• No results found

Diverse schadeoorzaken, diverse schadegeschillen

procedure bieden voor aardbevingsschadezaken?

2 Diverse schadeoorzaken, diverse schadegeschillen

2.1 Inleiding

Wat kan de rechtbank aan zaken verwachten over schade die is ontstaan door bo- dembeweging als gevolg van aardgaswinning? Om daar iets over te kunnen zeggen, moeten we onderscheid maken tussen verschillende categorieën geschillen en tussen

verschillende routes die gevolgd kunnen worden ter beslechting van die geschillen.

We onderscheiden vier verschillende categorieën geschillen over schade. Het betreft geschillen over:

1. fysieke schade aan gebouwen en werken en materiële schade als gevolg van die fysieke schade;

2. waardedaling van gebouwen en werken; 3. inkomensschade;

4. immateriële schade.

Welke routes kunnen worden gevolgd ter beoordeling en beslechting van al deze geschillen? We maken een onderscheid tussen de eerste schadeoorzaak (fysieke schade aan gebouwen en werken en materiële schade als gevolg van die fysieke schade) en de andere drie schadeoorzaken (waardedaling van gebouwen en wer- ken, inkomensschade en immateriële schade). In paragraaf 2.2 gaan we in op de eerste categorie, in paragraaf 2.3 op de andere drie categorieën.

2.2 Fysieke schade aan gebouwen en werken en materiële schade als gevolg van die fysieke schade

Bij het beschrijven van de routes ter beoordeling en beslechting van deze geschil- len moet onderscheid worden gemaakt tussen (i) de situatie tot 31 maart 2017, (ii) de situatie tussen 31 maart 2017 en 19 maart 2018, en (iii) de situatie sinds 19 maart 2018. Tot 31 maart 2017 vond de schadeafhandeling plaats volgens het oude protocol (zie daarover hoofdstuk 6 van dit rapport), in de periode tussen 31 maart 2017 en 19 maart 2018 lag de behandeling van schadezaken stil, vanaf 19 maart 2018 geldt dat verzoeken om schadevergoeding worden behandeld door de Tijdelijke commissie mijnbouwschade Groningen.

(i) De situatie tot 31 maart 2017

Er zijn twee routes beschikbaar, waarvan de eerste route uit meerdere ‘subroutes’ bestaat.

1. Wie schade heeft kon die bij het Centrum Veilig Wonen (CVW) melden; de mel- ding leidde tot een beslissing over aansprakelijkheid en eventueel herstel. Mocht de eigenaar het oneens zijn geweest met de beslissing van het CVW, dan kon hij: • een procedure starten bij de Arbiter Bodembeweging. Kwam of komt het tot een uitspraak, dan kon of kan de eigenaar daarna desgewenst naar de burger- lijke rechter. De eigenaar kon of kan ook de procedure bij de Arbiter Bodem- beweging afbreken en zich vervolgens tot de burgerlijke rechter wenden; • direct een vordering bij de burgerlijke rechter indienen.

2. In plaats van zich te melden bij het CVW kon de eigenaar ook direct een vorde- ring bij de burgerlijke rechter indienen.

(ii) De situatie tussen 31 maart 2017 en 19 maart 2018

Drie situaties zijn te onderscheiden:

a. Een eigenaar heeft schade die hij op 31 maart 2017 nog niet heeft gemeld of die na die datum is ontstaan

De eigenaar kon zijn schade melden bij het CVW; het CVW nam nog wel schade op, maar het nam geen beslissingen meer over aansprakelijkheid en eventueel herstel. Dit in afwachting van een nieuw schadeprotocol.

Als alternatief had de eigenaar de mogelijkheid een vordering bij de burgerlijke rechter in te dienen.

b. Een eigenaar heeft in de periode voor 31 maart 2017 schade gemeld bij het CVW

Het CVW nam geen beslissing over aansprakelijkheid en eventueel herstel. Dit in afwachting van een nieuw schadeprotocol.

De eigenaar had wel de mogelijkheid een vordering bij de burgerlijke rechter in te dienen.

c. Een eigenaar heeft een procedure lopen bij de Arbiter Bodembeweging

Ondanks dat de behandeling van schadezaken door NAM/CVW was stilgelegd, worden zaken die voor 31 maart bij de Arbiter Bodembeweging waren aangemeld, wel behan- deld. Kwam of komt het tot een uitspraak, dan kon of kan de eigenaar daarna desge- wenst naar de burgerlijke rechter; de eigenaar kon of kan ook de procedure bij de Arbi- ter Bodembeweging afbreken en zich vervolgens tot de burgerlijke rechter wenden.

(iii) De situatie sinds 19 maart 2018

Op 19 maart 2018 trad het Besluit mijnbouwschade Groningen (hierna: het Besluit) in werking. Drie situaties zijn te onderscheiden:1

a. Een eigenaar heeft schade die hij op 19 maart 2018 nog niet heeft gemeld of die na die datum is ontstaan

De eigenaar kan een aanvraag om schadevergoeding indienen bij de Commissie.2

Tegen het besluit van de Commissie (deelcommissie mijnbouwschade) is bezwaar mogelijk bij de Commissie (deelcommissie bezwaar),3 vervolgens beroep bij de recht-

bank (afdeling bestuursrecht) en daarna hoger beroep bij de Afdeling bestuursrecht- spraak van de Raad van State.

In plaats van het indienen van een aanvraag bij de Commissie kan de eigenaar in een civiele procedure bij de rechtbank (afdeling civiel) een vordering tegen de NAM instellen.

b. Een eigenaar heeft voor 19 maart 2018 schade gemeld bij het CVW zonder dat het CVW een beslissing over aansprakelijkheid en/of herstel heeft genomen

Van belang is op welk tijdstip de schade is gemeld bij het CVW.

1. Is de schade gemeld na 31 maart, 12.00 uur, 2017 dan wordt de zaak overgeno- men door de Commissie in de stand waarin deze zich bevindt.

2. Is de schade gemeld voor 31 maart, 12.00 uur, 2017 dan wordt de zaak niet over- genomen door de Commissie. Voor meldingen met een schadebedrag van maxi- maal € 25.000 geldt dat de NAM de schade voor haar rekening neemt, meldin- gen met een schadebedrag boven de € 25.000 worden ter beoordeling aan de Arbiter Bodembeweging voorgelegd.

1. Voor alle hier beschreven situaties geldt dat het fysieke schade betreft aan gebouwen en werken, met uitzondering van fysieke schade aan industriegebouwen en infrastructurele werken. Voor die categorie schade kan een eigenaar zich niet tot de commissie wenden (zie art. 1 Besluit) en geldt wat in dit hoofdstuk wordt opgemerkt over de andere drie categorieën schade.

2. De Commissie neemt geen aanvragen in behandeling van schade waarvoor de NAM al schade heeft vergoed of waarvoor de eigenaar geen schadevergoeding is toegekend, die in behandeling zijn bij de NAM of waarover een procedure loopt bij de burgerlijke rechter (zie art. 14 lid 2 Besluit). 3. De Commissie bestaat uit twee deelcommissies, waarvan de ene het primaire besluit neemt

(deelcommissie mijnbouwschade) en de andere beslist op het bezwaar (deelcommissie bezwaar). Het Besluit en het daarop gebaseerde Protocol zijn zodanig vormgegeven dat de beide deelcom- missies onafhankelijk van elkaar opereren. Van belang is voorts dat de deelcommissie bezwaar zich ten behoeve van het op het bezwaar te nemen besluit laat adviseren door de Tijdelijke commissie advisering bezwaarschriften mijnbouwschade Groningen, een onafhankelijke adviescommissie in de zin van art. 7:13 Awb.

4. Art. 12 Besluit.

5. De Arbiter Bodembeweging neemt in beginsel geen nieuwe zaken in behandeling (zie punt 8 van de toelichting op het Besluit en het Protocol); zie voor een uitzondering echter hierna, het tweede punt van situatie b.

6. Uit de toelichting op het Besluit blijkt dat deze categorieën schade op termijn (gedacht wordt aan een periode van twee jaar) alsnog aan de Commissie kunnen worden voorgelegd.

c. Een eigenaar heeft een procedure lopen bij de Arbiter Bodembeweging

De Arbiter Bodembeweging handelt de procedure af, tenzij de procedure door de eigenaar wordt beëindigd. In dat geval kan de eigenaar een aanvraag indienen bij de Tijdelijke commissie mijnbouwschade Groningen (hierna: Commissie).45

2.3 Waardedaling gebouwen en werken, inkomensschade, immateriële schade

Voor al deze categorieën schade gold en geldt dat ter vergoeding daarvan een vor- dering bij de burgerlijke rechter kan worden ingesteld.

De bevoegdheid van de Commissie heeft geen betrekking op deze categorieën schade. Het is dus niet mogelijk als alternatief voor het aansprakelijk stellen van de NAM en het starten van een procedure bij de burgerlijke rechter een verzoek om schadevergoeding in te dienen bij de Commissie ter zake van deze categorieën schade.6