• No results found

3.1 Geweldssegmenten

Minder dan een tiende van de werknemers met een publieke taak ervaart meer dan zeventig procent van de geweldsincidenten

Daarentegen ervaart bijna de helft van de werknemers met een publieke taak, samen maar één procent van de geweldsincidenten

De totale populatie werknemers met een publieke taak (exclusief werknemers uit het openbaar bestuur) is in te delen in vier geweldssegmenten, zie figuur 3.1. Uitgebreidere toelichting van de geweldssegmenten is te vinden in bijlage 2. Het grootste segment is het segment waarin 'weinig geweld' voorkomt. Bijna de helft van de werknemers ervaart weinig geweld. Bij hen komt wel slachtofferschap voor, maar weinig frequent en slechts bij een klein gedeelte van de werknemers, namelijk maximaal bij een op de zeven werknemers.

Figuur 3.1 Overzicht geweldssegmenten werknemers met een publieke taak (N=6552)

Een tweede geweldssegment omvat bijna een derde van de werknemers die samen 10% van de geweldsincidenten meemaken. De werknemers krijgen in lage frequenties te maken met de

Weinig geweld - 45% van de medewerkers

- 1% van de incidenten Matig geweld

- 28% van de medewerkers - 10% van de incidenten Veel geweld - 19% van de medewerkers - 18% van de incidenten Extreem veel

geweld - 8% van de medewerkers

- 71% van de incidenten

19 vormen van geweld, oftewel 'matig geweld'. De meeste medewerkers werden maximaal vijf keer slachtoffer van verbaal geweld, terwijl fysiek geweld, discriminatie en seksuele intimidatie slechts door maximaal een op de vijf werknemers werd ervaren.

Er onderscheiden zich twee groepen werknemers met erg veel slachtofferschap (bijna iedereen meer dan 10 keer) van verbaal geweld. De eerste groep die een vijfde van de werknemers omvat, maakt vooral veel verbaal en fysiek geweld mee (‘veel geweld’). Uit deze groep maakt ongeveer de helft van de werknemers fysiek geweld mee. Seksuele intimidatie, discriminatie en andere vormen van intimidatie komt bij maximaal een derde van de groep voor, meestal minder dan 5 keer.

Opvallend aan het laatste geweldssegment is dat deze relatief kleine groep mensen (minder dan een tiende van de werknemers) meer dan 70% van de geweldsincidenten ervaart.

Naast veel verbaal geweld, ervaart deze groep ook veel fysiek geweld. Twee derde van de medewerkers maakt dit mee en bijna een kwart 10 keer of vaker. Ook de andere vormen van geweld komen in dit segment bij grote groepen werknemers in hoge frequentie voor. Dit geweldssegment beschrijven we als een groep met ‘extreem veel geweld’.

3.2 De samenhang tussen kenmerken en geweldssegmenten

De geweldssegmenten worden vooral onderscheiden door de beroepsgroep van de werknemers met een publieke taak

Belangrijkste bevindingen

De in de vorige paragraaf onderscheiden segmenten blijken zich op veel van de gemeten kenmerken te onderscheiden. Zoals in tabel 3.2 weergegeven is, is het sterkste verband het verband tussen de beroepsgroep en de geweldssegmenten. Voor een overzicht van alle verbanden zie bijlage 3. In de tekst worden de sterke en minder sterke verbanden per categorie (subjectieve kenmerken, functiekenmerken en demografische kenmerken) beschreven. Daaruit zal blijken dat naast de beroepsgroep, ook andere kenmerken samenhangen met het onderscheid tussen de verschillende geweldssegmenten.

20 Tabel 3.2 Overzicht van belangrijke onderscheidende kenmerken voor geweldssegmenten bij werknemers met een publieke taak

Weinig (45%) Matig (28%) Veel (19%) Extreem (8%) Beroepsgroep Meer medewerkers

Belastingdienst Noot. Meer dan verwacht bij gelijke verdeling over de geweldssegmenten. Volgens simpele modellen; r of Cramer’s V> 0,3

Subjectieve werk gerelateerde kenmerken

In de uitgebreide modellen vinden we drie subjectieve kenmerken die samenhangen met de geweldservaringen. Dat zijn de onveiligheidsgevoelens, de preventie vanuit de organisatie en de mening over agressiviteit van de burger. In de simpele modellen hangt daarnaast ook de reactie van de organisatie (een betere reactie dan vaker in de lagere segmenten) samen met het geweldssegment, maar dat verband verdwijnt dus als we constant houden voor de scores op de andere kenmerken.

Overigens hebben vooral mensen die het helemaal eens zijn met de stelling dat burgers fysiek agressiever worden, meer geweld meegemaakt. Van hen bevindt bijna driekwart zich in de hoogste twee segmenten (vergeleken met één kwart voor de hele populatie). De mensen die zich onveilig of zeer onveilig voelen in het werk, bevinden zich vrijwel allemaal in de hoogste twee geweldssegmenten. Overigens voelt maar één procent van de populatie zich onveilig of zeer onveilig voelt, dus dit betreft een zeer kleine groep.

Functie- en situationele kenmerken

Het functiekenmerk dat in zowel het uitgebreide als het simpele model het sterkst samenhangt met het geweldsegment waarvan iemand deel uitmaakt, is dus de beroepsgroep waarin iemand werkt. Werknemers van de belastingdienst, brandweer, primair onderwijs, UWV en voortgezet onderwijs komen relatief het meest voor in het weinig geweld segment. De gerechtsdeurwaarders, gevangenispersoneel en het treinpersoneel zitten relatief het vaakst in het extreem geweld segment. Interessante bevinding is dat politieambtenaren een middenpositie innemen bij de verschillende geweldssegmenten. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat ook medewerkers in bureaufuncties bevraagd zijn. Daarnaast blijken mensen die ’s avonds of ’s nachts werken, bijna vier keer zo vaak in het ‘extreem geweld’ segment te zitten en twee keer zo vaak in het ‘veel geweld’ segment dan mensen die alleen overdag werken.

Naast de beroepsgroep waarvan iemand deel uitmaakt, zijn er andere kenmerken die duidelijk vaker in de hoogste geweldssegmenten voorkomen (ook volgens uitgebreide modellen). Dit zijn: het hebben van een toezicht en handhavingstaak, contact hebben met veel

21 burgers (contact met >10 burgers is belangrijkste grens), contact hebben met burgers aan de balie, een lager aantal jaren werken in de functie of bij deze werkgever.

Voor een aantal andere kenmerken zijn zwakke verbanden gevonden namelijk de aanwezigheid van collega’s in de directe nabijheid waar iemand werkt, een goede communicatie tussen management en werkgevers en een goede communicatie naar externen.

Deze kenmerken zijn relatief vaker aanwezig in de lagere geweldssegmenten.5

Demografische en sociaal economische kenmerken

De demografische en sociaal economische kenmerken laten geen verbanden zien in de uitgebreide (multivariate) modellen. In die modellen worden de effecten van de kenmerken bekeken terwijl de werknemers vergeleken worden met werknemers die op de andere (functie en subjectieve) kenmerken gelijk zijn (zie ook hoofdstuk 2). We vinden dus geen onafhankelijke verbanden tussen de demografische en sociaal economische kenmerken en de geweldssegmenten. Wanneer naar de gemiddelde samenhang in de hele populatie wordt gekeken door middel van de simpele (bivariate) modellen, dan hangen de demografische en sociaal economische kenmerken wel samen met het geweldssegment maar slechts zwak.

Mannen en niet westerse allochtonen blijken relatief vaak in de hoogste twee geweldsegmenten te zitten, mensen met een hogere opleiding en oudere mensen ervaren juist relatief vaak weinig of matig geweld.

Hoe goed dragen de kenmerken bij aan het verklaren van geweldservaringen?

Totaal verklaren de kenmerken 44 procent van de verschillen in geweldservaringen van overheidswerknemers, waarvan 33 procent voor rekening komt van de functie- en situationele kenmerken. De subjectieve kenmerken voegen daar nog eens 11 procent aan toe (zie figuur 3.3).

5Deze laatstgenoemde relatie verdient nader onderzoek want de absolute verschillen tussen de groep die erg slecht of slecht antwoorden en de overigen is wel groot alleen die groepen zijn zo klein dat ze relatief weinig invloed hebben op het totale verband, hier kan nog specifiek naar de contrasten tussen slecht en overig worden gekeken.

22 Figuur 3.3 Percentage van de verschillen dat verklaard wordt door de kenmerken Conclusie

Samengevat ervaart een groot deel van de werknemers met een publieke taak maar een zeer klein deel van de geweldsincidenten en een klein deel van de werknemers, ervaart meer dan tweederde van de geweldsincidenten. De geweldssegmenten verschillen vooral van elkaar in de beroepsgroepen van de medewerkers. De verschillen in geweldservaringen blijken voor bijna de helft verklaard te worden door de gemeten kenmerken. Waarschijnlijk dragen de andere kenmerken die samenhangen met de geweldssegmenten hier een belangrijk deel aan bij, zoals, maar niet alleen, de onveiligheidsgevoelens en de contactfrequentie.

33 11

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50

% door subjectieve kenmerken

% door functie/

situationele

kenmerken

23

Hoofdstuk 4: Ambulancepersoneel