• No results found

Mondelinge communicatie

HOODSTUK 1: COMMUNICATIE

2. Mondelinge communicatie

2.1.

CONTACT TUSSEN LEERKRACHTEN EN OUDERS

ERVARINGEN LEERKRACHTEN

Over het algemeen geven leerkrachten aan een goed contact te hebben met ouders.

Problemen bij contacten zijn er soms wanneer leerkrachten een andere mening hebben dan de ouder. Leerkrachten hebben hierbij soms het gevoel niet gerespecteerd te worden door de ouder.

ERVARINGEN OUDERS

5 van de 15 ouders geven aan regelmatig informeel contact te hebben met de leerkracht. 7 ouders geven aan dat ze geen of weinig informeel contact hebben. Ouders geven wel aan dat ze de mogelijkheid hebben om te praten met de leerkracht. Ouders met kinderen met problemen zoeken zelf regelmatig contact.

”Als ik mijn kind ga halen op de speelplaats, vertelt de juf af en toe of het een goede of mindere dag is geweest.”

“Er is geen informeel contact. Ik had de leerkracht van mijn dochter nooit gezien tot op het oudercontact, dus tot in oktober kende ik de leerkracht van mijn dochter niet. Ik wist niet hoe ze eruitzag. Ik haalde mijn kind op en er zijn zoveel leerkrachten. Ik wist niet welke leerkracht die van mijn dochter was.”

“Ik ga elke maand goeiedag zeggen. Ik wil achteraf niet voor een verrassing komen te staan. Ik neem zelf initiatief.”

2.2.

SCHOOLPOORTCONTACT

ERVARINGEN LEERKRACHTEN

Leerkrachten geven aan dat er contact is aan de schoolpoort en op de speelplaats. Direct en persoonlijk contact zorgt dat ouders zich welkom voelen. ’s Ochtends staat de directie drie kwartier aan de schoolpoort. Leerkrachten zijn bereikbaar via het secretariaat. ’s Avonds staan leerkrachten 10 minuten bij hun rij op de speelplaats na de school. De ouders komen tot daar hun kind ophalen. Vroeger was dit niet zo en moesten ouders achter een lijn wachten en was contact met leerkracht niet mogelijk. Sinds enige tijd is dit dus veranderd.

“Ik sta dagelijks aan de schoolpoort, ’s morgens een half uur en in de namiddag een kwartier. Ik ben drie kwartier per dag beschikbaar voor de ouders en ik merk dat ouders dat ook appreciëren en dat ze daar ook op ingaan door kort

iets te vragen of een afspraak te maken.”

“Ouders komen zelf tot aan de rij ‘s ochtends of ‘s avonds wanneer je met de kinderen naar buiten komt. Het gebeurt dat ouders dan een vraag komen

stellen, wanneer ze om hun kinderen komen.”

Leerkrachten geven aan dat ouders het contact met de school in het algemeen formeel vinden.

“De ouders worden aangesproken op een heel belerende toon, altijd met het vingertje: doe dit en doe dat, en dat mag niet en dat mag wel, … dat hoor ik

wel van ouders. Ook als ouders hier dan op school zijn, is het altijd heel formeel. Ik betreur dat als leerkracht.”

ERVARINGEN OUDERS

Ouders geven aan dat de ophaalmomenten dit schooljaar aangepast zijn. Vroeger stonden ouders aan de poort en konden ze de leerkrachten niet zien. Dit is dit jaar veranderd.

“Vroeger was er geen dagelijks contact met leerkrachten. Je moest aan de poort blijven staan en tegen dat de bel ging, was er geen enkele leerkracht meer aanwezig behalve degene die toezicht hielden. Dus contact kon je niet zo

veel hebben of je moest al echt een afspraak maken. Dit jaar is het systeem veranderd, dat is veel beter.”

2.3.

NIET ALLE OUDERS WORDEN BEREIKT

ERVARINGEN LEERKRACHTEN

Leerkrachten geven aan dat het meestal dezelfde ouders zijn met wie ze contact hebben.

Voornamelijk met anderstalige ouders is er weinig contact. Wanneer ouders een probleem hebben, nemen ze zelf pas laat contact op.

“Ik zou van alles doen om de ouders te pakken te krijgen. Ik ben zelfs vorig jaar nog naar het KSO gegaan, naar een zus gaan vragen. Ik kon die ouders niet

bereiken en uiteindelijk heb ik contact gehad, via een zus.”

Leerkrachten geven zelf enkele mogelijke verklaringen waarom ouders zelf geen contact opnemen: ouders durven geen contact op te nemen, ze schamen zich. Daarnaast geven sommige leerkrachten aan dat ze denken dat sommige ouders niet veel belang hechten aan school.

Bovendien zijn er ook praktische aspecten: niet alle ouders zijn aanwezig meteen voor of na school, kinderen zitten in de opvang of ouders hebben geen tijd om contact op te nemen.

“Pas als de nood het hoogst is, dan proberen ze toch een afspraak te maken, maar die dagelijkse contacten zijn er dan niet.”

Als het over taalproblemen gaat, geven leerkrachten volgende moeilijkheden aan:

Er is een moeilijkheid zowel voor leerkracht als ouders om juist te communiceren als je de andere taal niet (goed) kent. Zeker bij moeilijke boodschappen.

Er zijn weinig tolken.

Men voelt soms weinig openheid bij Franstalige ouders om Nederlands te leren.

“Ik heb nu twee kindjes die van Pakistan zijn en de mama’s kunnen niet veel Nederlands. Onlangs kwam één mama gewoon bij mij met het woordje

studietoelage en daarmee moest ik weten wat ze juist bedoelde.”

ERVARINGEN OUDERS

7 van de 15 ouders geven aan dat er weinig tot geen informeel contact is. Ouders vertellen dat leerkrachten uit zichzelf geen of weinig initiatief tot contact nemen. Enkel ouders die zelf contact zoeken, krijgen informatie. Anderstalige ouders geven aan dat er weinig contact is. Er zijn ook praktische bezwaren: niet alle ouders zijn aanwezig meteen voor of na school, kinderen zitten in de opvang.

Als het over taalproblemen gaat, geven ouders volgende moeilijkheden aan:

Niet alle leerkrachten kunnen (genoeg) Frans. Leerkrachten doen wel inspanningen.

Ouders geven aan graag een tolk te hebben.

Eén ouder die enkel Arabisch spreekt, geeft aan geen contact te hebben met leerkracht, maar wel met de mensen van het studiepaleis.

“Doordat ik niet zo goed Nederlands praat, praten ze Frans met mij.”

“Op het oudercontact zijn de leerkrachten echt vriendelijk en ze spreken Frans met mij. Ook al moeten ze niet. En ook al is het met moeilijkheden, ze proberen

en zorgen dat de boodschap aankomt.”

“Ik zou graag meer contact hebben met de leerkracht. Ik weet ook niet hoe het komt dat ik wel contact heb met Louise? Louise is bezorgd. Ze komt naar je toe en stelt vragen. Met de leerkracht heb ik alleen contact op het oudercontact, maar dan enkel met een tolk erbij. Bij Louise is mijn zoon erbij en als hij er niet

is, dan is het meer met gebaren, maar uiteindelijk begrijpen we elkaar.”

2.4.

FUSIE, GROTE SCHOOL

ERVARINGEN LEERKRACHTEN

Leerkrachten geven aan dat de grootte van de school een uitdaging is. Daardoor is het een (meer) gesloten school en zijn er strikte(re) regels.

Leerkrachten zeggen dat wie binnen wil in de school, mag, maar de deur niet echt wordt opengezet. ’s Ochtends en overdag geraak je niet makkelijk binnen. Dan moet je eerst via het secretariaat.

“Wij gaan ook niet meer de opzichter uithangen aan de schoolpoort, als ze binnen willen, dan kunnen ze binnen. De ouders gaan niet zomaar binnen, tenzij dat ze hun kindje eens willen helpen. De deur gaan we niet open zetten,

maar iemand die binnen wil, kan wel binnen.”

De directie geeft aan in de grootschalige context, het kleinschalige te willen inbrengen, door bv.

aan de schoolpoort te staan, de leerlingen bij naam te kennen, goedemorgen te zeggen. Ook het afhalen is veranderd. Nu mogen de ouders tot aan de klasrij en is er zo dagelijks contact mogelijk met de klasleerkracht.

“Sinds ik directeur ben, heb ik tegen de ouders gezegd: ‘je hoeft niet meer aan de witte lijn te blijven, kom allemaal op de speelplaats, bij de klasjuf uw kind afhalen.’ Zo kan er dagelijks contact zijn, en ik merk dat dit echt een pluspunt

is. Ouders reageren: ‘ik zie de leerkracht nu meer dan dat ik ze zag in de kleuterschool.’ Dan denk ik: dat is goed. Ik wil in deze grootschalige context,

dat kleinschalige inbrengen.”

ERVARINGEN OUDERS

Ouders zeggen dat het warme, kleinschalige en het informele praten met de leerkracht er niet meer is en dat dit vroeger wel zo was. Ouders geven aan wat verloren te lopen. Ze weten niet meer goed wie wie is sinds de fusie.

“Wat wij voorheen zagen, zien we nu niet meer, bijvoorbeeld het contact met de leerkrachten. Vroeger ging je je kind halen en kon je babbelen met de leerkracht over het weer, over het milieu. Het hoefde niet specifiek over het onderwijs te gaan. Nu heb je dat gewoon niet meer. Nu is alles veel strikter en

zakelijker. Het is zoeken voor ons, want wat wij gewend waren als ouders van Glorieux, is er niet meer. We moeten zoeken naar wat, waar en hoe de grenzen

liggen.”

Ouders geven in het algemeen aan goed te weten bij wie ze terecht kunnen met vragen:

secretariaat, bij de eigen leerkracht, bij zorgcoördinatoren, ouderraad, directie. 5 van de 15 ouders geven echter aan helemaal niet te weten waar ze terecht kunnen met vragen.

2.5.

WAT ZORGT ERVOOR DAT OUDERS MAKKELIJK(ER) CONTACT OPNEMEN

ERVARINGEN LEERKRACHTEN

Tips van leerkrachten zelf: toegankelijkheid uitstralen, een lage drempel voor contact creëren

Zorg dat je rechtstreeks aanspreekbaar bent. Neem ruimtelijke drempels weg, zodat ouders leerkracht/directie rechtstreeks kunnen aanspreken. Directie staat altijd aan de schoolpoort en draagt die visie uit.

Zorg dat ouders de leerkracht kennen.

Benadruk dat ouders je mogen contacteren en dat dit geen probleem is.

Eén leerkracht merkt daarnaast op dat ouders makkelijker contact nemen als er een hechte band

“Ik vind dat je bereikbaar moet zijn voor de ouders en de drempel heel laag moet houden. Ik sta dus aan de poort, waar de drempel om me aan te spreken

minder hoog is. Als de ouders tot hier moeten komen, tot aan de bureau, dan hebben ze misschien al wat meer angst om die drempel te overschrijden. Nu is

er eigenlijk geen drempel, ze spreken me gewoon aan, dat kan over heel eenvoudige dingen zijn, maar dat kan ook zijn: ‘ik zit ergens mee, kunnen we

het daarover hebben?’”

“Ik denk dat toegankelijkheid heel belangrijk is. Ik benadruk dat tijdens mijn infoavonden, als er iets is alstublieft stuur mij een mail. Ik zeg ook altijd hetzelfde zinnetje: ‘ik ben ook een mens, geen robot, ik maak ook fouten.’ Ik

probeer echt zo toegankelijk mogelijk te zijn.”

2.6.

TELEFOON

ERVARINGEN LEERKRACHTEN

Leerkrachten geven aan weinig te telefoneren. Er wordt aangegeven dat je dit moeilijker kan inperken en één leerkracht geeft een negatieve ervaring aan.

“Ik telefoneer niet graag en geef niet graag mijn nummer. Wanneer een onbekend nummer me belt, zal ik niet snel opnemen. Dan moeten ze een

voicemail inspreken. Via mail kan je dat een beetje beter inperken.”

Er wordt aangegeven dat telefonisch contact goed zou kunnen zijn wanneer brieven niet beantwoord worden.

Zorgleerkrachten geven aan ouders telefonisch uit te nodigen om het inhoudelijke uit te leggen en per e-mail te communiceren voor de meer praktische zaken.

ERVARINGEN OUDERS

Ouders geven aan dat dit gebruikt wordt als er een probleem is. Het wordt door de zorgjuf gebruikt.

“Als er iets is, belt de zorgjuf me soms op.”