• No results found

In de lokale discussie werden alle belangen gelijkwaardig behandeld (N=116)

2.2.8 Particuliere gegevensbeherende organisaties

Particuliere gegevensbeherende organisaties leveren een belangrijke bijdrage aan het monitoren van soorten en bijhouden van trends in de Nederlandse natuur. Door vrijwilligers verzamelde data spelen bijvoorbeeld een belangrijke rol in het bijhouden van de vogelstand in veel gebieden in Nederland. Zonder deze bijdragen zouden vele analyses die door bijvoorbeeld het CBS, CPB en PBL worden uitgevoerd niet of slechts beperkt mogelijk zijn. Het levert input voor beheer en beleid van de

Nederlandse natuur (Breman et al., 2017). Het verzamelen van dergelijke gegevens doen vrijwilligers met behulp van een groot en divers aantal meetmethoden. Deze inzet van vrijwilligers wordt ook wel citizen science genoemd.

Citizen science betreft ‘onderzoeksprojecten waar burgers aan deelnemen, met activiteiten die variëren van het monitoren van planten en dieren tot onderzoek ontworpen en uitgevoerd door henzelf, en waarvan de resultaten actief gebruikt worden in de wetenschap en maatschappij’ (Overbeek et al., 2017). De jaarlijkse tuinvogeltelling is hier een goed voorbeeld van, maar ook het uploaden van waarnemingen van soorten op waarneming.nl. Het kan verder onder meer gaan om de volgende activiteiten:

• het in kaart brengen van verspreiding van nieuwe soorten, bijv. de wolkrab door duikers75; • het in kaart brengen van de verspreiding ziektes, bijv. zoönose bij vogels of de essentaksterfte; • het ringen van vogels: bij het Vogeltrekstation zijn ongeveer 650 ringers aangesloten, waarvan het

merendeel als vrijwilliger76;

• het doorgeven van het begin van de bloeiperiode aan de natuurkalender; • het doorgeven van muggenoverlast aan de muggenradar.

Daarnaast nemen veel burgers deel aan ecologische meetnetten. Deze meetnetten vergen een gestructureerde meting via een gestandaardiseerde methode en hangen vaak samen met wettelijke verplichtingen die de Nederlandse overheid heeft voor het monitoren van soorten. Particuliere organisaties overzien veel van deze tellingen en zorgen voor een continuïteit in monitoring via hun vrijwilligersbestand. De belangrijkste particuliere gegevensbeherende organisaties in Nederland zijn RAVON, de Zoogdiervereniging, SOVON, FLORON, De Vlinderstichting, BLWG, NMV, EIS en

Anemoon77. Hieronder lichten we drie van hen uit. RAVON

RAVON is de onderzoeks- en kennisorganisatie voor amfibieën, reptielen en vissen. Alle activiteiten staan in dienst van bescherming. Vanuit het landelijk bureau wordt onderzoek verricht voor een grote verscheidenheid aan opdrachtgevers78. Er is binnen RAVON een aantal landelijke en regionale

74 http://www.vlindermee.nl/; https://www.tuinvogeltelling.nl/

75 https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=23967; geraadpleegd op 29 november 2018 76 https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=23965; geraadpleegd op 22 november 2018 77 http://www.netwerkecologischemonitoring.nl/; geraadpleegd 22 november 2018

78 https://www.ravon.nl/portals/2/Bestanden/Publicaties/Jaarverslagen/Jaarverslag2017Kort.pdf; geraadpleegd op 22

werkgroepen actief. Werkgroepen richten zich specifiek op een thema, regio of soort. De werkgroepen leveren een grote bijdrage aan het onderzoek. Ze geven vaak voorlichting en educatie en ze

organiseren excursies. Er zijn tien werkgroepen actief: Adderonderzoek Nederland, Padden.nu (zie ook paragraaf 3.3.), De prik, Gelderse vissers, Vissenonderzoek Friesland, Vissen Groningen en Drenthe, Poelenwerkgroep Eindhoven, Vissenwerkgroep KNNV afd. Delfland, Aquatische WG Hoeksewaards Landschap, Ringslangen Zuid-Holland. Veelal ontstaan de werkgroepen van onderop, om zich daarna bij de RAVON aan te sluiten. Zo is de Werkgroep Adderonderzoek Nederland (WAN) opgericht in het jaar 2000. In dat jaar zijn ze ook aangesloten bij stichting RAVON79.

In 2017 zijn RAVON en FLORON, in samenwerking met zes waterschappen en twee provincies, begonnen aan een grootschalig, driejarig onderzoek naar de ecologische meerwaarde van natuur- vriendelijke oevers80. Sinds 2009 is zo’n 2500 kilometer natuurvriendelijke oever aangelegd in Nederland. Deze aanleg moet bijdragen aan doelbereiking van de EU Kaderrichtlijn Water en zou daarmee ook moeten bijdragen aan de biodiversiteit in de oeverzone. De ecologische meerwaarde is echter nog nauwelijks bekend. Uit de voorlopige resultaten van een driejarige monitoring komt naar voren dat natuurvriendelijke oevers een meerwaarde hebben voor met name moerasplanten. Door de variatie in beheer en inrichting van natuurvriendelijke oevers, kan deze monitoring ook leiden tot praktische aanbevelingen voor beheer en inrichting. Langs het Kanaal Omval-Kolhorn doet RAVON onderzoek naar de effecten van natuurvriendelijke oevers op vissen. De eerste vangsten laten de toegevoegde waarde van de oevers zien. In vergelijking met het kanaal werden in deze oevers meer jonge vissen en meer plantenminnende vissoorten gevangen, waaronder rietvoorn, zeelt, tiendoornige stekelbaars, bittervoorn, kleine modderkruiper en snoek. De Europees beschermde bittervoorn werd in drie van de zes onderzochte natuurvriendelijke oevers gevangen, maar niet in het kanaal zelf. Binnen de natuurvriendelijke oevers bleken plantenrijke stukken grotere hoeveelheden vis te herbergen dan de open stukken81.

De Vlinderstichting

De Vlinderstichting maakt zich sterk voor het behoud en herstel van vlinders en libellen in Nederland en Europa82. Daarvoor doet de stichting onderzoek en geeft adviezen over beleid en beheer. Doel is om de leefomstandigheden van vlinders en libellen verbeteren. De Vlinderstichting houdt zich daar- naast bezig met voorlichting en educatie om het belang van het behoud en de bescherming van vlinders en libellen onder de aandacht te brengen, maar ook om een draagvlak te creëren. Voor- beelden hiervan zijn voorlichting over tuinieren, lespakketten voor het basisonderwijs, lezingen en tentoonstellingen.

Om de vlinder- en libellenstand te kunnen monitoren is De Vlinderstichting in 1990 samen met het CBS gestart met het Landelijk Meetnet Vlinders, in 1998 met het Landelijk Meetnet Libellen en in 2012 met het Landelijk Meetnet Nachtvlinders. Honderden vrijwilligers verzamelen systematisch gegevens over vlinders en libellen83. Deze worden geanalyseerd door De Vlinderstichting en opgeslagen in de databank van de meetnetten die wordt beheerd door De Vlinderstichting en die onderdeel is van de Nationale Databank Flora en Fauna.

De Vlinderstichting is een projectenorganisatie: ze kiest voor een actieve aanpak. Voorbeelden van lopende projecten zijn onderzoeken naar akkervlinders in Noord-Holland, een beschermingsplan voor de argusvlinder, studie naar de baten van groene daken voor vlinders, activiteiten voor vluchtelingen om te helpen in de natuur en de aanleg van bloemrijke idylles. Samen met terreinbeheerders, andere organisaties en vrijwilligers, begeleidt en monitort de Vlinderstichting ook kleinschalige beheer- maatregelen om zeldzame vlinders te beschermen, zoals de sleedoornpage in Overlangbroek, de bruine eikenpage in de Maashorst en het gentiaanblauwtje op Kampina en de Hoge Veluwe.

79 https://www.ravon.nl/WAN; geraadpleegd 13 november 2018

80 https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=24007; geraadpleegd 13 november 2018 81 https://www.naturetoday.com/nl/nl/nature-reports/message/?msg=23597; geraadpleegd 13 november 2017 82 https://www.vlinderstichting.nl/wat-wij-doen/doelstellingen/; geraadpleegd 22 november 2018

De Vlinderstichting is betrokken bij verschillende Green Deals, waaronder Tijdelijke natuur, Stedelijke natuur en Infranatuur. De laatste streeft naar het vergroten van bewustwording over biodiversiteit in relatie tot de Nederlandse infrastructuur84.

Bij de Vlinderstichting zijn verspreid over het land 62 werkgroepen actief85. Deze werkgroepen leveren een grote bijdrage aan het onderzoek naar de vlinderstand in hun omgeving. Zij voeren vaak ook voorlichting en educatieve activiteiten uit. Veel werkgroepen zijn naast acties voor dagvlinders ook erg actief met (dagactieve) nachtvlinders en libellen.

De volgende resultaten (successen) zijn bereikt: sinds 2015 laten de vlinders in Nederland een heel voorzichtig herstel zien. Vier (bijna) verdwenen vlindersoorten hebben door gerichte beschermings- maatregelen weer kansen gekregen. Het gaat om de grote vuurvlinder, de kleine ijsvogelvlinder, de iepenpage en het pimpernelblauwtje. Deze laatste was in 1970 verdwenen uit Nederland. De Vlinderstichting herintroduceerde in 1990 zo’n 86 exemplaren in de Moerputten, een natuurgebied vlakbij Den Bosch. Ruim 25 jaar later vliegen er in dit natuurgebied weer 1500 pimpernelblauwtjes rond86. Het pimpernelblauwtje komt in West-Europa alleen maar voor in dit gebied.

Het vierjarige project ‘Idylle’ werd in 2016 afgerond. Idylles zijn grote bloemrijke plekken in de stad, het buitengebied of langs sloten of wegen. Met bijdragen van donateurs en de Nationale Postcode Loterij en betrokkenheid van vrijwilligers, beheerders, particulieren, bedrijven, gemeenten waterschappen en scholen zijn veertig idylles gerealiseerd, bij elkaar 320.000 m2 bloemen (figuur 2.48). Ook in 2018 zullen er idylles bijkomen: in Noord-Brabant en Zuid-Holland gebeurt dit met hulp van de provincie87.

Figuur 2.48 In het kaartbeeld zijn alle idylles (donkerpaars) en idyllische plekken (lichtpaars) opgenomen, die burgers hebben doorgegeven88.

84 https://www.vlinderstichting.nl/actueel/nieuws/nieuwsbericht/green-deal-infranatuur-vergroot-kansen-voor-natuur;

geraadpleegd 22 november 2018

85 https://www.vlinderstichting.nl/wat-wij-doen/over-de-vlinderstichting/werkgroepen/; geraadpleegd 22 november 2018 86 https://www.vlinderstichting.nl/wat-wij-doen/successen/pimpernelblauwtje; geraadpleegd 22 november 2018 87 https://www.naturetoday.com/nl/nl/nature-reports/message/?msg=24055; geraadpleegd 6 september 2018 88 http://idylle.vlinderstichting.nl/idylle/kaart; geraadpleegd 6 september 2018.

Sovon Vogelonderzoek Nederland

Sovon Vogelonderzoek Nederland volgt de ontwikkelingen van alle in het wild voorkomende vogel- soorten in Nederland. Dit gebeurt door middel van signalerend onderzoek (monitoring) en door uitvoering van veld- en bureaustudies, die bijdragen aan het verklaren van de gesignaleerde

ontwikkelingen. Sovon organiseert landelijke vogeltellingen en voert onderzoek uit voor beheer, beleid en wetenschap.

Kernactiviteiten zijn de coördinatie van vogeltellingen, het beheer, de analyse en interpretatie van gegevens en het publiceren van de resultaten. De onderzoeksprojecten van Sovon zijn onderverdeeld naar acht thema's: boerenlandvogels, ganzen, klimaatverandering, kustvogels, exoten, populatie- monitoring, soortenonderzoek en kennisontwikkeling. Een belangrijke uitbreiding van de landelijke meetnetten in 2016 betreft de beleidsmonitoring in het kader van het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb). Een uitdaging is om de verschillende landelijke en regionale vogel- meetnetten aantrekkelijk te maken en houden voor de (vrijwillige) tellers89.

Ruim 8.000 vrijwillige vogelwaarnemers vormen de spil van organisatie. Een groot aantal vogelwerk- groepen is aangesloten bij Sovon. De groepen zijn veelal actief betrokken bij de tellingen en

organiseren daarnaast allerlei activiteiten. Figuur 2.49 laat enkele resultaten van deze tellingen zien. De meetnetten van Sovon en CBS geven goed inzicht in de aantalsontwikkeling van bijna alle Nederlandse vogelsoorten. Het levert relevante inzichten op: de vogelbevolking blijkt enorm

dynamisch. Van minder dan 10% van de broedvogels zijn de aantallen sinds 1990 stabiel. Er zijn iets meer soorten die toenemen dan afnemen. Bij de doortrekkers en wintergasten hebben de toenemende soorten op de lange termijn de overhand. Echter, in de afgelopen tien jaar is die balans bij de

wintervogels naar de afnemende soorten doorgeslagen. Recent zijn twee keer zoveel soorten af- als toegenomen. Dat zit hem vooral in negatieve trends bij soorten die buiten de Nederlandse wetlands overwinteren. Een internationale vergelijking van wintertellingen laat zien dat klimaatverandering een belangrijke rol speelt in deze afname. Broedende vogels in Noord- Europa brengen steeds dichter bij huis de winter door90.

Figuur 2.49 Infographics vogeltellingen91

89 https://www.sovon.nl/sites/default/files/doc/jaarverslag_2016_0.pdf; geraadpleegd 6 september 2018

90 https://www.sovon.nl/sites/default/files/doc/PDF-jes/Vogelbalans_themaStadsvogels.pdf; geraadpleegd 6 september

2018

2.2.9

Natuur- en milieueducatie voor kinderen en natuurstudie volwassenen

GERELATEERDE DOCUMENTEN