• No results found

74. Verwezen wordt naar de beantwoording onder 14. Bovenstaande informatie zal als bijlage bij de toelichting worden gevoegd

2.18 Gemeente Bodegraven

Op 15 december 2006 ontvingen wij van u het voorontwerpbestemmingsplan "Lande-lijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld".

De bestemmingen in de omgeving van onze gemeentegrenzen sluiten aan bij de be-stemmingen die zijn vastgelegd in het bestemmingsplan "Buitengebied" van onze ge-meente.

Wij gaan er vanuit dat bij de toegekende woonbestemmingen (met name die met de aanduiding "vab") er voldoende onderzoek is gedaan naar de exploitatiemogelijkhe-den van omliggende agrarische bedrijven in de omgeving, ook op het grondgebied van de gemeente Bodegraven.

Beantwoording

84. Er is rekening gehouden met de naburige agrarische bedrijven in de gemeente Bodegraven.

Het plan is dermate consoliderend dat het noch frustrerend, noch stimulerend werkt voor de uitvoering van de transformatievisie Oude Rijnzone. Wij spreken hierbij wel de verwachting uit, zoals reeds ambtelijk en bestuurlijk is besproken, dat de gemeente

Woerden en de gemeente Bodegraven in gezamenlijkheid de ruimtelijke kwaliteit van het Groene Hart, meer in het bijzonder van het "venster Bodegraven-Woerden", ver-der vorm gaan geven.

Beantwoording

85. Dit aspect is geen directe opmerking over het bestemmingsplan. Uiteraard zal met de gemeente Bodegraven over het bedoelde vraagstuk verder worden gesproken.

Het plan geeft ons voor het overige geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.

Wij wensen u succes toe in het verdere planvormingsproces.

Beantwoording

86. De gemeente neemt de reactie voor kennisgeving aan.

3. INSPRAAKREACTIES

3.1 Dhr. W.M. Kromwijk, Barwoutswaarder 71, Woerden

Samenvatting

Vraagt duidelijkheid over "woon"bestemming van het vleesbedrijf aan Barwoutswaar-der 168. Het hek en amsterdammertjes staan op gemeentegrond.

Beantwoording

Deze locatie is geen vrijkomend agrarisch bedrijf. Een vleesverwerkend bedrijf is tot maximaal 250 m² mogelijk binnen bestaande bebouwing, mits eenzelfde oppervlakte bebouwing wordt gesloopt. Dat is hier niet het geval. Na controle op 11 juli 2006 ble-ken er 4 containers met een oppervlakte van 75 m², een vrachtwagentrailer van ca. 30 m² en opslagplaatsen van metalen profielplaten van ca. 25 m² te staan.

Uitbreiding van bebouwing werd alleen overwogen als het perceel Rietveld 33a, waar voorheen het vleesverwerkingsbedrijf zat, werd gesloopt en niet meer bebouwd. Dat perceel is echter verkocht, zodat uitbreiding van bebouwing op deze locatie niet mo-gelijk is. De containers, trailer en opslagplaatsen moeten verwijderd worden, want de-ze bebouwing is niet te legaliseren en hiervoor zal een handhavingsprocedure worden doorlopen.

Er zijn volgens artikel 30.3 wel beroep- en bedrijfsactiviteiten aan huis toegestaan in bestaande bebouwing (woning, bijgebouw) tot een maximaal oppervlak van 100 m².

Ten aanzien van de klacht over het hek en de paaltjes te dicht op de weg moet er mi-nimaal 0,5 m afstand tot de rand van het asfalt zijn en mag er geen verkeersonveilige situatie optreden (hek gaat bijv. naar buiten open).

3.2 Dhr. M.J. Spek, Barwoutswaarder 85, Woerden

Samenvatting

I. In het voorontwerp bestemmingsplan staat dat er geen nieuwe burgerwonin-gen in het buitengebied moburgerwonin-gen bijkomen. In cultuurhistorische gebouwen van een VAB daarentegen zou hierin wel de mogelijkheid zijn mits de agrarische activiteit van een omliggende veehouder niet wordt gehinderd. Dit zou bete-kenen dat er wel meer burgerwoningen bij kunnen komen.

II. Inspreker kan in de tekst niet lezen welke afstanden er genomen moeten worden tot een veehouder. Inspreker wordt doorverwezen naar andere wet-geving. Inspreker heeft liever dat deze afstanden in het bestemmingsplan ge-noemd worden.

III. Als een veehouder wil uitbreiden dan is er een grotere afstand bedrijfsgebou-wen tot burgerwoningen nodig. Toch zou het voor die tijd mogelijk zijn om in een cultuurhistorisch bijgebouw een woonhuis op te richten waardoor een aanvraag voor uitbreiding niet verleend kan worden of op veel grotere afstand in een bouwkavel gebouwd kan worden.

IV. Inspreker verzoekt om mee te werken om in de gebouwen andere activiteiten, als omschreven in het voorontwerp, wat betreft beroepen of bestemmingen dan bewoning toe te staan.

V. Inspreker mist de aanduiding ‘intensief’ op Barwoutswaarder 85. Er is een varkensmesterij. Deze staat omschreven als KAB, maar deze is middelgroot.

Beantwoording

I. Constatering van inspreker is juist. Nieuwe gebouwen die dienen als (bur-ger)woning, zullen niet worden toegestaan. De enige uitzondering is de situa-tie waarbij van de Ruimte-voor-ruimte-regeling gebruik gemaakt wordt. (zie 3.28). Daarnaast zijn woningen toegestaan in karakteristieke hoofdgebouwen, cultuurhistorisch waardevolle bijgebouwen, in MIP-panden en in Monumenten.

In die gevallen moet de (extra) bewoning bijdragen aan de instandhouding van die panden.

II. In het bestemmingsplan gelden geen (minimale) afstandsmaten tussen vee-houderijbedrijven en andere functies zoals wonen. Echter, bij het tekenen van de bouwvlakken is wel rekening gehouden met de milieuruimte / afstandsma-ten die veehouders nu en in de toekomst nodig hebben. Bouwvlakken zijn, als de situatie dat mogelijk maakte zodanig getekend, dat uitbreiding van bijvoor-beeld stallen in de toekomst nog mogelijk is.

III. De afstandsmaten waarnaar wordt gevraagd, zijn vermeld in onder andere de Wet Geurhinder en Veehouderij, die bij het ministerie is op te vragen. Met die maten in het achterhoofd zijn de bouwvlakken getekend.

Als vuistregel voor melkveehouders kan worden uitgegaan van een afstand van minimaal 50m tussen een veestal en een woning . De nieuwe Wet Geur-hinder en Veehouderij biedt gemeenten de mogelijkheid om van deze vaste maatvoering af te wijken. Dat is de gemeente Woerden ook van plan voor een kortere afstandsmaat. Het is dan ook niet wenselijk een vaste afstandsmaat in het bestemmingsplan op te nemen.

Inspreker mag en kan er vanuit gaan dat op het moment dat een verzoek wordt ingediend om een waardevol pand te gaan bewonen, alleen aan dat verzoek wordt meegewerkt als de milieuruimte van de nabijgelegen agrariër nu en in de toekomst niet onevenredig wordt belemmerd. Hiervan wordt op dat moment op basis van de dan geldende regelgeving, een zo goed mogelij-ke inschatting gemaakt.

IV. Niet duidelijk is wat wordt bedoeld. In artikel 36 is aangegeven welke moge-lijkheden er zijn voor vrijkomende agrarische bebouwing. In de voorschriften is ook een vrijstelling opgenomen (artikel 3.5.2.) om voor agrarische bedrijven mogelijkheden te bieden binnen de huidige bebouwing om andere functies te starten.

V. In de presentatie van de tekening van het bestemmingsplan is een fout geslo-pen. De aanduiding “KAB” is gelegd op Barwoutswaarder 87. Op de analoge (detail)kaart lijkt het alsof de aanduiding ligt op Barwoutswaarder 85, maar dit is niet het geval. (Het is een aanpijling van nummer 87) Dit wordt gewijzigd op de plankaart. De aanduiding intensief is alleen voor agrarische bedrijven met intensieve veehouderij als hoofdtak. De neventak intensieve veehouderij staat benoemd in bijlage 2 van de voorschriften.

3.3 Dhr. A van den Berg, Barwoutswaarder 87a, Woerden (2 brieven)

Samenvatting (brief 1)

I. in artikel 5, sub 5.1 van de voorschriften is opgenomen dat sprake is van een bedrijfsbebouwing van 10.350m². Er is echter door de gemeente Woerden een bouwvergunning verleend voor enkele vernieuwingen en uitbreidingen

waardoor sprake is van een toename van het bebouwde oppervlak. Inspreker verzoekt deze wijziging door te voeren.

II. in artikellid 5.2.2. is het volgende vermeld: ‘de hoogte van andere bouwwer-ken mogen niet meer bedragen dan 2 m voor erf- of perceelafscheidingen en 1 meter voor overige, andere bouwwerken.’ Telefonisch is aangegeven dat de hoogte van 1 m onjuist is en veranderd zal worden in 12 m.

III. inspreker verzoekt de mogelijkheid van het plaatsen van een windmolen op bedrijfsterrein Barwoutswaarder 89a in het bestemmingsplan op te nemen.

Nu wordt de maximale bouwhoogte van 12m vermeld, maar deze is onvol-doende voor de bouw van een windmolen.

(brief 2)

IV. Perceel van inspreker, Barwoutswaarder 87a maakt op de plankaart van het voorontwerp bestemmingsplan landelijk gebied deel uit van een industrieter-rein. Het perceel heeft de bestemming ‘Houtverwerkingsbedrijf’. Dit is niet juist, de inspreker woont op dit perceel en maakt ook niet uit van het industrie-terrein. Daarbij komt dat het perceel in het geldend bestemmingsplan ook geen bedrijfsbestemming heeft. Inspreker heeft het perceel aangegeven op bijgeleverde situatieschets.

Inspreker vraagt de bestemming van het perceel in een volgende planfase te wijzigen.

Beantwoording

I. Het is juist dat er recent een bouwvergunning is verleend. De toegestane op-pervlakte zal daarop worden aangepast.

II. De gemeente zal de voorschriften op het genoemde deel aanpassen.

III. De gemeente Woerden is van mening dat solitaire windmolens op eigen ter-rein niet wenselijk zijn. De landschappelijke impact is te groot, als dit op ver-spreide percelen in het landelijk gebied mogelijk zou zijn. Het past ook niet in het provinciale beleid voor windmolens. Aan het verzoek dit op het eigen ter-rein wel mogelijk te maken, wordt dan ook niet meegewerkt.

IV. De gemeente past de plankaart aan. Perceel van de inspreker krijgt de be-stemming “Wonen”.

3.4 Beheersmaatschappij Verweij en Marinus v.d. Berg Onroerend Goed BV, Barwoutswaarder 97 en 89a, Woerden

Samenvatting

Verzoek om de mogelijkheid open te houden van een ontsluiting aan de achterzijde naar de locatie van het toekomstige bedrijventerrein van Nieuwerbrug, zodat deze bedrijven direct naar de Molendijk en A12 kunnen.

Beantwoording

Het perceel achter deze bedrijven heeft de agrarische bestemming. Er is geen aan-legvergunning nodig voor het aanleggen van ontsluitingen. Niet bekend is of een der-gelijke ontsluiting past in de planvorming van de gemeente Bodegraven.

3.5 Dhr T.J.R. Peters, Barwoutswaarder naast 162, Woerden

Samenvatting

Inspreker dient een reactie in m.b.t. het perceel Barwoutswaarder naast 162 te Woer-den. In het voorontwerp heeft dit perceel de bestemming ‘maatschappelijk- vereniging’

gekregen. De bestemming beperkt de bouw- en gebruiksmogelijkheden van het per-ceel die voor verenigingen op het gebied van sport, cultuur en educatie. In het voor-ontwerp wordt de gebruiksmogelijkheid beperkt tot maatschappelijke verenigingsdoel-einden.

Inspreker verzoekt om in het ontwerpbestemmingsplan de bestemmingsregeling voor het perceel te verbreden tot ‘recreatieve en/of maatschappelijke doeleinden’.

Tevens verzoekt inspreker om in het bestemmingsplan op te nemen dat er geen abso-luut nachtelijk verblijfsverbod genomen wordt. Dit vanwege het feit dat muzikanten uit geheel Nederland komen en soms ook uit het buitenland.

Inspreker merkt op dat in de tekst van het voorontwerp abusievelijk de teksten van 14.3.1 en 14.3.2 zijn verwisseld.

Inspreker verzoekt de mogelijkheid tot het realiseren van een beheerderwoning op te nemen in het bestemmingsplan. Dit om te voorkomen dat nadelige situaties van van-dalisme, inbraak etc. zich voordoen.

Tevens wenst de inspreker in het bestemmingsplan op te nemen dat het gebruik van het verenigingsgebouw getransformeerd kan worden in woongebruik.

Beantwoording

De gemeente is van mening dat al lange tijd is bekend dat het pand voor de genoem-de verenigingsdoeleingenoem-den mag worgenoem-den gebruikt. Er is genoem-dezelfgenoem-de bestemmingsregeling als in het vigerende bestemmingsplan Landelijk gebied Woerden opgenomen. Binnen deze bestemming staat de gemeente nachtelijk verblijf niet toe en dat is bij alle ge-sprekken en bij de aanvraag duidelijk aangegeven.

De aanwezige oppervlakte en de mogelijkheden voor sport, cultuur en educatie biedt aan verenigingen voldoende mogelijkheden, maar het wordt niet grootschalig. Doordat

’s nachts niet overnacht mag worden, blijft de overlast voor omwonenden beperkt.

Overnachten is bij andere verenigingsgebouwen ook niet toegestaan. Er zijn geen nieuwe burgerwoningen toegestaan in het landelijk gebied, met uitzondering van de

‘ruimte voor ruimte regeling’ en in cultuurhistorisch waardevolle bebouwing. Dat is hier beide niet het geval. De gemeente acht een aanpassing van de voorschriften op dit punt niet noodzakelijk. Wel is terecht opgemerkt dat de tekst van de voorschriften 14.3.1 en 14.3.2 abusievelijk zijn verwisseld. Dit zal in de voorschriften worden aan-gepast.

De Julianaboom is een gedenkboom en is foutief niet op de plankaart als “Bijzondere Status Boom” opgenomen. Dit zal op de plankaart worden aangepast.

3.6 Dhr. P. de Wit, Barwoutswaarder 162, Woerden

Samenvatting

Inspreker wil graag dat er de bestemming ‘wonen’ aan het perceel Barwoutswaarder 162 naast, de bestemming kleinschalige bedrijfs-/ verenigingsactiviteiten wordt toege-voegd. Dit gezien inspreker zorgen heeft omtrent de ontwikkeling van overlast op het betreffende perceel.

Naar de mening van de inspreker biedt dit de beste garantie voor een gebruik en be-heer zonder overlast voor de omgeving en uitstraling passend bij het buitengebied.

Beantwoording

De voorschriften en daarmee bebouwings- en gebruiksmogelijkheden komen overeen met de mogelijkheden in het geldende plan. De aanwezige oppervlakte en de moge-lijkheden voor sport, cultuur en educatie biedt aan verenigingen voldoende mogelijk-heden, maar het wordt niet grootschalig. Doordat ’s nachts niet overnacht mag wor-den, blijft de overlast voor omwonenden beperkt. Overnachten is bij andere verenigingsgebouwen ook niet toegestaan. Er zijn geen nieuwe burgerwoningen toe-gestaan in het landelijk gebied, met uitzondering van de ‘ruimte voor ruimte regeling’

en in cultuurhistorisch waardevolle bebouwing. Dat is hier beide niet het geval. De gemeente acht een aanpassing van de voorschriften dan ook niet noodzakelijk.

3.7 Dhr. S.G. de Jong, Barwoutswaarder 168, Woerden

Samenvatting

Inspreker verzoekt om de activiteiten van de inspreker positief te bestemmen, dan wel de activiteiten te gedogen, zodat zij onder het overgangsrecht kunnen worden ge-bracht. Inspreker levert op kleine schaal vlees en vleesproducten aan gespecialiseer-de bedrijven. Inspreker heeft geen personeel in dienst en verwerkt voor het grootse deel in de keuken van zijn woning. Maximaal 500 kilogram per dag. Inspreker slacht in het pand niet. Het vlees wordt gekoeld aangevoerd en door inspreker bewerkt en ver-werkt. De foodsector heeft geadviseerd dat het een activiteit betreft die uitstekend te combineren valt met een woonbestemming.

Inspreker verwijst naar het feit dat vleesverwerking in de positieve lijst van bedrijfs-doeleinden, bijlage 3 bij het bestemmingsplan, vleesverwerking wordt aangemerkt als een ambachtelijk landbouwproductverwerkend bedrijf.

Inspreker verzoekt om het bestemmingsplan aan te passen zodat bovenstaande acti-viteiten mogelijk gemaakt kunnen worden.

Inspreker is bereidt om de activiteiten, die nu op het terrein in containers plaatsvinden, onder te brengen in een aanbouw aan zijn woning. Hiervoor is een bouwplan ontwik-keld waarin voorzien is in een dergelijk aanbouw. Een kleurenafdruk is bijgevoegd.

De afmetingen zijn conform de voormalige bedrijfsruimte die inspreker had aan de noordzijde van de Oude Rijn. Inspreker heeft deze ruimte verlaten op verzoek van het college van B&W, waarbij door intrekking van de erkenningen de mogelijkheid om ter plekke nog een vleesverwerkend bedrijf te voeren, ongedaan is gemaakt. Van de zijde van het college van B&W is destijds toegezegd dat bij de woning van de inspreker eenzelfde bedrijfsruimte mogelijk gemaakt zou kunnen worden.

Beantwoording

Deze locatie is geen vrijkomend agrarisch bedrijf. Een vleesverwerkend bedrijf is tot maximaal 250 m² mogelijk binnen bestaande bebouwing, mits eenzelfde oppervlakte bebouwing wordt gesloopt. Dat is hier niet het geval. Na controle op 11 juli 2006 ble-ken er 4 containers met een oppervlakte van 75 m², een vrachtwagentrailer van ca. 30 m² en opslagplaatsen van metalen profielplaten van ca. 25 m² te staan.

Uitbreiding van bebouwing werd alleen overwogen als het perceel Rietveld 33a, waar voorheen het vleesverwerkingsbedrijf zat, werd gesloopt en niet meer bebouwd. Dat perceel is echter verkocht, zodat uitbreiding van bebouwing op deze locatie niet mo-gelijk. De containers, trailer en opslagplaatsen moeten verwijderd worden, want deze bebouwing is niet te legaliseren.

Er zijn wel beroep- en bedrijfsactiviteiten aan huis toegestaan in bestaande bebou-wing (woning, bijgebouw) tot een maximaal oppervlak van 100 m².

Ten aanzien van de klacht over het hek en de paaltjes te dicht op de weg, moet er minimaal 0,5 m afstand tot de rand van het asfalt zijn en mag er geen verkeersonveili-ge situatie optreden (als het hek bijvoorbeeld naar buiten open gaat).

3.8 Dhr. W. van Maanen, Breeveld 5, Woerden

Samenvatting

Op de plattegrond is volgens inspreker niet te zien waar de oostelijke scheidingslijn van de woonbestemming loopt. Inspreker neemt, gezien de situatie en bebouwing, een afstand 10 m vanaf de garagemuur aan.

Beantwoording

De afstand tussen de garage en de grens van de woonbestemming is nu op de detail-kaart ca. 5m. De gemeente zal dit op de plandetail-kaart aanpassen tot 10m. Het huisnum-mer wordt aan de ondergrond toegevoegd.

3.9 Dhr en mevr. Peter en Karin Bol, Breeveld 7, Woerden.

Samenvatting

Betreft perceel nabij Breeveld 7; ‘ruimte-voor-ruimte regeling’

I. is er de mogelijkheid om het bouwblok te verschuiven richting het oosten? Dit i.v.m. de overweging om het bijgebouw naar de andere zijde te verplaatsen vanwege de bezonning. Eventueel wordt overwogen om het bijgebouw naar achter te plaatsen.

II. Insprekers willen het bouwblok oprekken van 20x20 m naar 30 m(br) x 60m om een slag om de arm te hebben.

III. Omliggende percelen hebben een ruimer gebied waar de bestemming ‘W’

staat. Wat voor consequenties heeft deze begrenzing voor insprekers? In-sprekers willen graag een fatsoenlijke tuin en niet alleen maar grasland.

IV. de positie t.o.v. de weg is uitstekend.

Beantwoording

I. De gemeente acht de verplaatsing geen probleem. Ze zal het perceel naar het oosten verschuiven op de plankaart.

II. Het bestemmingsvlak zoals door u wordt bedoeld, kan groter worden ge-maakt. Dit laat onverlet dat niet van de gemaakte afspraken ten aanzien van de omvang van de bebouwing kan worden afgeweken.

III. Op het moment dat het bestemmingsvlak wordt vergroot en wordt verscho-ven, kan ook een tuin op eigen grond worden gerealiseerd.

3.10 Dhr. C.J. van Leeuwen, Breeveld 16a, Woerden

Samenvatting

Inspreker dient enkele voorstellen in met betrekking tot de ‘ruimte voor ruimte’ rege-ling. Als er meer als 1000 m² vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen gesloopt wordt mag er een woning voor in de plaats gebouwd worden van 600 m³.

Inspreker vraagt zich af of gemeente niet bang is dat er veel aanvragen komen waar de oude stallen achter de boerderij gesloopt gaan worden en er dan naast de oude

boerderij een nieuwe woning geplaatst wordt. De smalle langwerpige boerderij perce-len worden hier ingekort en de brede open ruimtes tussen de boerderijen worden min of meer opgevuld met nieuwe woningen, waardoor het open landelijke karakter veran-dert in een lintbebouwing.

Inspreker vermeldt dat er een duidelijke maat ontbreekt waarbinnen de nieuwe woning opgericht mag worden.

Volgens inspreker dient er aangegeven te worden dat binnen de grenzen van de ge-sloopte bebouwing mag worden. Hiermee wordt bovenstaand probleem ondervangen.

Inspreker is van mening dat er de mogelijkheid moet zijn om de bouwvergunning te verplaatsen naar een perceel aan de rand van de stad wanneer bovenstaande op een perceel niet mogelijk is.

Inspreker vraagt zich af waarom tussen het perceel Breeveld 16 en Breeveld 16a een geel blok met de bestemming wonen in ingekleurd en waarom hier zomaar een bouw-blok wordt gecreëerd. Volgens inspreker is de ruimte voor ruimte regeling hier niet van toepassing. Volgens inspreker is het stalgedeelte van de boerderij op Breeveld 16 verbouwd tot woonhuis.

Het nieuwe bouwblok moet volgens de inspreker verwijderd worden en het bijgebouw ingetekend worden met de bestemming ‘wonen’.

Volgens inspreker voldoet het dan meer naar het idee van het nieuwe bestemmings-plan, en komt dit ten goede van het cultuurhistorische gebouw en het open landelijke karakter.

Beantwoording

De gemeente heeft reeds invulling gegeven aan de wensen van inspreker ten aanzien van de Ruimte-voor-Ruimte-regeling. Hieraan wordt alleen meegewerkt, indien het leidt tot een verbetering van de landschappelijke kwaliteit. Idee is dat de nieuwe wo-ning beter is in te passen dan de bestaande schuren veelal zijn.

Landschappelijk gezien kan een kavel bij het dorp of de stad ook soms minder ge-wenst zijn. Het principe is dat de nieuw te bouwen woning op het voormalig bouwper-ceel komt, maar niet bijvoorkeur op de gesloopte schuren, omdat dan een situatie van

Landschappelijk gezien kan een kavel bij het dorp of de stad ook soms minder ge-wenst zijn. Het principe is dat de nieuw te bouwen woning op het voormalig bouwper-ceel komt, maar niet bijvoorkeur op de gesloopte schuren, omdat dan een situatie van