• No results found

REGLEMENT OP DE L AND VER- VER-HUUR IN DE VORSTENLANDEN

In document m^m&- ANDERE BEPALINGEN (pagina 85-108)

Artikel 1.

Behoudens het bepaalde in de eerste alinea van artikel 33, worden tot het huren van grondeu voor den landbouw in Soerakarta en Djokjakarta alleen toegelaten :

Ie Europeanen en met hen gelijkgestelden, in Nederlandsch-Indië gevestigd;

2e Venootschappen van koophandel, gevestigd in Nederland of NederlandschIndië, samengesteld uit en bestuurd door E u -ropeanen of met hen gelijkgestelden, en binnen Soerakarta en Jogjakarta vertegenwoordigd door een bij authentieke ak-te aangesak-telden gemachtigde, die voldoet aan den eisch, ge-steld bij § 1 van dit artikel, en die met en benevens zijn lastgever persoonlijk aansprakelijk is voor de naleving van dit ßeglement met opzichte tot de verplichtingen van deu landhuurder.

Voor de in §§ 1 en 2 genoemde personen en venootschap-pen is de bevoegdheid om gronden te huren ondergeschikt aan een voorafgaande tot wederopzeggens te verkenen schrif-telijke vergunning van den Gouverneur-Generaal.

Artikel 2

Elke onderneming van landbouw behoort ten minste te beslaan eene uitgestrektheid van 200 , bouws van 500 Q Rijnlandsche roeden bebouwbare, gronden, zoodanig

aan-76 REGLEMENT OP DE LANDVERHUUR IN DE VORSTENLANDEN.

eengesloten, dat geen gedeelten daarvan tusschen andere ondernemingen geënclaveerd liggen, tenzij de enclaves een onafscheidbaar deel uitmaken van een tot de onderneming behoorende hoofddessa.

Bebouwbare gronden zijn die, welke door aard et> ligging geschikt zijn om met voordeel bebouwd te worden.

Artikel 3.

De huurovereenkomst mag voor geen längeren tijd wor-den gesloten dan 20 jaren.

Deze bepaling is ook toepasselijk bij verlenging.

Artikel 4.

Tot het sluiten van de overeenkomst wordt de voorafgaan-de vergunning van het hoofd van Gewestelijk Bestuur ge-vorderd.

Hiertoe wordt dezen een schriftelijk verzoek aangeboden, verduidelijkt door een staat van de gronden, die de verzoeker wenscht te huren.

Die staat houdt in de namen en de uitgestrektheid der te huren gronden (de laatste uitgedrukt in djoengs en in bouws vau 500 Q Rijnlandsclie roeden) en denamen, praedicaten eu titels der verhuurders, en is vergezeld van een landmeterskaart.

waaruit ook de ligging der gronden ten opzichte der aan-grenzende ondernemingen voldoende blijkt.

Voor de ontvangst dier stukken geeft het Hoofd van Ge-westelijk Bestuur reçu af.

Artikel 5.

Het Hoofd van Gewestelijk Bestuur onderzoekt :

Ie of de aanvrager de vergunning bezit, bedoeld bij de laatste alinea van art. 1 ;

R E G L E M E N T O P D E L A N D V E R H U U R I N D E

VoRSTENLANDEN.

77

2e of de personen, die als verhuurders op dien staat voorkomen, werkelijk tot de verhuur gerechtigd zijn;

3e of de betrokken Inlandsche Vorst vergunning tot de verhuur van de aangevraagde gronden heeft gegeven ;

4e of de onderneming, ten behoeve van welke de gronden in huur gevraagd worden, wat

uitgestrekt-heid, ligging en bebouwbaarheid der gronden betreft, voldoet aan het voorschrift, vervat in art. 2.

Voor het onderzoek naar de bebouwbaarheid der gronden kan het Hoofd vau Gewestelijk Bestuur zich doen voorlich-ten door een commissie bestaande uit drie landhuurders of beheerders van gehuurde gronden te zijner keuze.

De aanvrager heeft het recht om de raadpleging van een zoodanige commissie te vorderen.

Het Hoofd van gewestelijk Bestuur bepaalt de reis- en verblijfkosten voor de gecommitteerden, welke altijd komen ten laste van den aanvrager van gronden, die verplicht kan worden een som gelds bij het Hoofd van gewestelijk Be-stuur te deponeeren ter bestrijding van die kosten.

Naar gelang van den uitslag van dit onderzoek wordt de vergunning, om tot het sluiten der overeenkomst over te gaan, door het Hoofd van Gewestelijk Bestuur schriftelijk verleend of geweigerd binnen vier maanden, nadat de aan-vrage is ingediend.

Indien het aan het Hoofd van Gewestelijk Bestuur blijkt, dat;"de uitgestrektheid der onderneming, ten behoeve van welke de aanvrage om vergunning tot het huren van gron-den wordt gedaan, nog niet 200 bouws maar toch ten minste 100 bouws bebouwbare gronden bedraagt, kan hij dien tengevolge zijne toestemming niet weigeren, maar wordt den aanvrager de verplichting opgelegd, om binnen twee jaren na de bekrachtiging der te sluiten overeenkomst zijn onderneming tot een uitgestrektheid van minstens 200 bouws bebouwbare gronden uit te breiden.

Weigering geschiedt bij een met redenen omkleed besluit,

78

R E G L E M E N T O P D E L A N D V E R H U U H I N D E

VoKSTENLANDEN.

dat binnen drie maanden Da de dagteekening aan de nadere beslissing van den Gouverneur-Generaal door belanghebben-den kan worbelanghebben-den onderworpen.

Artikel 6.

Nadat de in art. 4 bedoelde vergunning- verleend is, wordt de huurovereenkomst, volgens een door den Gouver-neur-Generaal vast te stellen model, in geschrifte verleden in den vorm eener authentieke of onderhandsche akte.

Deze akte moet bevatten :

le de voorwaarde, dat de daarbij geconstateerde overeenkomst wordt beheerscht door de voorschriften van dit Reglement ;

2e de praedicaten, titels en namen der Javaansche verhuurders ;

3e de namen en voornamen van de huurders of de duidelijke omschrijving- van de vennootschappen van koophandel, met de namen en voornamen van den bestuurder of gemachtigde, bedoeld bij § 2 van art.

1 Vrin dit Reglement.

4e de namen en uitgestrektheid der gehuurde gron-den in doengs en bouws, aangewezen op een in duplo overgelegden staat en verduidelijkt door een landmeterskaart, aanwijzende de gronden bij verschil-lende overeenkomsten gehuurd en die de uitgestrekt-heid aangeeft in bouws van 500 Q Rijnlandsche roeden ;

5e den huurtijd;

6e den bedongen huurschat, de termijnen van be-taling, de wijze van verrekening van den vooruitbe-taalden huurschat, voor zoover die vooruitbetaling1 be-dongen en volgens dit Reglement geoorloofd is, het beding omtrent het genot van den aanstaanden oogst binnen één jaar na de expiratie van de huur (den alib) en alle andere geoorloofde voorwaarden;

7Q REGLEMENT OP DE LANDVBBHTJUB IN DE

VORSTENLANDEN.

7e de rechten en verplichtingen, die op den huur-der overgaan, voor zooveel die in algemeenen zin in verband met de artikelen 22 en 23 van dit reglement voor juiste omschrijving vatbaar zijn.

Zie H. S. art. 54 en omtrent Slib H . S. art. 22 en P . P . art. 5.

Artikel 7.

De overeenkomst wordt binnen één jaar na het verkenen van de vergunning in duplo aangeboden aan het Hoofd van Gewestelijk Bestuur tegen reçu.

Die termijn wordt alleen verlengd ingeval de aanvrager ten genoege van het Hoofd van Gewestelijk Bestuur doet blijken, dat hij door redenen, niet afhankelijk van zijnen w i , verhinderd is geworden de overeenkomst binnen den gestel-den termijn aan te biegestel-den.

Artikel 8.

Het Hoofd van Gewestelijk Bestuur overtuigt zich :

Ie dat de overeenkomst voldoet aan de eischen, gesteld in art. 6, en overigens geen bedingen inhoudt, strijdig met dit reglement, de goede zeden of de open-bare orde;

2e dat de verhuurder het door hem aangegane cou-tract begrijpt en daarmede genoegen neemt.

Daarna biedt het Hoofd van Gewestelijk Bestuur de over-eenkomst den betrokken Javaanschen Vorst ter bezegeling aan.

" De bezegeling strekt tot bewijs, dat de Vorst met den inhoud genoegen neemt, het hem aankomend zegelrecht ont-vangen, of de kwijting daarvan geregeld heeft, en aan den huurder het genot van het gehuurde verzekert.

Na de bezegeling wordt de overeenkomst door het Hoofd van Gewestelijk Bestuur bekrachtigd en geregistreed.

De registratie heeft plaats op het Residentie-kantoor m

8 0 R E G L E M E N T O P D E L A N D V E R H U U R I N D E

VORSTENLANDEN.

een gefolieerd door het Hoofd van Gewestelijk Bestuur g e -parafeerd register, waarvan het model doar den Gouverneur-Generaal wordt vastgesteld. Van de registratie wordt aan den voet der akte door den Resident aanteekening gedaan.

De aldus bekrachtigde en geregistreerde akte wordt bin-nen 14 dagen na de registratie aan de belanghebbenden teruggezonden.

Indien de onderneming, ten behoede van welke de over-eenkomsten gesloten zijn, nog niet voldoet aan de bepaling van artikel 2 en mistdien nog niet een zooveel mogelijk aan-eengeschakeld geheel vormt van 200 bouws bebouwbare gronden, maar toch een uitgestrektheid heeft van ten minste 100 bouws bebouwbare gronden, verbindt het Hoofd van Gewestelijk Bestuur aan zijn bekrachtiging dezelfde

waarde, onder welke de toestemming, bedoeld in de voor-laatste alinea van artikel 5 werd verleend.

Telken drie maanden wordt een extract uit het register, loopende over het verschenen kwartaal, door tusschenkomst van den Directeur van Binnenlandsch Bestuur, aan den Gou-verneur-Generaal ingediend.

Artikel 9.

De huurovereenkomst treedt in werking op den dag der registratie, tenzij een later tijdstip van ten hoogste één jaar mocht zijn bedongen, een en ander behoudens hetgeen is omschreven bij het volgend artikel.

Artikel 10.

Geene overeenkomst tot verlenging van huur mag ge-sloten worden dan na verkregen toestemming van den Gou-verneur-Generaal en ua verloop van drie-vierde van den oorspronkelijken huurtijd. Het model dier overeenkomst wordt door den Gouverneur-Generaal vastgesteld.

Wanneer door niet-verlenging van de verstreken huur van

R E G L E M E N T O P D E L A N D V E R H U U K I N D E 8 1

VOESTENLANDEN.

een gedeelte der gehuurde gronden de onderneming tot een mindere uitgestrektheid dan van 200 bouws bebouwbare gronden wordt teruggebracht, is de huurder verplicht om binnen twee jaren, nadat die toestand is ingetreden, door het sluiten van nieuwe overeenkomsten zijn onderneming weder tot een uitgestrektheid van minstens 200 bouws be-bouwbare gronden uit te breiden.

De huurder is behoudens toestemming van den verhuur-der, gerechtigd zijn huurrechten geheel of gedeeltelijk af te staan en over te dragen aan anderen, tot huren bevoegd, mits bij gedeeltelijke overdracht de uitgestrektheid van elk deel, voor zoover dit een op zich zelfstaande onderneming wordt, niet minder zij dan het minimum van 200 bouws bebouw-bare gronden, aangegeven in artikel 2.

Ten opzichte der overeenkomsten, in dit artikel bedoeld, zijn van toepassing de bij dit reglement vastgestelde voor-schriften op de inhuurneming van gronden met dien verstande:

Ie dat, met afwijking- in zoover van de bepaling van artikel 1 § 1, bij verlenging van huur, niet ver-eischt wordt, dat de huurder in Nederlandsch-Indië gevestigd zij ;

2e dat de inwerkingtreding der overeenkomsten aan-vangt: ingeval van verlenging: met den dag, waarop de loopende huurtijd eindigt; en bij overdracht van huur: met de te dier zake te bedingen tijdstippen; en

3e dat bij overdracht, instede van afzonderlijke over-eenkomsten van den nieuwen huurder met al de be-trokken verhuurders, kan worden aangeboden een akte van toestemming, overdracht en overneming van de overgedragen huurrechten, volgens een door den Gou-verneur-Generaal vast te stellen model.

De overeenkomsten van overdracht van huur zijn van rechts-wege nietig, indien zij niet binnen één jaar na het tijdstip van inwerkingtreding ter bekrachtiging en registratie zijn ingediend.

i l *

8 2 R E G L E M E N T O P D E L A N D V E R H U U R I N D E

VOESTENLANDEN.

Artikel 11.

Wanneer in de gevallen, bedoeld in artikel 5, alinea 6, in artikel 8, alinea 7 en artikel 10, alinea 2, de termijn van twee jaren is verstreken zonder dat de huurder de vereischte uitbreiding san zijn onderneming heeft gegeven, wordt de huurovereenkomst of worden die huurovereenkomsten, op die onderneming betrekking hebbende, met ingang van een door het Hoofd van Gewestelijk Bestuur te bepalen tijdstip, als van rechtswege ontbonden beschouwd, zonder dat de huur-der eenige teruggave kan eischen wegens betaalde bekti of huursckat, noch ook vergoeding mag vorderen wegens door hem opgerichte gebouwen of werken als anderszins.

Artikel 12.

De uitoefening van openbaar gezag is aan de huurders, hunne lasthebbers en ondergeschikten verboden.

Zij doen echter van alle handelingen, strijdig met de open-bare rust en orde, die te hunner kennis komen, terstond mededeeling aan het betrokken Hoofd van Javaansch Bestuur en aan het Hoofd van Plaatselijk of Gewestelijk Bestuur.

Overtreding van het verbod, in de 1ste alinea vervat, wordt gestraft op den voet van artikel 32, alinea 1, ten ware op de gepleegde feiten een andere straf bij eenige verordening mocht bedreigd zijn.

Zie P. P. art. 2.

Artikel 13.

Het is aan de huurders, hunne lasthebbers en onderge-schikten verboden eenige daad van beheer op de gehuurde gronden te verrichten, vóórdat de bekrachtiging der over-eenkomsten van huur, bedoeld bij artikel 8 en van overdracht van h u u r , bedoeld aan het slot van artikel 10, heeft plaats gehad. Bij overtreding van dit verbod, wordt artikel 31 toegepast.

R E G L E M E N T O P D E L A N D V E R H T J U K I N D E 8 3

VOESTENLANDBN.

Artikel 14.

De huurder is verplicht zoo mogelijk zijne onderneming zelf te beheeren en zich tot dat einde op de gehuurde gron-den te vestigen.

Hij mag het beheer niet aan een ander persoon opdragen dan met schriftelijke toestemming van het Hoofd van Ge-westelijk Bestuur, Die toestemming wordt in geen geval verleend, wanneer die persoon niet voldoet aan den eisch, gesteld bij artikel l § 1, en kan ten allen tijde wegens ge-wichtige, bij het betrekkelijk besluit te omschrijven redenen door het Hoofd van Gewestelijk Bestuur ingetrokken worden.

De Beheerder moet zich op de gehuurde gronden vestigen en gevestigd blijven.

Overtreding van deze voorschriften wordt voor de eerste maal gestraft met eene geldboete van f 100— (een honderd gulden.)

Indien binnen één maand na de beteekening van het von-nis of na de vrijwillige voldoening der geldboete niet aan de voorschriften van dit artikel is voldaan, wordt de nalatige gestraft met eene boete van f 500.— (vijf honderd gulden) tot ƒ 2000.— (twee duizend gulden.)

Indien de nalatige achtereenvolgens tweemaal krachtens dit artikel gestraft is en nog in gebreke blijft aan zijn ver-plichtingen te voldoen, kan hij uit het beheer der onderne-ming worden ontzet en desnoods met behulp van den ster-ken arm van de onderneming verwijderd worden, en kan de huurder voor den vervolge van de huur van gronden wor-den uitgesloten.

Artikel 15.

Op de gehuurde gronden mogen, behalve onderdanen der Javaansche Vorsten, geen andere personen door den huurder in dienst genomen of werkzaam gesteld worden, dan die-genen, tot wier toelating door het Hoofd der Gewestelijk Bestuur schriftelijke toestemming is verleend.

84 REGLEMENT or DE LANDVEKHUDK IN DE VORSTENLANDEN.

Ten opzichte van Europeanen en met hen gelijkgestelde personen wordt deze toestemming slechts verleend, indien zij voldoen aan den eisch van § 1 van artikel 1.

Die toestemming kan te allen tijde wegens gewichtige, bij het betrekkelijk besluit te omschrijven redenen door hst Hoofd van Gewestelijk Bestuur ingetrokken worden.

Als opzieners mogen alleen in dienst gesteld worden E u -ropeanen en daarmede gelijkgestelde personen.

Overtreding van de eerste alinea van dit artikel wordt ge-straft met eene geldboete van / 25— (vijf en twintig gulden )

Indien binnen veertien dagen na het opleggen der boete de vereischte toestemming nog niet is aangevraagd of wel geweigerd is en de betrokken opziener of geëmploijeerde de onderneming nog niet heeft verlaten, wordt deze op last van het Hoofd van Gewestelijk Bestuur, desnoods met behulp van den sterkeu arm, daarvan verwijderd en wordt de land-huurder gestraft met een boete van ƒ 100.— (één honderd gulden.)

Artikel 16.

De huurovereenkomst gaat geenszins te niet door den dood vän den verhuurder noch door dien van den huurder.

Wanneer de rechten van den huurder door zijn overlijden overgaan op rechtverkrijgenden, niet bevoegd om uit eigen hoofde in Soerakarta en Djokjakarta gronden voor den land-bouw te huren of te beheeren, of die de vergunning, bedoeld in het slot van art. I niet hebben verkregen, zijn zij van het beheer uitgesloten, en moet uiterlijk binnen drie maan-den na het overlijmaan-den door hen of van hunnentwege in het beheer worden voorzien door opdracht aan een bevoegd per-soon. Deze opdracht is onderworpen aan de schriftelijke toe-stemming van het Hoofd van Gewestelijk Bestuur en aan de verdere bepalingen van artikel 14 alinea 2.

Het Hoofd van Gewestelijk Bestuur is bevoegd om in bui-tengewone omstandigheden den evengemelden termijn met zes maanden te verlengen.

R E G L E M E N T O P D E L A N D V E R H U U B I N D E

VoKSTENLANDEN.

85

Daden, dienende alleen tot bewaren als ook die welke strek-ken om op de nalatenschap toezicht te houden, worden niet als daden van beheer aangemerkt.

Overtreding van dit artikel wordt gestraft op de wijze bij artikel 14 bepaald.

Artikel 17.

De huurder, zijn lasthebbers en ondergeschikten, zoomede hun huisgenooten zijn verplicht de Javaansche bevolking goed te behandelen, de Javaansche grooten en hoofden met on-derscheiding en met de gebruikelijke eerbewijzen te bejege-nen en, daartoe door de Javaansche Vorsten of door het Hoofd van Gewestelijk Bestuur uitgenoodigd de officieele plechtigheden en feesten bij te wonen.

Zonder door het Hoofd van Gewestelijk Restuur aanneme-lijk geoordeelde redenen mogen zij zich niet onttrekken aan de bijwoning van bedoelde plechtigheden en feesten, evenmin aan de vervulling van opdrachten en commission, betrekking hebbende op de landverhuur, waarmede zij door het Hoofd van Gewestelijk Bestuur mochten belast worden.

Artikel 18.

Voorschotten worden door de huurders aan de verhuurders niet uitgekeerd tot een hooger bedrag dan de som van den huurschat over één jaar.

Alle hiermede strijdige handelingen en bedingen of over-eenkomsten van geldleeniug zijn van rechtswege nietig en de voorschotten of meerdere geleende gelden in rechten niet invorderbaar, noch verrekenbaar.

Zie H . S. art. 54.

Artikel 19.

De huurschat wordt door of namens den huurder afgedra-gen aan den Verhuurder in persoon, dan wel aan iemand door dezen schriftelijk tot de ontvangst gemachtigd.

8 6 R E G L E M E N T O P D E L A N D V E R H U U K I N D E

VoRSTENLANDEN.

Verrekening van de vervallen of nog te vervallen h u u r -termijnen, of van een deel daarvan met de schulden vanden verhuurder aan deo huurder, of aan derden is verboden.

Koop en verkoop van quitantiën van den huurschat (pe-tooks) zijn van rechtswege nietig; schulden, uit zoodanigen koop en verkoop voortvloeiende, zijn niet invorderbaar in rechten.

Artikel 20.

De papavercultuur is op de gehuurde gronden verboden.

Overtreding van dit verbod wordt, onverminderd het be-paalde bij de tweede alinea van artikel 32, gestraft met een geldboete van f 100 (één honderd gulden) tot f 1000 (één duizend gulden) en met wegruiming en verbeurdverklaring van hetgeen in strijd daarmede is aangeplant of verkregen.

Artikel 21.

Voor rekening van den huurder worden hoofdzakelijk geen andere voortbrengselen geteeld dan die, welke meer in het bijzonder bestemd zijn voor de Europeesche markt.

De cultuur van rijst en andere gewassen voor de Inlandsehe markt mag voor rekening van den huurder alleen g e -schieden als bijzaak of als wisseiteelt.

Het Hoofd van Gewestelijk Bestuur houdt gestadig toe-zicht op de naleving van deze voorschriften.

Artikel 22.

De verplichte diensten, welke de huurder van de opgeze-tenen der door hem gehuurde gronden mag vorderen, wor-den beheerscht door de Javaansche instellingen en gebruiken, en worden voor elke onderneming in overleg met den J a -vaanschen Vorst of diens Rijksbestierder door het Hoofd van Gewestelijk Bestuur, den betrokken huurder gehoord, afzon-derlijk geregeld.

R E G L E M E N T OP DE LANDVERHUUR IN DE 87 VORSTENLANDEN.

Het is uitdrukkelijk verboden huiselijke diensten, hoe ook genaamd, zoo min ter hoofdplaats als op de ondernemingen,

van de opgezetenen te vorderen.

Bij het eind van elk jaar wordt door de Hoofden van Ge-westelijk Bestuur, door tusschenkomst van den Directeur van Binnenlandsch Bestuur, een afschrift van de in dat jaar tot stand gekomen regelingen aan den Gouverneur-Generaal ingezonden, na door genoemden Departementschef nauwkeu-rig te zijn onderzocht en te zijn getoetst aan het bepaalde bij het eerste lid van dit artikel.

Deze regeling heeft in de Residentie Jogjakarta reeds plaats gehad.

Zie de Heerendiensthesluiten hier achter opgenomen.

Artikel 23.

Het Hoofd van Gewestelijk Bestuur is bevoegd om ter zake van de exploitatie der onderoemingen voor elke onder-neming afzonderlijk, met inachtonder-neming der Javaansche in-stellingen en gewoonten een regeling vast te stellen.

Bij het drijven van de suikercultuur of van andere cul-tures, waarbij het zoogenaamd glebagganstelsel zich slechts gewijzigd toepassen laat op de in huur genomen gronden, wordt door het Europeesch bestuur, na plaatselijk onderzoek, schriftelijk geconstateerd, of voor de zooveel langere of zoo-veel ruimere beschikking over een deel der gronden, dan genoemd stelsel gedoogt, de opgezetenen naar behooren wor-den schadeloos gesteld en of in het algemeen de verhouding

Bij het drijven van de suikercultuur of van andere cul-tures, waarbij het zoogenaamd glebagganstelsel zich slechts gewijzigd toepassen laat op de in huur genomen gronden, wordt door het Europeesch bestuur, na plaatselijk onderzoek, schriftelijk geconstateerd, of voor de zooveel langere of zoo-veel ruimere beschikking over een deel der gronden, dan genoemd stelsel gedoogt, de opgezetenen naar behooren wor-den schadeloos gesteld en of in het algemeen de verhouding

In document m^m&- ANDERE BEPALINGEN (pagina 85-108)