• No results found

Hoofdstuk 2. De invloed van marketization of corporate control in China

2.2 Structuur van de Chinese aandelenbeurzen

2.3.5 Samenstelling van de aandeelhoudersstructuur

203 E. Theissen, ‘Organized Equity Markets’, 6.

204 Ibidem, 7. 205 Ibidem, 11-12. 206 Ibidem, 14. 207 Ibidem, 14. 208 Ibidem, 15. 209 Ibidem, 15. 210 Ibidem, 15. 211 Ibidem, 17.

Duitse beursgenoteerde ondernemingen worden gekenmerkt door een relatief klein aantal grote aandeelhouders.212 Vijfentachtig procent van de grootste genoteerde bedrijven hebben een aandeelhouder die vijfentwintig procent of meer van alle aandelen bezit. Over een periode van vijftien jaar hadden 84,5 procent van alle bedrijven een aandeelhouder die meer dan vijfentwintig procent bezit.213 Uit dit gegeven blijkt dat de grote investeerders zich richten op resultaten op de lange termijn. Uit een onderzoek van La Porta et al uit 2002 blijkt dat belangen van aandeelhouders minder goed zijn beschermd in vergelijking tot die van traditionele kredietverstrekkers zoals banken.214 Daarnaast bleek dat grote aandeelhouders in staat zijn gebruik te maken van hun sterkere positie ten opzichte van kleinschalige aandeelhouders en zij zijn hierdoor beter in staat hun belangen na te streven, hetgeen ten koste kan gaan van kleinschalige aandeelhouders. Grote aandeelhouders, zogenaamde ‘blockholders’ hebben geen positieve invloed op het presteren van Duitse ondernemingen.215

Deze ‘blockholders’ in de vorm van rijke families, private investeerders of andere grote bedrijven hebben de neiging een deel van de opbrengsten uit het bedrijf te halen.216 Wanneer er een tweede partij is als groot aandeelhouder is dit niet meer het geval. Van de Duitse beursgenoteerde ondernemingen heeft 42 procent te maken met vermogende privé eigenaren of families die een blokkerende meerderheid bezitten.217

Er zijn geen aanwijzingen dat er sprake is van kunstmatige onderwaardering van Duitse beursgenoteerde bedrijven. Wel zijn kundige investeerders in staat de door analisten en beleggers ondergewaardeerde bedrijven te vinden en hier proberen zij hun voordeel mee te doen.218 Zij proberen de efficiëntie binnen het bedrijf te vergroten door het bedrijf te reorganiseren of door bijvoorbeeld verliesleidende delen van het bedrijf te verkopen of af te stoten. Er is geen aanleiding om aan te nemen dat aandelen bewust worden ondergewaardeerd door analisten of eventuele invloedrijke belanghebbenden. Statistisch gezien krijgen kleinere bedrijven minder aandacht en bestaat daardoor de kans dat deze ondernemingen eerder ondergewaardeerd worden door analisten en of beleggers.219 Daarnaast is er geen aanleiding om aan te nemen dat handel in Duitse aandelen geschied aan de hand van speculatie. De handel vindt met name plaats op basis van lange termijn investeringen.

212 A.K. Achleitner, C. Andres, A. Betzer, C. Weir, ‘Wealth Effects of Private Equity Investments on the German Stock Market’, 17 The European Journal of Finance 3 (2009), 218.

213 A.K. Achleitner, C. Andres, A. Betzer, C. Weir, ‘Wealth Effect of’, 218.

214 Ibidem, 218. 215 Ibidem, 218. 216 Ibidem, 218. 217 Ibidem, 219. 218 Ibidem, 222. 219 Ibidem, 222.

2.4 Conclusie

De Chinese aandelenmarkten hebben sinds hun oprichting een zeer bewogen pad afgelegd. Aan de ene kant was er de positieve invloed doordat het kernprincipe van het communisme, waarin alle bezittingen in handen van de staat zijn werd doorbroken. Deze ontwikkeling en visie van de Cummunistsche Partij heeft in grote lijnen voor de immense economische groei gezorgd. Aan de andere kant bracht het gebrek aan ervaring met marktwerking in combinatie met de invoering van het beperkte gedeelde aandeelhouderschap en slecht of geen toezicht op de financiciële markten ook grote problemen met zich mee. Hier werd uiteindelijk de gewone Chinese burger de dupe van. In eerste instantie werden de belangen van slechts één partij behartigd en werden de beurzen gebruikt om kapitaal voor de staat binnen te halen ten koste van private investeerders. Vanaf 1990 tot en met 2000 heeft er dan ook een enorme ripp off van private aandeelhouders plaats gevonden.

Nadat in 2001 het toezicht onder de CSRC werd verbeterd, er expertise van buitenlandse financiële experts werd ingeroepen en president Wen Jibao erkende dat er een einde moest komen aan de split share structure, veranderde de oorspronkelijke functie van de aandelenbeurzen in die waar deze in ontwikkelde kapitalistische economieën voor bedoeld zijn. Halverwege het afgelopen decennium begonnen de beurzen te fungeren als platform voor het verkrijgen van nationaal en internationaal kapitaal voor de op de beurzen genoteerde ondernemingen. Daar de Chinese overheid de beurzen in eerste instantie heeft misbruikt voor eigen gewin en er pas zeer recentelijk orde op zaken is gesteld is het te vroeg om te kunnen oordelen of China’s aandelenmarkten zich ontwikkelen aan de hand van het stakeholder dan wel shareholder model. Daarentegen kan wel worden gesteld dat beursgenoteerde ondernemingen niet worden gekenmerkt door eventuele invloedrijke stakeholder als werknemerorganisaties en of vakbonden. Wel kan worden gesteld dat sinds 2005 de beurs zich ontwikkelt richting het shareholdermodel. Dit omdat er over het algemeen alleen aandeelhouders zijn en geen echte stakeholders.

Wanneer deze ontwikkelingen worden vergeleken met en geanalyseerd worden aan de hand van de huidige structuur van de Deutsche Börse AG kan worden gesteld dat beide beurzen zich in min of meer dezelfde trend ontwikkelen. Duitsland werd voor de eeuwwisseling overduidelijk gekenmerkt door het stakeholder model. De Deutsche Börse AG is sinds de eeuwwisseling een steeds belangrijkere rol gaan spelen als platform voor kredietverstrekking voor bedrijven en heeft zich moeten aanpassen aan de internationale trend naar shareholdership. Momenteel moet de nog vrij beperkte omvang van het aantal privaat beheerde ondernemingen en de daardoor relatief vrij beperkte omvang van de Chinese

aandelenbeurzen voldoende in ogenschouw worden genomen. In tegenstelling tot de ontwikkelingstrend van zowel internationale dan wel Chinese beurzen richting shareholdership, wordt de omvang van de Chinese beurzen nog niet gekenmerkt door shareholdership. De Chinese financiële sector wekt gezien de relatief beperkte functie en ontwikkeling van beurzen als kredietverstrekker van Chinese ondernemingen eerder de indruk geassocieerd te moeten worden met de kenmerken van een CME dan met die van een LME. Hierbij mag de beduidend minder ontwikkelde Chinese regelgeving omtrent kapitaalmarkten in vergelijking met die van ontwikkelde CMEs niet uit het oog worden verloren.