• No results found

VERGELIJKING VAN ANALYSES VANUIT PRODUCTIE- EN CONSUMPTIEPERSPECTIEF

1.2. Productie- en consumptieperspectief

Evalueren en analyseren van de milieu-impact van een regio, in dit geval Vlaanderen, kan vanuit twee verschillende invalshoeken.

Enerzijds kan de milieu-impact vanuit een productieperspectief in kaart gebracht worden. Hierbij gaat het om de milieu-impact gekoppeld aan de Vlaamse productie van goederen en diensten, zowel van goederen en diensten bestemd voor de eigen markt als van goederen en diensten voor export.

Hierbij kan in principe zowel gekeken worden naar de milieu-impact die veroorzaakt wordt door de eigen activiteiten van de in de regio residerende bedrijven als naar de milieu-impact die optreedt buiten de regio (doordat de eigen sectoren intermediaire goederen en diensten aankopen in het buitenland). In deze studie wordt het productieperspectief beperkt tot de milieu-impact veroorzaakt door de eigen activiteiten van de Vlaamse sectoren.

Daarnaast kan de milieu-impact van een regio vanuit een consumptieperspectief worden bekeken.

Hierbij gaat het om de milieu-impact gekoppeld aan de Vlaamse finale vraag (= consumptie) naar goederen en diensten, zowel naar goederen en diensten uit Vlaanderen zelf als naar goederen en diensten uit import. Hierbij wordt ook de milieu-impact die ontstaat tijdens de consumptie van die goederen en diensten meegenomen (bv. emissies aan de schouw t.g.v. verwarming van woningen).

Beide perspectieven schetsen een ander beeld vanwege het open karakter van de Vlaamse economie: ze zijn complementair en deels overlappend en data mogen vanwege dubbeltellingen niet zomaar worden opgeteld. Rapportage van de vele data is een balans tussen overzicht en detail.

Daarom is zoveel mogelijk in grafiekvorm en verklarende tekst gewerkt. Het IO model biedt daarnaast nog veel mogelijkheden om verder in detail te gaan, maar dat zou de leesbaarheid niet ten goede komen.

1.2.1. Berekeningen volgens productieperspectief

In het productieperspectief wordt gekeken vanuit aanbodperspectief en vanuit finale vraagperspectief.

In het aanbodperspectief wordt vertrokken van het totale aanbod van een sector. Er wordt m.a.w.

uitgegaan van de totale productie van de sector, d.w.z. zijn totale output voor intermediaire vraag en voor finale vraag. In het finale vraagperspectief wordt vertrokken van de finale vraag naar producten van een sector. Er wordt m.a.w. uitgegaan van het deel van de productie van de sector dat bestemd is voor finale vraag, d.w.z. van zijn output voor finale vraag. Dit finale vraagperspectief wordt schematisch weergegeven in figuur 1. De milieudruk op niveau Vlaanderen is in beide perspectieven

40 hetzelfde, namelijk de totale directe milieudruk van alle Vlaamse sectoren. Het verschil tussen het aanbod- en het finale-vraagperspectief zit hem in de toewijzing van milieudruk aan sectoren.

De milieu-impact van de Vlaamse productie vanuit aanbodperspectief, omvat de totale directe of eigen milieu-impact van sectoren. Deze gegevens zijn rechtstreeks uit de milieu-extensie (ME) tabellen af te leiden.

Door de totale directe milieu-impact per sector te delen door de totale monetaire output van die sector (opgenomen in de monetaire tabellen) wordt de directe/eigen milieu-impact per euro berekend. De resultaten van dergelijke oefening zijn met andere woorden gebaseerd op volgende tabellen:

Milieu-extensietabellen met daarin de totale directe milieudruk van de 117 sectoren, voor verschillende polluenten;

Monetaire tabel met daarin de totale output van elk van de 117 sectoren.

In het finale vraag perspectief wordt de totale milieu-impact van Vlaamse productie herrekend naar de sector die het finale product levert. Hierbij wordt dus niet uitgegaag van het volledige aanbod van een sector (bv. de emissies van de basischemie gekoppeld aan haar productie voor finale vraag én aan haar productie voor intermediaire vraag), maar vanuit de finale vraag naar producten van een bepaalde sector (bv. de finale vraag naar de producten van de basischemie). Zowel de emissies van die sector zelf voor de fabricage van die producten (= directe emissies gekoppeld aan de productie voor finale vraag naar de producten van de sector bv.) als de emissies in de Vlaamse voorketen (=

indirecte emissies gekoppeld aan de Vlaamse productieketen van intermediaire producten die de sector gebruikt als input voor zijn productie voor finale vraag: in het voorbeeld zijn dat o.a. de emissies gekoppeld aan de productie van de elektriciteit die de basischemie gebruikt als input voor haar productie bestemd voor finale vraag) worden hierbij in beschouwing genomen. De emissies van bv. de basischemie gekoppeld aan haar productie voor andere sectoren (intermediaire vraag) wordt niet toegewezen aan de basischemie.

Die (directe + indirecte) Vlaamse milieu-impact gekoppeld aan de productie van finale goederen per sector wordt vervolgens uitgesplitst volgens de finale vraag naar die producten vanuit 6 finale vraagcategorieën. Vijf hiervan zijn toe te schrijven aan de Vlaamse finale consumptie (consumptie door huishoudens, overheid, IZW’s, investeringen en voorraadwijzigingen). De zesde is de vraag naar finale goederen bestemd voor export. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen export naar Brussel/Wallonië (Rest Of Belgium, ROB), Europa (EU) en de rest van de wereld (Rest Of World, ROW).

1.2.2. Berekeningen volgens consumptieperspectief

Het consumptie perspectief omvat alle milieu-impact die direct en indirect, zowel in Vlaanderen als daarbuiten, veroorzaakt wordt door de Vlaamse finale vraag (= consumptie). Van de milieu-impact van de Vlaamse productie wordt enkel dat deel meegenomen dat gekoppeld is aan producten bestemd voor de Vlaamse finale vraag, dus de milieu-impact t.g.v. productie voor export zit hier niet in. Het consumptieperspectief neemt daarentegen wel de emissies mee die buiten Vlaanderen ontstaan ten gevolge van productie bestemd voor Vlaamse finale vraag. Ten slotte wordt ook de directe impact gerelateerd aan de consumptie door huishoudens meegenomen, bijvoorbeeld de emissies door het rijden met de wagen of het verwarmen van de woning op aardgas of huisbrandolie.

Het consumptieperspectief wordt schematisch weergegeven in figuur 2.

Voor de berekening van de impact die in Vlaanderen ontstaat wordt eenzelfde methode gebruikt als voor het finale vraag perspectief: de directe milieu-impact die optreedt in een bepaalde sector wordt, op basis van de monetaire input-outputstromen, toegewezen aan de stromen van goederen en diensten die de sector levert aan andere sectoren en uiteindelijk aan de finale consument. De milieu-impact gekoppeld aan de finale vraag naar een bepaalde productgroep is gelijk aan de som van alle milieu-impact welke zich doorheen de productieketen van de productgroep optreedt. In het consumptieperspectief wordt enkel gekeken naar de milieu-impact gekoppeld aan de Vlaamse finale vraag. Enkel de finale vraagcategorieën finale consumptie huishoudens, finale consumptie overheid, IZW’s, investeringen en voorraadwijzigingen worden dus in rekening gebracht, export wordt niet meegenomen.

41 Terwijl voor het productieperspectief enkel gekeken werd naar de productieketen in Vlaanderen, wordt in het consumptieperspectief ook de productieketen buiten Vlaanderen meegenomen, d.w.z. de milieu-impact gekoppeld aan de productie van intermediaire goederen en diensten die door Vlaamse sectoren worden geïmporteerd voor de productie van goederen en diensten voor Vlaamse finale vraag. Daarnaast wordt ook de milieu-impact in rekening gebracht die optreedt buiten Vlaanderen voor het produceren van finale importgoederen en -diensten bestemd voor de Vlaamse finale vraag.

Samengevat kunnen we het volgende stellen:

Consumptieperspectief = productieperspectief – (Vlaamse impact ~export) + (impact ~import, die rechtstreeks of via intermediaire vraag vanuit Vlaamse sectoren, bestemd is voor Vlaamse finale vraag)

Waar in het productieperspectief de individuele productiesectoren centraal staan, wordt in het consumptieperspectief gekeken naar het uiteindelijk geconsumeerd finaal product. Het consumptieperspectief geeft dan een beeld van alle impact, zowel binnen als buiten Vlaanderen, die optreedt gedurende de hele levenscyclus van een product bestemd voor finale vraag in Vlaanderen.

Input-output analyse laat toe om voor een bepaald land of regio de milieu-aspecten in te schatten en te vergelijken volgens beide perspectieven (productie- en consumptieperspectief). Voor Vlaanderen biedt het Vlaamse milieu input-output model deze kans. Op deze manier kan voor een regio ingeschat worden of milieu-aspecten uitbesteed worden dan wel netto importeurs van milieu-aspecten zijn.

Input-output modellering staat toe om de dominante consumptiedomeinen in Vlaanderen te identificeren alsook dieper te zoeken, naar bijvoorbeeld de meest bijdragende sectoren of consumptie-activiteiten.

Een belangrijke toegevoegde waarde van analyses met input-output modellen is dat het in staat is om relatief snel, met veel detail, relaties tussen sectoren onderling maar ook met andere delen van Europa/wereld weer te geven en dit zowel op economisch vlak, milieukundig als qua werkgelegenheid.

42 Figuur 1: Schematische voorstelling van productieperspectief

Milieudruk door productie van goederen voor finale vraag

43 Figuur 2: Schematische voorstelling van consumptieperspectief

Milieudruk in de gebruiksfase (milieudruk aan de schouw door finale consumptie van

huishoudens en overheid)

Milieudruk t.g.v. productie van goederen voor Vlaamse finale consumptie

Milieudruk tgv Vlaamse productie van goederen voor

Vlaamse finale consumptie

Milieudruk tgv productie in het buitenland

Milieudruk door productie van finale

goederen in het buitenland rechtstreeks

voor Vlaamse finale consumptie Milieudruk door

productie van intermediaire goederen

in het buitenland voor Vlaamse sectoren Milieudruk door

productie van intermediaire goederen door Vlaamse sectoren

in de voorketen Milieudruk door de

laatste producerende sector voor het maken van het finale product

Finaal product wordt geproduceerd in Vlaanderen

Finaal product wordt geproduceerd in het

buitenland

+

Consumptieperspectief

Directe impact Vlaamse

indirecte impact

Indirecte impact in buitenland

Directe+indirecte impact van productie

in buitenland

44 1.3. Berekening van de milieu-impact categorieën

In deze studie worden verschillende milieu-impact categorieën berekend. Belangrijk is uiteraard welke polluenten worden meegenomen in elk van de categorieën en welke omrekeningsfactoren hiervoor gebruikt worden.

In de onderstaande tabel worden de beschouwde milieu-impactcategorieën getoond, met een opsomming van de hierin opgenomen milieuparameters en hun omrekeningscoëfficiënten (wanneer relevant).

Milieu-impactcategorie Milieudrukparameter Omrekeningscoëfficiënt

Broeikasgasemissies

(van ton naar miljoen zuurequivalenten = Zeq) ∑

SO2 0,03125

NOx (uitgedrukt als NO2) 0,02174

NH3 0,05882

Emissie ozonprecursoren

(van ton naar ton troposferic ozone forming

potential = TOFP) ∑