• No results found

Artikelen en boeken

Bijlage 2 Protocol interview rene Went

interviewer: joanke dijkstra

geïnterviewde: rene went, chef eindredactie tV bij de nos datum: 21 mei 2014

Zijn er bepaalde regels binnen de nOS over het gebruik van stand-uppers? Wordt het gebruik af- of aangeraden of is een verslaggever daar vrij in?

Het klopt dat je ze vaker ziet. dat heeft te maken met ons idee dat een verslaggever die op camera iets vertelt vaak duidelijker en dus beter overkomt dan wanneer zij of hij datzelfde onder zogenoemd ‘algemeen beeld’ vertelt. Het is dus een bewuste keuze om dit middel vaker in te zetten. overigens heb je ze in soorten en maten, in goed en minder goed, in functioneel en minder functioneel, maar het principe is inmiddels aanvaard. Alleen verslaggevers die “in beeld” mogen, doen stand-uppers. Daarvoor doorloop je eerst een speciaal traject met trainingen. Het gebruik wordt aangeraden, mits het functioneel is en bij het verhaal past. Het moet iets toevoegen. meestal beslist de verslaggever in overleg met de eindredacteur over het gebruik van stand-uppers.

dezelfde vraag voor shots waar de verslaggever in beeld is/ zelf in actie is tijdens een interview. Zijn hier regels voor (bij-voorbeeld Peer ulijn die een rondleiding krijgt bij een Mode Biënnale)?

Als de verslaggever het goed doet, is het een manier om dichter bij de kijkers te komen, alsof die er staat in plaats van de verslaggever dus. Gedachte is dat kijkers zich dan makkelijker in het verhaal kunnen verplaatsen, alsof ze er zelf bij zijn.

Is er een beleid over het gebruik van voxpops en microverha-len? Of mag een verslaggever dit ook zelf weten?

over voxpops is nog wel eens wat strijd, omdat ze niet altijd op dezelfde manier worden gebruikt: als meningen van

betrokke-nen die iets hebben meegemaakt waar de kijker niet bij was, is het soms een goed middel om een verhaal beter te maken. maar soms ook zijn het willekeurige meningen, in te rui-len voor elke andere. dat voegt niet altijd wat toe, al is het minder erg bij opvattingen over nieuwe hectome-terpaaltjes langs de snelweg dan bij meningen over de duur van college-onderhandelingen bijvoorbeeld. Soms wil je de stemming over een nieuwsontwikkeling “vangen” en dat kan dan bijvoorbeeld door voxpop te gebruiken. microverhalen kunnen helpen om een onderwerp dichterbij de kijker te brengen, om een abstracte ontwikkeling zichtbaar te maken. voxpop en micro vrijwel altijd in overleg met eindre-dactie of coördinator. Meestal bedenkt de verslaggever zelf hoe hij een verhaal wil maken en overlegt over de vorm.

Het niet altijd makkelijk is om microverhalen goed journalistiek op te bouwen. anders gezegd: het komt nogal eens voor dat wij voorbeelden laten zien, zonder dat we goed duidelijk maken waarom we dat doen, wat we ermee willen vertellen en voor welk verhaal, welk probleem het eigenlijk staat, met argumen-ten voor & tegen. Als wij een portret maken over een mantel-zorger die wordt gekort op haar uitkering, blijven we wel eens steken in het zielige verhaal van het voorbeeld, zonder dat we er journalistiek veel mee doen.

de resultaten laten een sterke toename zien in het gebruik van eyewitnessbeelden. die toename zal deels veroorzaakt wordt door de komst van smartphones waardoor bij elke gebeurte-nis wel een ‘camera’ aanwezig is. Is dit de enige reden? hoe sta jij als eindredacteur tegenover het gebruik van deze beelden?

Het verbaast me niet dat je die toename ziet en die is natuurlijk mede te danken aan het feit dat iedereen tegenwoordig een beetje cameramens is. Het beeldaanbod is ineens veel groter en dat is voor ons natuurlijk lekker. Tegelijk wel dit: we probe-ren alert te zijn op de authenticiteit van de beelden. kloppen ze

wel? zie je wel wat je ziet?

Als er beeld komt uit oorlogsgebieden moet je goed opletten, uiteraard, want wie draait hier wanneer wat? We zoeken altijd ondersteuning voor het verhaal dat de beelden lijken te vertellen, bij bui-tenlandse persbureaus en buibui-tenlandse media. bijvoor-beeld: is er een aanval geweest? Waar dan precies? Wan-neer? Al die vragen proberen we te beantwoorden voordat we de beelden publiceren. Dit geldt ook voor bomaanslagen in verre landen, waarvan je niet meteen mag aannemen dat je ziet wat de makers zeggen dat je ziet.

Weer iets anders zijn de beelden van bewakingscamera’s. daar-van mag je sneller aannemen dat ze niet zijn gemanipuleerd: de bom in het station in rusland, de vechtpartij in den Bosch. als de beelden helpen om het verhaal, het nieuws, beter te vertel-len, kun je ze gebruiken. bij alle beelden geldt wel: valt uitzen-den ervan binnen de algemene normen van wat je laat zien, dus niet te gruwelijk, te zeer inbrekend op de privacy en dergelijke.

Zie je een sterke toename als vorm/indicatie van sensationa-lisering of niet?

ik zeg natuurlijk altijd nee, al is het soms wel een sensatie om die explosie te kunnen laten zien, of het beeld van de bommen-leggers van boston. Het beeld maakt dat het lijkt alsof je erbij was, en dat is natuurlijk wel een deel van ons werk, mensen laten zien wat ze zelf niet konden zien omdat ze aan het werk waren, of aan het fietsen of zoiets.

vervolgens gaat het vanzelfsprekend om de manier waarop je de beelden gebruikt, om het verhaal dat je er bij vertelt. laat je de kopschoppers drie keer zien, met de tekst dat kijkers kunnen bellen als ze ze herkennen, of doe je het 1 keer en werp je de vraag op of justitie met het tonen ervan een grens nadert, of overschrijdt. Laat je de bom drie keer afgaan omdat het zo’n mooi gezicht is, of doe je het 1 keer, met ander beeld en het bredere verhaal? Je snapt: wij proberen het altijd zo serieus mogelijk te doen.

Content by: Joanke Dijkstra lay-out by: Joanke Dijkstra Copyright 2014