• No results found

Uit de uitingen die in dit hoofdstuk besproken zijn, komt een nieuw beeld van Schmidt naar voren. Tijdens haar leven werden weliswaar vragen over haar moederschap gesteld, maar werd er vaak mild geoordeeld. Ze was een succesvol schrijver en kon dat waarschijnlijk goed combineren met haar gezin. Het beeld van een lieve juffrouw, of oma van alle Nederlanders was breed gedragen. Zelfs als ze zich aan het eind van haar leven als koppige vrouw presenteerde, met botte uitspraken, werd dit vaak als komisch gezien. Het maakte haar nog geliefder.

In het boek Anna, de tv-serie, de musical en de documentaire wordt er niet vanuit een nieuw kader naar Schmidt gekeken. Tijdens haar leven werd al gevraagd wat voor persoon ze was en hoe ze als moeder en vrouw was. Wat wel afwijkt, zijn de conclusies die na haar leven worden getrokken. In deze uitingen wordt ze een stuk strenger beoordeeld. Ten eerste wordt haar humor neergezet als een manier om te vluchten uit de realiteit en nooit de waarheid te hoeven vertellen. Ten tweede worden haar relaties met ouders, man en kind uitgebreid bekeken en komt Schmidt er niet altijd goed vanaf. Vooral in de musical wordt ze neergezet als een vrouw die niet echt een goede moeder was. Ten derde komt de uitgebreide fantasie van Schmidt veelvuldig naar voren, waardoor ze de neiging had om te liegen of niet eerlijk te zijn. Door dit zo expliciet in beeld te brengen, krijgt de kijker het idee dat Schmidt haar eigen levensverhaal nooit eerlijk heeft verteld. Hierdoor legitimeren de verschillende media zichzelf. Zij vertellen immers wel het eerlijke verhaal.

De beeldvorming die in het vorige hoofdstuk naar voren kwam, deed geloven dat Schmidt willens en wetens met haar gedichten en verhalen de Nederlandse samenleving heeft veranderd. Uit de beeldvorming in dit hoofdstuk komt een heel ander beeld naar voren. Schmidt was een onzekere vrouw, die graag werkte, maar eigenlijk meer per ongeluk zoveel succes heeft gehad. Ze had moeizame relaties met haar familie en man en was nooit echt

265

Van Duijn, ‘Aflevering 1’.

266

Ibidem.

267 Jan Vriend, ‘In het spoor van oma Annie’. 268

56 eerlijk over wie ze was. De beeldvorming in het vorige hoofdstuk kon uitgelegd worden aan de hand van geschiedenis als vormgever van een nationale identiteit. De beeldvorming die focust op Schmidts persoonlijke relaties past hier echter niet binnen. Schmidt als afwezige moeder en onbegrijpelijke vrouw kan immers niet eenvoudig als verbindende factor optreden. Waarom speelt deze beeldvorming dan een dergelijke belangrijke rol in de herinneringscultuur rond Schmidt? Met welk doel wordt dit verhaal verteld en wat zegt dat over onze omgang met het verleden?

Biografieën

Om antwoorden te vinden op bovenstaande vragen, geeft het onderzoek van socioloog Helen Davies enkele interessante inzichten. Davies deed onderzoek naar de representatie van vrouwelijke artiesten in de muziekindustrie en stelde dat zij meestal eerst worden benaderd als vrouw en pas daarna als artiest. Dit zorgde ervoor dat de nadruk komt te liggen op zaken die hun vrouw-zijn benadrukten, zoals hun uiterlijk, seksualiteit en moederschap.269 Er kan wel gesteld worden dat dit in de beeldvorming rond Schmidt ook aan de orde is. Haar werk is ondergeschikt aan haar persoon en de nadruk ligt sterk op haar vrouw-zijn. Een verklaring hiervoor kan gevonden worden in het medium waarin de beeldvorming plaatsvindt. Terwijl de uitingen waarin Schmidt werd bekeken vanuit het frame ‘Nederlands icoon’ allemaal een educatieve functie hadden, ligt dat bij de uitingen in dit hoofdstuk anders. Het boek Anna, waarop de tv-serie en musical zijn gebaseerd, is een biografie. Waar biografieën vroeger vaak vooral als doel hadden om de significantie van een historisch figuur te benadrukken door naar politieke en economische aspecten te kijken, is er in de loop van de twintigste eeuw steeds meer aandacht gekomen voor persoonlijke aspecten.270 Door middel van dagboeken en brieven werd geprobeerd iemands persoonlijkheid, gedachten en relaties in kaart te brengen. Dit is duidelijk terug te zien in Anna, waar Van der Zijl gebruik maakte van persoonlijke correspondentie. Het gaat hier niet om de vraag waarom Schmidt zo belangrijk was, maar om de vraag wie ze nou eigenlijk was. Barbara Caine deed onderzoek naar biografieën en stelde dat deze vormen van geschiedschrijving bij uitstek gendergerelateerd zijn. Veel vrouwelijke schrijvers proberen met een biografie over een vrouw inzicht te krijgen in de manier waarop zij met hun vrouw-zijn omgingen.271 Er is dus vaak aandacht voor kwesties die als typisch vrouwelijk worden gezien: het huwelijk, moederschap, en de manier waarop gezinsleven en carrière elkaar beïnvloeden. Hoewel ook mannen met deze vragen te maken krijgen, komen deze kwesties in mannelijke

269 Helen Davies, ‘All rock and roll is homosocial: the representation of women in the British rock music

press’, Popular Music, 20 (2001) 3, 301–319, aldaar: 303.

270

Barbara Caine, Biography and history (Londen, 2010) 3.

271

57 representaties minder voor. Dat concludeerde ook Davies, naar aanleiding van haar onderzoek in muziekbladen.272

Gender lijkt dus een belangrijke rol te spelen. Schmidts vrouw-zijn is in de musical, de tv-serie en het boek Anna een essentieel aspect. In het vorige hoofdstuk kwam haar vrouw- zijn echter ook naar voren. Toch is er een verschil in benadering. Waar in het vorige hoofdstuk Schmidt werd benaderd vanuit een mannelijk kader, kan hier gesteld worden dat Schmidt juist wordt benaderd vanuit een vrouwelijk kader. De geschiedschrijving gebeurt hier dus juist op de manier die Lerner voorstelde: De vragen die aan haar gesteld worden, zijn gericht op haar vrouw-zijn.273 Er kan geconcludeerd worden dat er sprake is van de separate

spheres die Scott omschreef.274

Nostalgie

Wat echter ook belangrijk is, is de functie die de verschillende media in dit hoofdstuk hebben. In plaats van een educatieve – of identiteitsvormende functie – hebben de tv-serie en de musical over Schmidt hoofdzakelijk een commerciële functie. Mensen moeten dit verhaal willen beleven. Dit wordt op twee manieren bereikt. Enerzijds is er een focus op het herkenbare, persoonlijke: Mensen die deze musical zien, zullen Schmidt nog beter leren kennen. Anderzijds is er een sterke nadruk op nostalgie door de verwerking van bekende liedjes en gedichten.

David Lowenthal stelde in zijn boek The past is a foreign country dat nostalgie tegenwoordig onze meest geliefde manier is om naar het verleden te kijken. Het wordt gebruikt op politiek niveau – denk aan de VOC-mentaliteit van Balkenende –, het dient als handig middel voor adverteerders – zoals de vele “historische” reclames voor bier – en het is een veelgebruikte manier om films en tv-series aantrekkelijk te maken.275 Het idee dat vroeger alles beter was, maakt dat we graag kijken naar geromantiseerde vertellingen van geschiedenis. In het geval van Schmidt zullen de musical en serie een sterk gevoel van nostalgie oproepen, omdat de meesten van ons opgevoed zijn met deze muziek en gedichten. Het is niet alleen een nationale geschiedenis, maar ook een heel persoonlijke.

Nostalgie wordt door academische historici niet vaak als serieus onderwerp behandeld, maar publiekshistoricus Jerome de Groot stelt dat nostalgie er juist voor zorgt dat een breed publiek geschiedenis steeds belangrijker gaat vinden. De nostalgische gevoelens zorgen ervoor dat publiek op allerlei manieren geschiedenis wil ervaren.276 De uitingen in dit hoofdstuk combineren het nostalgische met de belofte dat het publiek Schmidt nóg beter zal

272 Davies, ‘All rock and roll is homosocial’, 303. 273 Lerner, ‘Placing women in history’, 10.

274 Scott, ‘Women in history, the modern period’ 149. 275

David Lowenthal, The past is a foreign country, 31.

276

58 leren kennen. Het publiek moet deze uitingen gaan bekijken voor “een feest van herkenning” en het idee dat ze nieuwe kennis op zullen doen.

Het commerciële aspect voor de uitingen in dit hoofdstuk erg belangrijk. In tegenstelling tot het vorige hoofdstuk, waarin geconcludeerd werd dat de uitingen een educatieve functie hadden, is de functie van de uitingen in dit hoofdstuk duidelijk commercieel. Waarmee in het vorige hoofdstuk de beeldvorming van bovenaf bepaald werd, bijvoorbeeld door de commissie die de Canon vaststelde, moest er voor de beeldvorming in dit hoofdstuk geluisterd worden naar wat het publiek wilde. Dit inspelen op de wensen van het publiek was essentieel voor het (commercieel) laten slagen van de musical en tv-serie.

Conclusie

De uitingen in dit hoofdstuk lieten een nieuw beeld van Annie M.G. Schmidt zien. Hoewel er tijdens haar leven al aandacht was besteed aan de meer persoonlijke, vrouwelijke kant van Schmidt, komt dat na haar leven op een meer expliciete manier aan bod. Niet alleen worden er vragen gesteld die gericht zijn op haar vrouw-zijn, ook worden er conclusies getrokken die Schmidt soms in een kwaad daglicht zetten. Door te focussen op haar persoonlijke relaties wordt een beeld geschetst van een onzekere vrouw, bij wie haar werk soms negatieve invloed had op haar liefdesleven en moederschap. Deze beeldvorming kan verklaard worden door te kijken naar de media waarin de beeldvorming plaatsvindt. Waar in het hoofdstuk 3 nog sprake was van voornamelijk educatieve vormen van herinnering, hebben de uitingen in dit hoofdstuk allemaal een duidelijk commercieel doel. Door de combinatie van persoonlijke geschiedenis met nostalgie trekken de uitingen een breed publiek. Zo geeft dit hoofdstuk wellicht ook beter aan hoe het Nederlandse publiek geschiedenis het liefste beleeft.

59

Conclusie

Annie M.G. Schmidt vormt een uitzondering op de regel dat vrouwen minder voorkomen in onze geschiedschrijving. Als een van de weinige vrouwen heeft ze een plek in de Canon van

de Nederlandse geschiedenis en alleen al in 2018 werd ze geëerd door middel van een

documentaireserie, een musical en een speciale voorstelling in Carré. In dit onderzoek is geprobeerd de herinneringscultuur rond Annie M.G. Schmidt in kaart te brengen en te verklaren. Dit is gedaan aan de hand van een methode die werd uiteengezet door Robert Jansen. Hij stelde dat om de herinneringscultuur van een historisch figuur te analyseren het nodig was om drie periodes in kaart te brengen: de periode tijdens het leven, de periode vlak na het leven, en de huidige periode. Omdat Schmidt vrij recent – in 1995 – overleden is, heb ik in deze scriptie twee stappen uitgevoerd: ik heb de beeldvorming tijdens haar leven geanalyseerd door middel van krantenberichten en tv-programma’s en ik heb de huidige herinneringscultuur in kaart gebracht. Het analyseren van deze bronnen heb ik gedaan door te kijken naar de manier waarop Schmidt geframed werd. Welk beeld werd er, door middel van taal en context, geschetst van haar werk en haar persoon.

Al tijdens haar leven werd Schmidt gezien als belangrijke schrijver, waar logischerwijs veel over werd geschreven. Hoewel de beeldvorming tijdens haar leven veelzijdig was, bleek dat er uiteindelijk toch twee verschillende representaties konden worden onderscheiden. Bovendien bleken dit ook de twee representaties die in de beeldvorming na haar dood veelvuldig gebruikt werden: Schmidt als nationaal icoon en Schmidt als ‘de vrouw Annie’.

Het nationale icoon

Ten eerste werd Schmidt tijdens haar leven al belangrijk geacht voor de Nederlandse identiteit. In de jaren vijftig werd ze gezien als een schrijver die de Nederlandse samenleving met scherpe humor een spiegel voorhield. Ze werd omschreven als iemand die tegendraads was, maar daarmee de naoorlogse samenleving perfect in kaart kon brengen. Haar gedichten en verhalen gingen vaak over stoute kinderen en misten een morele les. Hierdoor werd ze aan het begin van de jaren zestig zelfs omschreven als iemand die al in de jaren vijftig het gedachtegoed van de Provo’s uitdroeg. Hoewel er vanaf het eind van de jaren zestig tot eind jaren zeventig een dip in haar populariteit te zien was, werden ook toen verschillende werken als vooruitstrevend gezien, zoals de musical Foxtrot. Vanaf de jaren tachtig werd er al uitgebreid teruggekeken op haar leven. Toen veranderde Schmidt van een schrijver die de Nederlandse samenleving perfect kon weergeven in een schrijver die de Nederlandse samenleving had vormgegeven. Al in de jaren tachtig werd Schmidt omschreven als iemand die voor de “ontbraving” van naoorlogs Nederland had gezorgd. De laatste jaren van haar leven kwam Schmidt veel in de publiciteit. Naast (internationale) prijzen kreeg ze deze periode ook verschillende officieuze titels. Schmidt werd bestempeld

60 als de échte koningin van Nederland, oma van alle Nederlanders en de oermoeder van de Nederlandse literatuur. Ze was een Nederlands icoon geworden.

Deze beeldvorming, waarin Schmidt werd omschreven als rebels en iconisch, is ook na haar overlijden een belangrijk onderdeel van de herinneringscultuur rond Schmidt. Het venster waarmee ze in 2005 werd opgenomen in de Canon van de Nederlandse

geschiedenis beschrijft het belang van Schmidt vanuit dit kader. Schmidt wordt hier, en in de

vele vertalingen van het venster, neergezet als de personificatie van de jaren zestig. Zij laat zien hoe de Nederlandse mentaliteit veranderde van het brave burgerlijke Nederland in de jaren vijftig tot het opstandige, vrijzinnige Nederland in de jaren zestig. Woorden als “tegendraads”, “stout” en “rebels” worden in deze uitingen veelvuldig gebruikt. Daarnaast ligt er een sterke nadruk op het verbindende karakter van Schmidts werk. Dit kwam tijdens haar leven minder aan bod, maar na haar dood wordt er regelmatig gesteld dat iedereen Schmidts werk kent en – misschien nog wel belangrijker – zich erin kan herkennen. In de verklaring voor deze beeldvorming is deze verbindende werking een belangrijke factor. De uitingen die Schmidt op deze manier representeren hebben overwegend een educatief doel. Ze onderwijzen kinderen en volwassenen in het belang van Schmidt voor de Nederlandse samenleving. Vooral de uitingen gerelateerd aan de Canon hebben nog een ander doel: het creëren van een nationale identiteit. Deze doelen verklaren de nadruk op het vernieuwende werk van Schmidt en de verbindende werking die het heeft gehad.