• No results found

3. Opstelling CPN in De Waarheid in vergelijking met de CPSU

3.4 Samenwerking met de CPSU

Op 21 juli 1947 werd de eerste ‘Politionele actie’, Operatie Product, tegen de Indonesische Republiek gelanceerd door de Nederlandse regering. Zowel in de Tweede Kamer als in De Waarheid trok de CPN fel van leer tegen de PvdA, die op dat moment deelnam aan de regering. In haar bewoording liet de CPN er geen twijfel over bestaan dat toekomstige samenwerking met de PvdA uitgesloten was. Operatie Product betekende het einde van de volksfront-tactiek in Nederland.235 De publieke

opstelling van de CPN vanaf juli 1947 laat hier geen twijfel over bestaan. Met betrekking tot

Indonesië is er echter weinig verschil waarneembaar tussen de opstelling van de CPN voor en na het militaire offensief. In De Waarheid werd de motivatie voor de operatie afgeschilderd als ‘financieel gewin’, waarmee de focus duidelijk nog altijd op de economische omstandigheden lag. In de publieke opstelling was ook geen verandering waarneembaar ten opzichte van de nationalistische leiders. Begin december is zelfs een bericht te vinden in De Waarheid met goedkeuring voor de

samenwerking van Soekarno met de Japanners tijdens de oorlog.236 Daarnaast werd ook de

Veiligheidsraad en diens Commissie van Goede Diensten door de CPN afgebeeld als een orgaan dat zich meer identificeerde met de belangen van Indonesië dan van Nederland.237

Deze relatief terughoudende opstelling in De Waarheid bleek echter niet te passen bij de publieke opstelling die de CPN voor ogen had. In januari 1948 werd de hoofdredacteur van De

Waarheid, A.J. Koeijemans, aan de kant gezet door het CPN-bestuur om een meer activistische koers

te kunnen varen. Koeijemans zou ‘verkeerd beleid’ hebben gevoerd en ‘wankelmoedig’ geweest zijn. Partijvoorzitter De Groot, die persoonlijk had aangestuurd op het ontslag van Koeijemans, nam de

235 Gortzak, Kluiven op een buitenbeen, p. 51.

236 Delpher, De Waarheid, 10-12-1947, “De besprekingen op de ‘Renville’”.

237 Tweede Kamer handelingen, 24-08-1947 en 18-12-1947, De Groot. Geraadpleegd op https://www.statengeneraaldigitaal.nl/

leiding over de krant op zich.238 De toon en aard van de berichtgeving in De Waarheid veranderde met

zijn aanstelling drastisch. Het meest opvallende is de toepassing van een meer revolutionair vocabulaire onder zijn redactie. Termen als reactionisme, dollar-imperialisme, proletariaat en bourgeoisie waren tot aan januari 1948 bijvoorbeeld slechts sporadisch gebruikt in De Waarheid. Onder leiding van De Groot werden deze begrippen in vrijwel elk artikel toegepast. Daarnaast werd de partijlijn niet langer alleen in opiniekaders en partijberichten uitgedragen, zoals onder Koeijemans het geval was geweest, maar in vrijwel elk nieuwsbericht.239 Deze meer revolutionaire en agressieve

toon werd gecombineerd met meer berichten vanuit de Sovjet-Unie en fellere kritiek op de Commissie van Goede Diensten, de federatietactiek en met name de Verenigde Staten.240 Een

voorbeeld hiervan is een bericht in De Waarheid op 30 januari 1948 dat gebaseerd was op een Sovjet- Russisch persbureau. Hierin meende men dat Amerika verantwoordelijk was voor de val van

Sjarifoedins kabinet en de islamitische partijen in Indonesië in dienst stonden van de Verenigde Staten. Eenzelfde wijziging van toon en aard is terug te vinden in de uitlatingen van de CPN-fractie in de Tweede Kamer vanaf januari 1948.241

Deze wending in de publieke opstelling van de CPN onder De Groot is een veelzeggende gebeurtenis in de relatief geheimzinnige relatie tussen de CPN en CPSU. Dat de nieuwe opstelling van de CPN in zowel De Waarheid als in de Tweede Kamer, die duidelijk beter aansloot bij de ideologische visie en geopolitieke strategie van Moskou op dat moment, zo abrupt en substantieel was, is zeer opvallend. Een interessant voorbeeld hierbij is de opstelling van De Waarheid ten opzichte van de Commissie van Goede Diensten; in minder dan een maand tijd veranderde deze van neutraal naar ronduit negatief.242 De meer revolutionaire toon in de CPN-berichtgeving zou gelijkgeschakeld kunnen

worden aan de nieuwe, meer op de eigen kracht van communistische bewegingen gerichte, tactiek van de CPSU eind 1947. Een verband tussen de omschakeling van de CPN en de oprichting van de Cominform op 8 oktober 1947 is daarmee snel gelegd. Het is aannemelijk dat de CPSU begin 1948 grote invloed verkreeg op de CPN via de persoon van De Groot, die in de historiografie bekend staat als een felle conservatief-marxistische communist met uitzonderlijk veel waardering voor Stalin en de CPSU.243 Duidelijk is dat de samenwerking tussen de CPN en de CPSU met betrekking tot de

Indonesische kwestie begin 1948 een hoogtepunt bereikte; samen stelden de partijen in Praag nieuwe richtlijnen op voor de PKI.244

238 Gortzak, Kluiven op een buitenbeen, p. 61 en Stutje, De man die de weg wees, p. 287. 239 Delpher, De Waarheid, periode van juli 1947 tot februari 1948.

240 Bijvoorbeeld: Delpher, De Waarheid, 12-01-1948, “Binnenlands overzicht. Het critieke uur!”. 241 Tweede Kamer handelingen, 15-01-1948, De Groot. Geraadpleegd op

https://www.statengeneraaldigitaal.nl/

242 De Waarheid, periode van december 1947 tot en met januari 1948.

243 Op basis van: I. Cornelissen, Paul de Groot staatsvijand nr. 1 (Amsterdam 1996) en Stutje, De man die de

weg wees.

Eind januari dwong de val van premier Sjariffoedin en zijn ‘linkse’ kabinet zowel de CPN als de CPSU om hun opstelling ten opzichte van de Indonesische kwestie te herzien. De CPN, zo blijkt uit publicaties in De Waarheid, hield nog een week hoop op de terugkeer van Sjariffoedin in een nieuw kabinet, maar moest daarna haar verlies onder ogen zien. Waar zij op 2 februari in De Waarheid die hoop nog uitsprak, koos zij op 4 februari al voor de aanval op het kabinet van Hatta.245 ‘Het volk’ zou

zich volgens De Waarheid spoedig tegen de regering van Hatta richten en diens regeerperiode zou van korte duur zijn. Hatta bleef echter aan de macht en de volgende behandeling van de positie van Hatta in De Waarheid verscheen opvallend genoeg pas op 27 mei 1948.246 Tot aan de Suripno-affaire

deed de CPN, zowel in De Waarheid als in de Tweede Kamer, geen uitlatingen meer over het Republikeinse leiderschap in enige vorm. In De Waarheid werd sporadisch een sneer geplaatst naar de federatieplannen van Den Haag en in februari werd nog tweemaal melding gedaan van Sovjet- kritiek op de Commissie van Goede Diensten. Naast enkele berichten over militaire

gewelddadigheden was de berichtgeving minimaal.247

Pas in juni 1948, op het moment dat er sprake leek te zijn van toenadering tussen Hatta en Sjariffoedin, verschenen enkele berichten over Hatta in De Waarheid.248 Op het moment dat deze

besprekingen stuk liepen, kreeg Hatta echter wederom hevige kritiek te verduren en werd de nationalistische regering van Indonesië niet meer genoemd in de publieke communicatie.249 Ter

illustratie; in de gehele maand juli werd geen enkele keer een Republikeinse leider bij naam genoemd in De Waarheid. De publieke opstelling van de CPN met betrekking tot de Indonesische kwestie stond tot halverwege augustus 1948 voornamelijk in het teken van aanvallen op de Amerikaanse financiële interesses in Indonesië. Pas op 17 augustus kwam in deze opstelling een kleine verandering door de toegenomen activiteit van de PKI. Op deze dag verscheen het eerste bericht over de Indonesische communisten van 1948. In dit bericht werd de rede van Paul de Groot in de Tweede Kamer over de algemene situatie in Indonesië besproken. De Groot meldde hierin dat de Indonesische communisten aan sympathie wonnen.250 Een kleine week later werd dit nieuws opgevolgd door het bericht dat de

PKI een fusievoorstel had gedaan aan andere arbeiderspartijen om een gemeenschappelijk front op te richten, onder leiding van de PKI.251 Op 2 september maakte De Waarheid van een nieuwe leider

voor de PKI, Musso, die zich volgens een bericht op 15 september uitsprak tegen alle

245 Delpher, De Waarheid, 02-02-1948, “Dreigingen van Spoor. Kabinet-Hatta is ‘presidentieel kabinet’“ en 04- 02-1948, “Nieuw begin?”.

246 Slechts op 09-02-1948 en 11-03-1948 korte melding in De Waarheid over binnenlandse reis van Hatta. 247 Delpher, De Waarheid, periode mei 1948 tot en met december 1949.

248 Delpher, De Waarheid, 31-05-1948, “Sjarifoedin uitgenodigd in regering” en 01-06-1948, “Nationaal front Hatta”

249 Delpher, De Waarheid, 19-06-1948, “Djokja-Den Haag-Washington” en 22-06-1948, “Sjarifoedins volksfront verwerpt compromisvoorstel. Standpunt Kabinet-Hatta afgekeurd”.

250 Delpher, De Waarheid, 17-08-1948, “Paul de Groot: Honderd procent zelfstandigheid de enige oplossing”. 251 Delpher, De Waarheid, 23-08-1948, “Fusie Republikeinse arbeiderspartijen voorgesteld. Oproep van Communistische Partij van Indonesie”.

overeenkomsten én Hatta. Hij zag de Indonesische revolutie slechts als inleiding op ‘de nationale revolutie’.252 Slechts enkele dagen later, op 18 september 1948, resulteerde de spanningen tussen de

Indonesische communisten en nationalisten in de eerste gevechten rond Madioen.

Uit deze analyse van de publieke opstelling van de CPN zijn wederom enkele overeenkomsten en verschillen met de beleidslijn van de CPSU te distilleren. Na slechts één enkel negatief bericht over Hatta besloot de CPN, evenals de CPSU, over te gaan op het algeheel negeren van het nationalistische ‘probleem’ in Indonesië. Daarnaast steunde de CPN de aanvallen van de Sovjet-Unie op de Commissie van Goede Diensten ruimschoots in haar publieke communicatie en ook de eenzijdige aanknoping van diplomatieke banden van Moskou met Jogjakarta werd breed uitgemeten in De Waarheid. Het feit dat de CPN zich in deze periode, evenals de CPSU, niet publiekelijk uitliet over de ontwikkelingen binnen de PKI tot vlak voor de gebeurtenissen rond Madioen, wijst erop dat de CPSU en de CPN, afspraken hadden gemaakt over de berichtgeving rond de vernieuwing van de PKI. Dit is opvallend gezien het feit dat aanwijzingen voor dergelijke vergaande samenwerking in de periode van 1945 tot aan januari 1948 niet zijn terug te vinden.

252 Delpher, De Waarheid, 02-09-1948, “PKI kiest nieuwe leiding” en 15-09-1948, “Moeso op massa-meeting in Madioen; Wij Erkennen geen voor Republiek schadelijke overeenkomsten”.

3.5

Na Madioen

Gezien de plaatselijke ontwikkelingen koos de CPN er vanaf 20 september 1948 voor om Hatta en de nationalistische beweging te veroordelen. Op deze dag bracht De Waarheid het eerste nieuws over de Madioen Affaire en opende zij onmiddellijk de aanval op de Indonesische rechterflank.253 Deze aanval

concentreerde zich voornamelijk op de persoon van Hatta. Volgens De Waarheid waren er

bijvoorbeeld vele meldingen van publiek verzet tegen Hatta en was het ‘verraad van Hatta’ al geruime tijd te voorzien.254 Al in deze eerste periode van de Madioen Affaire was er opvallend weinig aandacht

in De Waarheid voor wat men op dat moment nog de ‘communistische opstand’ noemde. Slechts eenmaal werd terreinwinst voor de PKI gecommuniceerd naar het publiek van De Waarheid.255

In de Tweede Kamer toonde de CPN zich opvallend traag in het herformuleren van haar positie ten opzichte van de Indonesische kwestie. In de eerstvolgende Tweede Kamervergadering over Nederlands-Indië op 25 oktober, meer dan een maand na het begin van de Madioen Affaire, is nog altijd geen veroordeling van Hatta of de nationalisten te vinden. De spreker namens de CPN bij die vergadering, de heer Stokvis, brak slechts met de traditie door de term ‘Republiek’ niet in de mond te nemen.256 Pas op 10 november werd deze neutrale lijn doorbroken en uitte de CPN haar

kritiek op Hatta ook in de Tweede Kamer. CPN-kamerlid Wagenaar noemde Hatta in zijn reden op de desbetreffende dag onder meer een vriend van de Nederlandse regering. Overigens was dit ook de eerste Tweede Kamervergadering waar de CPN sprak over de ‘provocatie van Madioen’ in plaats van de ‘opstand van Madioen’.257 Het eerste bericht in De Waarheid waarin men sprak over een

provocatie was op 26 oktober. Dit was meer dan drie weken na de val van Madioen.258

253 Delpher, De Waarheid, 20-09-1948, “Stad en provincie Madioen in handen der arbeiders. Nieuw gezag door legercommandant, vice-resident en burgemeester geïnstalleerd”.

254 Delpher, De Waarheid, 20-09-1948, “De geschiedenis van Hatta’s verraad” en 27-09-1948, “Verzet tegen Hatta breidt zich sterk uit”.

255 Delpher, De Waarheid, 24-09-1948, “Madioenleger verovert talrijke plaatsen. Gevechten bij Solo”.

256 Handelingen Tweede Kamer, 25-10-1948, Stokvis. Geraadpleegd op https://www.statengeneraaldigitaal.nl/ 257 Handelingen Tweede Kamer, 10-11-1948, Wagenaar. Geraadpleegd op

https://www.statengeneraaldigitaal.nl/

258 Delpher, De Waarheid, 02-10-1948, “Madioen-volkslegers vormen basis in bergen” en 26-10-1948, “Paul de Groot in Tweede Kamer. Hatta-groep zette staatsgreep op touw”.

Hiermee kan worden vastgesteld dat de publieke opstelling van de CPN ten opzichte van Indonesië in deze periode in korte tijd tweemaal substantieel veranderde. Een eerste maal vlak na de Madioen Affaire op het moment dat de CPN koos voor een persoonlijke aanval op Hatta. Dit terwijl in de voorgaande maanden de Republikeinse leider niet bij naam was genoemd in De Waarheid tenzij dit onvermijdelijk was. De tweede omslag werd ingeluid door het hierboven genoemde bericht in De

Waarheid op 26 oktober. Niet alleen introduceerde de CPN haar nieuwe stelling dat de Indonesische

communisten niet op eigen initiatief de revolutie hadden uitgeroepen maar waren geprovoceerd, maar lanceerde zij ook haar nieuwe opstelling ten opzichte van de nationalistische beweging in Indonesië. Deze beweging werd vanaf dat moment omschreven als de ‘Hatta-kliek’ en Hatta zelf werd afgebeeld als een vriend van zowel de Nederlanders als de Amerikanen. Op dit laatste punt was gezien de verdere berichtgeving echter geen overeenstemming op de redactie van De Waarheid. Voorgenoemd standpunt werd in de berichtgeving namelijk afgewisseld met de stelling dat de Verenigde Staten beide partijen, de Republiek en Nederland, juist tegen elkaar probeerde op te hitsen.259 Vanaf de tweede Nederlandse militaire actie komt meer helderheid in de opstelling van de

CPN op dit punt. De ‘Hatta-kliek’ zou zijn overgelopen naar Nederlandse zijde en zich hebben laten interneren in Djokjakarta. Daarnaast werd Soekarno op 20 december, voor het eerst sinds de introductie van de term, expliciet tot de ‘Hatta-kliek’ gerekend.260

Wanneer men het bovenstaande in overweging neemt, zal men moeten vaststellen dat ook in het tweede halfjaar van 1948 de publieke opstelling van de CPN achter de feiten aanliep. Geen enkele significante politieke gebeurtenis leek door de CPN overwogen te zijn voordat deze plaatsvond. De veroordeling van Hatta volgde weliswaar snel op het nieuws van de Madioen Affaire maar die publieke terechtstelling had al geruime tijd op de plank gelegen. Een heldere opstelling ten opzichte van niet-communistische vrijheidsbewegingen in Indonesië, los van een persoonlijke aanval op Hatta, werd niet geformuleerd tot na de tweede Nederlandse militaire actie. Vanaf dat moment

veroordeelde de CPN alle nationalistische leiders. Deze publieke opstelling is zeer opvallend in vergelijking met de houding van Moskou in dezelfde periode. Ook de CPSU had niet geanticipeerd op een militair conflict tussen de Indonesische communisten en nationalisten in de zomer van 1948. Maar anders dan in Nederland werd, zoals uit het voorgaande hoofdstuk is gebleken, het nieuws over de Madioen Affaire in de Sovjet-Unie stilgehouden en werd Hatta pas begin 1949 veroordeeld door de CPSU.

259 Delpher, De Waarheid, 07-12-1948, “Fa. Sassen en Stikker”.

260 Delpher, De Waarheid, 20-12-1948, “Regering-Drees stort het Nederlandse volk in noodlottig avontuur. Verontwaardiging en afschuw in gehele wereld Hatta-groep en opperbevelhebber TNI lopen over”.