• No results found

De schade is gemeld voor 31 maart 2017, 100 uur

procedure bieden voor aardbevingsschadezaken?

2. De schade is gemeld voor 31 maart 2017, 100 uur

Is het schadebedrag € 25.000 of minder, dan vergoedt de NAM de schade.10 Is het

schadebedrag meer dan € 25.000, dan wordt de zaak ter beoordeling aan de Arbiter Bodembeweging voorgelegd.

Aantal zaken dat is te verwachten

Het gaat om ongeveer 6.000 zaken. Onbekend is welk deel daarvan schade van meer dan € 25.000 betreft. Stel dat het bij 5.000 zaken om schade van ten hoogste € 25.000 gaat en bij 1.000 zaken om schade van meer dan € 25.000. De zaken met schade van ten hoogste € 25.000 zullen naar verwachting niet tot procedures leiden omdat de NAM heeft toegezegd deze schade te zullen vergoeden. De zaken met schade van meer dan € 25.000 worden aan de Arbiter Bodembeweging voorgelegd. Uit de gesprekken met rechters van de Rechtbank Noord-Nederland is gebleken dat beslissingen van de Arbiter Bodembeweging slechts in een enkel geval leiden tot een procedure bij de rechtbank. Ervan uitgaande dat een derde van de zaken door de Arbiter Bodembeweging wordt geschikt en dat tegen 1% van zijn beslissingen wordt opgekomen, dan zou dat betekenen dat op termijn eenmalig 5 à 10 zaken bij de rechtbank zijn te verwachten. Het betreft civiele procedures.

9. 7.059 meldingen leiden tot 275 bezwaarschriften (275 is 3,9% van 7.059) en tot 70 beroepszaken (70 is een kwart van 275).

10. https://www.rtvnoord.nl/nieuws/191312/Wiebes-Oude-schadeclaims-tot-25-000-euro-worden-so- wieso-ingewilligd.

De termijn waarop zaken zijn te verwachten

Gezien de werkvoorraad van de Arbiter Bodembeweging is niet te verwachten dat deze categorie zaken voor 2019 bij de rechtbank terecht zal komen.

Situatie c: een eigenaar heeft een procedure lopen bij de Arbiter Bodembeweging

De Arbiter Bodembeweging handelt de procedure af, tenzij die procedure door de eigenaar wordt beëindigd. In dat geval kan de eigenaar een aanvraag indienen bij de Commissie. Die leidt tot een besluit van de Commissie waartegen bezwaar en beroep mogelijk zijn.11,12

De termijn waarop zaken zijn te verwachten

Ook hier geldt dat denkbaar is dat de zaken die de Commissie overneemt van de Arbiter Bodembeweging sneller door de Commissie worden afgedaan dan ze door de Arbiter Bodembeweging zouden zijn afgedaan en dus ook sneller tot besluiten op bezwaar leiden die aanleiding kunnen zijn voor het indienen van beroep bij de recht- bank. Evenzeer is echter denkbaar dat de Commissie die categorie zaken op een- zelfde wijze wil behandelen als de ‘nieuwe’ bij haar binnengekomen aanvragen. In dat geval geldt ook voor die zaken dat eventuele beroepsprocedures bij de rechtbank naar verwachting pas in september 2018 aanhangig zullen worden gemaakt.

Aantal zaken dat is te verwachten

Bij de Arbiter Bodembeweging zijn blijkens de Kwartaalrapportage juli­september 2017 van de Nationaal Coördinator Groningen nog 1.342 onafgedane zaken aanhangig. On- duidelijk is hoeveel daarvan over zullen gaan naar de Commissie. Omdat zaken alleen overgaan van de Arbiter Bodembeweging naar de Commissie als de eigenaar die de zaak heeft lopen bij de Arbiter Bodembeweging daartoe het initiatief neemt, is niet te verwachten dat het om grote aantallen zal gaan. Stel dat een derde van die zaken bij de Commissie terechtkomt en we passen op dat aantal dezelfde speculatieve rekensom toe als hiervoor, dan zou dat eenmalig tot ten hoogste 5 zaken bij de Rechtbank Noord-Ne- derland leiden.13 Ook de zaken die bij de Arbiter Bodembeweging blijven, kunnen uit-

eindelijk tot een procedure bij de rechter leiden. Stel dat twee derde van de zaken bij de Arbiter blijft en dat twee derde van die zaken in een uitspraak resulteert, dan is te ver- wachten dat dit eenmalig tot 5 à 10 zaken bij de Rechtbank Noord-Nederland leidt.14 Dit

betreft civiele procedures.

11. Art. 12 Besluit.

12. De Arbiter Bodembeweging neemt geen nieuwe zaken in behandeling; zie punt 8 van de toelich- ting op het Besluit en het Protocol.

14. Van de 900 zaken leiden er 600 tot een uitspraak. 1% van 600 is 6.

15. Uit de toelichting op het Besluit blijkt dat deze categorieën schade op termijn (gedacht wordt aan een periode van twee jaar) alsnog aan de Commissie kunnen worden voorgelegd.

Conclusie

Het voorgaande laat zich als volgt kort samenvatten:

• Een substantiële instroom van zaken bij de rechtbank is niet te verwachten voor september 2018.

• Het aantal te verwachten zaken is uiterst moeilijk te voorspellen. Op basis van de aannames die in deze paragraaf zijn gehanteerd, zou het om de volgende aan- tallen gaan:

• jaarlijks: 150 bestuursrechtelijke zaken;

• eenmalig: ongeveer 75 bestuursrechtelijke zaken en 15 civiele zaken.

3.3 Waardedaling gebouwen en werken, inkomensschade, immateriële schade

Voor al deze schades gold en geldt dat ter vergoeding daarvan een vordering bij de burgerlijke rechter kan worden ingediend.

De bevoegdheid van de Commissie heeft geen betrekking op deze schades. Het is dus niet mogelijk als alternatief voor het aansprakelijk stellen van de NAM en het starten van een procedure bij de rechtbank (afdeling civiel) een verzoek om schade- vergoeding in te dienen bij de Commissie ter zake van deze categorieën schade.15

De termijn waarop zaken zijn te verwachten

Voor zaken over waardedaling van gebouwen en werken, inkomensschade en psychi- sche schade geldt dat niet is te verwachten dat de inwerkingtreding van het Besluit van invloed zal zijn op het aantal zaken dat bij de rechtbank aanhangig wordt gemaakt.

Aantal zaken dat is te verwachten

In de afgelopen jaren is slechts een zeer beperkt aantal personen een civiele pro- cedure begonnen ter zake van door aardgaswinning veroorzaakte aardbevings- schade. Er is geen reden om te verwachten dat daar in de toekomst verandering in zal komen. Dat zou alleen anders kunnen zijn als de rechtbank zich er actief voor inzet de drempel voor het aanhangig maken van een civiele procedure te verlagen. Het meest voor de hand liggende instrument hiervoor is een procedure die lijkt op de procedure bij de Spreekuurrechter. Dit is een procedure ex art. 96 Rv. Deze kan alleen worden gevoerd als de NAM ermee instemt van deze procedure gebruik te

maken. De kans daarop lijkt klein, zeker nu de NAM vooralsnog niet instemt met verzoeken ex art. 96 Rv.16