• No results found

3.2 Ecologische karakterisatie deelgebieden

3.2.8 Plateau van Maleizen (Interfluvium IJse – Laan)

T

TOOPPOOGGRRAAFFIIEEEENNRREELLIIËËFF

630 ha groot.

egen.

Even kenmerkend en dit in vergelijkbare dichtheden met het plateau van Duisburg zijn de

lrijke holl al zijn ze sterker vertegenwoordigd in het oostelijk deel.

Dit deelgebied is 3

Het macroreliëf is een vlak dat licht afhelt naar het noordoosten (van 110 m tot 80 m). Talrij-ke (droog)dalen en de valleien van de IJse, Laan en Dijle hebben in dit vlak reliëf gebracht: de valleiflanken zijn steil, de droogdalen zijn golvend. Vooral van de Laan zijn een aantal zijbe-ken in dit plateau gel

ta e wegen en taluds. Globa

G

GEEOOLLOOGGIIEE

en zandige tertiaire Lediaanlaag op de centrale delen en een Brusseliaanlaag op de overgang naar de valleien.

De geologische opbouw is eerder uniform opgebouwd uit e

(

(GEGEOO--))HYHYDDRROOLLOOGGIIEE

l in de omgeving van Terdek, Moerlaanbeek en Hagaard.

argijsbos en Stokkembos.

Het gebied behoort tot het infiltratiegebied van de IJse, de Laan en de Dijle.

De droogdalen voeren vooral regenwater af. Ze snijden slechts uitzonderlijk grondwaterlagen aan. Dit laatste is het geva

Langs de valleiflanken van de IJse en de Laan zijn bronzones aan te treffen in de contactzone van Brusseliaan met de Formatie van Kortrijk. Dit is ondermeer het geval in de omgeving van het Meer van Genval, Schaatbroek, M

B

BOODDEEMM

en de vlakke en de hellende terrei-nen. De vlakke delen hebben vrijwel alle een droge leembodem. Door erosie kunnen nabij de

dems Bodemkundig valt een duidelijk onderscheid te maken tuss

randen van depressies alsook op de toppen tertiaire zandlagen aan de oppervlakte komen of ondiep voorkomen Hierdoor zijn deze bodems een fractie zandiger (zandleem tot lemig zand). Naar het westen toe is dit nog meer uitgesproken. Hier komen ook pure zandbo voor.

L

LAANNDDSSCCHHAAPP

Het gebied is landschappelijk heterogeen.

een meer gesloten karakter dan het pla-teau van Duisburg.

opt dit meestal vrij abrupt en gaat daar over naar een kleinschalig gecompartimenteerd landschap met gras-In het westelijk deel is het landschap vrij sterk verstedelijkt, waardoor natuurgebieden zoals b.v. Hagaard sterker geïsoleerd zijn.

Het westelijk en centraal deel heeft landschappelijk

In het oostelijk deel ligt één van de grootste bossen van het deelgebied: het Margijsbos. De vlakke delen kennen vooral een akkergebruik. Op de rand van de dalen st

V

VEEGGEETTAATTIIEESS

Halfnatuurlijke graslanden komen verspreid voor. Het zijn overwegend kamgrasweiden. Zeer e struisgrasgraslanden voor. Dit is vooral het geval in de omgeving

zelden vindt men een soortenrijke akkervegetatie met akkerleeuwenbek, gele ganze-Vegetatiekundig heeft het gebied vrij veel overeenkomsten met het plateau van Duisburg. Afwijkingen zijn vooral te verklaren door de grotere bosoppervlakte en door de meer zandige bodems.

De bossen zijn hoofdzakelijk Wintereiken-Beukenbossen. Lager op de helling neemt de in-vloed van grondwater toe en ontwikkelen zich Eiken-Haagbeukenbossen. Op een aantal plaat-sen kan dit het Subatlantisch type zijn, wat een oostelijke areaalgrens is. Vooral de bosplaat-sen in de omgeving van Genval en delen van het Margijsbos zijn voedselarmer en kunnen gerekend worden tot Eiken-Berkenbos.

In het Margijsbos alsook in Hagaard zijn bronbosvegetaties aanwezig. Deze zijn plaatselijk voedselarm en zuur waar een veenmosontwikkeling plaatsvindt. Op andere plaatsen zijn ze kalkrijker.

zelden komen soortenrijk

van Tombeek Perceelsranden hebben regelmatig vrij goed ontwikkelde glanshaver- of struis-grasvegetaties en de overgangen ertussen. In vergelijking met het plateau van Duisburg zijn ze zuurder.

Meer dan op het plateau van Duisburg vindt men er bremstruwelen. De taluds zijn vaak be-groeid met doornstruweel.

De holle wegen, vooral buiten de invloed van akkerbouw, zijn van de best ontwikkelde van Vlaanderen. Deze hebben een Eiken-Haagbeukenvegetatie met o.a. stijve naaldvaren.

Zeer

bloem, akkerandoorn en kromhals (Claes & Deneef 1981).

Vermeldenswaard is de rijke waterplantenvegetatie ter hoogte van. Genval in de Argentine, een zijbeek van de Laan, met o.m. aarvederkruid.

F FAAUUNNAA

Vermoedelijk komen op dit plateau momenteel geen bedreigde soorten reptielen en amfibieën voor.

De broedvogelstand is de afgelopen jaren goed onderzocht. Akkervogels als geelgors en veld-leeuwerik hebben hier een vitale populatie. Ook patrijs komt voor. De zandgroeve van Wolfs-hagen heeft een kolonie oeverzwaluw in huis. De bossen hebben eveneens een hoge waarde: zwarte specht, wespendief, boomvalk, houtsnip.

K

KNNEELLPPUUNNTTEENN

De problematiek in dit deelgebied is in grote lijnen vergelijkbaar met deze van het plateau van Duisburg.

RUIMTEGEBRUIK

Over de zoogdieren in het gebied is weinig geweten. Er werden geen gegevens gevonden over het voorkomen van bedreigde soorten op het plateau.

Landbouw

Veel waarden in dit deelgebied zijn in een zekere mate gebonden aan bepaalde vormen van n, bestrijdingsmiddelen, omzetten van graslanden naar akkers) zal de kenmerkende gemeenschappen van het open

rarisch . Dit kan zijn door biotoopverlies (b.v. vernietiging van

r verminderd voedselaanbod (b.v. door het gebruik van

be-bouwactiviteiten (b.v. voor woon-werkfunctie) kan voor dezelfde

et behe van somm ge graslanden is suboptimaal tot nadelig voor de (potentiële) waarden. it is afh kelijk van factoren als maaifrequentie, -tijdstip en bemestingsgraad. Dit geldt ook

Vooral het westelijk deel kent een hoge verstedelijkingsgraad. Heel het gebied ondervindt

In de open gebieden uit de verstedelijkingsdruk zich door de toename van hobbyweitjes. Deze

jn gere egraasd en vertuind.

intentie om het gebied beter te willen ontsluiten, werden verschillende veldwegen en ook holle wegen (al dan niet alternatief) verhard.

tiefunctie.

ossen gebeurt nog te weinig volgens de criteria duurzaam bosbeheer. De n de

ITEIT EN STRUCTUURKWALITEIT

plaatselijk gekanaliseerd. De Moerlaanbeek wordt sterk landbouw. Intensivering (schaalvergroting, toename van nutriënte

ag gebied negatief beïnvloeden

kleine landschapselementen), doo

strijdingsmiddelen en de verbetering van oogstmethoden), door wijziging van de teelten (b.v. toename maïs t.o.v. graan, omzetting graslanden), en teeltmethoden (b.v. dieper ploegen, stopzetten beheer taluds, drainage).

Het verdwijnen van de land

gemeenschappen ook negatief zijn omdat dit leidt tot biotoopverlies en fragmentatie. Vooral in het westelijk deel is de verstedelijkingsdruk vrij sterk.

H er i

D an

voor de vegetaties van bermen en taluds. Vooral voor de gemeenschappen van droge schrale graslanden en mesofiele graslanden is dit een knelpunt.

Woon-werk

verstedelijkingsdruk, maar vooral centraal in het gebied is de bebouwing vanuit de twee val-leien via de verbindingswegen bijna aaneengesloten.

Het deelgebied heeft in vergelijking met het plateau van Duisburg meer verspreide bebouwing (b.v. omgeving Margijsbos).

zi geld overb

In de omgeving van Terdek ligt een grondwaterwinning, waarvan de invloed op de ecologie van de vallei onduidelijk is.

Langs de Wolfshagenstraat liggen twee zandgroeves. Momenteel worden ze uitgebaat als stortplaats.

Met de

In het Meer van Genval domineert de recrea

Bosbouw

Het beheer van de b

boomlaag is vaak gelijkvormig en gelijksoortig, de struiklaag is soms slecht ontwikkeld e kruidlaag kan hinder ondervinden van een intensieve exploitatie.

WATERKWAL

De waterkwaliteit en de structurele kwaliteit van de waterlopen is matig tot slecht. In de om-geving van Terdek is de Peerdebeek

verstoord door de afwatering van de E411. De beken in de omgeving van het Mommaartshof

rlagen.

n bepaalde delen zijn de kleine landschapselementen schaars. en het Keihof hebben ook een matige kwaliteit door directe en diffuse verontreiniging.

De bronzones hebben hogere nitraatconcentraties in vergelijking met concentraties in diepere grondwate

DUURZAAMHEID

In het gebied zijn de lineaire elementen, bossen, soortenrijke graslanden en waterlopen slecht tot niet gebufferd, waardoor (de randen van) deze biotopen kunnen verruigen en mesofiele overgangsmilieus verdwijnen. I

Het gebied is gevoelig voor bodemerosie.

B

BEELLAANNGGRRIIJJKKSSTTEESSLLEEUUTTEELLPPRROOCCEESSSSEENN

ke biotopen zijn scherp afgegrensd ten opzichte van hun agrarisch omgeving. rschillende functie kunnen vervagen.

.a. deelgebied “plateau van Moor-aartshof een sturende factor. De intensiteit en de kwaliteit van het grondwater zijn hierbij belangrijke parameters.

Het agrarisch gebied met veel akkerbouw kent een hoge bodemdynamiek Typische akkerge-meenschappen zijn hiervan afhankelijk.

Bosvorming is vooral op de hellingen een sleutelproces. Op de plateaus is het proces op veel kleinere schaal actief.

De natuurrij

Extensieve begrazing kan in dit gebied vorm geven aan structuurrijke vegetaties die de gren-zen tussen delen met een ve

Het is een infiltratiegebied. Het water dat infiltreert moet kwalitatief goed water zijn. Hierbij is het bereiken van een evenwichtsbemesting een belangrijke vereiste. Dit is ondermeer van belang voor de aanwezige bronzones en de (tijdelijke) waterlopen.

Het is wenselijk het bodemerosieproces af te remmen (zie o sel”).

Kwel is in de omgeving van Terdek en het Momm

R

REELLAATTIIEESSMMEETTAANNDDEERREEDDEEEELLGGEEBBIIEEDDEENN

e droge colluviale dalen en op de steil-ussen deze concentraties zijn de relaties niet sterk. Vooral op de flank van de IJsevallei zijn ze vaak verbroken door bewoning. Het n- en de Dijlevallei en staan alle vrijwel haaks hierop. Dwarsverbindingen tussen deze

ors sterk ingeperkt. Tevens is deze zone vrij erk ge ateerd met de (bronnenrijke) geologische overgangszone tussen Brusseliaan en ortrijki .

elangrijk infiltratiegebied van de IJse en de Laan en in mindere mate van de Dijle. Deze hydrologische relatie wordt vooral verstoord door de toename van de verharde De natuurrijke biotopen zijn vooral geconcentreerd in d

ste hellingen van de IJse-, en Laan- en Dijlevallei. T

Margijsbos vormt hierop een uitzondering. De colluviale dalen liggen vooral aan de zijde van de Laa

valleitjes zijn weinig tot niet ontwikkeld.

De externe relatie met de Dijle- en de Laanvallei is sterk verstoord door lintbebouwing en door de wegeninfrastructuur. Vooral de verbindingswegen Abtstraat (Overijse) en Wolfshae-gen (Huldenberg) hebben het aantal ruimtecorrid

st rel

K aan

Het is een b oppervlakte.