• No results found

Rangschikking van oplossingsrichtingen door deelnemers expertmeeting

In document Onbeperkt toegang tot recht? (pagina 156-163)

4 Resultaten II: Oplossingsrichtingen

4.5 De balans opgemaakt: oplossingsrichtingen

4.5.2 Rangschikking van oplossingsrichtingen door deelnemers expertmeeting

Deelnemers aan de expertmeeting kregen is gevraagd een top 10 samen te stellen uit bovenstaande oplossingsrichtingen. De opdracht was de oplossingsrichtingen binnen deze top 10 te sorteren in volgorde van urgentie en daarbij ook aandacht te besteden aan de haalbaarheid. Dit bleek in de prak-tijk erg moeilijk. Beide groepen leverden weliswaar de tien door hen als meest belangrijk ervaren oplossingsrichtingen aan, maar binnen deze top 10 was de volgorde niet overduidelijk. Daarom is besloten in de analyse alleen te kijken naar welke van de aangedragen oplossingsrichtingen in de top 10 terechtkwamen. In het onderstaande wordt per thema kort beschreven wat hierover in de ex-pertmeeting is besproken.

Tabel 3: Rangschikking van oplossingsrichtingen op volgorde van urgentie door deelnemers aan de expertmeeting

Verbeteren van herkenning

Leg nadruk op herkenning van een LVB vroeg in het traject

Versterk kennis over indicatoren voor LVB door training en voorlichting Vorm beleid gericht op actieve signalering en sensitivering

Stel eisen aan herkenning van een LVB niet in de hele keten gelijk Verbeter herkenning LVB in de hele strafrechtsketen

Faciliteer kennisdeling in de keten Afstemmen van communicatie

Versimpelen schriftelijke communicatie Afstemming mondelinge communicatie

Hulpmiddelen voor het overzien van de schriftelijke communicatie Voorkeur voor combinatie mondeling en schriftelijk

Versterken kennis over de risico’s bij verhoor Vrijmaken tijd en ruimte

Faciliteren van adequate ondersteuning Bied hulp op de sleutelmomenten

Weeg zorgvuldig af wie welke ondersteuning kan bieden Heb extra aandacht voor ondersteuning bij aangifte en verhoor Verlaag de drempel om hulp te accepteren

Bewaak de wensen en belangen van het slachtoffer Heb oog voor privacy bij samenwerking met derden

Creëer voorwaarden voor goede ondersteuning vanuit hulpverlening Zorg voor tijdige terugkoppeling over het proces

Verbeteren van kennis en vaardigheden en houding

Zet breed in op verbetering van kennis, houding en vaardigheden Maak gebruik van specialisten binnen de keten

Streef niet naar standaardprotocollen maar naar maatwerk

Zorg voor inbedding van LVB-problematiek in opleiding en bijscholing Maak de toegang tot de keten laagdrempelig

Waak voor de invloed van (onbewuste) vooroordelen

157 Herkenning

Alle oplossingsrichtingen op het gebied van herkenning werden door tenminste één van beide groe-pen in de top 10 geplaatst. Van de eerste drie punten (herkenning vroeg in het traject, actieve signa-lering en sensitivering) werd expliciet aangegeven dat zij niet alleen belangrijk waren, maar ook haal-baar zouden moeten zijn.

Herkenning van LVB vroeg in het traject werd door de experts van belang geacht, maar werd vooral van belang geacht als men er vervolgens voor zorgt dat deze kennis gedeeld wordt in de keten. Om herkenning te kunnen realiseren is versterking van kennis over indicatoren voor LVB door training en voorlichting noodzakelijk. Er werden wel kanttekeningen geplaatst bij de haalbaarheid, die afhanke-lijk werd geacht van hoe men dit wil realiseren. Men vroeg zich af of je dit bereikt met training. Er zou een groot aantal mensen getraind moeten worden, waarbij de vraag is of niet juist de mensen die zich toch al wel bewust zijn van het probleem hieraan meedoen. Geopperd werd te kijken naar de mogelijkheden om het volgen van trainingen voor iedereen aantrekkelijk te maken, en om online-trainingen en bijeenkomsten voor een groot publiek met trainingsacteurs of filmpjes te verzorgen. Tegelijkertijd werd ook gesteld dat herkenning van een LVB in de basisopleiding van de professional zou horen. Voor politie en advocaten – die meer in rechtstreeks contact staan met het slachtoffer – is op dit gebied, vond men, meer nodig dan voor het OM en de zittende magistratuur. Dit was reden dat ook de notie dat de eisen aan herkenning niet in de hele keten gelijk zijn door een groep in de top 10 werd geplaatst. Voor de laatste twee groepen professionals zou kunnen worden volstaan met factsheets over wat een LVB is en waar men op moet letten.

Beleid gericht op actieve signalering werd weliswaar als een goed streven gezien, maar werd minder haalbaar geacht. Een dergelijk beleid vergt, zoals vaker met grote veranderingen, een langere adem, waarbij begonnen moet worden bij de opleiding en gaten in de kennis gevuld moeten worden met bijscholing. Om dezelfde reden was men ook minder enthousiast over het streven naar verbetering van herkenning van een LVB binnen de hele strafrechtsketen. Hoewel het wenselijk werd geacht, waren er aanzienlijke twijfels over de haalbaarheid hiervan. Bovendien moet de professional vaak een snelle inschatting kunnen maken van de kwetsbaarheid van het slachtoffer en heeft hij vaak een beperkt arsenaal aan mogelijkheden. Hiervoor werd een globale herkenning van algemene kwets-baarheden belangrijker gevonden. Het is dan ook belangrijk dat de informatie voor de professional simpel en behapbaar blijft.

Het delen van kennis omtrent de aanwezigheid van een LVB bij een slachtoffer binnen de keten werd zoals gezegd in deze context belangrijk gevonden. Immers, als je een LVB vroeg in de keten bij een slachtoffer herkent zou je willen dat de hele keten hier wat aan heeft om zo tot een betere onder-steuning voor het slachtoffer te komen. Maar er werden hierbij wel knelpunten voorzien, met name het risico op stigmatisering; een LVB-label op het dossier kan ook tegen het slachtoffer werken. Ge-concludeerd werd dat de kennisdeling voor de professional zeer belangrijk is, maar dat de uitvoering veel haken en ogen kent. De hoop werd uitgesproken dat de knelpunten omtrent het delen van ken-nis reeds opgelost zullen worden wanneer invulling gegeven wordt aan de Europese Richtlijn omtrent kwetsbare slachtoffers.

158 Communicatie

De experts waren het er over eens dat het aanpassen van zowel schriftelijke als mondelinge commu-nicatie hoge prioriteit heeft. Het versimpelen van de schriftelijke commucommu-nicatie wordt daarbij veel haalbaarder geacht dan het aanpassen van de mondelinge communicatie. Er werd door de experts wel op gewezen dat er binnen de keten al initiatieven zijn om de communicatie te verbeteren waar men op zou moeten aansluiten, maar men achtte het niet haalbaar de schriftelijke communicatie voor iedereen begrijpelijk te maken. Bovendien werd beaamd dat het lastig was om voor alle situa-ties eenvoudige brieven te maken die juridisch houdbaar zijn: in die gevallen kan men niet zonder mondelinge toelichting. De suggestie om hulpmiddelen te bieden voor het overzien van de schrifte-lijke communicatie vond niet alleen maar bijval: in het licht van de reeds ingezette digitalisering, waarbij slachtoffers de hun toegezonden post in een digitaal dossier kunnen terugvinden, werd dit door sommigen als een stap terug beschouwd.

Met betrekking tot de afstemming van de mondelinge communicatie werden verschillende beden-kingen geuit. Hoewel de verwachting was dat de bereidheid hiertoe er wel zou zijn bij de professio-nals, dacht men dat het niet mee zou vallen deze afstemming in de praktijk te realiseren. Er werd benoemd dat het trainen van mensen in de zorg al lastig blijkt, en dat er in de bejegening van slacht-offers zonder een LVB ook nog heel veel mis gaat. Een aandachtsfunctionaris die hierin kan onder-steunen zou kunnen helpen.

De suggestie dat bij voorkeur een combinatie van mondelinge en schriftelijke communicatie zou moeten worden gebruikt triggerde het idee dat men dit nog veel breder zou moeten opvatten; ge-dacht werd aan het gebruik van bijvoorbeeld videoboodschappen - filmpjes en animaties - in plaats van folders, niet alleen op internet maar ook bijvoorbeeld in de wachtruimte van het politiebureau. Het versterken van kennis over de risico’s bij het verhoor van slachtoffers met een LVB werd toege-juicht, maar bij de haalbaarheid werden kanttekeningen geplaatst. Om dit te kunnen bereiken zou het een plek moeten krijgen in de opleiding van de professional. Over het belang van het vrijmaken van tijd en ruimte voor communicatie met slachtoffers met een LVB werd weinig gezegd: wel werd gesteld dat men hier niet over gaat en dat het dus ook geen zin heeft zich hier veel illusies over te maken.

Ondersteuning

Ondersteuning op de sleutelmomenten werd door beide groepen zeer relevant geacht. Gedacht werd bijvoorbeeld aan een buddy die helpt vanuit de instelling of de ambulante zorg. Aan de proble-men die hieromtrent in het onderzoek benoemd werden (slechts beperkt bereik, overschatting van mogelijkheden) werd door de experts geen aandacht besteed. Wel werd door hen benoemd dat er ook meer aandacht aan ondersteuning besteed kan worden vanuit de keten. Nu is ondersteuning wel mogelijk, maar is die nog niet voldoende afgestemd op de behoeftes en mogelijkheden van het slachtoffer met LVB. De noodzaak tot ondersteuning op sleutelmomenten werd met name gezien in het licht van de beperkte mogelijkheden van de keten om zich aan te passen. Zo werd gesteld dat het niet haalbaar is om procedures omtrent aangifte (terugkomen op afspraak) aan te passen voor de groep mensen met een LVB: op piekmomenten kun je simpelweg niet iedereen op dat moment uit-gebreid te woord staan. Je zit nou eenmaal met bepaalde randvoorwaarden, zo werd gesteld. Dat betekent dat hoewel sommige situaties voor slachtoffers met een LVB moeilijk zullen zijn, er toch een manier gevonden moet worden waarop zij in de bestaande procedures hun weg kunnen vinden.

159

De oplossing daarvoor werd in de ondersteuning gezien: om deze reden werd de zorgvuldige afwe-ging wie deze ondersteuning gaat bieden van het grootste belang geacht. Hierbij werd expliciet aan-gegeven dat men het meeste heil zag in een casemanager voor slachtoffers met een LVB, ook in de minder ernstige zaken.

De overige oplossingsrichtingen binnen het thema ‘ondersteuning’ kwamen op geen van beide top 10-lijstjes voor. Men vroeg zich af hoever je kon gaan met verlagen van de drempel van ondersteu-ning: als iemand ‘nee’ zei, kon je immers niet eindeloos doorgaan met het aanbieden hiervan. De wensen en belangen van het slachtoffer werden, evenals de privacy van het slachtoffer, weliswaar van belang geacht, maar het waarborgen hiervan werd niet gezien als iets dat specifiek bij mensen met een LVB van belang was. Ook het belang van een tijdige terugkoppeling over het proces werd wel erkend, maar ook dit zou voor iedereen gelden. Hierin worden weliswaar stappen gezet met de digitalisering van het slachtofferdossier ten behoeve van het slachtoffer maar het is de vraag hoe dat zich tot deze doelgroep verhoudt: dit vergt immers weer digitale vaardigheden van het slachtoffer. Het creëren van voorwaarden voor goede ondersteuning vanuit de hulpverlening werd, hoewel be-langrijk, gezien als iets dat buiten het bereik van de strafrechtsketen ligt. Ook betreft dit volgens de experts maar een beperkte groep. Het informeren van de reguliere hulpverlening en het verstrekken van voorlichting aan betrokken begeleiding vond men wel belangrijk, maar men had de indruk dat er goede folders zijn die ook voor hen geschikt zijn. Men vond bovendien dat men van de ondersteu-ners “ook wel enige actieve speurneuzerij mag verwachten”.

Ondersteuning bij aangifte en verhoor was een aandachtspunt dat volgens sommige experts verdere discussie behoeft. De vragen die gedurende het onderzoek gesignaleerd werden (wie moet wanneer welke steun bieden?) bleken ook hier niet gemakkelijk te beantwoorden. Het instellen van een Ne-derlands equivalent van de Appropriate Adult (AA) werd niet door iedere expert als een goede oplos-sing gezien: volgens een expert is er al zoveel wat moet bij het verhoor, terwijl volgens een andere expert het risico is dat de verantwoordelijkheid voor goed verhoren dan bij de AA lijkt te liggen, ter-wijl die altijd bij de politie hoort te liggen. Ook had men de indruk dat de gevolgen van beïnvloeding bij het horen van slachtoffers minder groot zijn dan bij het horen van verdachten. Twee experts dachten dat veel aanpassingen en mogelijkheden voor slachtoffers met een beperking al ontwikkeld zijn, maar concludeerden vervolgens ook dat dit voor een groot deel delictgerelateerd is. Vooral bin-nen bijvoorbeeld jeugd en zeden en bij kapitale delicten (bijv. moord, doodslag) zijn de afgelopen jaren veel positieve ontwikkelingen geweest op dit vlak. Hiervan kan wel veel worden geleerd. Kennis, vaardigheden en houding

Dat het inzetten op kennis, vaardigheden en houding niet veel genoemd werd door de experts, bete-kent niet dat men dit minder belangrijk vindt. Er waren wel verschillende visies op waar die kennis geborgd zou moeten zijn. Sommige experts spraken een voorkeur uit voor een brede inzet op kennis en vaardigheden waarbij het onderwerp LVB deel uitmaakt van het generalistisch basispakket, en waren minder enthousiast over het inzetten van specialisten binnen de keten; bij anderen leek dit precies andersom te liggen. Argumenten die werden aangedragen om te kiezen voor specialisten zijn dat het een behoorlijke investering vergt om iedereen bij te scholen en het niet haalbaar is dat ieder-een alles beheerst. Speciaal geschoolde aandachtsfunctionarissen zouden ofwel zelf kunnen worden ingezet in het directe contact met slachtoffers met een LVB, ofwel collega’s hierbij kunnen onder-steunen. De argumenten die werden aangedragen om juist in te zetten op brede kennisversterking

160

waren dat het uiteindelijk gaat om basisvaardigheden die iedereen, bij veel meer mensen waarmee men te maken krijgt, nodig heeft. Wanneer alleen specialisten hier kennis van zaken hebben gaat dit ten koste van de doelgroep. De niet-getrainde professionals herkennen in dat geval bijvoorbeeld mogelijk niet wanneer ze vastlopen en eigenlijk hulp zouden moeten vragen. Bovendien werd ge-noemd dat men binnen de politie de afgelopen jaren juist terugkomt op de grote veelheid aan speci-alismen die in de loop der jaren is ontstaan, waar in de praktijk ook lang niet altijd gebruik van wordt gemaakt. “Voor het bewustwordingstraject wil je allicht wel iemand die dat trekt, maar eigenlijk wil je

allroundschap”, zo stelde een van de experts.

Hoewel herkend werd dat het belangrijk is te beseffen dat er geen standaardbenadering is voor slachtoffers met een LVB, werd dit niet specifiek voor deze groep geacht. Weliswaar werd herkend dat men soms geneigd is mensen met een LVB als een homogene groep te zien, maar tegelijkertijd werd dit als vanzelfsprekend onderdeel van een goede training gezien, waardoor dit geen apart aan-dachtspunt hoefde te zijn. Wel werd gezien dat dit in de uitvoering een mate van flexibiliteit vergt van de professional die moeilijk te realiseren is, met name aan het begin van de keten.

Kennis en vaardigheden zouden volgens de experts inderdaad versterkt moeten worden. Toch werd er niet voor gekozen de inbedding van het onderwerp LVB in de opleiding en bijscholing op te nemen in de top 10. Dit leek met name te maken te hebben met de nadruk die in de aan de experts voorge-legde beschrijving van dit punt lag op het belang van aparte scholing op het gebied van de LVB, los van andere problematiek. Hiermee was men het pertinent oneens. Men had het gevoel dat dit het zoveelste specialisme zou zijn en dat er al heel veel kennis van de professionals op heel veel ver-schillende gebieden verwacht wordt. Het onderwerp ‘LVB’ zou een plek moet krijgen in een bredere context en niet los gezien moet worden van het bredere thema ‘kwetsbare groepen’. Bijscholing op het gebied van ‘kwetsbare groepen’ in brede zin zou aantrekkelijker zijn voor de professional, die hierdoor het gevoel zou hebben zijn tijd efficiënter te besteden. Binnen deze context zou er wel aan-dacht kunnen zijn voor de specifieke kenmerken en behoeften van mensen met een LVB. Zo her-kende men wel degelijk dat dit andere eisen stelt aan vaardigheden en houding dan bij bijvoorbeeld een psychiatrisch patiënt. Het inzicht in de verschillen tussen de verschillende kwetsbare groepen zou dus juist in de scholing aan de orde moeten komen. Sommige professionals, zoals rechercheurs die het verhoor uitvoeren, hebben hier diepgaandere kennis van nodig dan anderen.

Met het weglaten van dit punt uit de top 10 leek men dus niet het belang van opleiding en scholing te willen ontkennen: men was het ermee eens dat de LVB-problematiek een plek verdient (en bij de politie inmiddels ook heeft) in de basisopleiding; op het gebied van bijscholing zou men moeten aan-sluiten bij verschillende initiatieven die er op dit moment, met name vanuit de politieacademie, on-der anon-dere in samenwerking met de WSG en MEE, al zijn. Voor sommige professionals, bijvoorbeeld officieren van justitie of rechters, moet volgens sommige experts worden gekeken of niet kan wor-den volstaan met een factsheet met een aantal concrete handvatten en praktische hulpmiddelen, zoals een woordenboekje of een toolbox, die men kan gebruiken in de communicatie met mensen met een LVB.

Over de laatste twee punten, de toegang tot de keten en de invloed van vooroordelen, werd tijdens de expertmeeting niet veel gezegd behalve dat een verbetering van met name het houdingsaspect een bredere noodzaak was.

161

4.5.3 Conclusie

In de prioriteiten van de experts lag een sterke nadruk op herkenning van de problematiek en aange-paste communicatie. De verwachting was dat door te werken aan een aantal van de knelpunten op deze gebieden, andere knelpunten ’vanzelf‘ opgelost zouden worden. Tegelijkertijd was er de erken-ning dat hiervoor versterking van de kennis nodig is. De experts waren niet eenduidig in hun ant-woord op de vraag bij wie die kennis dan belegd zou moeten worden. Bovendien was men van me-ning dat veel procedurele zaken niet specifiek voor de doelgroep aangepast zouden kunnen worden. Om deze reden werd voor slachtoffers met een LVB ook ondersteuning, bij voorkeur door een soort casemanager, bij lichte zaken evenzeer van belang geacht als bij zware zaken. Meermaals werd be-nadrukt dat het belangrijk was aan te sluiten bij wat er al is en wat al ontwikkeld wordt, dat de mo-gelijkheden op het gebied van tijd en ruimte en van randvoorwaarden beperkt zijn en dat men niet te optimistisch moet zijn in de verwachtingen met betrekking tot de mogelijkheden van de professio-nals. Wat betreft scholing om herkenning en kennis van een LVB te vergroten binnen de keten werd duidelijk dat de bewerkstelliging hiervan vooral werd gezien door inbedding hiervan binnen de bre-dere context van kwetsbare groepen. Op het gebied van delen van een herkende (mogelijke) LVB bij slachtoffers zijn een aantal haken en ogen verbonden op het gebied van bijvoorbeeld privacy en de invloed die kennis van een LVB zou kunnen hebben op het proces in de strafrechtsketen, die goed moeten worden overwogen.

163

5 Kwetsbare groepen - vergelijkbare

In document Onbeperkt toegang tot recht? (pagina 156-163)