• No results found

Een klein deel (13%) van het ambulancepersoneel ervaart bijna driekwart van de geweldsincidenten

De geweldservaringen van ambulancepersoneel (zie Figuur 4.1) konden, anders dan de ervaringen van de totale populatie werknemers met een publieke taak, het beste worden ingedeeld in drie geweldssegmenten. Deze segmenten verschillen dan ook van die van de totale populatie, bijvoorbeeld in de frequentie van het ervaren geweld. Het weinig geweld segment is duidelijk het grootste segment (68%). In dit segment komt wel geweld voor, maar geen van de vormen van geweld is ooit meer dan zes keer ervaren. In de andere twee segmenten is veel verbaal geweld ervaren. Negen op de tien personen ervaart tien keer of vaker verbaal geweld. In het tweede segment maken acht op de tien werknemers seksuele intimidatie mee, terwijl discriminatie door negen op de tien wordt ervaren. In het segment waarin veel geweld wordt ervaren, komt bij meer dan de helft van het personeel en regelmatig bedreiging, fysiek geweld en discriminatie voor. Dit segment waarin 13% van de werknemers zit maakt bijna driekwart van de incidenten mee.

Figuur 4.1 Geweldssegmenten ambulancepersoneel (N=272)

Weinig geweld - 68% van de medewerkers - 16% van de incidenten Matig geweld

- 19% van de medewerkers

- 13% van de incidenten

Veel geweld - 13% van de medewerkers

-72% van de incidenten

24

4.2 De samenhang tussen kenmerken en geweldssegmenten

6

De geweldssegmenten worden vooral onderscheiden door het type contact, telefonisch of face-to-face, dat het ambulancepersoneel heeft

Belangrijkste bevindingen

De in de vorige paragraaf onderscheiden segmenten blijken zich op veel van de gemeten kenmerken te onderscheiden. In tabel 4.2 staan de sterkste verbanden weergegeven. Daarbij houdt een – teken in dat de genoemde sector minder vaak voorkomt in het geweldssegment dan verwacht zou worden (op basis van gelijke verdeling over de segmenten). Een + teken betekent dan een kenmerk vaker dan verwacht voorkomt.

Tabel 4.2 Overzicht van belangrijke onderscheidende kenmerken voor geweldssegmenten bij ambulancepersoneel

Weinig (68%) Matig (19%) Veel (13%)

Contact op straat + - -

Bij mensen thuis contact + - -

Telefonisch contact - + +

Noot - = komt minder voor dan verwacht, 0 = komt zo vaak voor als verwacht, + = komt meer voor dan verwacht; Volgens simpele modellen; r of Cramer’s V> 0,3

Subjectieve werk gerelateerde kenmerken

De uitgebreide modellen laten zien dat mensen met een negatiever oordeel over de preventie door de werkgever vaker veel geweld meemaakten. Het kenmerk waarop de mensen in het tweede segment (matig geweld) het meest verschillen van het eerste segment (weinig geweld) is de mate waarin men burgers agressiever vindt geworden.

Een beter oordeel over de reactie van de werkgever na een incident hing in het simpele model samen met de lagere geweldssegmenten maar nadat in het uitgebreide model constant gehouden is voor de andere kenmerken is er geen verschil meer. Andere verbanden die alleen in de simpele modellen werden gevonden zijn dat in de lage geweldssegmenten relatief veel mensen zitten die zich zeer veilig of veilig voelen (een matig sterk verband). Verder hebben relatief veel mensen uit de hogere geweldssegmenten de opvatting dat het management slecht communiceert met de werknemers en dat de organisatie slecht communiceert met externen.

Functie- en situationele kenmerken

6 Het schatten van uitgebreide (multivariate) modellen bij de deelpopulaties is lastig omdat veel kenmerken sterk bepaald worden door de taakinvulling (bij ambulance personeel vooral door het onderscheid centralist versus verpleegkundige/chauffeur). We hebben daarom de taakinvulling niet meegenomen in de uitgebreide modellen en van de wijzen van contact hebben we twee samengestelde variabelen gemaakt die aangeven of er veelal face-to-face contact was of dat er veelal telefonische contact was.

25 In de uitgebreide modellen is gevonden dat werknemers met een lage contactfrequentie en werknemers die veelal face to face contact hebben vaker weinig geweld meemaken en dat werknemers die veelal telefonisch contact hebben vaker veel geweld meemaken.

De simpele (bivariate) modellen vinden daarnaast nog samenhang naar functie, werknemers in de hogere geweldssegmenten zijn vaker centralist (versus verpleegkundige of chauffeur), contact in de openbare ruimte (minder geweld), telefonisch contact (meer geweld), een groter aantal mensen waarmee contact is (meer geweld). Overigens konden voor ’s avonds of ’s nachts werken, en voor de aanwezigheid van collega’s geen verbanden worden bekeken omdat daarvan voor vrijwel alle ambulancewerknemers sprake was.

Demografische en sociaal economische kenmerken

Het enige demografische en sociaal economische kenmerk dat zowel in de uitgebreide modellen als het simpele model (zwak tot matig) samenhangt met het geweldssegment is het geslacht. Vrouwen zijn vaker te vinden in de hogere geweldssegmenten. Deze bevinding wijkt af van de positie van vrouwen in de totale populatie van werknemers met een publieke taak waar juist mannen meer geweld ervaren.

Hoe goed dragen de kenmerken bij aan het verklaren van geweldservaringen?

In de uitgebreide modellen verklaren de kenmerken gezamenlijk 33 procent van de verschillen in de geweldservaringen tussen ambulancewerknemers. Tweederde daarvan (22 procent) is toe te schrijven aan de functie- en situatiekenmerken, een derde (11 procent) wordt toegevoegd door subjectieve kenmerken (zie figuur 4.3).

Figuur 4.3 Percentage van de verschillen dat verklaard wordt door de kenmerken

22 11

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50

% door subjectieve kenmerken

% door functie/

situationele

kenmerken

26 Conclusie

Net als bij de totale populatie (hoofdstuk 3) is in dit hoofdstuk gebleken dat een groot deel van de ambulancewerknemers slechts een zeer klein deel van de geweldsincidenten ervaart en een klein deel van de werknemers, een groot deel van de geweldsincidenten ervaart. De geweldssegmenten verschillen vooral van elkaar in het type contact dat de medewerkers hebben met burgers, maar ook in andere kenmerken, zoals (maar niet alleen) het geslacht en het oordeel over de preventie van de werkgever en de contactfrequentie. De verschillen in geweldservaringen blijken voor een derde verklaard te worden door de gemeten kenmerken.

27

Hoofdstuk 5: Politieambtenaren