• No results found

2. BETEKENIS VAN DE VOORSTELLINGEN

2.3 Rare koppen

Naast de besproken spreekwoorden, deugden en zonden zijn er op drie andere misericordes een ‘rare kop’ afgebeeld. Op misericorde Z-10 is een mensenkop te zien die overgaat in bladwerk en op misericorde Z-16 worden twee gezichten gevormd door drie ogen, twee neuzen en een dubbele set tanden. Ten slotte is op een niet meer in de koorbanken aanwezige misericorde een meerkoppige te zien. Hoewel koppen geen ongewoon verschijnsel zijn op misericordes156 lijken de koppen op de Amsterdamse koorbanken wel ongewoon in hun soort.

Bladwerkkop

Op de beschadigde misericorde (Z-10) is een mensenkop omringd door acanthusgebladerte (zie afb. 23) afgebeeld. Aan beide zijden van het hoofd en onder de kin is gebladerte zichtbaar. Uit de linkermondhoek lijkt de steel van een blaadje of takje te komen. De kop wordt beschreven als een kop

155

Steppe die uitvoerig de misericordes behandelt, schrijft alleen dat hier twee vechtende ouderlingen te zien zijn. Zie: Steppe, Vroomheid, p. 184. Block beschrijft deze misericorde als een huwelijksgevecht, waarbij de vrouw op haar man zit en hem lelijk toetakelt met een roede. Zie: Block, Corpus Netherlands, p. 28.

156

Op de koorbanken van het klooster Ter Apel in Ter Apel en op de koorbanken van de Bavokerk in Haarlem zijn veel koppen afgebeeld. Maar ook op onder andere de koorbanken van de St. Petruskerk in Sittard, de Grote of Lieve Vrouwekerk Breda, St. Martinuskerk in Venlo, de Martinikerk in Bolsward in Nederland en de St. Sulpitiuskerk in Diest, de St. Pierrekerk in Hastière, de St. Pieterkerk in Leuven, de St. Salvatorskathedraal in Brugge, de St. Michel in Waulsort in België. Zie: bijlage 5.

met bladwerk.157 Het is echter niet duidelijk wat maakt dat de kop is afgebeeld op de misericorde in de Oude Kerk.

Een dergelijke kop te midden van bladwerk was geen nieuw motief. Het was van origine pagaans en kent een lange overlevering.158 Het werd onder andere op kapitelen, tombes en tympanen afgebeeld.159 In de literatuur wordt deze kop met bladeren ook wel de Green Man genoemd,160 dat ik hier in het Nederlands vertaal als bladwerkkop. De bladwerkkop was een geliefd thema op de misericorde, mede vanwege de beschikbare ruimte onder de console.

Er zijn volgens Block twee soorten bladwerkkoppen te onderscheiden: de hoofden van waaruit het gebladerte ontkiemt (foliage-sprouting heads) en hoofden die zich achter maskers van gebladerte begeven (foliate mask). Bij de eerste zijn duidelijk de gezichten en de gezichtskenmerken van een mens te zien. Daarnaast ontspruit zich uit één of meerdere openingen in het gezicht gebladerte.161 Bij het tweede soort is het gezicht niet meer duidelijk te onderscheiden. Hier hebben de bladeren het gezicht vervangen of vermengen de bladeren zich met het gezicht, waardoor slechts de algemene kenmerken van het gezicht nog te onderscheiden zijn.162 De bladwerkkop op de misericorde van de Oude Kerk valt onder het eerste soort, omdat het gezicht nog zeer duidelijk te zien is en omdat het gebladerte zich lijkt te ontkiemen uit één van de mondhoeken.163

Wat is de reden dat een bladwerkkop afgebeeld werd op een misericorde? Met andere woorden: welke betekenis draagt het met zich mee? Barton noemt de bladwerkkop de ideale figuur voor contemplatie.164 Hij was allengs bekend bij de geestelijken, die plaatsnamen op de misericordes. Het was een bekend verschijnsel dat meerdere betekenissen in zich herbergde: het bos en de folklore, het menselijke en het natuurlijke en een symbool van vernieuwing of wedergeboorte, omdat de bladeren zich in het voorjaar weer vernieuwen. Vanwege deze wedergeboorte sloot de bladwerkkop makkelijk aan bij de christelijke iconografie. Daarnaast stond de natuurlijke kant van de bladwerkkop ook voor het terugtrekken in de wildernis om daar in volledige afzondering op zoek te gaan naar spirituele perfectie. De priester kon dit nu doen in het koor, daar waar de bladwerkkop zich bevond onder zijn stoel. De natuur, het menselijke en het goddelijke waren in de bladwerkkop verenigd.165

De betekenisduiding van Barton sluit aan bij de mogelijke interpretatie die Block geeft aan dit soort bladwerkkop (de sprouter). Block meent dat deze bladwerkkop verschillende betekenissen kan

157

Witsen Elias, Nederlandsche koorbanken, p. 74, Verspaandonk, Amsterdam, p. 49, Block, Corpus Netherlands, p. 55.

158

Block haalt Basford aan die onderzoek heeft gedaan naar de oorsprong van dit motief. Zie: Block, E.C., ‘The Green Man: link between Two World (Folliate Heads on Medieval Misericords)’ in: Reinardus 13 (2000), p. 15.

159

Block, ‘Green Man’, p. 17.

160

Zie: Block, ‘Green Man’, p. 15-24, Hardwick, English misericords, p. 15 en Barton, Mercy and misericord, p. 12, 171, 173, 175-183.

161

Block, ‘Green Man’, p. 18.

162

Ibidem, p. 18.

163

Block hanteert haar eigen definitie zelf niet. Zij stelt dat er maar drie koppen van het eerste soort voorkomen in Nederland. Daarbij noemt zij de bladwerkkop in de Oude Kerk niet. Zij schaart deze bladwerkkop onder de noemer foliate mask. Dit is opmerkelijk want bij strikte hantering van haar eigen definities voldoet de bladwerkkop in de Oude Kerk alleen aan de kenmerken van een foliage-sprouting head. Het gehele gezicht is immers nog zichtbaar en daarnaast is de mond geopend van de Amsterdamse bladwerkkop, iets wat zij zelf als kenmerk aangeeft van foliage-sprouting heads. Ze geeft ten slotte aan deze misericorde de naam Head in Foliage, waarmee ze zelf al lijkt aan te geven dat het hier niet om een masker gaat. Zie: Block, ‘Green Man’, p. 18-21 en 29. Ik ga in deze ervan uit dat het een foliage-sprouting head is.

164

Barton, Mercy and Misericord, p. 173.

165

hebben. Mogelijk wordt van de mens hier een pagaanse god gemaakt, die productief, zelfs vruchtbaar is: hij is verantwoordelijk voor het voeden van de wereld. Hij kan echter ook het symbool van de lente zijn, waarin de natuur zichzelf herschept. Deze bladwerkkop heeft wellicht ook een donkere kant, stelt Block, daar het lijkt alsof hij onbeheerst gebladerte uitspuwt.166 De kop brengt aldus het natuurlijke, het menselijke, het pagaanse en het christelijke samen.

De bladwerkkop van de Oude Kerk lijkt er geplaatst te zijn om de priester eraan te herinneren dat alles bij elkaar hoort en één is: natuur, mens en het Goddelijke. Door de vele betekenissen die deze bladwerkkop met zich meedraagt, was het een uitermate geschikt middel om over deze onderwerpen te contempleren, waarbij de plaatsnemende geestelijke zich kon afvragen welke plek hij in dit geheel innam. Het is zeer goed mogelijk dat de geestelijke deze kop ook louter zag als decoratie en zijn derrière er gewoon op liet rusten zonder zich te bezigen met gedachten over zijn plek in het geheel.

Twee zotte koppen

Op misericorde Z-16 is een andersoortige kop afgebeeld. Hier worden twee gezichten gevormd door twee monden, twee neuzen en drie ogen. 167 De gezichten worden omringd door een kap (zie afb. 24). Verspaandonk beschrijft de afbeelding als ‘twee zotten onder een kap’ en legt het verband tussen de afbeelding en het spreekwoord ‘twee handen op één buik.’ Hiermee wordt bedoeld dat twee mensen het over alles, vooral in het verkeerde, met elkaar eens zijn.168 Een dergelijk hoofd wordt niet zelden ook als een Janushoofd gezien: Noach beschrijft deze misericorde als dusdanig.169 Bond stelt eveneens dat twee hoofden onder één kap een Janushoofd kunnen voorstellen. De misericorde waar Noach naar verwijst bevat echter twee afzonderlijke hoofden tegen elkaar aangedrukt, omringd door de kap (zie afb. 25). Deze koppen zouden verwijzen naar de maand januari: het ene hoofd kijkt naar het oude jaar, terwijl het andere hoofd het nieuwe jaar aankijkt.170 Dezelfde misericorde wordt door Grössinger daarentegen geduid als ‘twee zotten onder één kap.’171 Ik neig sterk naar deze laatste uitleg ten aanzien van de Amsterdamse misericorde. Mocht er namelijk sprake zijn van een Janushoofd, dan is het de vraag wat maakt dat de maand januari op de misericordes voorkomt. De andere misericordes in de Oude Kerk geven namelijk geen aanleiding om te denken dat er maanden afgebeeld zijn (zie bijlage 2).

De afbeelding ‘twee zotten onder één kap’ komt daarentegen veelvuldig voor. In de Martinikerk te Bolsward zijn twee zotten afgebeeld die samen één kap dragen. De kap hangt hier losjes om de hoofden (zie afb. 26). Aan de kap is tussen de gezichten een belletje gehangen en aan weerszijden zijn aan de kap (ezels)oren bevestigd. Deze twee toevoegingen maken duidelijk dat het

166

Block, ‘Green Man’, p. 23.

167

‘Een gezicht met twee neuzen en drie oogen, in één kap’ is hoe Wisten Elias het beschrijft. Zie: Witsen Elias, Nederlandsche koorbanken, p. 74.

168

Verspaandonk, Amsterdam, p. 58.

169

Noach, Materiaal, p. 59. Deze betekenisduiding is niet kritisch onder de loep gehouden en is recentelijk nog door Janse overgenomen. Zie: Janse, Oude Kerk, p. 201.

170

Bond, Misericords, p. 116.

171

hier om zotten gaat.172 Block geeft aan de twee Bolswaardse hoofden de betekenis van twee zotten onder één kap, waarmee zij bedoelt dat dwaasheid van gezelschap houdt.173 Steensma is dezelfde mening toegedaan en stelt daarbij dat de kap een zottenkap is vanwege de ezelsoren en het belletje.174 Andere plekken waar dergelijke afbeeldingen voorkomen zijn onder andere in het Franse Bourth, Ambierle en Mortain175 en in het Engelse Norwich en St. David’s.176 Het thema is ook opgenomen in het spreekwoordenschilderij van Breughel (zie afb. 27). Wat hierbij en bij de genoemde misericordes echter opvalt, is dat bij deze afbeeldingen steeds twee losse gezichten samen onder één kap te zien zijn. De kap die deze koppen omsluit is niet zelden voorzien van een belletje en/of twee (ezels)oren.

Op de Amsterdamse misericorde is dit anders: de misericorde laat één hoofd met twee gezichten zien en de kap is qua vormgeving simpel en heeft de iconografische kenmerken van een zottenkap niet. Block constateert dit ook en zij vermoedt dat deze misericorde, naast het besproken spreekwoord, ook de deugd voorzichtigheid (Prudentia) wil uitbeelden. Hierbij wordt naar het verleden, heden en toekomst gekeken.177 Zij doelt daarbij waarschijnlijk op de drie verschillende ogen die hier naar zouden kijken. De twee buitenste ogen kijken echter beide dezelfde kant op, terwijl het middelste oog naar boven kijkt. Logischer zou het zijn, als hier sprake is van de uitbeeldingen van deze deugd, wanneer de ogen allemaal een andere kant op zouden kijken. Daarnaast wordt voorzichtigheid veelal afgebeeld met twee dan wel drie koppen aan elkaar, elk een eigen kant opkijkend. De koppeling van deze deugd aan de driekoppen is logischer, aangezien er drie hoofden elk een eigen richting op kijken en daarmee duidelijk het verleden, heden en toekomst verbeelden.

Ik ben van mening dat hier het spreekwoord ‘twee zotten onder één kap’ is afgebeeld. Ondanks het ontbreken van de typische zottenkenmerken als de bel en de ezelsoren, moet deze gestileerde voorstelling zeker duidelijk geweest zijn voor de middeleeuwse beschouwer als de voorstelling van twee zotten. Op het genoemde schilderij van Breughel is de kap ook niet voorzien van de zottenkenmerken en wordt deze afbeelding wel als dusdanig beschreven. Verspaandonk ziet in het overlopen van de gezichten in elkaar dat de eensgezindheid hierdoor nog meer nadruk krijgt.178 Ik sluit me hierbij aan. De uitvoering van dit spreekwoord op deze misericorde is een opvallende en daarmee een unieke uitvoering in het geheel van de zotten, die het vooral in het verkeerde met elkaar eens zijn. De boodschap die van deze voorstelling uitgaat is dat het verstandig is om het niet zomaar met een ander eens te zijn. De clericus dient voorzichtig te zijn in de keuze met wie hij het eens is, dan wel in zee gaat.

172

De koorbanken van de St. Pieterskerk te Leuven bevat twee zottenkoppen. De ene kop (Z-03) heeft alleen ezelsoren aan zijn kap. Bij de andere kop (Z-05) hangen er belletjes aan, zowel in het midden op zijn voorhoofd, als aan het einde van de punten. De kop op de misericorde van de Grote Kerk in Breda draagt een zottenkap waar aan weerszijde van het hoofd twee ezelsoren zichtbaar zijn. Zie: Block, Corpus Netherlands, p. 35 en 53.

173

Block, Corpus Netherlands, p. 45.

174

Steensma, Koorbanken Martinikerk, p. 99.

175

Deze misericordes bevinden zich in de Saint-Just te Bourth, in de Ancienne Prieuré Saint-Martin te Ambierle en in het Collégiale Saint- Evroult te Mortain. Zie: Block, Corpus France, p. 51, 95 en 109-110.

176

Deze misericordes zijn te vinden in de Kathedraal van Norwich en in de Kathedraal van St. David’s. Zie: Remnant, Catalogue, p. 108 en 197.

177

Block, Corpus Netherlands, p. 54-55.

178

Drie koppen

Een laatste rare kop is te zien op een misericorde die thans niet meer te zien is in de Oude Kerk (hier voor het gemak misericorde N-16 genoemd). Deze misericorde bevindt zich in Museum Amstelkring te Amsterdam. Op de misericorde is een hoofd met drie gezichten te zien (zie afb. 28). De voorstelling komt ook voor op misericordes van koorbanken in Engeland,179 Frankrijk,180 Duitsland, Spanje en Zwitserland.181

Drie gezichten duiden in de middeleeuwen meestal op de heilige Drie-eenheid. De manier van uitbeelden maakt dat het hier echter niet om deze drie-eenheid gaat. Verspaandonk is van mening dat de uitdrukkingen te profaan zijn en dat ook de gebruikelijke baarden en haardos ontbreken.182 Block stelt dat deze heilige drie-eenheid niet op misericordes terugkomt omdat monniken en andere geestelijken hier niet met hun achterste op willen plaats nemen.183

De betekenis van de drie gezichten184 kan op verschillende manieren geduid worden. De drie gezichten kunnen een Januskop uitbeelden. Dergelijke hoofden komen volgens Block amper voor op misericordes185 en ik heb reeds beargumenteerd bij misericorde Z-16 dat het onwaarschijnlijk is dat een Januskop afgebeeld kan zijn in de Amsterdamse koorbanken. Block stelt dat de afbeelding met de drie koppen de deugd voorzichtigheid (Prudentia) zou kunnen betekenen. Deze deugd wordt veelal afgebeeld met drie gezichten, die, net als de Januskop, naar het verleden, heden en de toekomst kijken. Zij herinnert zich het verleden, ze begrijpt het heden en bereidt zich voor op de toekomst. Het verschil met de Januskop is dat deze deugd meestal in de vorm van een vrouw afgebeeld wordt, niet zelden in combinatie met een slang en een spiegel, waarmee ze de toekomst zien kan. Een andere, mogelijke betekenis van de afbeelding met daarop drie koppen is het tonen van verschillende leeftijden.186 Als voorbeeld geeft Block de misericorde in Ancienne Collégiale Saint-Gal in Langeac (zie afb. 29). Op de Amsterdamse misericorde lijken de hoofden echter te veel op elkaar en zijn er geen verschillen in leeftijd waarneembaar. Drie verschillende emoties, de drie levensfasen en de drie verschillende rassen187 zijn hier om dezelfde reden ook niet afgebeeld. Een duidelijk voorbeeld van drie verschillende rassen is te zien in Cathédrale Saint-Jean-Baptiste in Saint-Jean-de-Maurienne (zie afb. 30).188 Andere opties die Block nog noemt zijn de drie-eenheid van de hel, een bacchinale drie-eenheid

179

Remnant noemt drie misericordes waarop een driekop voorkomt. In de St. Mary of Charity in Faversham, in The Priory te Cartmel, in de St. Mary te Whalley en in de New College Chapel te Oxford. Zie Remnant, Catalogue, p. 70-71, 77-78, 83-84 en 130-131.

180

Block noemt onder andere de plaatsen Saint-Pol-de-Léon, Rigny-Ussé, Levroux, Blesle, Langeac, Cuiseaux en Saint-Jean-de-Maurienne waar op de misericordes in de kerken daar de driekoppige voorstelling voorkomt. Zie: Block, Corpus France, p. 61-63, 71-72, 77-78, 97, 98- 99, 126-127 en 131-135.

181

Block, E.C., ’The Triple Head Motif’ in: Reinardus: Yearbook of the International Reynard Society 10 (1997), p. 45-49.

182

Verspaandonk, Amsterdam, p. 99.

183

Block,’Triple Head’, p. 51.

184

Remnant beschrijft dat de drie gezichten gevormd worden door vier ogen, drie neuzen en drie monden en hij stelt dat dit het gebruikelijke ontwerp voor een driekop is. Remnant, Catalogue, p. 47.

185 Block,‘Triple Head’, p. 50-51. 186 Ibidem, p. 52-53. 187 Ibidem, p. 53. 188

en de Antichrist. Dergelijke voorstellingen komen echter niet voor op misericordes en zullen ook niet op de Amsterdamse misericorde afgebeeld zijn.189

Een misericorde met daarop dezelfde driekoppen lijkt niet elders voor te komen in Nederland en België. Block noemt in haar Corpus medieval misericords: Belgium-Netherlands geen enkele misericorde met dit motief. De enige aannemelijke optie voor de betekenis van deze voorstelling is de weergave van de deugd voorzichtigheid (Prudentia) die in Amsterdam de gedaante heeft gekregen van een man en niet voorzien is van de kenmerkende attributen. Maar met zekerheid valt dit niet te zeggen. Mocht er sprake zijn van de deugd voorzichtigheid, dan zou dit wel mooi aansluiten bij de voorstellingen van de overige deugden en zonden die reeds besproken zijn en zoals deze te vinden zijn in de bijlage.

Koppen zijn geen zeldzaamheid als voorstelling op middeleeuwse misericordes.190 Er is een verscheidenheid aan koppen, die elk hun eigen betekenis hebben en verschillende boodschappen in zich kunnen dragen. De koppen op de Amsterdamse misericordes wijken hierin niet af. De kop die twee gezichten laat zien, verbeeldt een spreekwoord en mogelijk en de bladwerkkop dient zeer waarschijnlijk ter contemplatie en decoratie. Wat de betekenis is van de kop die thans niet meer is opgenomen in de koorbanken is niet duidelijk, maar het is niet uitgesloten dat er een deugd afgebeeld is.

2.4 Excrementen

Twee opvallende verschijningen zijn te zien aan de noordelijke kant. Dicht bij elkaar bevinden zich twee misericordes waar op beide uitwerpselen afgebeeld zijn. Op misericorde N-05 is een vrouwfiguur te zien dat de excrementen ophaspelt die een gehurkt figuur rechts van haar produceert, terwijl op misericorde N-07 een manfiguur ducaten uit zijn achterste heeft laten vallen.

Ophaspelen van excrementen

De voorstelling op misericorde N-05 wordt wisselend geduid. Witsen Elias beschrijft de voorstelling op deze misericorde (zie afb. 31) als een jonge, naakte vrouw die door een oudere vrouw van een lintworm wordt bevrijd.191 Verspaandonk daarentegen meent een zittende vrouw te zien die bezig is om datgene wat een gehurkte, naakte man produceert op te haspelen. Daarbij vallen hem twee dingen op. Als eerste vindt hij het opvallend dat wat een mens uit zijn achterste produceert, niet uiteen valt maar heel blijft. Ook de manier waarop de vrouw de uitwerpselen behandelt, vindt hij opvallend. Ze behandelt ze niet als iets vies of weerzinwekkends. Er moet, volgens Verspaandonk, dus wat anders

189

Op geen van de bekende en ontsloten misericordes zoals te vinden in de corpussen van Block en de catalogus van Remnant zijn deze voorstellingen afgebeeld op een misericorde.

190

In de Grote of Bavokerk in Haarlem en het Klooster Ter Apel in Ter Apel staan koorbanken waarop een grote hoeveelheid koppen afgebeeld zijn. Ook op andere koorbanken zijn koppen afgebeeld. Zie: bijlage 5.

191

verbeeld worden, iets dat onbreekbaar is. Door er voorzichtig aan te trekken blijven de uitwerpselen heel en kan het als touw opgehaspeld worden.192 Verspaandonk concludeert dat hier een spreekwoord wordt afgebeeld afkomstig uit de Proverbia Communia: ‘aan een zwak touw moet men zachtjes trekken.’ Of anders gezegd: ‘voorzichtig, dan breekt het lijntje niet.’193 Hiermee wordt bedoeld, dat men voorzichtig moet handelen, om het niet te laten mislukken.194 Block daarentegen weet niet wat de voorstelling exact betekent, maar ziet hier een echtgenote die de excrementen van haar man ophaspelt.