• No results found

PKANATAN BEKEL

In document m^m&- ANDERE BEPALINGEN (pagina 70-75)

Jogjasche wet van 1883, houdende bepalingen omtrent de aanstelling en het ontslaan van bekels, de opvolging door erfge-namen, en de bekti en penganjaranjar-gelden, die door de Ja-vaansche apanagehouders van hunne bekels kunnen worden ge-eischt.

Behalve de bepalingen omtrent het eischen van bekti of penganjaranjar, zijn de bepalingen dezer wet ook van toepassing op de verhuurde dessa's, waarbij de Europeesehe huurder in de plaats treedt van den apanagehouder.

Artikel 1.

Bij het openvallen van een bekelschap zal, zoo er geene erfgenamen van den vorigen titularis aanwezig zijn om de-zen te vervangen, de apanagehouder bevoegd en verplicht zijn uit de personen, die onder de bekelschap ressorteeren, een nieuwen bekel te kiezen.

De tot bekel te kiezen persoon moet van een onbesproken gedrag, nooit wegens misdrijf veroordeeld en voor de betrek-king van bekel volkomen geschikt zijn.

Wanneer binnen de bekelschap geene personen worden g e -vonden, die aan de gestelde eisschen voldoen, kan de apa-nagehouder een keuze doen uit personen van andere dessa's.

De keuze van een bekel door den apanagehouder, moet in overeenstemming geschieden met het politiehoofd, onder wien de bekelschap ressorteert, terwijl tot de aanstelling, de goed-keuring van den Rijksbestierder moet worden gevraagd.

Zie art. 3 en H. S. art. 36 en 38.

PRANATAN BEKEL. 61

Artikel 2.

Bij het openvallen van een bekelschap moet binnen hon -derd dagen een nieuwen titularis worden aangesteld.

Zoo bij het openvallen van een bekelschap, de apanage-houder reeds eene keuze heeft gedaan en het betrokken po-litiehoofd zich zonder reden niet met de keuze vereenigt, dan wel aan eene spoedige aanstelling moeielijkheden in den'weg legt, is het den apanagehouder vergund, zich deswege per brief bij den Rijksbestierder te beklagen.

Zoo echter honderd dagen na het openvallen van een be-kelschap, de apanagehouder nog geen keuze heeft gedaan voor een nieuwen titularis, terwij 1 het betrokken politiehoofd reeds een vervanger heeft aangewezen, waaraan echter de apanagehouder weigert zijne goedkeuring te geven, zal het politiehoofd zich schriftelijk tot den Rijksbestierder wenden, die dan ter zake een onderzoek zal doen instellen.

De politiehoofden, die de bevoegdheid hebben de in dit artikel bedoelde keuze te doen, zijn de districtsregenten en de pandji's.

Artikel 3.

Bij de aanstelling van een nieuwen bekel, zal door het bestuur een piagem in triplo worden opgemaakt, volgens een vast te stellen model, waarin alle voorwaarden en bedingen worden opgenomen, zooals beide partijen (apanagehouder en bekel) zijn overeengekomen.

Van deze piagem zal één exemplaar aan den bekel worden uitgereikt, één exemplaar aan den patoeh worden ter hand-gesteld en één exemplaar in het archief van den Rijksbe-stierder blijven berusten.

Voor deze piagems zal door den nieuwen bekel worden betaald, de som één gulden; zijnde / 0,25 voor aankoop der gedrukte blanco-piagems en / 0,75 bestemd voor den amb-tenaar, die belast is met het opmaken der piagems; zullende geene andere kosten mogen worden gevorderd.

Zie H . S. art. 36 en P. P. art. 1.

62

P K À N A T A N B E K E L .

Artikel 4.

Tot het ontslaan van een bekel wordt overeenstemming tusschen den apanagehouder en het betrokken politiehoofd vereischt.

Zoo een bekel met zijn ontslag- geen genoegen neemt, kan hij zich met zijne bezwaren tot den Rijksbestierder wenden.

Zie H . S. art. 32 en H . G. art. 18.

Artikel 5.

Het bedrag der bektigelden, die de apanagehouder van een nieuw aangesttlden bekel mag vorderen, wordt als volg g e -regeld :

Ie Wanneer een bekel door zijn zoon wordt opge-volgd, bedraagt de bekti de som van één jaar pacht.

•2e Wanneer de bekel door een kleinzoon in man-nelijke linie of een schoonzoon wordt opgevolgd, be-draagt de bekti de som van anderhalf jaar pacht.

3e Wanneer de bekel door een kleinzoon in vrou-welijke linie, een broeder of een ander persoon van dezelfde bekelschap wordt opgevolgd, bedraagt de bekti de som van twee jaar pacht.

Bij overlijden van een bekel, heeft één zijner erfgenamen in de volgorde zooals hier boven is aangegeven, recht om hem als bekel te vervangen.

Is de rechthebbende bij het overlijden van den vorigen ti-tularis nog niet meerderjarig, dan moet er tot zijne meerder-jarigheid, uit één zijner mannelijke familiebetrekkingen, een ander persoon uit de bekelschap, tot voogd worden benoemd.

Zoo een bekel, wegens misdrijf of medeplichtigheid daar-aan, uit zijne betrekking wordt ontslagen, kunnen zijne erf-g-enamen geene rechten op de bekelschap doen gelden.

Op de bekels der dessa's van de Koelon-Progo en Goe-noeng-Kidoel, ziju van toepassing hetgeen omtrent de bekels van de Kebonongan dessa's in artikel 6 bepaald is.

Zie H . G. art. 20.

Paâ-NATAN B E K E L . 63

Artikel 6.

Wanneer een bekel van één der Kebonongan dessa's uit zijne betrekking ontslagen wordt, zal zijn vervanger de ach-terstallige pacht van den vorigen titularis moeten betalen.

De hoegrootheid der bekti door den nieuwen bekel aan-den apanagehouder te betalen, is dezelfde als die der overi-ge dessa's, zooals zij in art. 5 overi-gereoveri-geld is.

Zie H. S. aant. art. 3.

Artikel 7.

Zoo de pacht van een bekelschap wordt betaald in voort-brengselen als : «olie, rijst, gras en dergelijken, bedraagt de bekti die een nieuw aangestelde bekel aan zijnen apanage-houder moet betalen :

Ie Zoo hij een zoon van den vorigen titularis is, de hoeveelheid van zes maanden pacht.

2e Zoo hij een kleinzoon in mannelijke linie of een schoonzoon is van den vorigen titularis, de hoeveel-heid van negen maanden pacht.

3e Zoo hij een kleinzoon in vrouwelijke linie, een broeder van of niet aan den vorigen titularis verwant is, de hoeveelheid van tioaalf maanden pacht.

Artikel 8.

Bij teruggave, wegens expiratie van huur, van verhuur-de gronverhuur-den, door verhuur-den Europeeschen landhuurverhuur-der aan verhuur-den apanagehouder, mag deze van de bekels dier gronden geen bekti of penganjaranjar vorderen, daar de apanagehouder bij de verhuur, zijne rechten reeds aan den huurder heeft over-gedragen.

Alleen ingeval de dessa zonder bekel wordt teruggegeven, kan de apanagehouder van een door hem nieuw aan te

stel-len bekel een bekti vorderen, zooals in deze wet is aangegeven.

64 PKANATAN BEKEL.

Artikel 9.

De politiehoofden, met name de districtsregenten en de districtspandji's, hebben het recht van een nieuw aangestel-den bekel, wiens bekelschap onder hen ressorteert, 1/6 van het door hem aan den apanagehouder volgens art. 5 te be-talen bekti te vorderen.

Buiten deze som mogen door hun geene andere heffingen van nieuw aangestelde bekels gevorderd worden.

Artikel 10.

De apanagehouders zijn niet bevoegd om op hunne apa-nagegronden nieuwe dessa's te maken.

Slechts de Bijksbestierder heeft daartoe de bevoegdheid.

Artikel 11.

Wanneer bij het openvallen van een bekelschap, deze te klein wordt bevonden, moet zij met eene andere bekelschap in dezelfde dessa worden vereenigd, mits beide bekelschap-pen onder één patoeh ressorteeren.

De bekti wordt alsdan, tot een bedrag als in art. 5 om-schreven, betaald door den bekel, aan wiens bekelschap de opengevallene bekelschap is gevoegd.

In document m^m&- ANDERE BEPALINGEN (pagina 70-75)