• No results found

Hoofdstuk 2. De invloed van marketization of corporate control in China

2.2 Structuur van de Chinese aandelenbeurzen

2.2.6 Einde aan de split share culture op de aandelenmarkten

In het begin van éénentwintigste eeuw stonden de Chinese beurzen op instorten. Beleggers hadden in 2000 in totaal 91,2 miljard RMB betaald voor hun aandelen en de opbrengsten waren minder dan 80 miljard RMB waardoor de kosten om de beurzen opererende te houden groter waren dan de gecreëerde opbrengsten.146 Belangrijke leiders als Zhu Ronghi en Wen Jibao waren bang dat de kapitaalmarkt oververhit zou raken en realiseerden zich dat het hoog tijd was om de plek die de beurzen in China’s financiële systeem vervulden te verbeteren. Zij waren van mening dat institutionele veranderingen nodig

Tabel IV: Percentage bedrijven dat subsidies ontving. 147

waren daar China de politieke dynamiek heeft van een autoritaire staat terwijl het midden in een transitie en globale integratie verkeert.148 Het imago van de staat dat met behulp van de aandelenbeurzen als roofzuchtig dier staatsbedrijven probeerde te financieren moest veranderen. De enige keuze die de Chinese leiders hadden om een uitweg te zoeken voor de sukkelende aandelenmarkten was het beëindigen van de ‘ripp off’ van kleine en middelgrote private beleggers door hun belangen goed te beschermen. Wanneer dit niet zou gebeuren zouden de beurzen doodbloeden.149

De CCP besloot in 2001 het toezicht van de CSRC te versterken door de institutie onder leiding van de vooraanstaande en progressieve econoom Zhou Xiaochuan te plaatsen. Daarnaast werd de externe hulp ingeschakeld van de gerenommeerde Amerikaanse beursadvocate Laura Cha.150 Ten tweede werd het Small and Medium Enterprise Board opgericht dat op de SZSE als kredietverstrekker voor kleine en middelgrote private ondernemingen moest gaan fungeren. Deze kleine en middelgrote private ondernemingen werden tot dan toe van de beurs geweerd zodat beleggers hun kapitaal wel in

147 S.M.L. Wong, ‘China’s Stock Market’, 418.

148 S. Bell, H. Feng, ‘Reforming China’s Stock’, 130.

149

Ibidem, 130.

staatsondernemingen moesten beleggen.151 Ten derde kwam er een revisie van de Securities Law die er hoofdzakelijk op was gericht om het IPO proces te reguleren en toe te zien op de financiële kwaliteit van beursgenoteerde ondernemingen. Ten vierde werd er een speciaal beschermingsfonds ter bescherming van publieke investeerders opgericht.152

Ten slotte was het vanaf november 2002 voor Qualified Foreign Institutional Investors (QFII) aan de hand van een systeem van quantitatieve quota mogelijk om in China’s A-share markten te investeren153. Dit naar aanleiding van afspraken en commitments ten aanzien van de World Trade Organization (WTO) over de mate waarin de Chinese financiële sector opengesteld en verweven is met de wereldeconomie in 2006. De QFII moeten lange termijn investeringsplannen hebben. Door QFII toegang tot de A-share markten te verschaffen doen geavanceerde investeringsmethoden en vaardigheden van deze concerns hun intrede in de Chinese financiële markten.154 Het is de bedoeling dat er door de expertise van de QFII een stabielere en gezondere aandelenmarkt kan ontstaan in China. Door te stricte regelgeving zijn de QFII nog niet in staat om een significante rol te spelen als strategische investeerders op de lange termijn.155 Het system van QFII wordt gereguleerd door de CSRC en door de Chinese centrale bank. Artikel één van de QFII wet luidt:

‘...Based upon China’s relevant laws and administrative regulations, this regulation was

promulgated for the purpose of governing Qualified Foreign Institutional Investors investments in China’s securities market and promoting developments of China’s securities market’156

QFII worden gedefinieerd als overzeese bedrijven die gespecialiseerd zijn in het managen van fondsen, verzekeringsbedrijven en andere instituties die gespecialiseerd zijn in het managen van activa. Voordat deze investeringspartijen in A-shares kunnen gaan handelen op de Chinese beurzen worden zij gekeurd en moet er toestemming worden verleend door de CRSC. Bovendien worden er door de State Administration of Foreign Exchange investeringsquota’s opgelegd.157

151 S. Bell, H. Feng, ‘Reforming China’s Stock’, 130.

152 Ibidem, 130.

153 O.K. Tam, S.G. Li, Z. Zhang, C.P. Yu, ‘Foreign Investment in China and Qualified Foreign Institutional Investor (QFII)’, 9 Asian Business and Management 3 (2010), 425.

154 O.K. Tam, S.G. Li, Z. Zhang, C.P. Yu, ‘Foreign Investment in’, 425.

155 Ibidem, 428.

156

Ibidem, 429

De Chinese markten waren echter dermate geruïneerd dat deze relatief kleine beleidsveranderingen er niet in slaagden het vertrouwen van investeerders terug te winnen. Beleggers wilden rigoureuze maatregelen voordat zij de markten durfden te vertrouwen. De vooraanstaande Chinese econoom Wu Jinglian typeerde de Chinese aandelenmarkt alszijnde erger dan een casino.158 Wen Jibao die in 2003 Zhu Ronghi opvolgde als president erkende dat de problemen rondom de Chinese aandelenmarkt de hoogste clickrates hadden op internet.159 Daarop besloot hij het Development Research Centre of the State Council op te richten. Dit werd één van de meest invloedrijke denktanks in Beijing die mogelijke beleidsopties om de situatie op de aandelenmarkt te verbeteren moest gaan onderzoeken. Het onderzoekscentrum concludeerde dat de ‘split share culture’ en de gescheiden markten de hoofdreden waren voor distorsies van de aandelenmarkt.160 Op 31 januari 2004 werden de hervormingsvoorstellen ook wel bekend als de Nine Point Guide (guo jiu tiao) door Wen Jibao’s regering goedgekeurd. De nieuwe strategie was erop gericht een nieuwe basis voor de aandelenmarkt te scheppen. Gelijkmatig en proactief moest het probleem van de niet-verhandelbare staatsaandelen worden verholpen en zouden de principes van marktwerking moeten worden gerespecteerd.161

Wen Jibao hervormde in 2005 de ‘split share culture’ zo dat niet-verhandelbare aandelen werden omgezet in verhandelbare aandelen. Eigenaren van oude originele verhandelbare waardepapieren werden gecompenseerd voor de geleden schade. In mei 2005 werd er gestart met een pilot van vier staatsbedrijven waarvan de tot toe niet verhandelbare aandelen werden verkocht.162 Begin 2006 werd 25 procent van alle bedrijven met tot dan toe niet-verhandelbare aandelen verkocht en de ontmanteling van de ‘split share culture’ werpt zijn vruchten af. Aan het einde van 2006 hadden 1184 van de 1400 beursgenoteerde bedrijven hun aandeelhoudersstructuur herzien hetgeen neerkwam op ongeveer 90 procent van de totale marktkapitalisatie. Alle aandelen kwamen hierdoor op den duur onder één en hetzelfde prijsmechanisme. Hiermee werd het belangrijkste struikelblok voor het ontstaan van marktverstoringen geëlimineerd.163 Aandelenkoersen geven sindsdien te kennen hun lange termijn equilibrium te hebben gevonden en kapitaal wordt op een efficiëntere manier aangewend. Hetzelfde gaat op voor de belangen van minderheidsaandeelhouders in het

158 S.M.L. Wong, ‘China’s Stock Market’, 419.

159 S. Bell, H. Feng, ‘Reforming China’s Stock’, 132.

160

Ibidem, 130.

161 Ibidem, 131.

162 M. Comerford Cooper, ‘New Thinking in Financial market Regulation Dismantling the Split Share Structure of Chinese Listed Companies’, 13 Journal of Chinese Political Science 1 (2008), 60.

maximaliseren van de aandelenprijs en voor het verstevigen van corporate governance. Bovendien hebben de hervormingen eerlijke overnames en fusies mogelijk gemaakt van bedrijven die zijn vertegenwoordigd op de markten.164