• No results found

Hoofdstuk 10: Politieke ambtsdragers

10.2 Raadsleden

10.2.1 Geweldssegmenten

Drie procent van de raadsleden ervaart bijna de helft van de geweldsincidenten

Tot slot hebben we bekeken welke segmenten en samenhangen er worden gevonden voor de raadsleden als we hen als groep apart bekijken. Net als bij de totale populatie politieke ambtsdragers, konden drie geweldssegmenten worden gevormd (zie figuur 10.5). Het eerste geweldssegment kenmerkt zich door het ‘weinig ervaren van geweld’. Dit segment komt wat betreft de geweldservaringen grotendeels overeen met het ‘weinig geweld’ segment van de totale populatie, al zijn meer werknemers ingedeeld in dit segment (86% versus 79%).

10 8 6 9 8

19

12

10

19

12

0 5 10 15 20 25 30 35

verbaal bedreiging fysiek seksuele

intimidatie

discriminatie

% door subjectieve kenmerken

% door functie / situationele kenmerken

56 In het tweede geweldssegment (‘matig geweld’), maakten wel relatief meer mensen geweld mee. Zo wordt bedreiging en discriminatie door ongeveer twee op de vijf raadsleden ervaren. Het laatste geweldssegment kenmerkt zich door ‘veel verbaal geweld, bedreiging en intimidatie’. Hier ervaart ruim twee derde van de raadsleden tien keer of vaker verbaal geweld. Ook komt bedreiging bij de helft en discriminatie bij een kwart van de mensen voor.

Fysiek geweld en seksuele intimidatie komen ook in dit geweldssegment van de raadsleden relatief weinig voor.

Figuur 10.5 Geweldssegmenten raadsleden (N=1432)

10.2.2 De samenhang tussen kenmerken en geweldssegmenten

De geweldssegmenten worden vooral onderscheiden door de risicoperceptie van de raadsleden

De segmenten waarin de gemeenteraadsleden zijn ingedeeld, blijken zich op veel van de gemeten kenmerken te onderscheiden. Ook hier gaat het om veel zwak tot matig sterke verbanden en maar een enkel sterk verband (zie tabel 10.6). De demografische en functiekenmerken waarvoor verbanden zijn gevonden bleken vrijwel dezelfde te zijn in de uitgebreide en de simpele modellen. Voor die kenmerken geldt dus dat alle beschreven verbanden gelden nadat rekening is gehouden met de invloed van de andere gemeten kenmerken. Bij de subjectieve kenmerken worden wel apart verbanden genoemd die alleen in de simpele (bivariate) modellen zijn gevonden.

Weinig geweld - 86% van de medewerkers

- 23% van de incidenten Matig geweld

- 10% van de medewerkers

- 35% van de incidenten

Redelijk veel verbaal, bedreiging

en discriminatie - 3% van de medewerkers

- 43% van de incidenten

57 Tabel 10.6 Overzicht van belangrijke onderscheidende kenmerken voor geweldssegmenten bij de raadsleden

Weinig (86%) Matig (10%) Redelijk veel (3%)

Risicoperceptie - 0 +

Noot. - = komt minder voor dan verwacht, 0 = komt zo vaak voor als verwacht, + = komt meer voor dan verwacht; Volgens simpele modellen; r of Cramer’s V> 0,3

Subjectieve werk gerelateerde kenmerken

Van de subjectieve werk gerelateerde kenmerken blijken alleen de risicoperceptie en de mate waarin iemand zich onveilig voelt tijdens het werk samen te hangen met het geweldssegment.

De risicoperceptie hangt duidelijk het sterkste samen met het geweldssegment. Hoe hoger het geweldssegment, hoe meer werknemers inschatten dat zij risico lopen op slachtofferschap.

Ook de onveiligheidsgevoelens houden verband met de geweldssegmenten. Raadsleden die weinig of redelijk veel geweld ervaren, geven aan dat zij meer onveiligheidsgevoelens hebben, dan mensen die nauwelijks geweld ervaren.

Daarnaast bleek in de simpele (bivariate) modellen, anders dan bij de totale populatie politieke ambtsdragers, dat raadsleden die nauwelijks geweld ervaren meer vermijdingsgedrag vertonen. Ook geven zij vaker aan dat de preventie vanuit de organisatie en het optreden van de organisatie na een incident positief zijn, dan mensen die redelijk veel geweld ervaren.

Daarnaast blijken net als in de totale populatie, werknemers in de hogere geweldssegmenten vaker aan te geven dat burgers agressiever zijn geworden. Raadsleden uit het weinig geweld segment (segment 2) blijken iets meer herstelbehoefte te hebben dan raadsleden die nauwelijks geweld meemaakten (segment 1).

Functie- en situationele kenmerken

Werknemers in de hogere geweldssegmenten hebben frequenter contact met burgers, dan mensen in het eerste geweldssegment. Dit komt overeen met de totale populatie politieke ambtsdragers. Ook de partij waarvan iemand lid is doet ertoe. De simpele modellen en de uitgebreide modellen laten hier wel verschillen zien (zie bijlage 3), we houden hier de uitkomsten uit de uitgebreide modellen aan. Daaruit blijkt dat SP/Groen Links verschilt van de referentiegroep (‘lokaal, TON en overig’) tussen het weinig geweld (segment 1) en het matig geweld segment (segment 2) en dat de PVDA van de referentiegroep afwijkt in het verschil tussen het matig geweld segment en het redelijk veel segment (segment 3). Alle verbanden in dit model zijn zwak en verdwijnen in het meest uitgebreide model waarin ook rekening gehouden wordt met de subjectieve werkgerelateerde kenmerken.

Demografische en sociaal economische kenmerken

De raadsleden die nauwelijks geweld ervaren (segment 1) zijn ouder dan mensen die weinig geweld ervaren. Verder zijn er geen verschillen gevonden tussen de geweldssegmenten voor de demografische en sociaal economische kenmerken.

58 Hoe goed dragen de kenmerken bij aan het verklaren van geweldservaringen?

In de uitgebreide modellen verklaren de kenmerken gezamenlijk 26% van de verschillen in de geweldservaringen onder de gemeenteraadsleden. Daarvan komt maar 7% voor rekeningen van demografische functie en situatiekenmerken en 19% voor de subjectieve werk gerelateerde kenmerken (zie figuur 10.7).

Figuur 10.7 Percentage van de verschillen dat verklaard wordt door de kenmerken onder raadsleden

Conclusie

Ook uit dit hoofdstuk blijkt dat een groot deel van de politieke ambtsdragers slechts een klein deel van de geweldsincidenten ervaart, en dat een klein deel van de werknemers juist een groot deel van de geweldsincidenten ervaart. Vooral de risicoperceptie blijkt te verschillen tussen de verschillende groepen werknemers. Ongeveer een kwart van de verschillen in geweldservaringen van de werknemers worden verklaard door de gemeten kenmerken. Naast risicoperceptie hebben ook andere kenmerken hieraan bijgedragen, zoals de onveiligheidsgevoelens en de partij waarvan men lid is.

Daarnaast blijkt onder de totale groep politieke ambtsdragers dat de kenmerken verschillend samenhangen met de verschillende typen geweld. Verschillen in ervaringen van verbaal geweld en seksuele intimidatie wordt het beste verklaard door de gemeten kenmerken.

7 19

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50

% door subjectieve kenmerken

% door functie/

situationele

kenmerken

59