• No results found

Pierre Mendès France Theoretisch politicus

In document Streven. Jaargang 30 · dbnl (pagina 178-185)

Dieuwke I. Eringa

Wie mocht menen dat Pierre Mendés France als politicus heeft afgedaan omdat hij geen president of premier van Frankrijk is, vergist zich. Als praktisch politicus werkt hij in stilte. Wie zal zeggen of de vredestichter van Indochina, de dekolonisator van Tunesië, de sociaal-democratische tegenspeler van de Gaulle ooit nog geroepen zal worden tot de hoogste bestuursfuncties? Voor zover het van hemzelf afhing, hebben bescheidenheid, democratisch inzicht, een enkele keer gezondheidsredenen hem gelegenheden om aan de ‘macht’ te komen, doen missen. Voor zover anderen daarop van invloed waren, bleken zijn gemiste kansen het gevolg van haat en (antisemitische) hetze. Hij is er de man niet naar te transigeren, het ellebogenwerk ligt hem niet, evenmin als het streven naar persoonlijke ‘gloire’. Zijn invloed is groot. ‘Il ne se passe guère, à notre époque, d'événements importants sans qu'il n'apparaisse, cité comme témoin, comme avocat ou procureur’, zegt zijn interviewer Jean Bothorel1

. Als theoretisch politicus is Mendés France tot nu toe zeer actief, getuige de respectabele lijst van door hem gepubliceerde werken (op zijn minst zestien titels), waaraan in 1976 werd toegevoegd La vérité guidait leurs pas2

.

In het in 1974 gepubliceerde Choisir vertelt Mendès France allereerst hoe zijn eigen leven is verlopen. Vanaf zijn vroegste jeugd tot nu toe - hij werd geboren in 1907 - heeft hij de politieke ontwikkelingen van Frankrijk en daarbuiten gevolgd en hij heeft zich daarbij steeds betrokken gevoeld. Van moederszijde wordt hem belangstelling bijgebracht voor de Franse Revolutie. Die had immers de joden bevrijd en die had hun immers gelijkheid gebracht? Jaurès wordt bewonderd door vader en grootvader. Op Louis-le-Grand zat Mendès France in dezelfde club als Pompidou en Senghor: ‘la Ligne d'Action Universitaire Républicaine et Socialiste’. Zijn eerste, voor hem belangrijke politiek contact is dat met

1 Pierre Mendès France, Choisir, Ed. Stock, 1974. pp. 10, 11. Een recent voorbeeld daarvan is het interview met Mendès France in Le Nouvel Observateur nr. 601: Retour d'Israël. Ook hier betoogt de politicus: ‘L'essentiel n'est pas la victoire ou la revanche. L'essentiel, c'est la vie, la vie dans la liberté.’

Edouard Herriot, in 1923. Dat is het begin van een ruim vijftig jaar omvattende periode waarin Mendès France vrijwel iedere politicus van enige importantie in binnen- en buitenland heeft leren kennen. Zelf heeft hij onafgebroken de vinger aan de pols gehouden waar het de politieke ontwikkelingen betrof. In Choisir spreekt hij uitvoerig over zijn eigen politieke en economische ideeën. Om Frankrijk en de internationale relaties van Frankrijk gezond te maken en gezond te houden is een

plan nodig met duidelijk omschreven doelstellingen op lange termijn. Het geld mag

niet verspild worden aan onzinnige, gevaarlijke en moreel onverantwoorde projecten, zoals bijvoorbeeld de Concorde. Dit vereist het stellen van prioriteiten en het afzien van onmiddellijke baten door tot nu toe te zeer bevoorrechte groepen ten gunste van de gemeenschap en de minder bedeelden. Wanneer niet meer een klein aantal industriële ondernemingen de dienst uitmaken, maar wanneer onbaatzuchtige ondernemingen zonder egoistische bijgedachten ontwikkelingsprojecten op gang brengen, kan er, ook internationaal, door politici met verantwoordelijksgevoel het nodige tot stand gebracht worden.

Wat de internationale verhoudingen betreft: hoe wil een Europa zonder

gemeenschappelijke politiek op het gebied van economie, van energie, het kunnen opnemen tegen Amerika? Over een jaar of tien - hier is de Canadees Charles Levinson aan het woord - zullen drie - of vierhonderd grote maatschappijen meer dan 3/4 van de hele industrie van de kapitalistische wereld onder controle hebben (p. 243). Europese solidariteit is nodig, afstand doen, niet van nationale belangen, maar wel van nationaal egoïsme. Waar het gaat om een goede houding te vinden zowel t.a.v. Amerika, als tegenover de Oostlanden als tegenover de Arabische wereld is nodig openheid, vrije uitwisseling, weten te geven en te nemen, zonder het eeuwige opbieden tegen elkaar, zonder - nationaal gesproken - altijd op eigen houtje bezig zijn.

Laat Frankrijk maar eens wat minder vliegtuigen produceren en verkopen. Winstderving daardoor is minder erg dan de achting verliezen van een aantal volken. Laat Frankrijk eens wat meer doen voor de ontwikkelingslanden! Het Frankrijk van de Mensenrechten is het Frankrijk geworden van de Mirages en de tanks. (p. 279).

In het land zelf zou er veel meer gedaan moeten worden aan sociale voorzieningen. Behalve op militair gebied wordt er veel te weinig aandacht besteed aan research. De bedoeling van een plan houdt niet in dat iedereen en iedere onderneming verplicht zou worden om op ieder willekeurig ogenblik de beslissingen te volgen van een bureaucratisch gezag (p. 308). Er zijn gebieden waarop van ondernemingen en activiteiten gesproken kan worden: die welke op winst gericht zijn en die welke gericht zijn op het bevredigen van collectieve behoeften. Op den duur zal in deze beide sectoren ontwikkeling plaats vinden en heel verschillende wijzen van

samen-werking zullen tot stand komen, waarbij krachtens het plan de regering regelend en interveniërend optreedt. (pp. 309, 310).

Is dit praat van een optimist, een naïeveling? Optimisten als Mendès France, die reële oplossingen voorstaan voor de maatschappelijke problematiek zijn waarschijnlijk de enigen die bij machte zijn de vele wanhopigen en gefrustreerden van deze tijd uit hun somberheid en moedeloosheid te halen. ‘Je ne pense pas tellement à la crise politique banale qu'a l'angoisse profonde qu'éprouvent d'imnobrables hommes et femmes, d'innombrables jeunes. Ils ne se sentent pas chez eux dans cette société, ils ne croient plus en elle. Notre devoir est de chercher, de trouver et de proposer des solutions, des issues au tunnel dans lequel nous nous enfonçons.’3

Open kaart spelen tegenover de mensen, lasten eerlijk verdelen, de bereidheid hebben alles open te leggen en te laten controleren, werkomstandigheden verbeteren voor de arbeider (iets doen aan de vaak absurde en oneconomische afstand tussen huis en werk), hygiëne, veiligheid, kortom de ‘qualité de vie’ in gunstige zin beïnvloeden, ziedaar enkele praktische mogelijkheden. Achtergrond is zich

voortdurend te realiseren dat de symbiose zaken-politiek hoe langer hoe verder gaat en alleen door een strakke, strenge politiek, vooral ‘en matière budgétaire’ goed voortgang kan hebben. Blijft de vraag - en wie stelt zich die niet, zeker in deze tijd - of het inderdaad mogelijk is de maatschappij van binnen uit te vernieuwen en of er niet een revolutie nodig is om de kapitalistische structuren aan te tasten en af te schaffen om ze door een beter systeem te vervangen. Mendès France is geen voorstander van revolutie. Je kunt alleen maar wat verhelpen aan de structuur van een maatschappij door onophoudelijke inspanning, door voortdurende interventie, waarbij je helemaal teruggaat tot de bron en de oorsprong van de ongelijkheden. ‘Se consoler en répétant que rien n'est possible tant que la révolution n'aura pas mis en place une nouvelle société, c'est renoncer en fait à tout combat, c'est démissionner.’4

(Het is duidelijk dat dit niet met terugwerkende kracht van bijna twee eeuwen geldt voor de Franse Revolutie, waarvan de verworvenheden tijdens Empire en Restauratie zijn geconsolideerd). Gelukkig is er op sommige punten een vooruitgang die nu al resultaat kan laten zien en die voorbereidt wat later komt, men heeft niet het recht daar achteloos aan voorbij te gaan. De niet te stuiten kracht van de vooruitgang, zegt Mendès France, is voor hem het resultaat van nadenken, van redenering, van het bestuderen van het verleden. Waarheid en rechtvaardigheid zullen zich een weg banen.5

3 Choisir, p. 348.

4 Choisir, p. 318.

Hoe ver moeten we de weg terug volgen van die vreemde springprocessie die de geschiedenis is! Ik zei het al: de Franse Revolutie. De Franse Revolutie bracht de Republiek en de Republiek moet noodzakelijkerwijs leiden tot het socialisme. De Franse Revolutie bracht het fiscaal systeem - en dus de mogelijkheid eerlijk de lasten te verdelen - een zaak die we niet moeten beschimpen, maar waarmee de leerlingen van de lagere scholen al vertrouwd dienen te raken. De Franse Revolutie bracht de indeling in departementen en daarmee de mogelijkheid tot een op decentralisatie gerichte regering.

In La vérité guidait leurs pas gaat Mendès France terug tot ver in de negentiende eeuw. Het boek behelst een aantal portretten van voorlopers en eigentijdse figuren, medestanders en soms tegenpolen. Andersdenkenden die met een kromme stok soms rechte slagen wisten te slaan. Criterium voor de waardering van het optreden van andersdenkenden is voor de auteur de èchte vaderlandsliefde. Als voorbeeld daarvan noemt hij de houding van Churchill die, hoewel hij zelf van huis uit een

imperialistische tory was, niet ingreep toen de Labourregering tot de onafhankelijkheid van India besloot. Hoe gunstig steekt zijn houding af tegen de fanatieke campagnes van ‘Algérie française’.6

Tragisch is vaak het lot geweest van degenen die hebben meegewerkt aan het ontstaan van de nieuwe maatschappelijke verhoudingen. Ferry wordt verguisd en bijna doodgeschoten, Zola zou in de gevangenis terecht gekomen zijn ware het niet dat hij zijn toevlucht in Engeland kon zoeken. Jaurès wordt vermoord. Dalimier wordt gecompromitteerd door het Stavisky-schandaal. Blum wordt tijdens de Tweede Wereldoorlog gevangen genomen door de Vichy-autoriteiten en vervolgens naar Duitsland gedeporteerd. Mendès Franse spreekt over hen in een trant die vaak wat retorischer is dan we van hem gewend zijn. Dat komt m.i. door de omstandigheden dat in deze bundel artikelen, redevoeringen, een enkele brief gebundeld zijn, ten dele uit de vijftiger jaren, ter nagedachtenis of ter ere van de betreffende persoon.

Richt Mendès France de schijnwerper op een aantal politici, daarmee wil niet gezegd zijn dat de vooruitgang een zaak zou zijn van enkele aan de weg timmerende individuen wier lot gezongen moet worden. Waar het om gaat is, heel

schoolmeesterachtig gezegd: welke lessen trekken we uit het verleden? Jules Ferry is o.a. bekend om zijn schoolwetten. Om de organisatie van de verplichte lagere school, niet kerkelijk en toegankelijk voor iedereen, arm en rijk, jongens en meisjes. Wie Zola zegt, zegt Dreyfus. Tevens is hij de romanschrijver die zich altijd bezighoudt met de ellende van de mensen, altijd trekt hij partij voor de arbeider. Dat hij zich inzette voor Dreyfus, was eigenlijk een zich inzetten voor een groot principe,

‘une société nouvelle où la part de chacun sera faite selon son mérite et selon son travail.’7

De op 31 juli 1914 vermoorde Jean Jaurès is de verzoener, die de verdeelde socialistische groeperingen tot elkaar tracht te brengen. Gestreefd moet worden naar de emancipatie en een menswaardig bestaan voor arbeider en producent. Jaurès ziet al de vervreemding van de arbeiders in een wrede, harde maatschappij. Ook in zijn ogen is er een economisch plan nodig voor het gehele land, zodat er eenheid komt tussen intellectuelen, boeren, arbeiders. Socialisme is niet een strijd van arbeiders alleen. ‘Wie anderen bespreekt, bespreekt zichzelf’, zegt de dichter Leopold: ‘Er komt niet uit de kruik dan wat er in is.’ Het zou wat boud gesproken zijn deze regels zonder meer op Mendès France toe te passen. Hij verstaat de kunst plezierige dingen van zijn tegenstanders te zeggen en hun maatregelen, voor zover ze vooruitgang betekenden en in het belang waren van de gehele gemeenschap, positief te waarderen. Maar tevens benut Mendès France zijn karakteristieken ook om zijn eigen ideëen door te geven. Het feit dat ze ten dele reeds bij voorgangers te vinden zijn maakt zijn betoog alleen maar des te klemmender.

Caillaux heeft ons nagelaten ‘le modèle altier et vigoureux de l'homme d'Etat

républicain’. Wat een verbeteringen zijn er tijdens Dalimier niet tot stand gekomen voor de arbeiders! De bescherming van het loon van de gehuwde vrouw, de wet op de bedrijfsongevallen, de grote bijstandswetten, de achturige werkdag, het

landbouwkrediet, ga zo maar door. Briand, met zijn optimistische opvattingen over de republiek is de vredemaker: ‘Tant que je serai là, il n'y aura pas de guerre.’ Juist hij, die in de republiek het wereldlijk karakter zo sterk benadrukt, hij, de man van de splitsing tussen Kerk en Staat, is degene die het herstel van de Franse ambassade bij het Vatikaan tot stand brengt.

Wat Blum bereikte ligt velen nog in het geheugen: het Front populaire, de

veertigurige werkweek, de doorbetaalde vakantie, voor vrouwen het passief kiesrecht. Hoe pijnlijk de herinnering moge zijn aan Frankrijks houding t.o.v. Spanje, overeind blijft staan wat hij gedaan heeft voor de sociale verbetering, en dat in de moeilijke crisisjaren.

Dat Mendès France, met alle respect voor de vrijheidsstrijder, niet veel goeds zou weten te zeggen over de politiek van de Gaulle, is zonder meer duidelijk. Hij geeft een schitterende beschrijving van de latere ‘monarque paternaliste’: ‘A priori, on pouvait redouter les tendances personelles du général de Londres, que ses origines sociales, une culture reposant surtout sur l'Histoire, une tournure d'esprit légèrement maurassienne, ne prédisposaient pas à comprendre le peuple français dans ses

fondeurs ni les besoins d'un avenir si different du passé’.8

Op de Gaulle's houding inzake de voormalige koloniën uit Mendès France felle kritiek. De gebeurtenissen van mei 1958 - het begin van de Vde republiek: ‘de staatsgreep heeft ten slotte een vernisje van wettigheid (een revêtement de légalité) gekregen.’9

De Vde republiek is een periode van regressie geweest.10

Van de economische groei uit de gaullistische tijd hebben de bezittende groepen in veel ruimere mate geprofiteerd dan de andere. Voor de inbreng van jongeren, voor de dialoog met de jongere generatie, miste hij de belangstelling en het orgaan. Na zijn dood stelden degenen die onvoorwaardelijk trouw betoonden aan de persoon van de Gaulle, zich tevreden met een andere vorm van trouw (...) te weten aan de belangen die rechts altijd verdedigt, die aan het nationale grootkapitaal en zijn bondgenoten in het buitenland.11

Men heeft Mendès France vaak als een ongeluksprofeet beschouwd, een Kassandra. Zelf wil hij zo niet genoemd worden. Integendeel, hij beschouwt zich als een optimist. Langzamerhand werken de democratische principes door. Vorige generaties politici wisten heel weinig af van economie. In veel landen zien we de afbrokkeling van de democratie en van de republikeinse regeringsvorm. Natuurlijk, een regeringssysteem met een president kan leiden tot machts-concentratie bij één man, tot willekeur, autoritarisme. Daarom moeten we doorgaan met de strijd: ‘construire le socialisme à visage humain.’ Begrijpelijk is de vooruitgang wel erg sloom gegaan. Alweer: wie geen duidelijk plan heeft, riskeert regressie. Ondanks verzet, ondanks tegenwerking en tegenkrachten blijft een minister, een politicus een ‘accoucheur’, een verloskundige van nieuwe ideëen. Maar iedereen kan immers zijn rol spelen, in gunstige of ongunstige zin, om het rijpingsproces te versnellen of te vertragen. De president die vergeet dat hij een mandataire is, iemand die opdrachten heeft gekregen en het contact, de dialoog met zijn opdrachtgevers verwaarloost, werkt remmend. Degenen die in de oppositie zijn kunnen zeer wel versnellend werken. Het criterium voor goede en juiste machtsuitoefening is het splitsen van politieke, economische, financiële macht

en de rijkdom door collectieve inspanning verworven. En het goed voorgelichte volk

vragen mee te helpen de problemen op te lossen. Een goed regeerder werkt nooit alleen, hij staat in de gemeenschap en verdedigt de belangen van de gemeenschap.

Ik kan me voorstellen dat lezers van het voorafgaande verhaal de indruk krijgen dat wat Mendès France nu eigenlijk concreet wil, vrij oppervlakkig is weergegeven. Niet de weergave is echter aan de vage kant,

8 Id., p. 200.

9 La Vérité etc., p. 196.

10 Id., p. 201. 11 Id., p. 206.

Mendès France zelf is, zonder vaag te zijn, zózeer op de praktijk van de Franse binnenlandse en buitenlandse politiek gericht dat de onvolledigheid pas wordt weggenomen wanneer men zijn uitspraken ziet tegen die achtergrond. Het zou goed zijn voor Frankrijk wanneer deze politicus nog eens de kans zou krijgen om door middel van de uitwerking van zijn plan aan zijn ideëen een concrete vorm te geven.

In document Streven. Jaargang 30 · dbnl (pagina 178-185)