• No results found

3.1.1 Positieve aspecten van verzilting (Code 2c)

Er is gevraagd wat volgens de respondenten positieve en negatieve aspecten van verzilting (of verzouting) zijn, om te achterhalen welke belangen op het spel staan. Er zijn diverse positieve effecten genoemd van verzilting en/of het toelaten van zout water die hieronder puntsgewijs uitgewerkt zijn.

Brakke natuurwaarden - Veel respondenten noemen brakke natuurwaarden als positief effect. Zout hoort in een Delta, maar in Zeeland is door de Delta- werken 30 jaar geleden veel zoute en brakke natuur verloren gegaan. De na- tuurorganisaties zijn voor een herstel door het toelaten van meer zoet-zout gradiënten en een meer natuurlijk verloop in de tijd, zowel via het dagelijks ge- tij als via seizoensinvloeden. Sommige respondenten beredeneren het effect van verzilting als volgt: meer vogels, meer vissen, en een robuuster ecosysteem omdat het past in het gebied. De vogels hebben behoefte aan meer dynami- sche gebieden met gradiënten in het estuarium. In de interviews wordt gerefe- reerd naar Plan Tureluur langs de Oosterschelde waar men is gestopt om land- bouwgronden te verdedigen tegen verzilting, en waar nu mooie natuur is ont- staan. Volgens sommigen vindt iedereen die er langsrijdt het mooi (11:14, 19:31), maar één respondent geeft aan dat het vooral voor de kenners is (5:5).

Daarnaast zijn er ideeën over verzilting van poldersloten zoals in Noord- Holland, waardoor brakke ecosystemen zich beter kunnen ontwikkelen. Bij op- timaal beheer van sloten kan interessante brakke natuur ontstaan. Brakke na- tuur is volgens sommige respondenten internationaal waardevolle biodiversi- teit, volgens anderen heeft het landschappelijke waarde maar is het in Neder- land geen volwaardige natuur, alleen maar natuur die ons goed uitkomt (14:5).

“Die stelling ‘brackish is beautiful’, die is dus geponeerd al tientallen jaren gele- den voor de droogmakerijen, gewoon voor de boezemwateren en voor de pol- derwateren [in Noord-Holland], dus niks duinen met zoetwaterlenzen, maar gewoon daar achter voor het poldergebied. En het zelfde zou ik willen propage- ren voor gewoon de poldersloot op de Zuid Hollandse en Zeeuwse eilanden.”

(4:10)

Verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit - Verzouting van een groot op- pervlaktewater zoals in het Veerse meer heeft als voordeel dat de blauwalg en andere zomerse algenplagen verdwijnen. Dit heeft geen voordelen voor de ge- bruikers van zoet water maar wel voor recreanten en bewoners langs het wa- ter. Ook kan zout water beter aan de Kaderrichtlijn Water voldoen, dat is een voordeel dat wordt gezien door de verantwoordelijke overheden (Rijkswater- staat, de waterschappen, Ministerie I&M).

Zilte groententeelt - Zilte landbouw betekent het telen van een nicheproduct als lamsoor of zeekraal op zoute of brakke grond. Er is een kustlaboratorium12 voor zilte teelten waar de Hogeschool Zeeland bij betrokken is (6:8). De meeste respondenten geloven niet in deze oplossing. Het telen van algen in open water is misschien wel rendabel.

“Als je er nu vanuit gaat dat (…) er misschien voor 1 of 2 personen een markt komt. Dan is het natuurlijk echt een niche markt. Of een niet-markt, hoe je het noemen wil. Maar goed, daar kan ik me nogal boos over maken, omdat er veel reclame over gemaakt wordt en er wordt veel tijd en energie in gestuwd en ge- daan en als je daar het economische rendement van gaat zien, zoals men be- pleit, dan komt er totaal geen rendement uit.” (15:6)

Een optie waar verschillende respondenten wel iets in zien is het telen van zoutresistente aardappelrassen.

“Ik vind die boer die op zoute grond aardappels teelt fascinerend. Bloembollen op Goeree hadden ze nooit gedacht, maar gebeurt nu wel. De productontwikke- lingskant is volgens mij heel belangrijk, niet alleen voor Nederland maar ook voor de export. Ondernemers nemen heel veel initiatief.” (10:19)

12

De producten betreffen vis, schaal- en schelpdieren (Stichting Zeeuws Landschap, 2012) Het brakke water uit de aquacultuur (algen en mosselkweek) wordt gebruikt voor de teelt van Lamsoor en Zeekraal (groenten) in het project ‘De Zeeuwse Tong (http://www.zeeuwsetong.nl).

47

Zoute aquacultuur - Zoute aquacultuur is niet afhankelijk van de bodem maar van de aanwezigheid van geschikt (zout) buitenwater. Er is een proefproject ‘Zeeuwse Tong’ geweest om deze nieuwe techniek voor visteelt te ontwikkelen. De enige relatie met de verzilting die klimaatverandering kan veroorzaken is het nieuwe economische perspectief, mochten andere teelten in problemen komen.

“Wil je echt tong gaan kweken dan doe je dat niet op zoute grond, maar doe je dat op locaties waar goed water beschikbaar is. […] Op de locatie waar je om- standigheden hebt om zout water te kunnen gebruiken.” (3:11)

Mosselvisserij - Een zout Volkerak-Zoommeer biedt misschien perspectief voor mosselvisserij. Tegelijkertijd worden er in de interviews ook vragen gesteld of het Volkerak-Zoommeer in de winter zout genoeg zal zijn voor mosselteelt.

Geld voor een landbouwwaterleiding - Als het Volkerak-Zoommeer verzout wordt komt er wellicht geld voor een nieuwe landbouwwaterleiding13 om het zoete water aan te voeren. In feite is dat een bedrijfszekerder systeem, want de zomerse innamestop door blauwalg treedt dan niet meer op stellen sommi- ge respondenten.

Interpretatie:

De belangrijkste voordelen van een zout Volkerak-Zoommeer zijn waterkwali- teit, natuurwaarde en uiteindelijk ook bedrijfszekerheid voor de landbouw. An- dere voordelen zijn onzeker (mosselvisserij, zoute groenten en zoute visteelt). De visserijsector wordt besproken door anderen maar het perspectief van de sector zelf ontbreekt in de data.

3.1.2 Negatieve aspecten van verzilting (Code 2b)

Door de respondenten zijn diverse mogelijke schades genoemd die te verdelen over verschillende sectoren: natuur, landbouw, visserij en drink- en industrie- watervoorziening.

Schade aan natuur

- Zoete natuurwaarden die zich de laatste 20-30 jaar hebben ontwikkeld kunnen verloren gaan bij verzouten van het Haringvliet en het Volkerak- Zoommeer. Op droogvallende platen in het huidige, zoete Volkerak komt een rijkdom aan orchideeën voor.

13

Achtergronden en nuanceringen op deze observatie over de landbouwwaterleidign uit de interviews staan beschreven in het achtergrondrapport van de desktopstudie (Veraart en Klostermann, 2013).

- Door het doorspoelen in de zomer is er een arm ecologisch systeem in het Zeeuwse binnenwater; in de winter is het zout, in de zomer zoet, en er zijn geen soorten die dat kunnen volhouden.

- Volgens een respondent is er geen schade voor natuur bij een zout Vol- kerak-Zoommeer, zilte/ zoute/brakke natuurdoelen zijn juist gewenst.

Schade aan landbouw

- Een paar polders op Overflakkee tegen de Grevelingen aan hebben nu al last van verzilting.

- Drie polders langs de Eendracht gebruiken water uit het Volkerak Zoom- meer voor fruitteelt; eenmaal moest de inlaat dicht vanwege een te hoog chloridegehalte.

- Als het Rijn-Scheldekanaal (onderdeel VZM) zout wordt zal de aangrenzen- de landbouwgrond verzilten, dan is geen beregening mogelijk en is daar de huidige grove groenteteelt niet meer mogelijk.

- Verzilting van sloten kan een probleem worden als er niet genoeg zoet wa- ter is om door te spoelen. Als de sloten te zout zijn kan er in tijden van droogte niet worden beregend (bollen, gevoelige groenteteelten) maar is dat droogteschade of verziltingsschade?

- Vroeg in het seizoen is droogte schadelijker dan laat, wanneer de gewassen robuuster zijn. Vooral vroege teelten zijn gevoelig voor droogte omdat dan de planning niet wordt gehaald.

- Boeren op de kop van de eilanden (Walcheren, Schouwen-Duiveland, Zeeuws Vlaanderen) hebben hun teelt op brak grondwater afgestemd en hebben dus geen verziltingsschade; wel droogteschade. Een voorbeeld van droogteschade: aardappels die de grond niet uit komen omdat die te hard is. Boeren hebben zelfs beregend met zout water om ze de grond uit te krijgen.

- Verzilting kan toenemen door klimaatverandering maar vooral op plaatsen die nu al brak zijn zoals de kustzone. Waar de grond te brak was voor land- bouw zijn al natuurgebieden gekomen (Plan Tureluur).

- Verdroging / verzilting is sterk afhankelijk van de grondopbouw en dus erg divers; zelfs binnen een perceel zijn grote verschillen gemeten (nieu- we/oude gronden, zand/klei, kreekrug of dieper gedeelte etc.).

- De glastuinbouw in het Westland heeft zich onafhankelijk gemaakt van de brakke ondergrond.

- In 2003 was er een slechte oogst vanwege de droogte, maar de prijzen wa- ren goed waardoor boeren toch een goed jaar hadden. Wat is dan de scha- de? De economische schade kan groot zijn omdat er voor tienduizenden euro’s pootgoed kan zijn gezet. Of omdat de afnemer alleen een perfect product wil: water is dan een belangrijke sturingsfactor.

- Echte verziltingsschade is door geen van de onderzoekers in het veld waar- genomen.

49

Schade aan visserij

- Er zijn 3-4 zoetwatervissers actief in het Volkerak-Zoommeer; die moeten omschakelen bij verzouten (maar mosselteelt biedt dan perspectief?)

Schade aan drink- en industriewatervoorziening

- Drinkwaterwinning: in 2005 was er achterwaartse verzilting vanuit de Nieuwe Waterweg: daardoor was zes weken geen inname mogelijk; in 2011 kwam teveel zout water het Haringvliet binnen waardoor het inna- mepunt verziltte. Daardoor heeft Evides gezuiverd drinkwater moeten infil- treren in de duinen bij Ouddorp (Goeree) en Haamstede (Schouwen- Duiveland) om verdroging te voorkomen (in plaats van voorgezuiverd Ha- ringvlietwater).

- Industriewater: de Rijnmondindustrie gebruikt veel water, zowel voor laagwaardige doelen zoals het besproeien van steenkolen, als voor hoog- waardige doelen zoals proceswater. De industrie is afhankelijk van het Brielse meer. De industrie in het Sloegebied (Vlissingen) gebruikt minder water, en wordt bediend via de industriewaterleiding van Evides.

- Bij de Biesbosch worden geen problemen verwacht met verzilting; alleen het zout maken van het Volkerak-Zoommeer kan voor de drink- en indu- striewatervoorziening direct een probleem geven.

Interpretatie

Aan de schadekant noemen veel verschillende partijen landbouw als schade- post, andere schades worden slechts door weinig respondenten genoemd. Op- vallend is echter dat geen van de onderzoekers ooit daadwerkelijke oogstscha- de door verzilting heeft waargenomen in het veld (wel droogteschade). Zelfs in het extreme jaar 2003 was de oogst weliswaar slecht, maar de prijs hoog dus voor de boeren was het een goed jaar. Veel opmerkingen over schade gaan over de toekomst: verwachte schade, mogelijke schade.

De drinkwatersector is de enige die de afgelopen jaren aantoonbaar schade heeft gehad. Ze hebben tweemaal een probleem moeten oplossen (in 2005 en 2011) en dat heeft extra geld gekost.

Aan de positieve kant noemt vrijwel iedereen natuur als positief effect. Over het algemeen is er consensus onder alle respondenten over de natuurwaarde als voordeel en de landbouwschade als nadeel.

Zowel bij een zoet als een zout Volkerak-Zoommeer gaan er natuurwaarden verloren en komen er nieuwe natuurwaarden bij, dus vooral de aanpassingspe- riode zal lastig zijn. Een respondent zegt:

“Verzilting is niet positief of negatief, het is een gegeven’ (10:6) en: ‘Je kunt zonder meer stellen dat beide oplossingen, zoet of zout, hun eigen problemen

kennen. Hun eigen knelpunten, hun eigen maatschappelijke discussies, hun ei- gen complexiteit.” (10:11).

De bedrijven en andere organisaties in het gebied kunnen zich in principe aan- passen aan zowel zoete als zoute omstandigheden. Er kunnen winnaars en ver- liezers zijn bv zoete / zoute vissers; recreatie in plaats van landbouw.