• No results found

74. Verwezen wordt naar de beantwoording onder 14. Bovenstaande informatie zal als bijlage bij de toelichting worden gevoegd

3.39 Pietersen Makelaardij, Milandweg 25, Nieuwkoop

Samenvatting

In het voorontwerpbestemmingsplan heeft perceel Milandweg 25 te Zegveld de be-stemmingen Kwekerij en Agrarisch-landschappelijke waarden gekregen.

De heer Leliveld heeft zijn kwekersbedrijf officieel per 31 december 2005 beëindigd.

Inspreker verzoekt vriendelijk het perceel in het definitieve bestemmingsplan de be-stemming Wonen te geven.

Beantwoording

Geconstateerd is dat de feitelijke functie anders is dan tot nu toe is vastgesteld. De bestemming van het perceel zal op de plankaart worden gewijzigd van “Agrarisch – Landschappelijke Waarden” nadere bestemming “Kwekerij” naar “Wonen”. Die wijzi-ging gaat vergezeld van de aanduiding “VAB”. Die maakt het voor eigenaren mogelijk de functie te wijzigen naar “Bedrijf”, “Maatschappelijk”, “Recreatie” of desgewenst weer naar “Agrarisch Bedrijf – Landschappelijke waarden”.

3.40 Dhr. A.M.A. Kastelein, Milandweg 64, Zegveld

Samenvatting

Inspreker heeft op de inspraakavond een vraag gesteld hoe het zit met een voormali-ge varkensschuur bij een boerderij. Kan de inspreker hier een woonbestemming op krijgen? Op welke wijze is dit mogelijk of kan dit mogelijk gemaakt worden?

Beantwoording

Het verkrijgen van een extra woning in een schuur is alleen mogelijk als dit een cul-tuurhistorisch waardevol bijgebouw is. Dit is, volgens de inventarisatie van de meente, op de locatie Milandweg 64 maar ook op de locatie Rondweg 54 niet het ge-val. Een extra woning is dan ook niet mogelijk.

3.41 Dhr. A. Verburg, Molenweg 43, Zegveld

Samenvatting

Inspreker maakt bezwaar tegen het bestemmingsplan landelijk gebied Woerden, Ka-merik en Zegveld. In het bestemmingsplan wordt de agrarische bestemming van het agrarische bedrijf van de inspreker ontnomen. Tevens maakt de inspreker bezwaar tegen het plan om vervangende nieuwbouw niet meer toe te staan voor kleine agrari-sche bedrijven. Volgens inspreker is dit funest voor agrariagrari-sche bedrijven op kleinere schaal. Inspreker vindt het bevreemdend dat in het landelijk beleid door alle instanties wordt onderschreven dat neveninkomsten noodzakelijk zijn voor heel veel agrarische ondernemingen. Ook is de inspreker van mening dat vernieuwing van gebouwen- bin-nen de normen- een duidelijke verfraaiing is van het groene hart.

Inspreker hoopt dat zijn bezwaar niet alleen wordt gezien als een persoonlijke zaak maar dat meerdere agrarische ondernemers in de afbouw- of in de afloopfase van hun

ondernemerschap feitelijk de mogelijkheid zouden moeten hebben om ook kleinscha-lig te functioneren.

Beantwoording

De gemeente is van mening dat ze, juist om redenen die inspreker aanvoert, wel een passend beleid in het plan heeft opgenomen. Bedrijven die recent zijn gestopt of gaan stoppen, krijgen automatisch de aanduiding “VAB” op het perceel. Het perceel kan dan met een wijziging omgezet worden naar “Bedrijf”, “Recreatie”, “Wonen” of terug naar “ Agrarisch – landschappelijke waarden” (met een bouwvlak).

Voor kleine agrarische bedrijven geldt dat uitbreiding en nieuwbouw van het bedrijf alleen met een vrijstelling kan plaatsvinden. Dit om ongewenste, niet in agrarisch ge-bruik zijnde schuren tegen te gaan. Hierdoor wordt het niet onmogelijk om wel nieuw-bouw te plegen ten behoeve van een kleinschalig agrarisch bedrijf.

Op de locatie van inspreker is 8 ha grasland aanwezig en zijn 30 schapen toegestaan volgens de Milieuwetgeving. De agrarische omvang hiervan is veel minder dan 10 nge en dat is hobbymatig. De hoofdfunctie op dit perceel is opslag van andere producten (nu sinasappels, voorheen kaas) in de schuur met koelcellen achter de woning. De toegestane oppervlakte bebouwing (480 m²) is ruim voldoende om machines op te slaan en in de wintermaanden huisvesting te hebben voor de schapen. Bij de be-stemming “Bedrijf” met nadere bebe-stemming ‘opslag’ voor een VAB is afgewogen dat de bestaande gebouwen voor opslag gebruikt mogen worden, maar bij volledige her-bouw van een schuur is alleen herher-bouw van de helft toegestaan. Opslag voegt name-lijk niets toe aan de beleving van het landename-lijk gebied en kan ook op een bedrijventer-rein. Daarom geldt voor herbouw bij opslag wel de saneringsverplichting. Ook bij herbouw van de helft van de oude schuur resteert op het perceel van inspreker nog steeds voldoende bebouwing voor de werktuigen om 8 ha te onderhouden en voor de 30 schapen. De aangevraagde bouwvergunning voor volledige herbouw van deze schuur is dan ook geweigerd.

3.42 Dhr. P.H. van Vliet, Oortjespad 2, Kamerik

Samenvatting

Het bouwblok loopt aan de zuidzijde tot aan erfscheiding Van Teylingenweg 130 Zie detailkaart nr. 75.

De grens van het bouwblok loopt nu niet tot de scheidingsgrens van dhr. Vianen. Dit gedeelte (de zuidkant op voorheen het weiland van de heer Vianen) wordt alleen ge-bruikt voor opslag kuilgras in de winterperiode.

Beantwoording

De gemeente past de voorgestelde wijziging van het bouwvlak aan op de plankaart.

3.43 Dhr. C.N.M. Koot, Oude Meije 10, Zegveld

Samenvatting

Inspreker is verbaasd dat het hele bouwblok in de Oude Meije staat ingekleurd. Het betreft immers een archeologisch gebied. Inspreker maakt bezwaar tegen deze stel-ling gezien er in de toekomst mogelijk een nieuwe loopstal gebouwd gaat worden.

Beantwoording

De gemeente is gehouden de aanduiding “Archeologisch waardevol gebied’ op te ne-men. Dit omdat die waarden in het gebied zijn aangetroffen.

Er zal altijd een archeologisch vooronderzoek noodzakelijk zijn als een gebouw groter dan 100 m² en dieper dan 30 cm komt. De maatvoering van 50 cm bleek niet haalbaar en wordt dan ook 30 cm, omdat in de zone tussen 30 en 50 cm onder maaiveld drie-kwart van de vondsten worden gedaan. Ook voor andere werkzaamheden als graven, roeren, ophogen, egaliseren, aanleggen van diepwortelende beplanting etc. over een oppervlakte groter dan 100 m² is eenzelfde vooronderzoek nodig.

Afgewogen wordt om als gemeente aan de provincie te vragen om in de drie agrari-sche bouwpercelen langs de Oude Meije nader onderzoek te laten doen naar de loca-tie van de archeologische waardevolle elementen. Ook zou onderzocht moeten wor-den welke maatregelen genomen kunnen worwor-den om de archeologische waarwor-den bij bouwplannen op de agrarische bedrijven te kunnen ontzien. Dan wordt de onder-zoeksverplichting al voor een deel door de overheden uitgevoerd en wordt duidelijk of er nog bouwmogelijkheden zijn op deze bestaande agrarische bedrijven, die zorgdra-gen voor het openhouden van het waardevolle cultuurlandschap.

3.44 Dhr. A. van Dijk, Polanerzandweg 13, 3446 CC Woerden

Samenvatting

Het perceel van inspreker grenst aan de achterzijde aan het perceel Reinaldaweg 4 waar een transportbedrijf gevestigd is. Met de eigenaar van het transportbedrijf is overeengeko-men dat er delen van beide percelen worden uitgewisseld. Hierdoor ontstaan voor beide partijen een courant, rechthoekig perceel. Inspreker wenst het volgende aangepast te zien in het bestemmingsplan:

I. Met Transportbedrijf G.W. de Bruyn b.v. van het aangrenzende perceel Rei-naldaweg 4 zal een grondruil plaatsvinden. Er is overeengekomen dat de langgerekte punt rechts van de boerderij geruild wordt tegenover een vierkant stuk weiland in het verlengde van de huidige garage van de Bruyn. Hierdoor ontstaan 2 rechthoekige percelen. Ook de bestemmingen van beide te ruilen percelen gaan over naar de andere eigenaar (zie bijlage 1 en 2). Zie ook de inspraakreactie van Transportbedrijf de Bruyn d.d. 23-01-2007 incl. bijlagen.

II. Na de herindeling van het perceel is inspreker voornemens om een groot aan-tal van zijn bijgebouwen op het achterterrein te slopen en te herbouwen aan de achterzijde van het terrein. Er zouden 7 bijgebouwen verdwijnen met een gezamenlijk oppervlak van ± 325m². De inspreker wil in afwijking tot het ge-stelde in het voorontwerp bestemmingsplan (slechts 50%) deze 325m² her-bouwen achter zijn woning of achter de grote loods. In verband met het ge-bruik is een reductie van ruim 160m² niet mogelijk. Door de herindeling van het perceel en het verdwijnen van de versnippering aan gebouwen ontstaat een open gebied wat past in het slagenlandschap.

Ingeval van medewerking van gemeente Woerden omtrent reactie 2, zal het nieuwe plan dit voorjaar worden voorgesteld en ingediend.

Beantwoording

Dit perceel heeft nu nog de bestemming Wonen met aanduiding VAB. Alleen bij cul-tuurhistorisch waardevolle bebouwing is sloop en volledige herbouw mogelijk bij zeer slechte bouwkundige staat. Dan moet het gebouw zoveel mogelijk herbouwd worden en bij voorkeur op dezelfde plek. Op basis van het advies van de Commissie

Monu-menten en Cultuurlandschap zal nog op de plankaart worden aangegeven welke schuren van dit en het naburige perceel cultuurhistorische waarde hebben. De ge-meente zal het verzoek beoordelen op het moment dat een sloop- en bouwvergun-ningaanvraag wordt ingediend. De nieuwe oppervlaktes moeten voldoen aan het in de bestemming “Wonen” gestelde, waarin staat dat alleen herbouw van de helft is toege-staan bij niet-cultuurhistorisch waardevolle bebouwing.

De nieuwe eigendomsverhoudingen zullen op de plankaart worden vertaald.

3.45 Dhr. M.D. Bon, Reigerstraat 14 B, Kamerik

Samenvatting

In het voorontwerp is nog geen rekening gehouden met het door inspreker ingediende principeverzoek en de door inspreker aangevraagde bouwvergunning.

Tevens staat het huis van de inspreker op de kaart aangegeven als Rijksmonument, terwijl het volgens hun gegevens een gemeentelijk monument betreft.

Beantwoording

Volgens detailkaart 63 heeft dit perceel nog de agrarische bestemming, terwijl het agrarisch bedrijf is beëindigd en de functie gewijzigd is naar Wonen. Er is een principe verzoek ingediend voor de ruimte voor ruimte regeling. Daar is nog geen duidelijkheid over, want waarschijnlijk wordt er nog onvoldoende gesloopt, gezien de maatwerkre-geling in bijlage 5 van de voorschriften. Een locatie op het perceel voor de boerderij dichtbij de kern Kanis voor een nieuwe woning is vanuit stedenbouwkundig oogpunt niet gewenst. Er zal een locatie bij voorkeur in het bouwvlak gezocht moeten worden, waarbij tevens rekening zal moeten worden gehouden met de benodigde afstand tot de naburige agrarische bedrijven. De schuur, die nu tijdelijk tijdens de verbouwing als woonruimte wordt ingericht, zal indien mogelijk daarna als recreatief nachtverblijf be-nut gaan worden. Deze schuur aan de noordzijde van de kapberg was tijdens de in-ventarisatie niet als cultuurhistorisch waardevol aangemerkt, maar heeft, volgens een cultuurhistorisch deskundige toch voldoende cultuurhistorische waarde om bij voor-keur te behouden en een passende functie, zoals recreatief nachtverblijf, te geven. Dit principeverzoek heeft geen consequenties voor de plankaart, want pas als er een vrij-stellingsprocedure is doorlopen of via een artikel 19 procedure vooruitlopend op de vaststelling van het bestemmingsplan of na goedkeuring van het bestemmingsplan via artikel 32.1 en 36.5, kan de nieuwe situatie daadwerkelijk worden bestemd. Op de plankaart zal de aanduiding worden gewijzigd in “gemeentelijk monument”.

3.46 Dhr. J. van Vliet, Rietveld 51, Woerden

Samenvatting 1e inspraakreactie:

Over Barwoutswaarder 168

I. perceel heeft de bestemming ‘wonen’. Een jaar geleden zijn er een 3-tal con-tainers geplaatst voor een vleesverwerkingsbedrijf. Volgens de inspreker zijn dit ‘bedrijfsactiviteiten’ en zijn die op deze locatie niet toegestaan. Tevens is er geen vergunning verleend voor plaatsing containers.

Er is een uitrit van +/- 10 m gemaakt zonder vergunning.

inspreker maakt bezwaar tegen gang van zaken en handhaving van de ge-meente van het bestemmingsplan.

waarom heeft de gemeente een bestemmingsplan als ze die toch niet hand-haven?

2e inspraakreactie:

Over Rietveld 62

II. Volgens detailkaart landelijk gebied is Rietveld 62 gemarkeerd als bedrijfsbe-stemming (betreft kaaspakhuis). Eigenaar van het bedrijf heeft +/- 1 ha grond aan westkant van bedrijf gekocht (was agrarische bestemming) en hiervan een vrachtwagenpark gemaakt voor zijn pakhuis.

Op nieuwe detailkaart is de bestemming van het aangekochte gebied veran-derd in een bedrijfsbestemming. Hoe is dit mogelijk?

Beantwoording

I. Volgens de beantwoording bij 3.1 en 3.8 zal er gehandhaafd worden op de strijdige activiteiten en bebouwing.

II. De bestemmingsgrens zal wordt teruggelegd tot de huidige grens in het be-stemmingsplan. Het perceel en de verharding blijft binnen de huidige grens.

Er mag binnen deze grens geparkeerd worden met eigen vervoermiddelen.

Voor buitenopslag is in het bestemmingsplan een speciale regeling voorzien.

De plankaart zal worden aangepast. .

3.47 Dhr. R.S. Le Poole, Rietveld 75, 3443 XB Woerden

Samenvatting

In het voorontwerp staat ‘Rietveld 77a’ aangemerkt als zomerwoning. Voorgesteld is om hieraan de bestemming ‘recreatieve bestemming’ te koppelen. Inspreker maakt bezwaar tegen de aanduiding ‘zomerwoning’. Inspreker heeft dit ongeveer 10 jaar ge-leden ook al gedaan.

In het document ‘bestemmingsplan landelijk gebied Woerden, Kamerik en Zegveld beleidsregel juridische regeling percelen’ vind de inspreker de volgende tekst:

De op dit moment aanwezige solitaire zomerwoningen worden als Recreatieve doel-einden met de aanduiding zomerwoning bestemd, mits ze nu al als zodanig bestemd zijn, onder het overgangsrecht van het huidige bestemmingsplan vallen of als ze schriftelijk zijn toegestaan.

De overige zomerwoningen en stacaravans, die korter staan dan het overgangsrecht van het huidige bestemmingsplan of niet schriftelijk zijn toegestaan, zullen worden aangeschreven en moeten worden verwijderd. De inventarisatie van de stacaravans en zomerwoningen zal in het bestemmingsplan worden opgenomen.

Inspreker maakt bezwaar tegen de gang van zaken inzake de legalisering van de ver-bouwing van een kleine berging van de heer Smienk. Inspreker is van mening dat het overgangsrecht van het in werking treden van het lopende bestemmingsplan het bouwwerk, dat thans aangemerkt wenst te worden als ‘zomerwoning’ niet heeft gele-galiseerd. Inspreker vindt dat de aanduiding dient te blijven ‘opgeknapte berging’.

Inspreker in van inzien dat bedoeld bouwwerk, dat niet schriftelijk is toegestaan, en ook niet gelegaliseerd was door het van kracht worden van het bestemmingsplan in 1992, dient te worden verwijderd.

Tevens heeft de inspreker de volgende opmerkingen betreffende het voorontwerp be-stemmingsplan:

I. Het plan spreekt van leidingen, maar inspreker kan bij hem in de buurt op de kaarten geen rioolleiding vinden. Nu de heer Smienk laatstelijk verklaart er zelfs te wonen is de inspreker van mening dat tenminste voorkomen moet worden, dat de heer Smienk nog langer de Rijn als riool gebruikt.

II. De geamoveerde garage van de heer Smienk staat nog steeds op het erf van Rietveld 92.

III. In het erf tussen dat van de heer Smienk en Rietveld 77 is een flinke insteek-haven gegraven. Inspreker heeft geen aankondiging gezien dat daarvoor een vergunning afgegeven werd.

IV. Adres Rietveld 77a is een eigen vondst van de heer Smienk; staat dat nu toch in de gemeentelijke basisadministratie?

V. De bedoeling en consequentie van de dubbelfunctie waterkering, die zelfs het merendeel van de bebouwing van de inspreker overdekt is inspreker niet duide-lijk. De eigenlijke dijk is toch slechts de weg?

VI. De inspreker is niet gelukkig met de 'bedrijf’ functie van Rietveld 77.

VII. De 'zomerwoning' tussen Rietveld 89 en Rietveld 91 kan inziens inspreker slechts thans gelegaliseerd worden als daarvoor een schriftelijke toestemming is afgegeven. Bij inspreker is hiervan niets bekend.

VIII. Inspreker is blij dat de samenvoeging van Rietveld 73 en Rietveld 75 nu in het plan komt. Echter zou inspreker het jammer vinden als niet beide huisnummers kunnen worden gehandhaafd, om redenen die inspreker al bij eerdere reactie aangaf (historie). Dat is dan ook voortreffelijk verwoord in de aanduiding van aanlegplaats voor geregistreerde varende monumenten.

IX. Op de kaart staat op het erf van inspreker nog een 'outline' getekend van de bestaand hebbende schuur achter het huis langs de Rijn. Die is gesloopt als onderdeel van het saneringsplan dat samenhing met de nieuw gebouwde schuur omstreeks 1999. Dat werd vermeld in de aanvraag voor de bouwver-gunning daarvoor.

X. De bestaand hebbende illegale plantenkas van de heer Smienk staat ook nog ingetekend.

XI. In het wijkje tussen het erf van de heer Smienk en dat van inspreker lijkt een lijn-tje aan te geven, dat de eerste paar meter naast de weg verzanden. Dat is niet de bedoeling (althans niet van inspreker).

XII. Naar inzien inspreker zijn er veel monumentale bomen niet aangeduid in het plan. Inspreker vindt dit jammer.

XIII. Inspreker is zeer blij met de aanduiding van aanlegplaats voor varende monu-mentale schepen; inspreker zegt hartelijk dank. Inspreker denkt dat het zeker zal bijdragen aan de landschappelijke waarde ter plekke.

XIV. Inspreker wenst in zijn algemeenheid nadrukkelijk zijn complimenten naar voren te brengen voor het gedegen, gedetailleerde en consciëntieuze werk aan dit bestem-mingsplan. Het resultaat ishier, naar inziens inspreker, ook naar.

Beantwoording

I. De gemeente neemt kennis van het gestelde over Rietveld 77a. De beroeps-procedure loopt over onder andere de permanente bewoning van dat perceel en daar is inspreker als belanghebbende ook bij betrokken. De gemeente stelt zich op het standpunt dat de heer Smienk niet voldoende heeft aangetoond dat permanente bewoning sinds 1992 aanwezig is en onder het overgangs-recht van het huidige bestemmingsplan valt. Er zijn diverse procedures ge-voerd voor dit perceel, en daarin is al eerder door de gemeente erkend dat nachtverblijf in de zomermaanden (een zomerwoning) is toegestaan. Dat

wordt nu door de bestemming Recreatie met nadere bestemming zomerwo-ning bekrachtigd. Verwijdering van de verbouwde berging is niet aan de orde.

Alleen de hoofdtransportleidingen zijn op de plankaart aangegeven, de overi-ge leidinoveri-gen niet. Het al dan niet overi-gebruik maken van het riool is overi-geen zaak van het bestemmingsplan.

II. De tijdelijke garage is van de ondergrond van de plankaart geschrapt De ge-meente neemt kennis van de opmerking en gaat dit na.

III. Graven van een insteekhaven is een bevoegdheid van de provincie (beheer-der Oude Rijn) of het Hoogheemraadschap. Dit past wel in de bestemming erf..

IV. De gemeente heeft het adres wel in de GBA opgenomen. Overigens is die opmerking niet relevant voor het bestemmingsplan.

V. In overleg met het Hoogheemraadschap is gekomen tot een dubbelbestem-ming op en rond de waterkering. Die dubbelbestemdubbelbestem-ming is noodzakelijk om bij aanvragen voor wijzigingen van het bestemmingsplan in en rond de waterke-ring, ook de belangen van het functioneren van de waterkering te betrekken.

De waterkering zelf mag uiteraard niet afgegraven of anderszins ondermijnd worden, maar zowel aan de kant van het water als aan de kant van de polder wordt een zone van 5 tot 10 m aangehouden als waterkering, want werk-zaamheden in deze naastgelegen zone zouden invloed kunnen hebben op de waterkerende functie. De dubbelbestemming houdt in dat voor een aantal werkzaamheden binnen de waterkering dient een ontheffing van de Keur te worden aangevraagd bij het Hoogheemraadschap.

VI. Voor deze locatie geldt het Uitbreidingsplan in Hoofdzaak en heeft dit perceel een brede bedrijfsbestemming. De functie voor opslagdoeleinden is daar een goed vervolg op en past binnen de huidige bebouwing.

VII. Ook voor dit perceel loopt een bezwarenprocedure, want de eigenaar wil een permanente woonfunctie op deze locatie en de gemeente weigert dit. Het re-creatief gebruik van de ‘voormalige’ berging op dit perceel valt onder het overgangsrecht. De bestemming “recreatie” met de aanduiding “zomerwo-ning” past dan ook goed bij dat gebruik en de bebouwing is beperkt tot de be-staande situatie. Het moge duidelijk zijn dat die omstandigheden er niet toe zullen leiden dat er een bestemming “Wonen” op gelegd zal worden.

VIII. Beide huisnummers staan op de plankaart.

IX. De gemeente zal de resterende delen uit de ondergrond van de plankaart verwijderen.

X. De gemeente gaat na of de kas illegaal is en zal deze zonodig van de onder-grond van de plankaart verwijderen.

XI. Waarschijnlijk is dat de grens van de weg. Alle bermen van de wegen zijn be-stemd tot Verkeer. Nagegaan zal worden of de grens juist loopt.

XII. Op basis van een uitgebreide inventarisatie en beoordeling is gekomen tot een lijst van Bijzondere Status Bomen. Dat is een zelfstandig project geweest, los van het bestemmingsplan. Die lijst is in het bestemmingsplan vertaald met

XII. Op basis van een uitgebreide inventarisatie en beoordeling is gekomen tot een lijst van Bijzondere Status Bomen. Dat is een zelfstandig project geweest, los van het bestemmingsplan. Die lijst is in het bestemmingsplan vertaald met