• No results found

Toegang verkrijgen tot het onderzoeksgebied (2006-2010)

Begin 2006 ontstond het eerste idee voor de opzet van een hotspot Zuidweste- lijke Delta in het kader van het latere onderzoeksprogramma Kennis voor Kli- maat. Om precies te zijn, gebeurde dit tijdens het vierde Wereld Water Forum in Mexico (16-22 maart 2006), waar Thijs Kramer10 (gedeputeerde provincie Zeeland) en Pavel Kabat (programmadirecteur onderzoeksprogramma Klimaat voor Ruimte) tot dit idee kwamen. Nico Landsman (provincie Zeeland) en Je- roen Veraart (Wageningen UR) werden door hen gevraagd om dit idee ‘handen

en voeten’ te geven. In het najaar van 2006 werd in de Abdij van Middelburg

door een team van mensen uit de provincie en kennisinstellingen gewerkt aan het opstellen van voorstel voor deze Klimaat hotspot ‘Zuidwestelijke Delta’. De Klimaat Hotspot was onderdeel van het FES voorstel Klimaatbestendig Neder- land (Osinga & Kabat, 2006). Op verzoek van de Commissie van Wijzen werd dit voorstel gecombineerd met 2 andere FES voorstellen, herzien, opnieuw inge- diend en uiteindelijk toegekend onder de naam ‘Kennis voor Klimaat’ (Ministerie van VROM, 2006). Ook in het herzien FES voorstel was de hotspot ‘Zuidwestelijke Delta’ opgenomen. De kennisagenda voor deze hotspot werd in een aantal bijeenkomsten in de periode 2007-2008 aangescherpt onder regie van de Provincie Zeeland.

Het onderwerp ‘omgaan met (klimaat)onzekerheden in bestuurlijke kaders en in de communicatie met de maatschappij’ was een van de thema’s voor onder- zoek die door de hotspot geïdentificeerd was. De uitwerking daarvan is dit pro- ject, waarvan het projectvoorstel in september 2008 werd ingediend.

Op dat moment waren de vertegenwoordiger van de KvK hotspot Zuidwestelij- ke Delta en de indieners van het projectvoorstel HSZD01 nog géén deelnemer in het team Lange Termijn Deltaprogramma Zuidwestelijke Delta of betrokken bij projecten van het Programmabureau Zuidwestelijke Delta. In november 2008 vond de eerste toenadering plaats en werd door de Raad van bestuur van Kennis voor Klimaat en het programmabureau Zuidwestelijke Delta besloten dat er een metastudie Zoetwatervoorziening Zuidwestelijke Delta (A. De Vries, et al., 2009) moest komen in het kader van gestelde Kamervragen over de lan- ge termijn zoetwatervoorziening in Zuidwest Nederland (Koppejan, et al., 2008). Om die reden werd project HSZD01 ‘on hold’ gezet zodat de Metastudie met prioriteit kon starten. Tevens werd op verzoek van het Programmabureau

10

In hetzelfde jaar werd de heer Kramer (gedeputeerde provincie Zeeland) getroffen door een ongeval dat hem noodlottig werd. De nadere uitwerking van zijn idee, de klimaathotspot Zuidwestelijke Delta, heeft hij dus helaas nooit mogen meemaken.

43

Zuidwestelijke Delta de methodologische aanpak van project HSZD01 herzien. Er was zorg dat dit KvK project teveel zou interfereren met de lopende partici- patietrajecten die werden uitgevoerd onder regie van het Programmabureau Zuidwestelijke Delta. Het Programmabureau Zuidwestelijke Delta heeft daarom een voorkeur uitgesproken het HSZD01-project te richten op een afgerond be- leidstraject en voorzichtig te zijn met stakeholder participatie. Om deze reden zijn de geplande workshops uit het oorspronkelijke projectvoorstel komen te vervallen en is gekozen om als observant deel te nemen aan publieke bijeen- komsten die het Programmabureau Zuidwestelijke Delta regelmatig organiseert in het kader van de Uitvoeringstrategie en het Deltaprogramma.

Deelname aan het Deltaprogramma (2010-2012)

In de periode 2006-2010 was het project HSZD01, maar ook de KvK Hotspot ZWD een deelnemer in de periferie van het Programmabureau Zuidwestelijke Delta/ team Lange Termijn Deltaprogramma Zuidwestelijke Delta (Team TLT- ZWD). In december 2010 werd de projectleider van HSZD01 uitgenodigd om of- ficieel deelnemer te worden van het team TLT-ZWD. Pas vanaf dat moment is de rol van project HSZD01 te omschrijven als participatieve observatie11 (Atkinson & Hammersley, 1994) met een gedefinieerde en geaccepteerde rol als kenniscoördinator binnen het team Lange termijn Zuidwestelijke Delta (Adler & Adler, 1987; Huntjens, et al., 2011). Afstand tot het beleidsproces kon worden bewaard doordat de onderzoeker geen rol heeft gehad in de beleids- formulering. Het team Lange termijn Zuidwestelijke Delta heeft, als orgaan, geen rol in de MER procedure van het Volkerak-Zoommeer. Individuen uit het team waren hier wel bij betrokken. Het team Lange termijn Zuidwestelijke Del- ta heeft tot taak om een lange termijn strategie te formuleren voor de water- veiligheid en zoetwatervoorziening voor de gehele Zuidwestelijke Delta. Het Volkerak-Zoommeer is hier onderdeel van. Korte termijn planproces (MER pro- cedure) en lange termijn ambities komen in dit netwerk wel bij elkaar. De on- derzoeker had tot taak de ‘Kennisagenda’ bij te houden binnen het team voor de lange termijn zoetwatervoorziening en waterveiligheid in deze regio. Het risico van bias in de interpretaties van de observant en rolvermenging van volwaardig werkgroep lid, participatief observator en kenniscoördinator is ge- durende het hele onderzoek voortdurend onderkend. Om deze reden is bij- voorbeeld gekozen de interviews te laten doen door een andere onderzoeker die geen lid was van team DeltaprogrammaǀZuidwestelijke Delta. Inzichten uit het groepsproces zijn alleen gebruikt om observaties/conclusies uit de inter- views, nader te toetsen op ‘robuustheid’. Dat wil zeggen: sommige conclusies

11 Participant observation is a research strategy that is used in disciplines such as cultural anthropology,

sociology and communication studies. The method combines participation in the lives of the people be- ing studied with maintenance of a professional distance that allows adequate observation and recording of data (Fetterman, 1998).

die wij in eerdere conceptversies hebben getrokken op basis van de interviews zijn geschrapt of genuanceerd. Andere conclusies uit de interviews hebben meer body gekregen op basis van de deelname aan het Deltaprogramma en zijn verrijkt met extra argumenten. Uit oogpunt van vertrouwelijkheid is ervoor gekozen om niet te citeren uit overleggen binnen het team Deltaprogramma ǀ Zuidwestelijke Delta, zoals dat bij de presentatie van de interviewresultaten wel gedaan is. De theorie uit de antropologie maakt overigens geen bezwaar dat de observant ook deelneemt in de groep, de theorie erkent dat de partici- pant observant niet onafhankelijk kan zijn.

45

3 Verschillende visies op zoet en zout

Met dit hoofdstuk begint de analyse van de interviewresultaten. Het doel van dit hoofdstuk is uiteen te zetten welke verschillen in visies er bij actoren be- staan over de verzilting in de Zuidwestelijke Delta en de besluitvorming over het Volkerak-Zoommeer.

In paragraaf 3.1 worden de positieve en negatieve aspecten van een zout Vol- kerak-Zoommeer weergegeven die door de respondenten benoemd zijn. Daar- na volgen de verschillende standpunten aan de hand van de toekomstbeelden die actoren hebben (paragraaf 3.2).

Daarna graven we dieper naar achterliggende ‘frames’ (De Boer, et al., 2010), en constateren daarbij dat de verschillende standpunten leiden tot fundamen- tele verschillen in de beschrijving van het probleem: de keuze voor verschillen- de termen (paragraaf 3.3); verschillende getalsmatige afbakeningen voor wat zoet en zout is (paragraaf 3.4), en verschillende interesses in zowel de plaats als het tijdstip waarop een bepaalde chlorideconcentratie optreedt (paragraaf 3.5 en 3.6). In paragraaf 3.7 proberen we te herleiden tot welke wetenschappelijke interesses en kennishiaten de verschillende oriëntaties van de actoren leiden.