• No results found

Samenhang tussen variabelen

In document FLAT EARTH SYRIA (pagina 63-74)

Deel B | Onderzoek

5 Case study: De Syrische opstand !

7.2 Samenhang tussen variabelen

7.2.1 Standpunt

!

Aangezien deze scriptie zich toespitst op het gebruik van burgermedia in de verslaggeving wordt met een Chi kwadraat toets de invloed op het standpunt van het verslag berekend (n=35). Allereerst valt op dat er geen items zijn met een pro-Assad standpunt, deze variabele staat dus ook niet in figuur 5 vermeld.

!

Figuur 5. Burgermedia x Standpunt, van alle uitzendingen die Syrië-items bevatten

!

Aangezien het aantal uitzendingen dat geen burgermedia bevat te klein is kan geen significante samenhang worden aangetoond (p<0.05) wat ook de Lamdba toets laat zien. Per omroep vallen een aantal verschillen op met betrekking tot het standpunt en het gebruik van burgermedia.

Zo worden 12 van de 15 uitzendingen van het RTL Nieuws waarin burgermedia gebruikt wordt (wat tevens alle uitzendingen van RTL Nieuws betreft) als pro-oppositie gecategoriseerd en drie als neutraal. Bij de NOS ligt die verdeling duidelijk anders, zoals te zien is in figuur 6. In negen uitzendingen waarin burgermedia voorkomst is het standpunt pro-oppositie en in acht uitzendingen met burgermedia als bron is het standpunt neutraal. Eén uitzending bevat geen burgermedia en is pro-oppositie, twee uitzendingen zonder burgermedia worden als neutraal beschouwd. Door de lage waarden van items die geen burgermedia bevatten, is ook hier geen significant verschil aan te tonen. Bij de NOS komt deze op p<0.5 en bij RTL Nieuws is de chi kwadraat en Lambda niet te berekenen.

!

!

!

!

!

Burgermedia Total Ja Nee Standpunt Pro-oppositie 21 1 22 Neutraal 11 2 13 Total 32 3 35

Figuur 6. Burgermedia x standpunt per omroep, van alle uitzendingen die Syrië-items bevatten

!

!

Wanneer gekeken wordt naar de invloed van staatstelevisie als bron op het standpunt, zie figuur 7, wordt een significante samenhang ontdekt (p<0.05). De Chi kwadraat toets laat een significantie zien van p<0.001 en Lambda geeft een sterke waarde van 0,6 (p<0.03). Als er wel staatstelevisie wordt aangedragen als bron, wordt een item grotendeels als neutraal wordt beschouwd. Terwijl het ontbreken van deze bron eerder zorgt voor een pro-oppositie standpunt dan een neutraal standpunt.

!

Figuur 7. Staatstelevisie x standpunt, van alle uitzendingen die Syrië-items bevatten

Ook per omroep resulteert dit in een significante samenhang, zoals te zien is in figuur 8. Bij de NOS (n=20, p<0.011) blijkt dat alle items waarin staatstelevisie wordt aangedragen, het items als neutraal wordt beschouwd. De samenhang is sterk (Lambda 0.6). Bij het overgrote deel van de items die een pro-oppositie standpunt innemen wordt geen staatstelevisie gebruikt. Bij RTL Nieuws is eenzelfde verdeling te zien (n=15, p<0.09) met een Lambda waarde van 0.7. Dit is te verklaren door het feit dat er naast staatstelevisie altijd een andere bron voorkomt in het item, waardoor het onderwerp van meerdere kanten wordt belicht.

!

Omroep

Burgermedia

Total

Ja Nee

NOS Standpunt Pro-oppositie 9 1 10

Neutraal 8 2 10

Total 17 3 20

RTL Nieuws Standpunt Pro-oppositie 12 12

Neutraal 3 3 Total 15 15 Staatstelevisie Total Ja Nee Standpunt Pro-oppositie 1 21 22 Neutraal 9 4 13 Total 10 25 35

Figuur 8. Staatstelevisie x standpunt, per omroep, van alle uitzendingen die Syrië-items bevatten

!

Bij het gebruik van externe bronnen wordt geen significante samenhang gevonden (p<1.0). Opvallend is dat een item met daarin een externe bron vaker als pro-oppositie wordt beschouwd dan neutraal. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de externe bronnen veelal vluchtelingen zijn die voor het regime van Assad het land uitgaan. Of internationale politiek betreft die niet als bondgenoot van de president wil worden gezien en daardoor een pro-oppositie karakter aan het item geeft, zoals de persconferentie van Hilary Clinton.

!

Figuur 9. Externe bron x standpunt, van alle uitzendingen die Syrië-items bevatten

!

!

Als dat per omroep wordt bekeken dat is duidelijk dat dit bij beide omroepen opgaat, zoals te zien is in figuur 10. De NOS gebruikt in de helft van de uitzendingen een externe bron (tien van de twintig). Zes van die uitzendingen zijn pro-oppositie, vier neutraal. Bij het RTL Nieuws worden in zes van de 15 uitzendingen externe bronnen aangedragen. Deze items zijn in vier van de zes gevallen pro-oppositie.

!

!

!

Omroep Staatstelevisie Total Ja Nee

NOS Standpunt Pro-oppositie 0 10 10

Neutraal 6 4 10

Total 6 14 20

RTL Nieuws Standpunt Pro-oppositie 1 11 12

Neutraal 3 0 3 Total 4 11 15 Externe bron Total Ja Nee Standpunt Pro-oppositie 10 12 22 Neutraal 6 7 13 Total 16 19 35

!

!

Figuur 10. Externe bron x standpunt per omroep, van alle uitzendingen die Syrië-items bevatten

!

Het gebruik van een verslaggever als bron heeft ook invloed op het standpunt (n=35, p<0.13). Al is de samenhang tussen deze variabelen niet sterk (Lambda 0.08 bij p<0.9)

!

Figuur 11. Verslaggever x standpunt, van alle uitzendingen die Syrië-items bevatten

!

Deze samenhang blijkt bij nadere analyse alleen bij de NOS significant (n=20, p<0.02 met een hoge Lambda waarde van 0.6). Bij RTL Nieuws is deze samenhang niet gevonden, welke te verklaren zijn door de kleine waarden.

De verslaggever wordt in acht van de twintig onderzochte uitzendingen van het NOS Journaal ingezet, tegenover slechts vier van de vijftien uitzendingen van het RTL Nieuws. Bij beide omroepen is te zien dat de verslaggever niet of nauwelijks bijdraagt aan een neutraal karakter van een item. Terwijl zou kunnen worden gedacht dat deze juist duiding geeft bij het onderwerp en meerdere kanten van het conflict zou belichten, zoals hieronder beschreven staat in figuur 10.

!

!

!

Omroep Externe bron Total Ja Nee

NOS Standpunt Pro-oppositie 6 4 10

Neutraal 4 6 10

Total 10 10 20

RTL Nieuws Standpunt Pro-oppositie 4 8 12

Neutraal 2 1 3 Total 6 9 15 Verslaggever Total Ja Nee Standpunt Pro-oppositie 11 11 22 Neutraal 1 12 13 Total 12 23 35

Figuur 12. Verslaggever x standpunt, per omroep, van alle uitzendingen die Syrië-items bevatten

!

7.2.2 Onzekerheid

!

In items over Syrië wordt ook melding gemaakt van eventuele onzekerheid over de herkomst van de bronnen of de echtheid van bronnen. Die onzekerheid wordt op verschillende manieren gepresenteerd. Hieronder een aantal voorbeelden:

!

Het RTL Nieuws van 25 april 2011:

“Syrië heeft de grens gesloten. De berichten uit Daraa zijn dan ook nauwelijks te controleren. Buitenlandse journalisten kunnen er niet in.”

!

RTL Nieuws van 7 mei 2011:

“We hebben geen compleet beeld van de situatie in Syrië, want journalisten komen d’r niet in. Het enige gaatje in de grens van Syrië ligt in het noorden van Libanon. […] onze midden-oosten correspondent maakte een reportage vanuit noord Libanon in de buurt van de Syrische grensplaats Talkalakh. […] zij die toch de overkant halen, durven alleen anoniem hun verhaal te vertellen. Bijna niemand durft voor de camera te praten.”

!

NOS 27 april 2011:

In de reportage van de verslaggever aan de grens in Jordanië, wordt gesuggereerd dat de geïnterviewde Syriërs niet durven te zeggen wat ze willen, dus dat de informatie die ze geven ook onzeker is.

!

NOS 5 mei 2011:

“Deze amateur beelden zouden vandaag zijn gemaakt vlakbij Homs.”

!

Omroep

Verslaggever

Total

Ja Nee

NOS Standpunt Pro-oppositie 7 3 10

Neutraal 1 9 10

Total 8 12 20

RTL Nieuws Standpunt Pro-oppositie 4 8 12

Neutraal 0 3 3

Er is geen significante samenhang gevonden tussen de onzekerheid en de verschillende bronnen.

Figuur 13. Bronnen x Onzekerheid, van alle uitzendingen die Syrië-items bevatten

!

Per omroep zijn er wel verschillen te zien, maar ook deze samenhang is niet significant gebleken:

Figuur 14. Bronnen x onzekerheid per omroep, van alle uitzendingen die Syrië-items bevatten

!

!

!

!

!

!

!

!

!

Burgermedia Staatstelevisie Externe bron Verslaggever Total

Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee

Onzekerheid Ja 15 0 3 12 6 9 5 10 15 Nee 17 3 7 13 10 10 7 13 20 Total 32 3 10 25 16 19 12 23 35 Omroep Burger- media Staats-televisie Externe bron Verslag-gever Total

Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee

NOS Onzekerheid Ja 7 0 2 5 2 5 3 4 7 Nee 10 3 4 9 8 5 5 8 13 Total 17 3 6 14 10 10 8 12 20 RTL Nieuws Onzekerheid Ja 8 1 7 4 4 2 6 8 Nee 7 3 4 2 5 2 5 7 Total 15 4 11 6 9 4 11 15

8 Conclusie

Het belang van betrouwbare bronnen in een journalistieke productie is groot. Om meerdere kanten van een verhaal te laten zien of horen, zodat de kijker zelf zijn conclusies kan trekken. En op deze manier kan een zo objectief mogelijk item worden gemaakt. Dit zijn journalistieke waarden die zowel de NOS als RTL Nieuws onderstrepen, zoals in hoofdstuk 4 is te lezen. In oorlogstijd wordt deze opdracht voor de journalist wel bemoeilijkt. Door de intensieve propaganda die wordt gevoerd en door de complexiteit van conflictsituaties staan journalisten voor de uitdaging om de juiste bronnen te vinden die een verhaal dat zo dicht mogelijk bij de realiteit komt te vertellen. Bronkeuze is dus belangrijk. En het verifiëren van een bron en de informatie die er vandaan komt is een tweede belangrijke opgave. 


Met de opkomst van online sociale netwerken en de snelle technologische ontwikkelingen is steeds meer burgermedia in de Nederlandse televisiejournalistiek te zien. De bronnen uit bijvoorbeeld de Syrische oppositie, zijn er in overvloed in het begin van de opstand waar deze scriptie zich op richt. Maar of alle informatie betrouwbaar is blijkt een heikel punt en correspondenten kunnen het land niet in om informatie te controleren.

!

Eerst zal antwoord worden gegeven op de onderzoeksvraag:

!

Uit dit onderzoek blijkt dat van de 66 uitzendingen die zijn meegenomen in de analyse, slechts 35 uitzendingen een item over Syrië bevatten, waarvan 20 van de NOS en 15 van RTL Nieuws. Er zijn drie mogelijke verklaringen voor dit verschil. Ten eerste zijn de uitzendingen van het RTL Nieuws korter (maximaal 20 minuten) dan die van de NOS (maximaal 30 minuten), waardoor er minder onderwerpen aan bod kunnen komen. Ten tweede viel het begin van de opstand in Syrië samen met een aantal grote buitenlandse nieuwsgebeurtenissen. Zoals de nasleep van de kernramp in Fukushima en de onrust in Libië, waar ook Nederland betrokken bij raakte door zich aan te sluiten bij een NAVO-missie. Dit kan een reden zijn voor buitenlandredacties om minder aandacht aan de Syrische volksopstand te besteden, vooral in Periode A. De uitzendingen waarin de NOS in die periode wel aandacht aan Syrië besteedde, werd het voornamelijk als kort nieuwsbericht gemeld. Ten derde speelt zeer waarschijnlijk mee dat de NOS financieel

zich meer kan veroorloven en een grotere infrastructuur heeft dan RTL Nieuws. Dat maakt de stap om een verslaggever in een conflictgebied aan het werk te zetten kleiner.

!

Een zeer belangrijke conclusie die kan worden getrokken uit dit onderzoek is dat zowel de NOS als RTL Nieuws veelvuldig gebruik maken van burgermedia in hun verslaggeving over Syrië. Sterker nog, bij RTL Nieuws bevat het volledige onderzochte corpus items met daarin burgermedia. Bij de NOS gaat het om 85 procent van de items.

Daarnaast valt op dat de NOS vaker een verslaggever in de items over Syrië gebruikt dan RTL Nieuws. Wat leidt tot meer gevarieerde bronnen, maar niet per sé tot een neutraal item. Bij RTL Nieuws maakt de verslaggever in alle gevallen een reportage. Bij de NOS gaat het vaker om een live bijdrage. Bijvoorbeeld een kruisgesprek met een correspondent aan de Syrische grens in Jordanië.

Een andere conclusie die kan worden getrokken is dat de helft van alle items van de NOS en een derde van de items van RTL Nieuws als neutraal kan worden beschouwd. Dat wil zeggen dat beide partijen aan het woord komen, zonder waardeoordeel. Het is in elk geval duidelijk dat de bronkeuze invloed kán hebben op het standpunt van een item. Geen enkel item wordt als pro-Assad beoordeeld, maar een groot deel van de items heeft een pro-oppositie karakter.

Maar de neutraliteit van een item hangt niet altijd samen met een gevarieerd brongebruik. Tenzij er naast burgermedia de Syrische staatstelevisie als bron wordt aangehaald. Toch wordt daar vaak niet voor gekozen. Zeer waarschijnlijk door de veronderstelde propaganda die de staatstelevisie laat zien, dat zou verdiepend onderzoek uit moeten wijzen. Zoals in de literatuur in hoofdstuk 3 is besproken, zouden alle recente verbeteringen in de communicatietechnologie er in theorie juist voor kunnen zorgen dat er minder belemmeringen zijn voor veelzijdige neutrale oorlogsverslaggeving. Er is immers veel meer materiaal beschikbaar is via digitale kanalen. Volgens onderzoeker Boyd-Barret is er echter nog geen bewijs waarin dit op een serieuze manier in mainstream media voorkomt met als doel een betere balans en breder perspectief in de objectieve oorlogsverslaggeving. Dat komt overeen met de 183

resultaten van dit onderzoek.

Het is opvallend dat de oppositie in een relatief goed daglicht wordt geplaatst, helemaal met de kennis van nu over de oppositie in Syrië. In het begin van de opstand in Syrië in 2011 was nog relatief weinig bekend over de tegenstanders van president Assad. Deze bestond op dat moment al uit allerlei kleine afsplitsingen van veelal

Boyd-Barret (2004)

extremistische groeperingen zoals het aan Al Qaida gerelateerde Al Nusra. Daarnaast maakte de terreurorganisatie Islamitische Staat (IS), gebruik van de burgeroorlog in Syrië om terrein te winnen en een kalifaat te stichten. Dat er in de burgermedia propaganda zat verwerkt van een van deze groeperingen is op zijn zachtst gezegd niet uit te sluiten. Echter deed burgermedia die in de uitzendingen werd gebruikt vooral voorkomen alsof het over alleen onderdrukte burgers ging. Niet om extremistische strijdgroepen. De uitzendingen van zowel NOS en RTL Nieuws bestonden voor een overgroot deel uit dit beeldmateriaal, in een aantal gevallen alleen maar hieruit. Hier kan geconcludeerd worden dat zowel de NOS als RTL Nieuws in de begintijden van de Syrische burgeroorlog een podium hebben gegeven en sympathie hebben opgewekt voor organisaties die nu als grote vijand van de westerse maatschappij worden gezien. Een andere optie waar de beide nieuwsorganisaties voor hadden kunnen kiezen was om het nieuws niet te brengen. Daar er te weinig verifieerbare en betrouwbare bronnen te raadplegen waren. Echter gaat het om groot conflict dat volgde op de Arabische lente. Internationale nieuwsorganisaties zoals de BBC en CNN brachten het ook al. Daarnaast is in hoofdstuk 1 geconcludeerd dat televisiekijkers geruchten gelijktijdig met, soms zelfs eerder dan een journalistieke redactie weten. Door de

24-hour news cycle waarin we nu leven is snelheid een zeer belangrijk aspect geworden

van de manier waarop nieuws tot het publiek wordt gebracht. De toenemende concurrentie in de journalistieke wereld, die samenhangt met die snelheid zorgt ervoor dat een redactie niet om een conflict als deze heen kan. De Syrische opstand negeren, zou door het Nederlandse publiek ook niet geaccepteerd worden, omdat zij via andere kanalen dan wel had begrepen wat er speelde.

!

Door aan te geven dat er een bepaalde onzekerheid is over de herkomst van de bron, de tijd en locatie waar de gefilmde gebeurtenis zich afspeelt, of de beelden an sich, kunnen beide omroepen laten blijken aan het publiek dat het lastig is om een compleet en eerlijk beeld van de situatie te krijgen. Dat leidt tot de beantwoording van de tweede subvraag in dit onderzoek: In hoeverre zijn de omroepen transparant over eventuele onzekerheden met betrekking tot de bronnen? Dit valt samen met de trend in de journalistiek dat objectiviteit niet haalbaar is, maar slechts een doel om na te streven. Zoals in hoofdstuk 3 door ervaringsdeskundigen als Jan Eikelboom en Joris Luyendijk wordt beschreven, maar ook in de literatuur wordt beargumenteerd door Kovach en Rosenstiel: transparantie is in werkwijze een meer haalbaar en realistischer streven dan

Kovach & Rosentstiel (2014), p.56

volledige objectiviteit. Journalisten moeten zich meer bescheiden opstellen, hun 184

twijfels delen en soms simpelweg zeggen dat ze iets niet weten. 185

Transparantie is in de uitzending een belangrijk kenmerk geworden, om een zo realistisch mogelijke weergave van de werkelijkheid te kunnen presenteren. De omroepen geven dan aan dat er stappen zijn ondernomen om de bron te achterhalen en te verifiëren, maar dat er nog altijd geen 100 procent zekerheid kan worden gegeven omdat journalisten het land niet in mogen.

!

Een aantal voorbeelden hiervan die RTL Nieuws en de NOS hebben gebruikt:

!

RTL Nieuws, 23 april 2011:

“Het is erg lastig om informatie uit Syrië te krijgen.”

RTL Nieuws, 7 mei 2011:

“We hebben geen compleet beeld van de situatie in Syrië, want journalisten komen er niet in.”

!

RTL Nieuws, 10 mei 2011:

“Nieuws er over is er nauwelijks, alle buitenlandse journalisten is het land uitgezet. […] maar de Syrische demonstranten maken wel zelf beelden met mobiele telefoons, en kleine camera’s. Een groep van 30 internet-activisten verzamelt die video’s, checkt of de verhalen erachter kloppen en zet ze op youtube.”

!

NOS, 20 april 2011

“Deze beelden komen van internet, we kunnen niet bevestigen dat het er echt zo hard aan toe gaat.”

!

NOS, 27 april 2011

“Bij dit alles wordt de buitenwereld buiten de deur gehouden. Journalisten komen het land niet in, pottenkijkers zijn niet welkom bij het neerslaan van de opstand.”

!

Eikelboom (2013), p.249

Ondanks dat er geen significante samenhang is gevonden tussen de burgermedia en de variabele ‘onzekerheid’, zijn er verschillen te zien die het vermelden waard zijn. Bij het gebruik van burgermedia, wordt in iets minder dan de helft van de gevallen onzekerheid over de bron aangegeven (47 procent). Een ander verschil dat er uit springt is dat de verslaggever op het eerste oog geen onzekerheid weg neemt. Van de 35 Syrië-items, bevatten 15 onzekerheid. In een derde van die uitzendingen zat een verslaggever, in tweederde niet. Aangezien verslaggevers niet het land in konden, werden ze in grensplaatsen gestationeerd of zijn reportages met Syriërs in een ander land opgenomen. Zoals in Nederland zelf, in Rotterdam, of in de Verenigde Staten. Het RTL Nieuws had een correspondent in Libanon geplaatst. NOS, die vaker dan RTL een correspondent inzette, had deze in Jordanië gestationeerd.

De verslaggever wordt in acht van de NOS uitzendingen ingezet, tegenover slechts vier van het RTL Nieuws. Maar bij beide omroepen draagt de verslaggever dus niet of nauwelijks bij aan een neutraal karakter van een item. Terwijl de verslaggever juist wordt geacht om duiding bij een onderwerp te geven, wat zou leiden tot een gevarieerder perspectief. Zoals eerder is geconstateerd in hoofdstuk 3. De publieke 186

opinie van het Nederlandse volk speelt hier ongetwijfeld in mee. De context van het bericht moet enigszins aansluiten bij het beeld dat de maatschappij heeft van een conflict. Oorlogsverslaggever Jan Eikelboom merkte bijvoorbeeld dat een reportage uit Syrië in 2012, die juist tegen de oppositie inging, geen draagvlak vond in Nederland. Hij werd beschuldigd van propaganda, wat vervolgens van invloed was op de toon van zijn daaropvolgende reportages. 187

!

Door de kijker te vertellen dat er gelimiteerde mogelijkheden zijn met betrekking tot de verslaggeving nemen de omroepen hen als het ware mee in het journalistieke proces van verificatie. Deze manier van verslaggeving bevestigt dat ook in de Nederlandse televisiejournalistiek naast, of in plaats van objectiviteit in oorlogsverslaggeving ook transparantie een grote rol speelt. Het is achteraf wellicht makkelijk praten. Toch lijkt het alsof de verslaggeving van beide omroepen zorgvuldiger had gekund. Bij gebrek aan verifieerbare bronnen is een kritische blik op beeldmateriaal onmisbaar. Het spreekt voor zich dat burgermedia wordt gecheckt op authenticiteit wat betreft regio, taal en datum, zoals de NOS en het RTL Nieuws aangeven te doen, in hoofdstuk 4. Echter kan ook burgermedia doordrenkt zijn van subtiele propaganda en daar kan geen waarschuwing in een presentatietekst over onzekerheid van het materiaal tegenop.


Boyd-Barret (2004), p.30; Luyendijk (2006)

186

Eikelboom (2014), p. 33

In document FLAT EARTH SYRIA (pagina 63-74)