 kwantiteit,de%20kwaliteit%20van%20je%20onderzoek.

AFBEELDINGEN:

7e specialisatiejaar Publiciteit en illustratie, Technisch Berkenboom-Instituut, Sint-Niklaas - voor de inspiratiemap ‘Elk kind, elke ouder telt’

Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw

T 09 265 84 70

Sint-Jacobsnieuwstraat | 9000 Gent

info.oost-vlaanderen@samenlevingsopbouw.be