• No results found

Reflectie

In document De regierol van wijkcoaches (pagina 91-93)

Hoofdstuk 7 – Conclusie

7.3 Reflectie

In deze paragraaf wordt gereflecteerd op deze masterthesis. In paragraaf 7.3.1 wordt gereflecteerd op de theorieën die in deze masterthesis zijn gebruikt. In paragraaf 7.3.2 wordt de methodologische reflectie gepresenteerd.

7.3.1 Theoretische reflectie

Bij het beantwoorden van de hoofdvraag van deze masterthesis is gebruik gemaakt van verschillende wetenschappelijke theorieën. Ten eerste is gebruik gemaakt van wetenschappelijke literatuur over het begrip ‘regie’. Daarbij is gekozen voor de definitie van regie van Bröcking (2016): “Sturen op

afstemming tussen meerdere actoren om een doel vanuit een visie te bereiken. Hierbij hebben de gemeente en de andere actoren diverse afhankelijkheidsrelaties en verantwoordelijkheden, die ontstaan vanuit de randvoorwaarden gesteld aan de verschillende actoren. Deze randvoorwaarden worden door monitoring gevolgd” (Bröcking, 2016, p.202). Deze definitie van regie is bruikbaar

gebleken om inzicht te verkrijgen in het begrip regie.

Om duiding te geven aan de rol van wijkcoaches, is gebruik gemaakt van theorieën over street level bureaucrats en professionals. Deze theorieën bleken bruikbaar bij het duiden van de rol van wijkcoaches. In de theorieën over street level bureaucrats en professionals wordt beschreven dat de werkzaamheden van street level bureaucrats en professionals worden gekenmerkt door een chronisch tekort aan hulpmiddelen, waaronder tijd, middelen en informatie. Deze kenmerken beïnvloeden de wijze waarop street level bureaucrats en professionals hun werkzaamheden kunnen uitvoeren. Dit speelt ook een rol voor wijkcoaches bij het uitvoeren van hun werkzaamheden. Uit de dataverzameling kwam naar voren dat wijkcoaches te weinig tijd hebben om hun werkzaamheden uit te voeren. De gebruikte theorieën over street level bureaucrats en professionals zijn daarmee bruikbaar gebleken bij het duiden van de rol van wijkcoaches.

Ten slotte is gebruik gemaakt van wetenschappelijke literatuur over individueel-professionele en organisatorische kenmerken die invloed hebben op de wijze waarop professionals hun werkzaamheden kunnen uitvoeren. Aan de hand van deze kenmerken is onderzocht wat van invloed is op de wijze waarop wijkcoaches regie. De individueel-professionele en organisatorische kenmerken die uit de wetenschappelijke literatuur naar voren zijn gekomen, sloten goed aan op de factoren die wijkcoaches als van invloed ervoeren op hun werkzaamheden omtrent regievoering. Een groot deel van de kenmerken die in de literatuur naar voren kwamen als van invloed op de werkzaamheden van

professionals werden ook door wijkcoaches als van invloed op hun werkzaamheden ervaren. Een aantal kenmerken die in de literatuur werden genoemd waren niet van invloed op het voeren van regie door wijkcoaches. Dit geldt voor de opleiding die wijkcoaches gevolgd hebben en het aantal jaren ervaring dat zij hebben als wijkcoach. Daarnaast bleek dat het kenmerk standaardisatie van de werkzaamheden de werkzaamheden van professionals op een andere wijze beïnvloedt dan in de literatuur werd gesteld. Volgens de literatuur kunnen professionals hun werkzaamheden het best uitvoeren wanneer deze weinig gestandaardiseerd zijn. Een hoge mate van standaardisatie leidt ertoe dat professionals minder beleidsvrijheid hebben bij het uitvoeren van hun werkzaamheden, waardoor zij minder goed kunnen inspelen op specifieke omstandigheden. Op basis hiervan kan worden verwacht dat een hoge mate van standaardisatie wijkcoaches beperkt bij het voeren van regie in gezinnen waar jeugdhulp wordt geboden. Uit de interviews en focusgroepen kwam echter naar voren dat een zekere mate van standaardisatie ook ondersteunend kan zijn bij het uitvoeren van werkzaamheden, met name voor wijkcoaches zonder ervaring met het voeren van regie en/of het werken met jeugdigen. De invloed van de mate van standaardisatie op de werkzaamheden van professionals is daarmee niet eenduidig, maar is afhankelijk van de ervaring van professionals. De ervaring van professionals treedt op als modererende variabele. Deze bevinding kan dienen als aanvulling op de huidige literatuur.

7.3.2 Methodologische reflectie

De methoden van onderzoek waarvan in deze masterthesis gebruik zijn gemaakt, zijn kwalitatief van aard. Om de invloed van individueel-professionele en organisatorische kenmerken op de wijze waarop wijkcoaches regie kunnen voeren in gezinnen waar jeugdhulp wordt geboden in de gemeente Enschede vast te stellen, is gebruik gemaakt van documentverzameling, observaties en het afnemen van interviews en focusgroepen. Doordat er gebruik is gemaakt van verschillende methoden van dataverzameling, wordt het onderwerp dat in deze masterthesis centraal staat van verschillende kanten belicht. De dataverzameling heeft plaatsgevonden in twee fasen. De tweede fase van dataverzameling, die bestond uit de focusgroepen, was bedoeld om dieper in te gaan op de bevindingen die naar voren kwamen bij de eerste fase van dataverzameling, die bestond uit documentenverzameling, observaties en interviews. De informatie die is verkregen door middel van de eerste fase van dataverzameling werd grotendeels bevestigd door de bevindingen uit de focusgroepen. Dit versterkt de geldigheid van de bevindingen.

Een methodologische beperking van deze masterthesis is de kleine omvang van de focusgroepen. Oorspronkelijk was het idee om drie focusgroepen te organiseren, waarbij aan elke focusgroep drie wijkcoaches uit verschillende wijkteams en stadsdelen zouden deelnemen. Door de drukke agenda’s van wijkcoaches was het echter niet mogelijk om drie focusgroepen van drie wijkcoaches in te plannen. Er is daarom gekozen om twee focusgroepen met daarin drie wijkcoaches en twee focusgroepen met daarin twee wijkcoaches af te nemen. Doordat aan twee van de vier focusgroepen slechts twee wijkcoaches deelnamen, is het mogelijk dat de discussie in deze focusgroepen minder goed op gang kwam dan wanneer een derde wijkcoach zou hebben deelgenomen aan de focusgroep. In het methodologisch kader is gesteld dat focusgroepen bijdragen aan het naar voren brengen van verschillen in percepties van de respondenten ten aanzien van het onderzoeksonderwerp. Eventuele consensus of dissensus over een bepaald onderwerp wordt zichtbaar door de groepsdynamiek. Daarnaast kunnen focusgroepen nieuwe onderwerpen of zienswijzen waar de onderzoeker nog niet aan gedacht had naar voren brengen, doordat de

respondenten elkaar beïnvloeden tijdens het interview. Door de geringe omvang van twee focusgroepen zijn deze processen mogelijk in mindere mate opgetreden tijdens deze focusgroepen, waardoor relevante informatie mogelijk niet naar voren is gekomen.

Een tweede methodologische beperking van deze masterthesis is de beperkte generaliseerbaarheid van de onderzoeksresultaten. De resultaten van dit onderzoek zijn beperkt te generaliseren naar een grotere populatie door de unieke context waarin de wijkteams van de gemeente Enschede zich bevinden. Hoewel in meerdere gemeenten gebruik wordt gemaakt van wijkteams, bestaan er verschillen tussen gemeenten wat betreft de inrichting van de wijkteams. In steden waar de wijkteams op een andere manier zijn ingericht dan in de gemeente Enschede zijn mogelijk andere kenmerken van invloed op de wijze waarop wijkcoaches regie kunnen voeren dan bij de wijkteams in de gemeente Enschede. De resultaten van deze masterthesis zijn daarom slechts beperkt te generaliseren naar een grotere populatie. De beperkte generaliseerbaarheid van de resultaten komt voort uit het feit dat in deze masterthesis een casestudy is uitgevoerd. Een casestudy richt zich op een enkele casus of een klein aantal casussen. Over deze casus wordt een grote hoeveelheid informatie verzameld, waarna gedetailleerde uitspraken kunnen worden gedaan over de patronen en processen die ten grondslag liggen aan het verschijnsel dat onderzocht is. Doordat de casestudy zich slechts op één of enkele casussen richt, kunnen geen algemeen geldige uitspraken worden gedaan over de populatie. Dit is echter ook geen doel van de casestudy.

In document De regierol van wijkcoaches (pagina 91-93)