• No results found

REFLECTIE EIGEN OORDEEL

In document Dilemma s in Duurzaamheid (pagina 33-38)

1: Er waren twee keuzes vanuit

het bedrijf, namelijk: doorgaan of stoppen. Vanuit de plichtethiek hebben we allebei gekozen om door te gaan. Van ons mag Michiel doorgaan totdat het tegendeel is bewezen. Volgens Tessa zelfs als het tegendeel is bewezen dat zijn snoepgoed schadelijk zou zijn per minimale hoeveelheid. Hierbij nemen we de negatieve gevolgen die er mogelijk kunnen zijn voor het bedrijf voor lief: Het bedrijf moet misschien stoppen, maar nu in ieder geval nog niet.

2: We redeneren ons oordeel vanuit het type moreel gedrag egoïsme waarbij de volgende overwegingen sterk naar boven komen: genot, gewin en continuïteit. We hebben namelijk gekeken naar wat Michiel het meeste oplevert en dat is nu door produceren. Hij zet zijn eigen belang boven het belang van eventuele kankerpatiënten.

3: Hiernaast zijn we gaan kijken hoe onze mening in verband staat met leiderschap in ethiek. Hierbij komen wij tot de conclusie dat er een door het door produceren een wijs besluit wordt genomen gericht op ondernemerschap. Door deze case merken wij dat dit dan ook zeer aanwezig is bij ons. Een moedig maar wijs besluit.

Mocht je over willen stappen van grijze naar groene energie is je eerste stap waarschijnlijk online research doen. Via deze weg kom je bij verschillende vergelijkingspagina’s terecht die aangeven welke energieproducenten echt groen zijn en welke niet bijdragen aan de welbekende klimaatverandering (.. ja vast). Maar wat houdt dit dan precies in?

Blijven

investeren in groene energie

L u k a R o o s

M a r a T s o u v e l e k i d i s

V i s u a l b y L u k a R o o s & M a r a T s o u v e l e k i d i s

35 Grijze energie wordt opgewekt met fossiele

brandstoffen als kolen, olie en gas. Bij de verbranding van deze fossiele brandstoffen komt CO2 vrij wat voor de klimaatverandering zorgt. Daarnaast veroorzaak dit proces vervuiling (MilieuCentraal, 2019).

Daarentegen wordt groene energie opgewekt door onuitputtelijke natuurlijke bronnen als wind, zon en biomassa uit afvalstromen (MilieuCentraal, 2019).

In 2018 was het aandeel van groene energie van de totale energieproductie slechts 15%. Dit is een hoger percentage (1%) dan in 2017 (Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), 2019). We gaan er dus wel op vooruit. De vraag naar groene energie daarentegen is bij de Nederlandse huishoudens aanzienlijk hoger dan het aanbod. 69% van de Nederlandse huishoudens koos in 2017 voor groene stroom. In Europa zijn er nog maar weinig andere landen waarvan consumenten en bedrijven bewust kiezen voor groene energie (MilieuCentraal, 2019). Is deze natuurlijke manier van energie opwekken dan misschien heel moeilijk gezien dit lage percentage van 15%? Nee, helemaal niet zelfs. Dit kun je namelijk ook ‘makkelijk’ zelf doen. Met bepaalde keuzes en investeringen kun je op verschillende manieren zelf groene energie opwekken.

Voorbeelden van manieren om dit te kunnen doen zijn: Zonnepanelen, windturbines, windboom, microwarmte-krachtkoppeling, zonneglas etc.

(Vijver, 2018).

Beeld je in dat jij en je buren het initiatief nemen om zelf groene energie te gaan produceren voor de hele wijk. Jullie gaan voor een geheel energieneutrale wijk.

Samen met wijkgenoten wordt er geïnvesteerd in zonnepanelen, windenergie, warmtepompen etc. En met succes! Na 9 maanden produceren jullie genoeg, en zelfs teveel energie voor de hele wijk. Iedereen heeft zijn of haar investeringen terugverdiend. Maar wat kun je dan allemaal met die ‘overtollige’ energie doen?

We behandelen 3 mogelijke scenario’s:

L u k a R o o s

M a r a T s o u v e l e k i d i s

1. De energie kan aan een energiebedrijf verkocht worden tegen ¼ van de prijs waarvoor de maatschappij de energie zelf verkoopt.

Allereerst wordt in dit scenario dus géén rekening gehouden met in hoeverre dit energiebedrijf al groen is. Deze afweging zou volgens ons wel moeten worden meegenomen. Door juist te investeren in ‘groene’

energiebedrijven kan de productie en het gebruik van groene energie gestimuleerd worden. Op deze manier wordt het belang van de overgang op groene energie weggecijferd. Het mengen van groene en grijze

energie schiet natuurlijk niets op. Daarnaast is ¼ van de prijs die de energiemaatschappij aanhoud relatief weinig. Wanneer de energie direct aan een consument aangeboden zou worden kan deze prijs wat opgekrikt worden. Moreel gezien zouden wij deze beslissing omschrijven als een ethische botsing. Omdat dit niet de beste oplossing is voor alle betrokken in deze situatie (Boschma & Kaptein, 2016).

2. De overtollige energie kan verkocht worden aan (de) naast gelegen wijk(en). Zoals bij het vorige scenario aangeraden wordt, kan in dit scenario de energie direct aan de gebruikers of consumenten verkocht worden. Dit biedt de kans om een hogere verkoopprijs aan te houden, die nog steeds lager is dan de prijs van (grijze) energie die de energiebedrijven aanbieden. Dit maakt de overweging voor naast gelegen wijken om over te stappen ook makkelijker. Daarnaast wordt het bewustzijn van deze mensen ook positief beïnvloed. Er zijn echter bepaalde zaken die deze keuze kunnen belemmeren. Het is namelijk een erg moeilijk proces om de desbetreffende overtollige energie te verkopen aan derden. Hiervoor is een officiële vergunning nodig die tegenwoordig nog niet gemakkelijk te verkrijgen is. Daarnaast ben je verplicht aan iedere mogelijk klant te verkopen, wanneer je over deze vergunning beschikt. Dit kan dus niet gelimiteerd worden tot slechts (een) bepaalde wijk(en). Financieel gezien maakt dit natuurlijk geen verschil, maar het proces kan hierdoor wel ingewikkelder worden dan gewenst. Op moreel gebied spreken we in dit geval over legalisme, het handelen naar wetten en regels (Boschma & Kaptein, 2016). Dit scenario kan namelijk alleen waargemaakt worden wanneer men zich houdt aan de wetten en regelgeving.

3. De energie kan weggegeven worden aan een bedrijf dat daardoor echt groen en lokaal kan produceren, of aan een goede doelen organisatie in de buurt.

Dit is een mooi gebaar, maar op deze manier loop je veel geld mis.

Doordat alle overschot aan energie weggegeven wordt, levert het niets op los van milieubewustheid (en een goede karma). Er kunnen dus ook geen nieuwe investeringen gedaan worden. Om nogmaals terug te pakken op de moraliteit in dit scenario, spreken we over altruïsme, waarbij men handelt vanuit liefde en opoffering. Het belang van de ander staat namelijk voorop (Boschma & Kaptein, 2016). Daarnaast is dit wel een gemakkelijke manier om iets nuttigs te doen met je overtollige energie.

Wanneer men hier niet teveel moeite in wil steken, is dit een prima optie.

Men moet wel de vraag stellen wanneer een bedrijf of goed doel ‘groen’

genoeg is om de energie aan te geven. Wij zouden hier zelf geen genoegen mee nemen.

Zoals wellicht al duidelijk was, gaat onze voorkeur uit naar het verkopen van de overtollige energie aan naastgelegen wijken. Om de barrières over de wetten en regelgeving hiervoor te kunnen omzeilen, is het meest kansrijke idee om een stichting op te zetten. Deze stichting moet uit een bestuur bestaan met mensen uit de wijk. Hierin moeten verschillende posities ingevuld worden zoals: voorzitter, secretaris, penningmeester (Kamer van Koophandel; Centraal Bureau voor de Statistiek, 2019).

Belangrijk is dat er statuten worden opgesteld waar iedereen die energie levert van op de hoogte is. Vervolgens moet de stichting een vergunning aanvragen om energie te mogen verkopen, en wanneer dat rond is kan de energie verkocht worden aan wie ze willen (Kamer van Koophandel;

Centraal Bureau voor de Statistiek, 2019). Op deze manier ontstaat er een soort community die groene energie kan leveren. Daarnaast kunnen organisaties als goede doelen en bedrijven die groen en lokaal willen gaan produceren ook profiteren van deze beslissing. Wanneer zij eigen zonnepanelen installeren, is het een stuk rendabeler om onderdeel te zijn van de stichting.

Dus…. mocht je nog twijfelen over wat jij en je buren het best met de overtollige groene energie kunnen doen? 1. Meng het niet met grijs (ontstaat geen mooie kleur, geloof ons); en 2. Probeer altijd te blijven investeren, zodat het produceren van groene energie gestimuleerd wordt.

“Dopper wil haar waterflessen niet in de schappen van Blokker” (RTL, 2018), dit is waar veel journalisten via verschillende media-kanalen in april 2018 over schreven. Dopper wilde absoluut niet dat de Doppers verkocht zouden worden in de winkels van Blokker.

Blokker zou als grote speler in de markt volgens Dopper onder andere afbreuk doen aan het duurzame imago en de missie die Dopper heeft. Groot gelijk dat Dopper bij deze afbreuk haar waterflessen niet te koop aan wil bieden in de winkels van Blokker, toch?

Of wordt er nou iets vergeten, samen werken aan het verminderen van de Plastic Soep? Waar ligt de grens of beter gezegd de balans, tussen het iets willen betekenen voor een duurzame- en sociale onderneming vanuit een grote, niet sociale- en duurzame

multinational?

In dit essay wordt vanuit de ethiek de situatie beschreven en zoeken we de grens en balans in de interactie tussen een multinational en een duurzame- en sociale onderneming op weg naar betekenisvol zijn.

Dit doen we aan de hand van de case die Dopper en Blokker case.

Samen werken

In document Dilemma s in Duurzaamheid (pagina 33-38)