• No results found

- chef eindredactie nos Rene Went

4.1 kwantitatieve analyse

Het kwantitatieve deel van het onderzoek ontstaat door een uitgebreide inhoudsanalyse van 56 uitzendingen van het Achtuurjournaal. in deze analyse wordt met name gekeken naar de verhouding hard en soft nieuws, de mate van personalisering en de aanwezigheid van sensatie in het nos achtuurjournaal.

4.1.1 Onderzoekssample

Er is voor gekozen vier steekjaren uit de periode 1993 - 2013 te selecteren om zo een uiteindelijke trend te kunnen signaleren. De steekjaren komen overeen met de vier verschillende hoofdredacteuren die aan het roer hebben gestaan of nu staan, maar het is niet het primaire doel om de resultaten van één steekjaar te verbinden aan een bepaalde hoofdredacteur en de resultaten dusdanig te interpreteren. De steekjaren zijn opgesteld om een bepaalde trend aan te tonen. Sterk afwijkende resultaten kunnen in sommige gevallen iets zeggen over de beleidsvoering van de betreffende hoofdredacteur, maar dat is niet waar in eerste instantie op gelet wordt. de integrale uitzendingen uit de steekjaren 1993, 2000 en 2007 zijn te vinden in het archief van het instituut van Beeld en geluid.132 De integrale uitzendingen uit 2013 zijn via uitzendinggemist.nl terug te zien.133 in tabel 5 staan de geselecteerde uitzendingen. Er is voor gekozen om uit elk jaar veertien dagen te analyseren. Op die manier is er uit elk jaar en uit elke maand een uitzending geanalyseerd en komen alle dagen van de twee keer week

132 archief instituut voor Beeld en geluid, Hilversum.

133 Online archief van de Nederlandse publiek Omroep, via website www.uit-zendingGemist.nl

aan bod. Er is dus sprake van samengestelde weken. De uitzendingen zijn op de volgende manier geselecteerd: de eerste maandag van januari, de tweede dinsdag van februari, de derde woensdag van maart en de vierde donderdag van april en vervolgens de eerste vrijdag van mei, de tweede zaterdag van juni, etc. dit zorgt ervoor dat elk jaar identiek is samengesteld zodat er een valide vergelijking is ontstaan (zie tabel 5).

Feestdagen zijn uit de steekproef gehaald omdat een dergelijke nieuwsuitzending niet representatief is voor de betreffende maand. De eerste maandag van 2007 is bijvoorbeeld 1 januari. De kans is groot dat er op die dag veel aandacht is voor nieuwjaarsvieringen her en der, relletjes en overlast en de nieuwjaarswens van de paus. vanwege de omvang van de steekproef kan dit de resultaten van een steekjaar teveel beïnvloeden. bijzondere dagen zijn er dus uitgehaald en vervangen. uit elk Journaal is elk item geanalyseerd, dus ook kortjes zijn opgenomen in de analyse. Het weer is buiten beschouwing gelaten. uiteindelijk zijn er 601 items geanalyseerd. omdat de periode tussen de steekjaren relatief groot is (zeven jaar) is het noodzakelijk zeer voorzichtig te zijn met het trekken van conclusies.

4.1.2 Coderingsschema

Door te kijken naar meerdere aspecten van popularisering kan er meer uit de analyse worden gehaald dan alleen de verhouding tussen binnen- en buitenlands nieuws en hard versus soft nieuws. Zoals in het theoretisch kader naar voren

kwam, wordt populair nieuws vaak als ‘ander’ nieuws beschouwd. toch zijn er ook veel geluiden dat het onderscheid tussen soft en hard, dan wel populair en kwaliteitsnieuws, aan het vervagen is. Daarom is dit onderscheid opgenomen in het coderingsschema. De invulling van de genres en het onderscheid tussen hard en soft nieuws is mede opgesteld aan de hand van een rapport van de Nederlandse mediamonitor134 en onderzoek van Hooghe en De Swert.135 Ook in het coderingsschema (zie tabel 6) komt het onderscheid tussen vorm en inhoud nadrukkelijk naar voren. Dit wordt al duidelijk bij het coderen van het

134 Nederlandse Nieuwsmonitor, ‘Nieuws & Actualiteiten op televisie: Diversi-teit en pluriformiDiversi-teit in medialand? onderzoeksrapport 2011’ via http://www. nieuwsmonitor.net/news/list/2012 op 18 maart 2013.

135 k. de Swert, m. Hooghe & S. Walgrave (eds.). De kwaliteit van het nieuws. kwaliteitsindicatoren voor televisienieuws. leuven 2007.

onderwerp. zoals besproken in paragraaf 3.4 is ervoor gekozen dramatische onderwerpen niet meteen als sensatie te coderen, maar onder te brengen in hard of soft nieuws, om vervolgens bij de harde dramatische onderwerpen een vervolgcodering te maken. in het coderingsschema is de vervolgcodering te zien aan de driedeling die achter de categorieën geweld, criminaliteit en rellen*, oorlogsverslaggeving en terrorisme* rampen, epidemieën, branden en verkeersongevallen* staat. deze vervolgcodering kijkt op welke wijze een dramatisch onderwerp behandeld wordt. Een item met veel nadruk is op leed en verschrikking (populaire benadering) leidt bijvoorbeeld sneller tot een gevoel van sensationalisering dan wanneer een meerdimensionale en zakelijke invalshoek wordt gehanteerd. voor het gemak zijn de sensationele onderwerpen ook hier aangeduid met een asterix. dit gedeelte uit het coderingsschema zal helpen om antwoord te geven op deelvraag 1 en 6.

Bij sportitems is ook sprake van een vervolgcodering. Zoals uit de literatuur blijkt is er vaak sprake is van personalisering van politici. omdat hier al eerder onderzoek naar gedaan is, richt dit onderzoek zich op sporters. Er wordt gekeken of er sprake is van emotionalisering, individualisering of privatisering van sporters. Het is natuurlijk mogelijk dat een sportitem slechts informatie bevat over een wedstrijd en niet over personen. in dat geval wordt het als niet-gepersonaliseerd gecodeerd. deze kwantitatieve analyse dient ter ondersteuning van de kwalitatieve analyse die bestaat uit een casusstudie en zal hulp bieden bij het beantwoorden van deelvraag 3.

Waar onderwerpen iets zeggen over de inhoud van een item, tonen de vervolgstappen in de codering een samensmelting tussen vorm en inhoud. Nadat een item gecodeerd is als zijnde hard, zacht of als combinatie-item, wordt gekeken naar de gekozen benaderingswijze en invalshoek. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de drie benaderingsvormen van irene Costera meijer. Deze codering moet uiteindelijk kunnen aantonen of er door de jaren heen een andere benaderingsvorm wordt toegepast en geeft dus antwoord op deelvraag 2. ook de besproken matrix (figuur 1), welke dadelijk verder uiteen gezet wordt, verschaft informatie over de samenkomst van vorm en inhoud.

De volgende codering richt zich op de inhoud. Hierin is allereerst aandacht voor de mate van personalisering. zoals uit de literatuur blijkt, is er een onderscheid te maken in personalisering van presentatoren en verslaggevers én personalisering door het gebruik van microverhalen en voxpop. Bij beide vormen van personalisering speelt dialoog een grote rol. Daarom wordt in de analyse gekeken naar de volgende formats: kruisgesprekken, stand-uppers, interviews met verslaggever in beeld en studiogesprekken. deze formats creëren een informelere toon en kunnen een verschuiving naar meer spontaniteit veroorzaken die het nieuws dusdanig beïnvloeden dat het ten koste kan gaan van traditionele waarden. de hoeveelheid voxpop en

microverhalen moet aantonen of er sprake is van een trend naar meer gepersonaliseerde verhalen en een grotere nadruk op de gewone burger. Dit gedeelte uit het coderingsschema biedt handvaten om antwoord te geven op deelvraag 4 en 5.

De laatste stap is een eventuele codering van een sensationele stijl. deze codering is facultatief. niet elk item zal immers een sensationele stijl bevatten. ook hoeft het gebruik van decoratieve montagetechnieken, muziek en eyewitness-camerabeelden niet per direct te leiden tot een sensationeel item. Er zal bij het analyseren enige mate van voorzichtigheid gehanteerd worden omdat sensatie uit zoveel meer onderdelen bestaat dan alleen vormgevingsaspecten. Toch kan een eventuele toe- of afname van deze vormgevingsaspecten wel aantonen of er aanpassingen zijn in de vormgeving van journaalitems (deelvraag 7). Deze zijn immers makkelijk herkenbaar en kunnen voor veel kijkers een (een kortzichtige) indicatie zijn van popularisering.

Hoewel deze scriptie verder niet ingaat op de hoeveelheid celebritynieuws, blijft dit toch een duidelijk indicator van popularisering. Daarom zal ook in de gaten gehouden worden in hoeverre de hoeveelheid celebrity-items in de periode 1993 – 2013 toegenomen is, maar is het geen primair focuspunt. Het totale coderingsschema is hieronder weergegeven. verdere definiëring van elke codering is te vinden in het codeboek (zie bijlage 1). Om de validiteit van het onderzoek te waarborgen zijn voor aanvang van het coderen van de geselecteerde uitzendingen eerst drie andere willekeurige uitzendingen gecodeerd. Op die manier zijn tekortkomingen in het coderingsschema ontdekt en -indien nodig- aangepast.

Om een mogelijke verschuiving of zelfs vermenging van hard naar soft nieuws en van een afstandelijk naar persoonlijk format is een matrix opgesteld. Bij het analyseren wordt een item niet

alleen via bovenstaand coderingsschema geanalyseerd maar wordt er nog een extra codering gedaan. Op die manier kan per genre worden gekeken waar op de twee assen een item zich bevindt. op de verticale as bevinden zich de tegenpolen hard en soft nieuws. de horizontale as gaat over de vorm met enerzijds een afstandelijke invalshoek en anderzijds een betrokken en persoonlijke invalshoek. bij het analyseren wordt elk item geplaatst in één van de volgende vier categorieën (zie figuur 2).

vervolgens is de spreiding van elk genre berekend en in de matrix geplaatst. Zo ontstaat er een beeld welk genre zich waar in de matrix bevindt en kan er tevens per jaar getoond worden in hoeverre de berichten verschuiven van hard naar zacht of andersom. Hoe dichter naar de horizontale as, hoe groter de vervaging tussen hard en soft. Hoe dichter naar de verticale as, hoe groter de balans tussen een zakelijke en persoonlijke invalshoek. de matrix helpt bij het beantwoorden van deelvraag 8: in hoeverre is er sprake van een toename van mengvormen waarbij vorm en inhoud samenkomen door vervaging tussen hard en soft nieuws en afstandelijke en persoonlijke benaderingen?