VERGELIJKING VAN ANALYSES VANUIT PRODUCTIE- EN CONSUMPTIEPERSPECTIEF
2. DEEL 1: Analyse vanuit Productieperspectief
2.1. Milieu-impact van de Vlaamse productie vanuit aanbodperspectief
2.1.2. Directe milieu-impact per euro output
2.1.2.1. Broeikasgasemissies
Figuur 10 toont de 10 sectoren die de hoogste directe broeikasgasemissies per euro output veroorzaken. Deze sectoren zijn broeikasgasintensieve sectoren, hun activiteiten veroorzaken relatief veel directe broeikasgasemissies. De BKG-emissies per euro van deze top tien van sectoren zijn significant hoger dan het gemiddelde over alle sectoren heen. Voor de meeste van deze sectoren is dit vooral (>95% van de impact) te wijten aan de emissie van CO2. Bij de sector vervaardigen van chemische basisproducten (24A1) wordt ¾ van de impact veroorzaakt door de emissie van CO2, en ¼ door de emissie van N2O. Voor de landbouwsector (01A1) en de afvalwater- en afvalverzameling, straatreiniging, markt en niet-markt (90A1 en 90A3) wordt de impact vooral veroorzaakt door de emissie van CH4.
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en water is de meest BKG-intensieve sector. Zijn BKG-intensiteit is bijna drie keer hoger dan die van de tweede en derde in rij (landbouw, 01A1 en binnenvaart, 61B1).
Zes van de zeven sectoren uit de top ranking van de sectoren met de hoogste BKG-uitstoot (Figuur 5) komen terug in de top 10 van de sectoren met de hoogste BKG-intensiteit. De hoge BKG-uitstoot van deze zeven sectoren is dus het gevolg van hun hoge BKG-intensiteit. Ook de monetaire output speelt een rol in de totale uitstoot van een sector. Zo staat de sector vervaardigen van chemische basisproducten (24A1) ‘slechts’ op de 10e plaats in de ranking van BKG-intensiteit, maar door zijn relatief hoge output staat hij op de 2e plaats in de ranking van BKG-uitstoot. Idem voor de sector vervoer over land (60ABC1+B3): die staat niet in de top 10 van BKG-intensiteit (staat 11de) maar scoort toch hoog voor totale BKG-uitstoot (4e plaats) door zijn relatief hoge output (12de plaats, zie Figuur 3). Omgekeerd hebben de binnenvaart (61B1) en de visserij (05A1) een hoge BKG-intensiteit
60 (3e en 4e in de ranking) maar komen ze door hun lage monetaire output niet voor in de ranking van sectoren met hoge BKG-uitstoot.
Figuur 10: Ranking van Vlaamse sectoren volgens directe broeikasgasemissies per euro output (top 10)
0,00%
0,50%
1,00%
1,50%
2,00%
2,50%
3,00%
3,50%
4,00%
0 1000 2000 3000 4000 5000 6000
40A1 01A1 61B1 05A1 62A1 27A1 90A1 90A3 23A1 24A1
aandeel in totale output in Vlaanderen (%)
g CO2-eq per euro output
directe broeikasgasemissies per euro output
% van totale output
Gemiddelde directe BKG emissies per euro output 40A1 Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water
01A1 Landbouw, jacht en aanverwante diensten 61B1 Binnenvaart
05A1 Visserij en het kweken van vis en schaal- en schelpdieren 62A1 Luchtvaart
27A1 Vervaardiging van ijzer en staal, ferro-legeringen (EGKS), en buizen 90A1 Afvalwater- en afvalverzameling; straatreiniging, markt
90A3 Afvalwater- en afvalverzameling; straatreiniging, niet-markt
23A1 Vervaardiging van cokes, geraffineerde aardolieproducten en splijt- en kweekstoffen 24A1 Vervaardiging van chemische basisproducten
2.1.2.2. Verzurende emissies
Figuur 11 toont de 10 sectoren die de hoogste directe verzurende emissies per euro output veroorzaken. De verzurende emissies per euro van deze top tien van sectoren zijn significant hoger dan het gemiddelde over alle sectoren heen. Voor de landbouwsector (01A1) is de impact voor deze indicator hoofdzakelijk het gevolg van de emissies van NH3. Voor de sectoren binnenvaart (61B1), vervoer over land (60ABC1+B3), luchtvaart (62A1) en zee- en kustvaart (61A1) wordt de impact hoofdzakelijk (> 85%) veroorzaakt door de emissie van NOx. Voor de sectoren vervaardigen van cokes en geraffineerde aardolieproducten (23A1) en van de keramische industrie (26BD1) is de impact hoofdzakelijk (respectievelijk 82 en 97%) het gevolg van de emissie van SOx. Voor de overige 3 sectoren in deze top tien (productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water (40A1);
61 visserijsector (05A1) en de bosbouwsector (02A1)) is de impact nagenoeg gelijk verdeeld over de emissie van NOx en SOx.
Landbouw (01A1), binnenvaart (61B1) en productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en water (40A1) hebben de hoogste emissie-intensiteit voor verzurende emissies.
Zeven sectoren uit de top tien van sectoren met hoge verzurende emissies (Figuur 5) komen terug in de top 10 van sectoren met hoge emissie-intensiteit. De hoge uitstoot van deze zeven sectoren is dus het gevolg van hun hoge emissie-intensiteit. Ook de monetaire output speelt een rol in de totale uitstoot van een sector. Zo staan de sectoren vervoer over land (60ABC1+B3) en vervaardigen van cokes (23A1) op de 5e resp. 6e plaats in de ranking van emissie-intensieve sectoren maar staan ze op de 3e resp. 4e plaats in de ranking van sectoren met een hoge totale emissie omwille van hun relatief hoge economische output. Omgekeerd hebben de binnenvaart (61B1) en de visserij (05A1) een hoge emissie-intensiteit (2e en 3e in de ranking) maar komen ze door hun lage monetaire output niet voor in de ranking van sectoren met hoge verzurende emissies.
Figuur 11: Ranking van Vlaamse sectoren volgens verzurende emissies per euro output (top 10)
0,00%
0,50%
1,00%
1,50%
2,00%
2,50%
3,00%
0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7
aandeel in totale output (%)
Zeq per euro output
verzurende emissies per euro output
% van totale output
Gemiddelde verzurende emissies per euro output 01A1 Landbouw, jacht en aanverwante diensten
61B1 Binnenvaart
40A1 Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water 05A1 Visserij en het kweken van vis en schaal- en schelpdieren
23A1 Vervaardiging van cokes, geraffineerde aardolieproducten en splijt- en kweekstoffen
60A1+60B1+60C1+60B3 Vervoer per spoor, personenvervoer te land volgens een dienstregeling, taxi’s, overig vervoer van personen te land, goederenvervoer over de weg en verhuisdiensten en vervoer via pijpleidingen 26B1+26D1 Vervaardiging van keramische producten en artikelen van beton, gips en cement, natuursteen en
overige niet-metaalhoudende producten
62A1 Luchtvaart
61A1 Zee- en kustvaart
02A1 Bosbouw, bosexploitatie en aanverwante diensten
62 2.1.2.3. Ozonprecursoren
Figuur 12 toont de 10 sectoren die de hoogste emissie van ozonprecursoren per euro output veroorzaken. De emissies van ozonprecursoren per euro door deze top tien van sectoren zijn significant hoger dan het gemiddelde over alle sectoren heen. Voor de meeste sectoren wordt deze impactcategorie gedomineerd (85% of meer) door de impact die wordt veroorzaakt door de emissie van NOx. Enkel voor de sector vervaardiging van ijzer en staal wordt de impact volledig veroorzaakt door de emissie van CO. Voor de sector kleinhandel in motorbrandstoffen is de impact het gevolg van de emissie van NMVOS. En voor de sector voor het vervaardigen van cokes wordt de impact voor nagenoeg een gelijk aandeel veroorzaakt door de emissies van NMVOS en NOx.
Binnenvaart (61B1) is de meest intensieve sector voor ozonprecursoren. Zijn emissie-intensiteit meer dan dubbel zo hoog als die van de volgende in rij (productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water, 40A1 en vervaardiging van ijzer en staal, 27A1).
Zeven sectoren uit de top tien van sectoren met hoge emissie van ozonprecursoren (Figuur 5) komen terug in de top tien van sectoren met hoge emissie-intensiteit. De hoge uitstoot van deze zeven sectoren is dus het gevolg van hun hoge emissie-intensiteit. Ook de monetaire output speelt een rol in de totale uitstoot van een sector. Zo staan de sectoren vervoer over land (60ABC1+B3) en vervaardigen van cokes en geraffineerde aardolieproducten (23A1) op de 4e resp. 9e plaats in de ranking van emissie-intensieve sectoren maar staan ze op de 1e resp. 5e plaats in de ranking van sectoren met een hoge totale emissies omwille van hun relatief hoge economische output.
Omgekeerd hebben de binnenvaart (61B1) en de visserij (05A1) een hoge emissie-intensiteit (1e en 5e in de ranking) maar komen ze door hun lage monetaire output niet voor in de ranking van sectoren met hoge emissies van ozonprecursoren.
Figuur 12: Ranking van Vlaamse sectoren volgens directe emissie van ozonprecursoren per euro output (top 10)
0,00%
0,50%
1,00%
1,50%
2,00%
2,50%
3,00%
0 5 10 15 20 25
aandeel in totale output (%)
g TOPF per euro output
emissie van ozonprecursoren per euro output
% van totale output
Gemiddelde directe emissie van ozonprecursoren per euro output
61B1 Binnenvaart
40A1 Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water 27A1 Vervaardiging van ijzer en staal, ferro-legeringen (EGKS), en buizen
60A1+60B1+60C1+60B3 Vervoer per spoor, personenvervoer te land volgens een dienstregeling, taxi’s, overig vervoer van personen te land, goederenvervoer over de weg en verhuisdiensten en vervoer via pijpleidingen
63 05A1 Visserij en het kweken van vis en schaal- en schelpdieren
62A1 Luchtvaart
50B1 Kleinhandel in motorbrandstoffen
61A1 Zee- en kustvaart
23A1 Vervaardiging van cokes, geraffineerde aardolieproducten en splijt- en kweekstoffen 02A1 Bosbouw, bosexploitatie en aanverwante diensten
2.1.2.4. Zwevend stof – PM10
Figuur 13 toont de 10 sectoren die de hoogste emissie van PM10 hebben per euro output. De emissies van PM10 per euro door deze top tien van sectoren zijn significant hoger dan het gemiddelde over alle sectoren heen. De landbouwsector (01A1) en de visserijsector (05A1) zijn de meest PM10-intensieve sectoren. Hun emissie-intensiteit is meer dan dubbel zo hoog als die van de volgende in rij (binnenvaart, 61B1).
Vijf sectoren uit de ranking van sectoren met hoge PM10-emissies (Figuur 5) komen terug in de top tien van sectoren met hoge emissie-intensiteit. De hoge uitstoot van deze vijf sectoren is dus het gevolg van hun hoge emissie-intensiteit. Ook de monetaire output speelt een rol in de totale uitstoot van een sector. Zo staat de sector vervoer over land (60ABC1+B3) op de 7e plaats in de ranking van emissie-intensieve sectoren maar staat hij op de 2e plaats in de ranking van sectoren met een hoge totale emissies omwille van zijn relatief hoge economische output. Omgekeerd hebben de visserij (05A1) en de binnenvaart (61B1) een hoge emissie-intensiteit (2e en 3e in de ranking) maar komen ze door hun lage monetaire output niet voor in de ranking van sectoren met hoge PM10-emissies.
Figuur 13: Ranking van Vlaamse sectoren volgens emissie van PM10 per euro output (top 10)
0,00%
0,50%
1,00%
1,50%
2,00%
2,50%
3,00%
0 0,2 0,4 0,6 0,8 1 1,2 1,4 1,6
aandeel in totale output (%)
Zeq per euro output
emissie van PM 10 per euro output
% van totale output
Gemiddelde PM10 emissie per euro output 01A1 Landbouw, jacht en aanverwante diensten
05A1 Visserij en het kweken van vis en schaal- en schelpdieren
61B1 Binnenvaart
02A1 Bosbouw, bosexploitatie en aanverwante diensten
64 40A1 Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water
26C1 Vervaardiging van cement, kalk en gips -
60A1+60B1+60C1+60B3 Vervoer per spoor, personenvervoer te land volgens een dienstregeling, taxi’s, overig vervoer van personen te land, goederenvervoer over de weg en verhuisdiensten en vervoer via pijpleidingen 26B1+26D1 Vervaardiging van keramische producten en artikelen van beton, gips en cement, natuursteen en
overige niet-metaalhoudende producten
15I1 Vervaardiging van suiker, chocolade en suikerwerk
61A1 Zee- en kustvaart
2.1.2.5. Zwevend stof – PM 2,5
Onderstaande figuur toont de 10 sectoren die de hoogste PM2,5 emissies per euro output veroorzaken. De emissie van PM2,5 per euro door deze top tien van sectoren zijn significant hoger dan het gemiddelde over alle sectoren heen. De visserijsector (05A1) is de meest PM2.5-intensieve sector. Zijn emissie-intensiteit is meer dan dubbel zo hoog als die van de volgende in rij (binnenvaart, 61B1).
Zes sectoren uit de top tien van sectoren met hoge PM2.5-emissies (Figuur 5) komen terug in de top tien van sectoren met hoge emissie-intensiteit. De hoge uitstoot van deze zes sectoren is dus het gevolg van hun hoge emissie-intensiteit. Ook de monetaire output speelt een rol in de totale uitstoot van een sector. Zo staat de sector vervoer over land (60ABC1+B3) op de 6e plaats in de ranking van emissie-intensieve sectoren maar staat hij op de 1e plaats in de ranking van sectoren met een hoge totale emissies omwille van zijn relatief hoge economische output. Omgekeerd hebben de visserij (05A1) en de binnenvaart (61B1) een hoge emissie-intensiteit (1e en 2e in de ranking) maar komen ze door hun lage monetaire output niet voor in de ranking van sectoren met hoge PM2.5-emissies
Figuur 14: Ranking van Vlaamse sectoren volgens directe emissie van PM2,5 per euro output (top 10)
0,00%
0,50%
1,00%
1,50%
2,00%
2,50%
3,00%
0 0,2 0,4 0,6 0,8 1 1,2 1,4
aandel in totale output (%)
g CO2-eq per euro output
PM 2,5 per euro output totale output
Gemiddelde PM2,5 emissie per euro output 05A1 Visserij en het kweken van vis en schaal- en schelpdieren
61B1 Binnenvaart
02A1 Bosbouw, bosexploitatie en aanverwante diensten
65 01A1 Landbouw, jacht en aanverwante diensten
26B1+26D1 Vervaardiging van keramische producten en artikelen van beton, gips en cement, natuursteen en overige niet-metaalhoudende producten
60A1+60B1+60C1+60B3
Vervoer per spoor, personenvervoer te land volgens een dienstregeling, taxi’s, overig vervoer van personen te land, goederenvervoer over de weg en verhuisdiensten en vervoer via pijpleidingen
61A1 Zee- en kustvaart
15I1 Vervaardiging van suiker, chocolade en suikerwerk
24E1 Vervaardiging van zeep, was- en poetsmiddelen, parfums en kosmetische artikelen
21A1 Papier- en kartonnijverheid